Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Via anderen.
No. 2683.
Woensdag 28 Januari 1891.
31e Jaargang.
2D 22
Binnenland.
ABONNEMENT:
FEUILLETQN
TEl NEDZEVSC'll COIMHIT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhaudelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Uit bind verftchijnt t»lii*cl.ur- en Vrljdagavond l»l| den nltgever P. J. V k N E 8 A N D E te Ter Ncnzen.
lr»olitieli Overzicht.
In den Landdag heeft Richter gesproken over
de vrijstelling van zegelrechten en leges bij de
oprichting van zoogenaamde fideicommissen. Zulk
een fideicoinmis is een onvervreemdbaar bezit.,
meestal grondbezit, waardoor rijke, veelal adellijke
geslachten, voor den blijveiiden glans van hunuen
naam zorgeu. Voor het verkrijgen van zulk een
recht is een bijzondere toestemming noodig en
moet een evenredige som aan den staat ytorden
voldaau. De betaling dezer som is indertijd aan
Von Bismarck en oulangs weder aan den Minister
van landbouw Von Lucius kwijt gescholden, en
natuurlijk is hierdoor de schatkist benadeeld.
Richter deed uitkoraen, dal op die wijze de Ministers
elkauder particuliere voordeelen deden verkrijgen,
en verwachtte van de regeering de verzekering dat
dergelijke voorvallen zich niet zouden herhalen
De Minister van financien Miquel beriep zich op
het onwederlegbaar recht der kroon orn dergelijke
vrijstelliugen toe te staan. Richters voorstel werd
met groote meerderheid verworpen, doch Lucius
vond zich geraakt en gaf zijn 301)00 Mark ter
beschikking aan den Keizer, die ze weer schonk
aan de commissie, welke bijdragen inzamelt voor
eeue nieuwe noofdkerk te Berlijn. In de bad plaatsen
van de Rijnstreken en den Taunus en op tal van
andere plaatsen, waar voor de bevolking het vreemde-
lingenverkeer middel van bestaan is, wordt sterk
geprotesteerd tegen de bepalingeu van het ontwerp
krachtens hetwelk de vreemdelingen belangrijk
meer zullen rnoeten opbrengen dan vroeger.
Nooit is in de verschilleude landen van Oosten-
rijk de strijd der nalionaliteiten heftiger gevoerd
daii onder het ministerie TaafFe, dat zich het
ministerie van verzoening noemt.
Het vergelijk tusschen de Czechen en Duitschers
in Bohemen, met veel moeite, onder de persoonlijke
tusschenkomst des keizors een jaargeleden outworpen,
is onuitvoerbaar gebleken en de vijandscbap der
beide stammen is met nieuwe woede outbraud en
daarvan wordt de schuld gegeven aan de regeering,
die ditmaal zeker gaarne eene verzoening had tot
stand gebracht. In Polen strijden de adel, groot
en klein, met de Ruthenen, zonder dat de regeering
ook maar een wapenstilstand kan tot stand breugen.
In de Duitsche Alpenlandeu steekt overal de Slaviscke
bevolkingen het hoofd op, verbonden met de cleri-
calen, en nu is ook in Tirol een conflict uitgebar-
steu in den Linddag. Omdat het overigens voor
clericale wenschen zeer inschikkelijke ministerie de
school niet geheel en al aan de geestelijkheid
wilde overleveren, zijn de vertegenwoordigers van
Zuid-Tirol verbitterd geworden en hebben het
eerste het beste voorwendsel aangegrepen orn bun
mandaat neder te leggen.
Parnell heeft zijne in het Lagerhuis van Enge-
3)
Margareta kleurde en keerde het gelaat af, doch
plotseling wierp zij zich voor haar mama op de
knieeu, vatte haar handen en haar half onderzoekend
half smeekend aauziende, vroeg zij Mama, hoe
bevalt u dat »zekere" jongmensch
Dus ik heb mij niet vergist, he Margareta?
U weet reeds laug, mama, dat ik voor u niets
kan verborgen houden, zelfs als ik dat wilde.
Maar dat wilde ik volstrekt niet. Ik weet dat mijn
lieve mama en ook mijn papa, al stelt hij zich
soms wat brommerig aan, dat ze allebei een
goed hart hebben en geen vooroordeelen.
Zacht wat, kind, stel je daar met te veel van
voor. Kunstenaars bij voorbeeld hebben bij menschen
als wij gewooulijk in hun nadeel, dat ongunstig
gedacht word over de vastheid hunner beginselen,
en over den ernst en de juistheid van hun levens-
beschouwing.
