Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
f 5000,-
AAN B EST E DING.
Straatreiniging enz.
No. 2564.
Woensdag 11 December 1889.
29® Jaargang.
GELDLEENING VAN
aanbesteden:
AANBESTEDEM:
Binnenland.
De Dochter van den Handelsraad.
ABONNEMENT:
Maandag, 23 December 1889,
Het schoonhouden, verwarmen en
verlichten der openbare scholen in
de kom der gemeente en te Sluis-
kil, gedurende 1890.
Het ophalen en vervoeren van beer,
het schoonhouden van rioleu met ziiik-
putten, van straten en goten, en het opha
len en vervoeren van ascli en vuiluis aan
de huizen, in de kom der gemeente, van af
1 Februari 1890 tot ult. September 1893.
f olitiel* Overzicht.
FEUILLETON.
TEK \EIZKYNIHK COURAUT
Per drie maanden biunen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbonders.
Dit blad versehljnt Uiimdaa- en Vpijdagavond
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel rneer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en rneer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
nitgever P. J. VAN DE SANDE te Tee Keazen.
Burgemeester en Wethouders van
w TER NEUZEN vragen aanbiedingen
voor eene, behoudens nadere goedkeuring van Gede-
puteerde Staten van Zeeland, ten behoeve dier
gemeente te sluiten
in obligation van 500,—, luidende aan toonder,
die kosteloos zullen worden uitgereikt.
De storting moet geschieden voor 1 Januari
a. S., terwijl de aflossing plaats vindt, bij uitloting,
met 500,— of meer 's jaars.
Inschrijvingsbiljetten, naar behooren onderteekend
en gesloteu, vermeldende behalve den naam, het
beroep en de woonplaats van deu inschrijver, het
getal obligation waarvoor wordt ingeschreven be-
nevens tegeu welken koers en welke rente, worden
vdor 15 (lexer gestoken in de ter gemeente-
secretarie tot dat" einde geplaatste gesloteu in-
schriivingsbus, of kunnen ook in gesloten adres,
waarop vermeld „gelilleening Ter Aeuzen aan
deu Burgemeester worden toegezonden.
Ter Neuzen, 3 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
zullen op
(in plaats van 17 December, zooals eerst is gean-
nouceerd) des morgeus 11 uren, in bet openbaar,
bij enkele inschrijving, in 6 afzonderlijke perceeleu,
De voorwaardeu liggen ter inzage op de gemeente-
secretarie, waar de inschrijvingsbiljetten in een
verzegelde bus moeten worden ingeleverd.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij deu
Burgemeester.
Ter Neuzen, 6 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Diusdag, 7 Januari 1890, des morgens
11 uren, op het gemeentehuis, in het openbaar, bij
enkele inschrijving,
De voorwaardeu liggen ter inzage op de gemeente-
secretarie, waar de inschrijvingsbiljetten in eene
verzegelde bus moeten worden ingeleverd.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den
Burgemeester.
Ter Neuzen, 10 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Uit Berlijn wordt gemeld dat er groote bezorgd-
heid wordt gekoesterd voor eene nieuwe gelijktijdige
werkstaking in de kolendistricten van Westfalen
en van het Saar-gebied, nu door de ingevallen
koude gebeel Noord-Duitschland aan een grooteren
aanvoer van kolen gebrek heeft. De onafkankelijke
pers laat zich meerendeels ongunstig uit over de
mijubezitters, die in strijd met vroegere belofteu,
door een systematisch afwijzen van de arbeiders,
die tijdens de werkstaking als gedelegeerden hunner
kameraden opgetreden zijn, dezen broodeloos ge-
rnaakt hebben en hurine makkers verbitteren en
nopeu hun ter wille met eene nieuwe werkstaking
te dreigen.
De overgroote meerderheid der gasstokers van
de Zuid-Londensche gasmaatschappij, gelijk ook hare
kolendragers, heeft tot werkstaking besloten. De
laatstgenoemden deden een beroep op de kolen-
dragersvereeniging te Louden, dat alien het kolen
vervoer zouden staken, tot de gasmaatschappij zal
toegegeven hebben. De vereeuiging heeft den
werkstakers hare medewerking beloofd. Ook de
gasstokers te Manchester hebben het werk gestaakt,
zoodat de gemeentelijke gasfabriekeu met vrijwilli-
gers slechts gedeeltelijk werken, wat gisteren vooral
bij den dikkeu mist allerongeriefelijkst was. De
gasstokers der voorstad Salford hebben zich bij
die van Manchester aangesloten.
