Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2675. Donderdag 1 Januari 1891. 31e Jaargang. Oudejaarsavond— Nieuwjaarsmorgen. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzea 1,—. Franco per postYoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,S2£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,. Postdirecteuren en Brieven- bushouders. advertentiEn. Van 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer _/0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. bind vernehljnt Diusdas- en Vrijdsijjavond bij den nlt(ever P. J. VAN BE 8 A N D E te Ter Nenzen. Er zijn van die oogenblikken in 't leven, waarop de mensch, of hij wil of niet, even moet stilstaan om een blik te werpen op den weg, die acliter hem ligt. Evenals de reiziger, die, na een eind weegs te hebben afgelegd, een wij e rust om zich nog eens de liefelijke plekjes in herinnering te brengen, waar hij toefde en met dankbaarheid terug te zien op de uitredding uit gevaren van allerlei aard, zoo komen ook voor den mensch oogenblikken, waarin t hem behoefte is een poos te verwijlen op zijn levens- reis en achter zich te zien. Niettegenstaande des drijvers geweldige roede hem rusteloos op zijn pad voortjaagt, toch kent hij de stonden, waarin hij zich gedrongen gevoelt een blik te slaan in 't verleden, om daaruit kracht te putten voor het heden en daaraan moed te ontleenen voor de toekomst. En al moge hij zich zelven en anderen trachten wijs te maken, dat dat allemaal gekheid" is, dat het verleden voorbij ging en het heden hem behoort, we gelooven hem niet, want juist in die bewering ligt het bewijs, dat hij wel degelijk, ook ondanks zich zelven, gaarne even wil rusten om te toeven bij de herinnering aan T geen achter hem igt. Ook wij, nu we weer een mijlpaal genaderd zijn, willen een oogenblik verwijlen. Yog slechts weinige oogenblikken en 't jaar 1890 behoort tot de geschiedenis. Oudejaarsavond Plechtige ure, indrukwekkende stonde! I.aatste avond van een wegstervend jaar, welke machtige herinneringen wekt ge bij ons op Hoe kunt ge ons een lach tooveren om den mond, bij al wat ons gegeven, hoe kunt ge een traan doen ontwellen aan ons oog, bij zoo veel, dat ons ontnomen werd! Nietwaar! het is ons op dien laatsten avond, alsof we in den geest dien afgeloopen tijdkring nog eens doorlevenMet onweerstaanbare kracht en met bijna te groote snelheid dringen zich de herinneringen aan ons op. We zien ze nog zoo graag voor ons geestesoog die heerlijke, liefelijke dreven en zonnige, blijde dalen, waar de kleurigste bloemen bloeien voor onzen voet, die schoone plekjes, waar we wel altijd wilden blijven. Immers, wie verwijlt met gaarne met zijn gedachten in dagen van voorspoed en geluk, dagen, waarin vreugde ons deel was en waarin de zon zoo vroolijk ons levenspad bescheen V Nog herinneren we ons, hoe het goed was ons te koesteren in de weldadige warmte, die de liefde ons schonk. Daar verschijnt ons het beeld weer van den vriend onzerjeugd, dien we na jaren, jar en afzijn weer de hand mochten drukken, en naarwiens tegenwoordiglieid we met zooveel spanning hadden verlangd. O zeker nog gevoelen we het zoete en heerlijke der vriendschap, een plant, die zoo weinig siert in de voren der menschelijke samenleving. De herinnering daai aan doet ons goed en verkwikt ons het hart. Weer een ander beeld rijst op voor onzen geest. We denken aan de oogenblikken, toen liefde ons den weg effendeliefde, die we ondervonden van hen of haar, die ons dierbaar waren. 'tis goed, de herinnering aan al die toewijding en opoffering, die ons dankbaar stemt op den laatsten avond des jaars. Nog voelen we de zachte hand, die de rimpels deed verdwijnen van ons voorhoofd, nog hooren we 't welrnee- nende woord, dat een klacht op onze lippen deed verstommen, nog zien we dat medelijden in den blik, als zorgen ons neerdrukten en de moed ons ontzonk. En nog een ander liefelijker tafereel ontrolt zich voor onzen blik en de herinnering daaraan stemt ons innig gelukkig en dankbaar bij den blik achterwaarts. Of klinkt het u nog niet in de ooren, die joelende, blijde kinderstemmen, die vroolijke lach, die ongedwongen en onge- kunstelde vreugde Was in het bezit uwer lievelingen ook geen vreugde voor u gelegen Herinnert ge 't u nog wel, gelukkige vader en verheugde moeder, hoe uw oudste jongen een sport hooger was geklommen op