Maar Felix is
Zoo, noem je hem reeds Felix Doe maar
iangzaam aan, kind. Laat papa eerst eeus otider-
zoeken hoe het met zijn karakter gesteld is Op
dit punt oordeelt papa zeer streng en terecht.
En verder niets mama O, wat is u allebei
land aangekondigde interpellatie over de toepassing
der dwangwetten in Ierland itigetrokken en heeft
Louden verlaten om te Waterford eene rede te
houden. De leider van de meerderheid der Iersche
partij Mc Cartliy, is, vergezeld van den uit Amerika
teruggekeerden heer Sexton, naar Boulogne gegaan
om met de heeren O'Brien en Dillon te spreken,
maar men gelooft, dat er weinig kans op eene
minnelijke schikking is, daar Parnell nog altijd
als voorwaarde van zijn terugtreden stelt, dat
Gladstone in zijn programma opneemtdat de
politie in Ierland aan het toekomstig Iersche
parlement moet ondergeschikl zijn.
De admiraal der vloot Sir Thomas Symonds
heeft aan lord Salisbury een open schrijven gericht
over den toestand der vloot. In weerwil dat het
Parlement, zoo schrijft de adrniraal, 10,000,000
pd. sterling voor de uitbreiding der marine heeft
toegestaan, wordt de vloot in vergelijking van het
leger steeds stiefmoederlijk behandeld. Engeland
bezit te weinig kruisers en reserve-schepen. Aclit
moderne linieschepen der eerste klasse zijn in de
laatste zes maanden onbruikbaar geworden. Maanden
zijn noodig geweest om een klein schip, de Serpent,
dat verongelukt was, te vervangen. Eene enquete
is hoog noodig. Niet alleen is er gebrek aan
schepen, maar ook aan zeelieden. Engeland heeft
voor zijn vloot een reserve van 20,000 gedeeltelijk
geoefende matrozen, terwijl Frankrijk eene reserve
van 104,000 matrozen en 26,000 mariniers heeft.
Het materieel der marine is in den laatsten tijd
iets verbeterd, maar er moet ook voor eene vol-
doende bemanning worden gezorgd.
De loting voor de nationale militie in het
loopende jaar zal plaats hebben (voor wat Zeeuwsch-
Vlaanderen betrefi) in de gemeenten en op de dagen
als hieronder zijn aangewezen
Axel. Vrijdag 13 Febr., des voormidd. 9 uren,
voor Axel en Westdorpe, des voorm. 10J uur voor
Ter Neuzen, Hoek en Zuiddorpe, des naraidd.
uur voor Sas van Gent, Philippine, Overslag, Koe-
wacht en Zaamslag.
Ilulst. Donderdag 12 Febr des voorm. 9 uren,
voor Hulst, Ossenisse, Heugstdijk, Houtenisse,
Boschkapelle, Stoppeldijk, Graauw, Clinge en St.
Jansteen.
IJzendijke. Maandag 16 Febr., des voorm.
9 uren, voor Groede, Breskens, Nieuwvliet, "W ater-
landkerkje, Schoondijke, Iloofdplaat, Biervliet en
IJzendijke.
Sluis. Woensdag 18 Febr., des voorm. 9£ uren,
voor Sluis en 10£ uur voor Cadzand, Oostburg en
Zuidzande en llf uur voor Aardenburg, Retran-
chement, St. Kruis en Eede.
toch goed riep Margareta uit, terwijl zij opstond
om haar mama recht hartelijk te omhelzen en te
kussen.
Maar kind, je doet waarachtig alsof je weer
klein geworden bent. Je vraagt En verder
niets, mama? maar het karakter is juist een der
voornaamste punten. Doch nu genoeg hierover.
Mevrouw Hansen wilde heengaan. Bij de deur
keerde zij nog eens om en zeiWat ik zeggen
wilde, Margareta leg je ivoren waaier voor de
hand. Ik heb hem morgen noodig, de mijue is
gebroken.
Die waaier? riep het meisje uit. Ah juist,
daar heb ik geheel niet meer aan gedacht.
Hij is er toch
Welzekerdat wil zeggen hij is er
nietnamelijk niet in huis. Maar ik weet,
waar hij is; ik zal hem dadelijk laten halen.
Zoo? Waar is hij dan? Ga je daar zoo
lichtzinnig mee om Weet je dan niet hoe
buitengewoon kostbaar hij is en dat hij bovendien
een erfstuk van onze familie is, dat aan Hare
Majesteit hem eigenhandig aan je grootmama
heeft vereerd. Ik had hem je niet in handen
moeten geven.
Wees maar niet bezorgd, mama. De waaier
is stellig goed geborgen. Hij is bij mijnheer
Haardt,nog sedert dat bal, voegde zij er zacht bij.