In de Hougaarsche Kamer van afgevaardigden
is alweder eene heftige woordenwisseling gevoerd
tusschen de heeren Orban en Horvath, naar aan-
leiding van het gebruik der geheime fondsen door
door den beer Horvath tijdens de overstroomingen
van de Theiss. De laatste noemde Orban een
lafaard, en daarop heeft deze zijn getuigen aan
Horvath gezonden. 't Zal dus op een duelleeren,
gaan, als men intijds niet wijzer wordt. De post
der geheime fondsen is evenwel met groote meer
derheid aangenomen,
In Boheraen gaat het in den Landdag tusschen-
beiden niet minder hevig toe en in den Croatischen
gaat het dito, dito. Een en ander levert een
erustig gevaar op voor het ministerie Taafe, dat
reeds zijne meerderheid bedreigd zag door het af-
treden van vorst Liechtenstein. In Galicie wordt
bet conflict tusschen Polen en Rutbenen steeds
scherper, terwijl in de eigenlijke Oostenrijkscbe
landen het Teutouisme het hoofd opsteekt.
En in de Belgische Kamer P Of 't er "doorgaat
Voor bet Parlementsgebouw was eenetalrijke menigte
verzameld en de politie moest met het bekende
circulez messieurs de orde handhaven. De voor
het publiek bestemde tribunes waren stampvol.
Wat was er voor bijzonders De aangekondigde
interpellate over bet ontslag van den directeur der
geheime politie, den heer Gautier de Rasse, zou
plaats hebben. De heer Bara was onder de diepste
stilte aan bet woord over de geschiedenis van het
zoogenaamde groote complot," en besprak de
uitspraak van het hof van assises te Bergen en de
zaak Pourbaix en verder het ontslag van De Rasse.
Links en rechts werden der regeering heftige
slagen toegebracht en toen de minister van justitie
aan het woord kwam, om de regeering te verde-
digen, klonk van de tribunes de eiscb dat de
ministers hunne portefeuilles moesten neerleggen.
Ook buiten werd het rumoeriger en hier en daar
hadden kleine ongeregeldheden plaats. De politie
zette de straten af. Bij de voortzetting van het
debat ging het niet minder hevig toe. Toen de
minister van justitie Lejeune den heer Bara trachtte
te wederleggen en te bewijzen, dat het de admini-
stratie der geheime politie was geweest, die gezorgd
had, dat Pourbaix in zijne functien werd gehand-
haafd, en de heer Bara ronduit zeide,/De minister
liegttoen ontstond er een geweldig rumoer,
zoowel binnen als buiten, De minister verzekerde
vervolgens, dat de regeering in het bezit was van
verschillende processen-verbaal, uit welke bleek,
dat de geheime politie zeer goed wist, welk een
schurk Pourbaix was en waaraan zij zicb bloot
stelde, door zich van zulk een man als werktuig
te bedienen. Na den minister kwam Paul Janson,
de leider der radicalen, aan het woord. Hij zeide,
dat de Koning, bij het vememen van hetgeen er
in de Kamer is verhandeld, onmogelijk bet tegen-
woordige ministerie zal kunnen behouden. Het
proces tegen den agent provocateur Pourbaix heeft
de zekerheid gegeven, zoo concludeert men, dat de
ministers Beernaert, De Voider en Lejeune per
soonlijk en in het geheim verkeerden met de
politieke agenten, die in de kolenbekkens oproer
tegen de regeering predikten. Toen Gautier de
Rasse vernam wie Pourbaix was heeft hij alle
betrekking met hem afgebroken tegen den wil
van de heeren Beernaert, De Voider en Lejeune.
Verder zou men juist aan De Rasse te danken
hebben, dat Pourbaix teu slotte nog gestraft is.
