Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2662. Woensdag 19 November 1890. 30e Jaargang. BEKENDMAK1NG. Binnenland. De Burgemeester der gemeente Ter Aeuzen MIST. DE VONDELIIMG. ABONNEMBNT: FEXJILLETON. TER NEIIZEIVSCHE COHRAHT. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteureu en Brieven- bushooders. ADYERTENTIfiN. Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Uit blad verMcbljnt Dinsdag- en Vrijdntravond bij den attgever P. J. TAX DE SANDE te Tee Weazen maakt bekeud, dat eene Openbare Vergadenng van den Gemeenteraad is belegd tegen Vrijdag den 21 November 1890, des voormiddags ten 10 ure, Ter Neuzen, den 18 November 1890. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. Als er iets is in de wereld, dat ik zou kunnen haten met een volkomen haat, dan zou het de mist zijn. In onze streken is de mist voorwaar een inboorling, een kind der zee, dat, nukkig en onhandelbaar, den band der moeder ontloopen is Overal dringt hij door, alles ueemt hij in bezit en telkens dwars- boomt hij ons en zit ons in den weg. Gij staat op en kijkt buiten oin de lieve zon uw groet te brengen, maar er hangt een dicht en kleurloos gordijn voor uwe raraen, dat u belet op de toreuklok te zien, of de boomeu waar te nemen, wier halfgele bladeren n herinneren, dat de herst daar is. Zelfs de zon, die anders zoo aan alles een vroolijk aanzien geeft, wordt door hem beheersclit en ik zou haast zeggen bespot. Ik ga zelfs verder en beweer, dat hij ons hoofd zwaar en ons denken traag maaktdat hij onze ademhaling belemmert, en ons gemoed mistroostig stemt, ja, dat onwillekeurig een zucht aan or.zen boezem outsnapt en we ons geheel onlekker ge- voelen, als hij heer en meester speelt. En waarlijk, ook in het menschelijk leven zijn van die soinbere, treurige en mistige dagen. We gevoelen ons soms neergedrukt als hing een nevel voor onzen geest. We zijn dan alsof we niet goed wakker zijn, alsof we 'tgoede en 'tschoone des leveus niet zien we zijn ondankbaar in 't heden en voor de toekomst. En er is waarlijk krachts- inspanning toe noodig, om in zulke oogenblikken, waariu de mistroostigheid ons overvalt, deze weer meester te worden, en ons-zelf te zijn in den echten, waren zin des woords. Maar ook die strijd voert tot overwinning en staalt onze krachten. Nu weet ik wel, dat prozaische menschen ge- woonlijk zeer ordentelijk en soms ijselijk braaf zijn, en niemand eenige moeite gevenmaar menschen, die ijvereu voor algemeen en bijzonder welzijndie de banier der waarheid en van het recht hoog houdendie den strijd tegen de leugen ouder de oogen durven ziendie anders willen en denken dan het gros der prozaisten, ja zij zijn nu wel eens niet zoo kalm, en in hun zielen 5) Daar wandelt het zonderlinge paarriep de jonge barones. Hebt ge 't al gehoord, voegde zij Fabrie toe, dat hij pas sedert korten tijd met haar ver- ioofd en volstrekt nog niet getrouwd is. Haar pleegmoeder, de kleine vrouw, die aan tafel naast haar zat, heeft, daar het meisje arm was, de partij met den rijken reeder in orde gemaakt. Maar Marie riep haar moeder op verwijtenden toon. Hoe kan je je toch met de omstandigheden van die menschen inlaten Kom, mama, ik vind dat men in een badplaats niet anders te doen heeft dan zijn nieuwsgierig- heid te bevredigen antwoordde de dochter lachtend. Zoo denk ik er ook over, zeide haar broeder, die de aanstaande van den reeder reeds herhaaldelijk op een afstand had bewonderd. Ik heb zelfs lust om met den reeder kennis te maken. Wat zegt ge daarvan, graaf Fabrie Die mooie, blonde, jonge dame zou een aanwinst voor ons clubje zijn. Zij behoort volstrekt niet bij onsriep de moeder van den officier. Juist in een badplaats waar zooveel menschen van verschillende standeu bijeen- gekomen, is het zaak bizonder voorzichtig te zijn in de keuze der personen waarmede men omgaat. U heeft