En heeft hij hem nog niet teruggebracht Nu,
dat vind ik toch opmerkelijk.
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
is het navolgend adres verzonden
Geeft eerbiedig te kennen
Het hoofdbestuur van de ^Vereeniging van
andbouwers, die suikerbieten verbouwen" goed-
gekeurd bij kon. besluit van 12 Juni 1890 (n° 31)
dot het, na het indienen van een adres, waarin
de verwerping van het wetsontwerp op den suiker-
accijns verzocht werd, heeft kennis genouien van
de wijzigingeu, door den Minister van Financien
in bedoeld wetsontwerp gebracht
dat het ten aanzien daarvan blijft vasthouden
aan zijn verzoek tot verwerping van het wetsvoor-
stel, tenzij in art. 2 het cijfer van 29 millioen
kgr. voor den aanslag worde veranderd in minstens
45 millioen kgr.;
Redenen waarom het Hoofdbestuur voornoemd
Uwe Hooge Vergadering eerbiedig maar dringend
verzoekt, Uwe medewerking tot de door ons bedoelde
wijziging te willen verleenen, zonder den aanslag te
verhoogen of eenigen anderen financieelen druk op de
suikerindustrie te leggen, daar zoodanige verhooging
of financieele druk ongetwijfeld ten nadeele zou
komen van den landbouw.
Hetwelk doende
Het Hoofdbestuur voornoemd,
S. LAKO, Voorzitter.
F. A. ROVERS, Secretaris.
Steenbergen, den 26 Januari '91.
Gelijkluidende adressen zijn verzonden door het
Dagelijksch Bestuur der Noord—Brabantsche Maat-
schappij van Landbouw, de Besturen der Landbouw-
vereenigingen te Kruisland, Halsteren en anderen.
In '"t voorloopig verslag over de wet op de
besmettelijke ziekten wordt geconstateerd, dat de
minderheid zich kon vereenigen met de wijziging
ten opzichte der vaccinatie, de meerderheid niet.
Men schrijft uit Zeeland aan het U. D..
Zooals overal, hoort men ook hier vele klaagliederen
De arme klaagt over kou en gebrek, hoewel toch
zooveel mogelijk in de dringendste behoefte wordt
voorzien de landbouwer klaagt dat zijne wiuter-
vruchten als koolzaad, wintergerst en veel tarwe
is doodgevrorende werkman klaagt door gebrek
aan werkzaamheden waaraan de buitengewoon
strenge winter ook al schuld is, en de bewoners
van de Zeeuwsche eilanden klagen over gemis aan
gemeenschap met den vasten wal, waardoor ver
schilleude onmisbare dingen hun gaan ontbreken.
Of het nu zal blijken, dat de landbouwers reden
hebben om te klagen over de schade, kan nog
moeilijk worden uitgemaakt. 't Is meer gebeurd,
dat op een winter, die de wimtergewassen vernietigde,
een zomer is gevolgd, die ruimschoots vergoedde
wat de winter bedierf.
Alleen toen waren de raiddelen van vervoer
nog niet van dien aard, en was vooral de aanvoer
van overzeesch graan nog niet zoo uitgebreid, dat
Och, mama, u weet wel, kunstenaars hebben
zoo hun grillen, verontschuldigde Margareta.
Het kan zijn, maar ik zal den waaier dadelijk
laten halen.
Mama 1daar beleedigt u hem misschien door.
Kunstenaars zijn
Je bedoeltmeisjes zijn soms ongelooflijk dwaze
schepsels, viel de mama in.
ik wilde zeggen het is van avond toch onze
ontvang-avond. Misschien wil u mij wel toestaan
mijnheer Haardt een uitnoodigingskaart te zenden
en hem dan tevens te verzoeken den waaier mee
te brengen.
Ik hoop, dat ik je dit kan toevertrouwen doe
het dan maar, besliste mevrouw Hansen.
In zeer gedrukte stemming ging Felix Haardt
dien avond op weg naar de woning van mijnheer
Hansen. De vreugde, die hem anders het ontvangen
van eenige regelen van Margareta's hand zouden
verschaft hebben, was hem nu vergald omdat die
regelen de vraag naar den waaier behelsden. Hij
verweet zich zelven, dat hij niet reeds lang het nood-
lottige verdwijnen van dit voorwerp aan Margareta
had bekend.
En eindelijk een waaier is toch een waaier, er
zal wel een andere voor in de plaats te krijgen
zijn, dacht hij, maar hij was toch bevreesd voor
den slechten indruk bij de familie, aan wier wel-
dit oorzaak was, dat de meerdere handelswaarde
der producten tot binnen zekere grenzen werd ge-
houden, zooals nu wel het geval is.