Hierdoor moet De Rasse zich den toorn der ministers
op den hals gehaald hebben, zoodat zijne afzetting
geheel het karakter verkreeg van eene wraak-
neming van de zijde der regeering. Het Belgisch
ministerie zit er tot over hals en ooren in, en
voor den Koning, die al de stukken geteekend
heeft, is de zaak lastig, hoewel een vorst niet alles
ten kwade geduid mag worden, daar men hem
in vele gevallen moet beschouweu als een onder-
teeken-machine, vertrouwende op wijze mannen,
die met het bestuur belast zijn, en zich bewust
alles onmogelijk te kunnen overzien, veel minder
doorzien.
Wanneer Z. M. de Koning het thans door
beide Kamers aangenomen wetsvoorstel tot herzieuing
van de wet op het lager onderwijs bekrachtigt,
zal die wet volgens haar slotbepaling met 1 Januari
1890 in werking treden.
De gemeentebesturen, die reeds hun begrootingen
voor het jaar 1890 hebben vastgesteld, behoeven
daarin echter geen verandering te brengen, omdat,
volgens een der overgaugsbepalingen (art. 5), de
wijziging, welke de wet in de uitkeering van de
rijksbijdragen voor het openbaar onderwijs breugt,
voor het eerst wordt toegepast op het dienstjaar 1891.
Wei zal in de Staatsbegrooting voor 1890 een
post moeten worden gebracht tot uitkeeriug van
de subsidie voor bijzondere scholen, die daarom
aanvrage doen, 't geen in den loop van Januari
bij Ged. Staten behoort te geschieden.
Zooals bekend is, worden als nieuwe vakken
onder het lager onderwijs (ook aan de gesubsidi-
eerde bijzondere scholen) opgeuomen „de eerste
oefeningen in het handteekenen" en de vrije en
orde-oefeningen der gymnastiek." Dit laatste vak
wordt eerst met 1 Januari 1893 verplichtend, en
daarna kan de Regeering nog driemaal, telkens
voor ten hoogste twee jaren, ontheffing voor dat
vak verleenen voor bepaalde scholen.
In vroeger jaren schonk H. M. de Koningin
met Kerstmis kleedingstukken aan de ten paleize
en aan het park werkzaam zijude personen. Opmerk-
zaam geworden, dat zulks hier te lande meer
gebruikelijk is met St. Nicolaas, heeft H. M. ook
hieriu het „'s lands wijs, 's lands eer" gevolgd.
Op St. Nicolaasdag werden ten paleize.mannen-,
NAAR HET DTJITSCH DOOR
A MO.
38) 7-nr—
Eugenie stelde zich aan als een wanhopige. Zij
had geschreid en gebeden en in een aanval van
wilde vertwijfeling was zij voor haar vader op de
knieen gevallen en hem bezworen, haar toch met
over te leveren aan dien vreeselijken man. De
handelsraad had toen gedaan, wat hij doen kon. Hij
had zijn halfbroeder laten ontbiedenhet was
tusschen hen tot een heftige verklaring gekomen.
Waldmann had den Amerikaan niet gespaard, nu
zijn speculation gelukt waren en hij inderdaad weer
een rijk man was daarbij mocht hij den Ameri
kaan niet lijden. Maar Arthur White had de
beschuldigingen van Waldmann bedaard aangehoord,
de schouders opgehaald en koel gezegd, dat hij van
geen verder uitstel van het huwelijk wilde hooren.
De handelsraad kon kiezen tusschen Eugenie's
huwelijk en eene uitkeeriug van de erfenis, die hem
door onpartijdige rechters wel zou worden toegekend.
Het noodlot scheen dus de plannen van den
Amerikaan in vervulling te doen gaan, waardoor de
geliefden voor altijd van hun levensgeluk zouden
moeten afstand doen. Eugenie had nog hoop op
een of andere onverwachte gebeurtenis, om haarte
redden, doch met elken dag nam haar dofFe wan-
hoop toe. Ten laatste deed zij niets dan beven,
zij keek in het rond als een waanzinuige.
Doch waar de nood het hoogst is, daar is de
hulp sorns het meest nabij. Op een avond, na een
heftig gesprek met Arthur White, kwam Rosa
zichibaar ontsteld de kamer biunen.
Om Godswil, wat is er gebeurdp vroeg Eugenie
doodsbleek en zonder eenige hoop.
Hier, hierriep de kamenier buiten adem.