gelijk, mevrouw, zeide de graaf. Men slormt en onweert het wel eens en mist het ook wel een enkele maalmaar mij dunkt dat is niet te verwonderen. Denk er maar eens over, lieve lezeres en ook gij, aandachtige lezer Slaan we nog even een blik in't kuiselijk leven Ook in onze huisgezinnen hebben we wel eens mistige, nevelachtige lucht. W e praten altijd heel eigenaardig over de witte broodswekeo, maar de roggebroodsweken, daarover zwijgen we liever. En't is toch eenmaal zoo, dat man en vrouw niet altijd leven als paradijsbewoners en men zegt voor een spreekwoord ft Is stil waar 't nooit waait." Als een man mij diets wil maken, dat hij nog nooit met zijn vrouw van meening heeft verschild; dat bij hem alles even goed en lief en mooi is dan denk ik, of dat die man een buitengewoon meegaande vrouw heeft (een uit duizend) of, en dat is nog erger, dat hij onder de pantoffel zit. Ik voor mij vind het wel eens goed, dat man en vrouw de zaken zoo nu eu dan eens van een verschillenden kant bekijken, ten minste altijd met dieu verstaude, dat ze beiden vatbaar zijn voor redea en waarheid verstaan Maar als ge daar in huis zoo'n stilte bemerkt, zoo iets dat neerdrukt, dat benauwtzie dat noem ik vreeselijk, dat zou ik geneigd zijn mist te noemen in ons huiselijk leven. Als er een onweer op handen is, waarvan de de uitbarsting elk oogenblik kan verwacht worden, dan wenschen we als 't ware naar het einde van de spanning, want we weten, dat daarna de zon weer zal doorbreken. Maar die kille luchtstroom, die koude onverschilligheid doen ons onaange- naam aan. Als de vrouw boos is (natuurlijk uw vrouw niet, of de mijne) en den heelen dag geen woord zegt en als ge de reden vraagt, geen reden heeft ook-, als zij begint te knorren op de meid en de kinders zoo lastig vindt, eu u knorrig voorrekent, dat zij er met haar huishoudgeld onmogelijk kan komen dan, o dan kunt ge er op rekenen, dat het koud vochtig is in uw huis, erg mistig, zoo zelfs dat ge er rheumatiek van zoudt krijgen in uw humeur. Dan zoeken we tastend naar huiselijkheid en ge- zelligheid, dan zijn we vreemdelingen in ons eigen woning. Indien we zulk een mist zien opkomen, bezweren we dien met al de kracht die in ons is, n. 1. door innige liefde, door rechtvaardigheid en waardeering en als 't moet door een emstige, krachtige houding. O, laat in onze huizen die koude, grauwe mist niet doordringen, die een ouden vrijer jichtig en een getrouwd man verkouden maakt. Zulk een mist haten wij met een wreveligen haat. moet ongetwijfeld zeer voorzichtig zijn. Maar dergelijke kennismakingen met menschen, die niet tot onzen kring behooren, hebben het groote voor- deel, dat men ze weder kan verbreken zoodra men wil. Maar ik moet thans afscheid van de dames en heeren nemen, want van morgen maakte ik een afspraak met de heer Campella, die bij de heerenbaden op mij wacht. Wees zoo vriendelijk hem uit onzen naam te groeten, zeide de jonge barones blozende, en wees zoo goed hem aan de afspraak voor heden avond te helpen herinneren. Het zal wel niet noodig zijn, sprak de graaf schertsend, drukte den jongen baron de hand en sloeg den weg naar de heerenbaden in. Hij had nog niet ver geloopen, toen hij eens- claps tegenover Mona stoud. Zij zat op het gras en sprong op toen hij naderbij kwam. Een donkere lilos kleurde haar wangen, zij maakte een beweging alsof zij de vlucht wilde nemen, maar bedacht zich en keek met gespannen verwachting naar lein. Hij had haar herkend, zou hij haar aan- spreken of koel eu onverschillig voorbijgaan Zij wist niet wat zij moest wenschen, maar toen het scheen dat het laatste gebeuren zou begreep zij dat hij haar had herkend. Als een smeekende strekte zij schuchter de handen naar hem uit. Kent ge mij niet meer vroeg zij zacht en innig en al wat op trots geleek, was uit haar stem ver dwenen. Ik ben de arme