de maatschappelijke ladder hoe uw dochter het sieraad was van uw huis, door haar deugd en lieftalligheid En nu op den oudejaarsavond hebt ge toen niet, terwijl ge dit alles overdacht, God gedankt uit de diepte van uw hart Zoete, heerlijke herinneringen in de plechtige ure van den oudejaarsavond Maar er zijn nog andere plaatsen, waar ge in gedachten een oogenblik toeven wilt om nog eens u het vele goede en schoone te binnen te brengen. Uw welvaart nam toe, ge waart gelukkig in uwe ondernemingen en ook op dien weg, die nu wel niet altijd gemakkelijk was, zijn nog plaatsen genoeg te vinden, waar gij toenmaals uw dankoffers bracht, als zoovele sprekende bewijzen van voorspoed en geluk. Ook wij, ingezetenen van Ter Neuzen, zien met blijdschap den dankbaarheid terug op den jaarkring die daar heen snelde. Op stoffelijk gebied was vooruitgang duidelijk zichtbaar, onze handel nam toe, de scheepvaart breidde zich uit en welvaart was allerwege te bespeuren. Nog klinken ons de feesttonen tegen, wel getemperd door de smart wegens s Vorsten dood, maar toch uit een warm hart opgezongen, bij gelegenheid van het jubile van onzen achtbren Burgervader, wien het vergund was, een lrwart- eeuw onze gemeente te besturen. Is het ons een blijdschap op den laatsten avond des jaars dit heuglijk feit nog eens in gedachtenis te brengen, hem hopen wij, zal het een genoegen zijn, in den geest nog eens bij dien dag en dat feest te verwijlen, waarin hij de ondubbelzinnige en welverdiende blijken ontving van de trouw en de gehechtheid van Neuzen's burgerij. Maar bij den blik achterwaarts ontwaren we niet alleen licht, maar ook schaduwniet altijd een heldere hemel, die zich boven ons welfde, maar ook zwarte, donkere wolken, die zich boven onze hoofden vsamenpakten. Niet steeds ging de weg berg-af of voerde hij ons langs liefelijke dreven, doch ook afgronden openden zich voor onzen voet en kokende schuimende baren dreigden ons te overstelpen. Wij weten het immers, het menschelijk leven is rijk aan afwisseling, en waar des avonds het geween vernacht is er 's morgens gejuich. O voorwaar er ligt misschien voor velen onzer zooveel weemoed in het oog en in de diepte der ziel bij den terugblik op het afgelegde pad. Er zijn op dien weg wellicht zoo veel plaatsen, waar ge uwe tranen stortet, waar ge t lielste, wat ge hadt, moest laten om de reis alleen voort te zetten. Ge hebt mijn lezer of lezeres wel licht uw schoonste hoop in rook zien vervliegen, uwe heerlijkste idealen als zeepbellen uiteen zien spatten en bij de herinnering daaraan is uw hart weemoedig gestemd. Hoe somber werd het u bij menige groeve waar ge van een vriend of een vriendin, een vader of een moeder, een broeder of zuster afscheid nam voor altijd. En telkens als u een ontviel, werd de reis zoo eenzaam en ge wist het, dat het gemis zoo moeilijk kan vergoed worden. Arme moeder een nieuw beeld doemt op arme moeder ziet ook gij op den laatsten avond van dit jaar naar 't kerkhof, waar uw lieveling rust, die uw hoop was, uw trots en uw schat Zit ge daar neder met diepen weemoed en rouw in uw hart, als ge denkt aan het bittere ver- liesaan de wreede verstoring uwer moeder- vreugde0 zie op het grafjedaar groeien bloemen, heerlijke symbolen van onsterfelijk- heid en eeuwig leven Voortvoort moet ge op uw levensweg anderen ten zegen. O, we gevoelen al de diepte van uw leed, het vlijmende van uw wee, maar immer gemoedigd voorthet omzien wekt ijdele smart. Mij dunkt ik zie een vader, die bij den terugblik op 't afgeloopen jaar zich herinnert hoe hij neerzat bij 't ziekhed van zijn kind hoe bange vrees zich ook van hem meester maakte. O zeker Hij weet thans waar't meest wordt geleden en 't innigst wordt gestreden waar ook het twijfelend hoofd van den fieren man zich nederbuigt met stamelende gebeden. Goddankzijn kind werd gered, en 't is hem goed, op dezen oudejaarsavond om nog eens terug te zien op 't geen hij doorworstelde, en te bidden bij de hoogte welke »Eben-Haezer" ten opschrift draagt die hij, naar we hopen, oprichtte uit dankbaarheid. Ook wij wenschen der lezeressen en den lezers van ons blad Heil en Zegen, Geluk en Voorspoed in het pas begonnen jaar. 1891 zij voor hen een jaar van vooruitgang op elk gebied, een jaar van geluk, een jaar van zegenvan zegen in hunne maatschappelijke betrekkingen, van geluk in hun huiselijk leven, van