Richard, graaf Von Lowenberg, las Eugenie op
het naamkaartje, dat Rosa haar gegeven had. De
letters dansten haar voor de oogen. Wat?....
hij onmogelijk
Mijnheer de graaf staat in de voorkamer en
weuscht dringend u nog heden te spreken, riep de
kamenier hijgend uit.
Eugenie greep zich aan een stoel vast, om niet
te vallen. Wat? hijhijmeer kon zij
niet uitbrengen.
Een oogenblik later stond Richard voor haar.
Geen wonder, dat zij alle vormen vergat, hem
tegemoet snelde en aan zijn borst een veilige
schuilplaats zocht tegen de dreigende gevareu.
Dat was voorwaar voor beiden een oogenblik van
zaligheid.
Acht dagen later bevatten de Hamburger dag-
bladen het volgende artikel, dat in ruimen kriug
groot opzien baarde
Het zal voor onze geachte lezers zeker geen
geheim gebleven zijn, welke droevige gebeurtenis
onlangs heeft plaats gehad ten huize van een zeer
geacht medeburger. Deze ontving ongeveer een
half jaar geleden bezoek van zijn halfbroeder. Dit
bezoek had voor hem groote beteekenis, daar deze
halfbroeder door het vaderlijk testament als hoofd-
erfgenaam was aangewezen, ofschoon hij nooit iets
van zich had laten hooren. Het is nu gebleken,
dat de handelsraad W. bijna het slachtoffer is
geworden van een ongehoord bedrog. Aan de
ijverige nasporingen van een alhier wonend officier
die tot mejuffrouw W. in teedere betrekking had
gestaan, is het bewijs te danken dat de werkelijke
halfbroeder van den heer W. het hoofd der ver-
maarde firma Harry White C0., te Chicago al
daar voor weinige maanden gestorven is, terwijl
zijn zoon Harry in den vorigen herfst, op reis
naar hier, bijna het slachtoffer werd van een moord-
aanslag, die zekerlijk van den bovenbedoelden
bedrieger uitging. Wij kunnen verzekeren, dat
hier een weloverlegd plan besftmd, uitgaande van
den bedoelden bedrieger den valscben Arthur
White, eigenlijk John Muddle, een verloopen sujet
en Mary Price, de huishoudster van den echten
Arthur White, bij hem in dienst, tot aan zijn dood
op White Cottage. Wij kunnen alle bijzonderhe-
den van dit familiedrama niet vermelden, doch
bepalen ons tot het volgende:
De vader van den geachten handelsraad W. is
tweemaal ge'nuwd geweest. Uit zijn eerste huwe
lijk is een zoon gesproten, de thans overleden
heer Arthur White, in Chicago. Zijn eerste vrouw,
die slechts gedwongen met hem in het huwelijk
was getredeu, vluchtte na twee jaren met haar
zoontje naar haar ouders in Amerika. In vervolg
van tijd huwde zij met haar eersten minnaar en
verwisselde dikwijls met hem van woonplaats. Tus
schen haar en haar trouweloos verlaten man werden
geene betrekkingen onderhouden, doch zeker moet
deze man haar hartelijk bemind hebben, hij be-
uoemde althans zijn zoon uit het eerste huwelijk
tot hoofderfgenaam. Toen de stiefmoeder van den
handelsraad W. op sterven lag, gevoelde zij zelf-
verwijt over hare handelwijze. Zij verhaalde nu
aan haar zoon Arthur White haar levensgeschie-
denis en droeg hem op, na haar dood naar Duilsch-
land te reizen en zich aan haar eersten man bekend
te maken. Doch de heer Arthur White was zelf
ziekelijk en toen hij reeds passage genomen had
op de mailboot Atlantic kreeg hij een beroerte,
die zijn voornemen verhinderde. Weinige dagen
voor de afvaart was hij weer eenigzins hersteld en
gaf nu zijn eenigen zoon Harry last om in zijn
naam de opdracht zijner moeder te volbreugen.
Harry moest John Muddle als reisgezel medenemen,
om dezen laatsten in de gelegenheid te stellen in
Europa een fatsoenlijk bestaan te zoeken. Nog
was de Atlantic niet in zee gestoken, toen de heer
Arthur White, te Chicago door eene nieuwe beroerte
werd getroffen. (Slot volgt.)