Strandgoed De Staatscourant bevat het volgend bericht omtrent den toestand van Zijne Majesteit den Koning. In den toestand is noch verbetering, noch achter- uitgang te bespeuren. Slapen en waken wisselen elkander op onregelmatige wijze af, terwijl de krachten dezelfde blijven. l it Apeldoorn word nog gemeld, dat de Hooge lijder gedurende de afgeloopen week meestal zeer opgewonden was, doch dat de patient thans iets kalmer is. Doordat een voldoende hoeveelheid voedsel wordt gebruikt, wordt een snelle afneming van krachten belet. Naar met zekerheid wordt medegedeeld, za H. M. de Koningin aanstaanden Donderdag in eene plechtige vereenigde vergadering van de Staten-Generaal den eed afleggen als Regentes van het Koninkrijk. H. M. zal, met gevolg, tegen kwart voor twaalf ure per extra trein der Staatsspoorwegmaatschappij van Het Loo te's Hage aankomen en des namid dags 3£ ure de stad weer verlaten. De Haagsche correspondent van de Prov. Gr. Ct. schrijft De arme griffier van de Tweede Kamer wat zal hij dezer dagen te doorstaau en te strijden hebben Van alle kanten wordt hij belegerd en overrompeld om toegangskaarten voor de beeedieing van H. M. de Koningin als regentes op a. s. Donderdag. De geheele wereld wil de Koningin op den troon van het Binnenhof zien, en hemel en aarde worden bewogen, om toegang tot de tribunes te verkrijgen. Ik zie de liefste, mooiste en aanzienlijkste dames de macht harer betooverende oogen, de tooverkracht harer verleidelijke stem beproeven, om den griffier te vermurwen, hem een of meer kaarten te ontfutselen. Niets zal er nage- laten worden door deze onweerstaanbare nieuws- gierigen om een griffiershart te verteederen. Verbeeld u, trouwe lezer, verbeeld u, slechts 300 plaatsen zijn er op de tribunes en in de loges beschikbaar, en reeds meer dan 900 aanvragen hebben dien beklagenswaardigen griffier bereikt. Leden van de Eerste en Tweede Kamer hebben in de allereerste plaats recht op eene damesplaats, en om nu de strikste eerlijkheid te betrachten, zal' er voor hen om die plaatsen geloot worden. Er schieten dan nog 150 plaatsen over voor de di plomatic en andere bevoorrechteu. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ontwerp tot wijziging van hoofdstuk IX der Staats- begrooting voor 1890. Voor bijdrage in het tekort der nitgaven voor zeewering en oeververdeding in Zeeland is 80,000 meer benoodigd, ten gevolge van de uitvoeriug van Er lag zeer veel weemoed in die vraag, en't was alsof er eene bet.oovering uitging van haar schoone gestalte en droevige oogen. Toch scheen het een oogenblik alsof hij haar niet wilde kennen, maar toen, als schaamde bij zich over die laffe, onrid- derlijke opwelling reikte hij haar de hand en zeide eerlijk Zeker herken ik u. Ik heb u onmiddellijk lerkend, hoewel ik, na al hetgeen de oude Jensen mij vertelde wel denken moest dat ge gestorven waart. Opnieuw kleurde een bios haar wangen en zij vroeg, met neergeslagen oogen en trillende stem Dan weet ge graaf, met welk plan ik indertijd ret eiland verliet Ja ik weet het, en En gij veroordeeldet mij, riep zij smartelijk, toen gij aarzelde. Neen dat deed ik niet. Ik beklaagde u uit den grond van mijn hart, antwoordde hij ernstig. ■k ben zeer blijde dat, naar het schijnt, uw lot zoozeer ten goede is gekeerd. Zijt ge verloofd? Iij deed die laatste vraag kortaf, als wilde hij het verledene afsluiten en enkel met het tegenwoordige rekening houden. Ja, sprak zij zacht en met bevende stem, ik ben verloofd Hij wilde nog vragenen zijt ge gelukkig? maar hij ontwaarde hoe doodsbleek zij was en zeide enkel, om toch maar iets te zeggen reeds sedert lang belangrijke werken tot verbetering der oeververde- diging van sommige calamiteuze polders in Zeeland, waaronder in de eerste plaats de Vlietepolder mag worden genoemd. VI eldra kan van Regeeringswege de benoeming verwacht