welslagen in hunne ondernemingen. Het volk van Nederland ziet ook thans met weemoed terug op 'tjaar, dat achter hem ligt. Ach, hoe dikwijls en hoe spoedig na elkander stond het niet aan den Vorstelijken grafkelder, waarin het stoffelijk overschot van een laatsten mannelijken telg uit het beminde Oranjehuis is bijgezet, nog korten tijd geleden. Nog versch ligt het ook ons nog in 't geheugen, hoe zwaar de slag was, hoeveel werd gedaan om de nage- dachtenis van den grijzen monarch te eeren. En nu 'tjaar 1890 ons den Koning doetbeweenen, eendrachtig als een man scharen we ons nu om den troon, en brengen onze liefde over op zijn Gemalin en op zijn Kind. Oudejaarsavond Plechtige ure Tal van liefelijke beelden doet ge aan ons oog voorbijgaan trouwe gezichten, liefdevolle harten, zegenende handen't Was ons goed een korte poos stil te staan en de ernstige stem te hooren die ons predikt Het oude is voorbij gegaan De nagalm van den laatsten klokslag des jaars is weggestorven Gegroet eerste dag van eenen nieuwen jaar kring Wat houdt ge voor ons in uwen schootver- borgen Wat zult ge ons brengen Vreugde of smart, een lach of een traan, een weg vol helderen zonneschijn en bloemen, of donkerheid, doornen en distelen We weten het niet, en 'tis goed ook, dat dit alles in de nevelen der toekomst is gehuld. Het licht zou misschien ons oog verblinden, de donkerheid ons hart den moed ontnemen. Wij alien streven naar geluk, en op dezen eersten dag des jaars roepen we elkander Geluk en Voorspoed, Heil en Zegen toe. We staan aan het begin van een nieuw tijd- perk in de geschiedenis van ons leven. We staan weer gereed om den strijd te aanvaarden, die ons in 't leven wacht. Het is noodig, dat we weer nieuwen leeftocht medenemen op onze reisspijs, die niet vergaatblijmoedigheid, die verhefternst, die niet in een rimpel maar in een lach is geplooidhoop, die ons krachten schenkt, liefde die ons 't harte verwarmt en moed instoot om onzen weg met blijdschap te bewan- delengeduld en lijdzaamheid in droeve dagen en een heilige ijver om werkzaam te zijn tot geluk van ons zelven en van anderen. De strijd kan zwaar zijn; wapenen we ons dus laat ons de lendenen omgorden en de lampen brandende houdenopdat we steeds vaardig mogen zijn tot strijden, werken en dienen. Strijden tegen alles wat verkeerd isstrijden tegen den leugentegen hoogmoed, laster, kwaad- sprekenheid, haat en afgunst. Strijden tegen al die feilen en zwakheden, die ons zoo lichtelijk omringen en die zich open- baren in zelfzucht en eigenliefde. Werken aan onze verbetering, aan debevor- dering en uitbreiding van het rijk der waarheid werken aan de veredeling en beschaving van anderen, zonder daarbij ons zelven te vergeten. Maar vooral in liefde, in dienende liefde toe te nemen zij ons willen en streven, onze vreugde en ons geluk. Dat in dezen nieuwen jaarkring onze harten meer en meer doordrongen worden van liefde tot anderen, die onze hulp noodig hebben. En mochten wat God verhoede rampen u treffen, dat daar in uw hart wone die moed en die sterkte om met opgeheven hoofde uw weg te gaan. Als ge uw rozenhof moet ver- laten voor donkere dreven, dan worde u kracht verleend om uw reisstaf te omknellen, uw kruis te dragen met mannelijken moed en stille hoop. Die hoop en die moed zullen de rozen zijn aan uw kruis. Nogmaals, weest gelukkig Zie, het kind lacht het leven tegen, dejonge- ling heeft zijn hoop en zijn illusien, de man gevoelt zich krachtig om den strijd des levens aan te bindende grijsaard, die op zijn staf steunt ziet naar de ondergaande zon, die meer en meer ter kimme neigt. Moge grijsaard, man, jongeling en kind dezen jaarkring intreden met blijden lach, vurige hoop, kloeken moed en stille berusting. Dan zal 't hun goed zijn Bedrukten en treurenden, zit niet neder bij de schaduwen. Ziet opwaarts aan den hemel is altijd licht. Omgordt u met de kracht van 't heilig geloofsvertrouwen met Christenliefde en Christenmoed. Wij alienomgorden wij de lendenen e TER \E1 ZE\S( HE ('01 RAH. Kit •Uren, dagen, maanden, jaren, Yliegen als een schaduw hefin Steken we de lampen aan ook waar een zon ran zeg. Dees schoonen morgen, in ons woning, licht en lacht Omgorden w' ons, wij moeten voort, op de onbekende wegen Ontsteekt de lampen het wordt nacht. - «rf??gSGWSSt=»—

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1891 | | pagina 1