In plaats van het winterkoolzaad zal veel zomer-
zaad worden gezaaid, en dit kan na zulk een
vruchtbaren winter een goed beschot opleveren.
Want ongetwijfeld is de invloed van de vorst
ten hoogste nuttig voor de mechanische en chemische
werkingen, die er in den bouwgrond daardoor plaats
vinden, en vooral de zware gronden zullen daarvan
de goede vruchten onmiskenbaar ondervinden.
Men heeft dikwijls opgemerkt dat de zware
kleigronden in de laatste jaren niet altijd zoo hoog
productie-vermogen aantoonden als wel, met het
oog op de goede en zware bemesting, kon worden
verwacht, en dat verschijnsel is zeker voor een
deel althans te wijten aan de zachte en vooral
natte winters, die wij laatst hadden, waardoor het
ontledene en fijn korrelig makende element de
vorst ontbrak, waardoor het voorhanden zijnde
plantenvoedsel niet volledig kon worden opgenomen,
daar de grond niet in zulk een toestand verkeerde
die zulks aan de fijae plan ten wortels toestond.
Geen braak zal zooveel nut doen als deze
natuurlijke braak, en het is zeker dat tal van
schadelijke insecten zijn vernietigd.
Maar er is ook schade geleden, die niet vergoed
zal worden. Onder andere zijn van tal van kleine
boeren en groenteverkoopers de aardappelen, die
hun in 't voorjaar een aardig profijt moesten op
leveren, totaal bevroren en dus waardeloos, terwijl
datzelfde het geval is met zooveel geborgen groenten
als koolen, prei en ajuin.
En daarom zullen de verpachters weldoend om
in 't voorjaar aan hunne pachters te hulp te komen,
vooral wat betreft voor het aankoopen van goede
pootaardappeleu, daar het te vreezen is, dat anders
veel slecht goed zal worden geplant, waardoor de
volgende oogst ook niet anders dan slecht kan
zijn. 'tis te verwachten, dat de prijzen van puik
pootgoed zeer hoog zullen zijn, maar men bedeuke
dat men voor goed zaad zelden te veel maar
voor slecht daarentegen altijd te veel geld heeft.
Men vreest, dat op vele plaatsen de tijdelijke
weiden veel zullen hebben geleden, en dat zou
een groote ramp zijn. Vooral in de binuenpolders
van Zuid—Beveland, waar jaren getobt wordt om
eene goede kunstweide te verkrijgen, zou zulks
al heel ten onpas komen, want daarvan zou een
noodzakelijk gevolg zijn de tijdelijke vermindering
van den veestapel, en dat juist kan het bouwland
niet ontberen. Nu zou wel stalvoedering kunnen
worden aanbevoleu, maar op klaverarme grond gaat.
zulks ook zeer bezwaarlijk. De boeren, die op
stal vetmesten, zijn zeer tevreden over de resultaten
daarvan, vooral zij die warme en naar den eisch
des tijds ingerichte stallen bezittende prijzen
zijn loonende, en het vee gaat grit van de hand.
willende gezindheid voor hem zooveel gelegen was.
Zijn stemming werd er niet beter op toen hij
aan de deur van mijnheer Hansen samentrof met
een ander genoodigde, een heer, dien hij niet
mocht lijden en in wien hij bovendien een mededinger
naar Margareta's hand vermoedde. Felix kende
hem van vroeger als den zeer lichtzinnigen zoon
van een geacht koopman, die reeds veel schuine
streken had verricht. Onder de jongelui zijner
kennis stond hij te boek als een genotzuchtige
zonder beginselen. Zijn voorkomen en manieren
waren oorzaak, dat hij toch nog in de gezelschappen
werd toegelaten en ware Margareta niet zoo'n
fijngevoelig meisje geweest zeker zou Felix een
gevaarlijk mederainnaar in hem gevonden hebben.
De jonge beeldhouwer vertrouwde echter ter
voile op Margareta en daarom bleef hij uiterst
koel tegenover de ironische afdalende minzaamheid
van den jongen koopmanszoon.
Felix haastte zich echter zijn verontschuldiging
in te brengen voor de andere heer daarvan getuige
kon zijn. Hij trad het eerst de ontvangzaal binnen.
Bij het haastig uittrekken van zijn overjas be-
merkte hij niet, dat uit een zijner zakken een
een papiertje viel. Zoodra hij daar niets meer
van kon bemerken, nam de jonge koopman
Volkman geheeten het van den grond en las
hetgeen er op geschreven stond.
De ophelderingen van den jongen beeldhouwer
omtrent het verlies van den waaier werden dooj