worden van een commissie van des- kundigen, die zich op het gebied van bacteriologie reeds een naam hebben gemaakt, met het doel om te Berlijn de geneeswijze van Dr. Koch voor teringlijders te gaan bestudeeren. Reeds zijn verschillende doctoren uit ons land naar Berlijn vertrokken om zich daar ter plaatse op de hoogte te stellen van die uitvinding. - Als een bewijs, dat de firma Donald Currie Co. niets onbeproeft laat om voor de recht- streeksche verbinding van Vlissingen naar Zuid— Afrika, speciaal de Transvaal, aan alle eischen te voldoen, dient vermelding dat het stoomschip Doune Castle, dat in den loop van dezen zomer van stapel liep, voor dezen dienst bestemd is. Op 27 November a. s. zal dit stoomschip van Vlissingen naar Kaapstad en Natal vertrekken. Genoemd stoomschip groot 4045 ton is geheel voorzien van electrisch licht. Alles is zooveel mogelijk ten gerieve der passagiers ingericht en men behoeft dus voortaan om met een l,te klasse stoomschip van groote afmetiugen een Snellen overtocht naar Zuid—Afrika te maken, niet meer de min of meer lastige reis over Engelaud te kiezen doch kan te Vlissingen aan boord gaan om van daar direct naar het land van bestemming te reizen. De Doune Castle behield op haren proeftocht eene gemiddelde vaart van bijna 14 mijl per uur. Een zusterschip, de Lismore Castle, werd dezer dagen te water gelaten, waardoor de Castlelijn nu in het laatste halfjaar hare vloot met drie nieuwe snelvarende booten heeft verrneerderd. Men spreekt te Maastricht op dit oogenblik nogal over het verknoeien van 's lands gelden door het nemen van kostbare en ondoordachte proeven op groote schaal. Zoo zouden thans niet minder dan 38,000 Beaumont-geweren in repeteer-, of, zooals men ze noemt, magazijn-geweren zijn ver- anderd geworden, waarvan bij ondervinding was gebleken, dat zij tot niets deugdendat na het vierde schot van al die geweren het mecanisme niet meer werktedat, zooals de samenstelling is, gevaar bestaat, dat 4 patronen tegelijk afgaan, het springen der geweerloopen moeten veroorzaken, met ontwijfelbaar gevaar voor verwonding, zelfs voor het leven van den soldaat, die zich van het- zelve bedient, en ten slottedat door die proef- neming f 300,000 naar de maan zijn. De schuld daarvan ligt niet bij den fabrikant, den heer De Beaumont, maar bij de bestellers. De heer De Beaumont toch heeft zich gehouden aan model en voorschrift. Veen, eerst korten tijd. Een paar maanden geleden was ik nog op een opleidingsschool, waar ik studeerde om onderwijzeres te worden. Mijn gezondheid leed echter zeer door het vele werken Misschien moest ik te veel inhalen en bovendien was ik niet aan zoo voortdurend leeren gewend. Toen mijn weldoener, ik meen mijn verloofde, mij eens een bezoek bracht, vond hij mij ziek. Hij nam mij van de school en vroeg of ik zijn vrouw wilde worden. Hij was zoo goed voor mij, ik had zooveel zoo ontzettend veel aan hem te danken, de gedachte er aan verpletterde mij haast, ik stemde toe. De graaf gaf geen autwoord. Het was hem niet mogelijk, op deze eenvoudige, open bekentenis, die in weinig woorden zoo oneindig veel verried, een alledasgsch of onverschillig autwoord te geven. Zij liepen eenigen tijd zwijgend naast elkander voort. Eensklaps was 't alsof Mona ineenkromp, toen krachtige voetstappen weerklonken. Daar lomt mijn aanstaanden echtgenoot aan, zeide zij laastig en verlegen. Mag ik u met hem in kennis brengen, graaf? Onwillekeurig moest Fabrie aan het laatste gesprek denken, dat over het paar was gehouden, en over tgeen het voorname clubje wel zou zeg<*en als Jt hem thans zag. Hij vertelde den reeder, dat hij met Mona een cennismaking van voorheen had hernieuwd. De reeder nam hem met wantronwende blikken op. Hij kende de wereld beter dan Mona, en

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1890 | | pagina 1