Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2532.
YVoensdag 21 Augustus 1889.
29e Jaargang.
BLKLNDMAKING.
Binnenland.
De Burgemeester der gemeente Ter Neuzen
De Graanbeurs te Oostburg.
De Dochter van den Handelsraad.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,franco per post:
Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoudere.
ADVESTENTISN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. -Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
»lt bind versehljnt Binsdag- en Vrijdagavoud blj den uitgever P. J. V i N OE 8 A N D E te Ter Neuzen.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd tegen Vrijdag den 23
Augustus 1889, des voormiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 20 Augustus 1889.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
In den goeden ouden tijd, waarover de tegen-
woordige pruttelaars en geboren pessimisten zooveel
voortreffelijks wet en te verhalen, en die door de
kinderen dezer eeuw wel wat met te veel minach-
ting wordt bejegend, in den goeden ouden tijd dan,
openbaarde zich, even als heden ten dage nog bij
de menschen een streven naar vereeuiging.
Men begreep te recht, dat eendracht macht maakt,
dat door sameuwerking oneindig veel kan tot stand
gebracht worden, en dat de voordeelen, daaruit
voortgesproten, alien ten goede komen.
Daar hadt ge b. v. om maar iets te noemen,
de gilden, vereenigingen van ambachtslieden, die
hetzelfde beroep uitoefenden tot een lichaam, met
een eigen bestuur en eigen wetten.
Ook de kooplieden gevoeldeu allengs behoefte
om zich te vereenigen en van daar, dat in groote
en kleine handelsteden gebouwen verrezen, die tot
vergaderplaats dienden van kooplieden, makelaars,
assuradeurs enz.die aldaar voordeelige zaken
trachtten te doen en waar de prijzen der staats-
papieren en koopwaren werden bepaald.
Deze gebouwen bestempelde men met den naam
van Beurs, welk woord volgens sommigen afgeleid is
van 't middeneeuwsch-Latijusche bursa. Anderen
zijn van oordeel, dat de naam afkomstig is van
dien van den koopman Van de Beurse te Brugge,
ten wiens huize de kooplieden tot bovengemeld
doel bijeenkwamenen weer anderen zijn van
meening dat genoemde vergaderingen te Amsterdam
het eerst hebben plaats gehad in een huis, boven
welks deur 3 beurzen waren uitgehouwen. Welke
van die drie leziugen nu de ware is, laten we in
't midden, maar zeker is het, dat reeds in 't oude
Rome een soort van beurs bestond, waar bij den
middelsten der drie bogen, die zich op de Eorum
verhieven, allerlei zaken werden afgedaan.
In Nederland vindt men de eerste beurzen ver-
meld in den loop der 16e eeuw te Amsterdam en
te Antwerpen, en daar de beurs het eenige middel
is om zich aaugaande den prijs der handelswaren
te vergewissen, spreekt het als van zelve, dat het
aantal dier iustellingen gaande weg toenam.
Overal dan ook waar op uitgebreide schaal in't een
of ander artikel wordt handel gedreven, is het ook
FEUILLBTON
AMO.
8)
Vermoedelijk in het lijkenhuisIk weet het
niet precies, maar zal het laten onderzoeken.
De Amerikaan hield de handen voor zijn oogen.
Het moet een vergissing zijn, zuchtte hij geroerd.
Mijn arme jonge vriend nog zoo levenslustig En
zulk een moord. Neen, ik moet hem zien, voor
ik het afschuwelijke feit kan gelooven. Zou ik
iets voor hem kunnen doen Wat zal ik doen
vroeg hij opgewonden.
Ge zult moeten beginnen met bij de politie aan
te kloppen. Dat is noodig voor de herkenning
van het lijk. Ge kunt zelf geen inlichtingen geven,
want u hebt zelf hier den nacht in de grootste on-
rust doorgebracht.
Zou er een onderzoek worden ingesteld P Ja
toch, niet waar vroeg White als in een droom.
Een onderzoek zeker mijnheer
De Amerikaan zag den ander aan als een hul-
peloos kind, dat raad noodig heeft. Ge moet
bedenken, dat ik hier vreemd in het land ben
ik weet niet welke maatregelen genomen moeten
worden in zulk een geval. Zal men dan niet
trachten den moordenaar te ontdekken
ten huidigen dage van zeer veel gewicht, dat
dergelijke vergaderplaatsen, als brandpunten van
vereeuiging, in het leven worden geroepen.
Na deze wel ietwat lange inleiding zij het ons
vergund een en ander mede te deelen aangaande
de Graanbeurs te Oostburg, welker tot standkoming
we voornamelijk te danken hebben aan de goede
zorgen van den Burgemeester dezer gemeente, den
heer I. v. Houte, die daartoe het initiatief nam,
en die dan ook met voldoening mag terugzien op
het goede, ook daardoor tot stand gebracht.
Bij de beoordeeling van personen en zaken wordt
wel eens de waarheid van 't spreek woord uit het
oog verloren, dat nieuwe bezems schoon vegen
maar waar we nu terugzien op een ja wel zeer
kort tijdsbestek, sedert de Beurs verrees, zijn de
resultaten toch van dien aard, dat zij alleszins
gunstig mogen genoemd wordeD, en is bijna ieder
met deze instelling ten hoogste ingenomen.
Ter zake dus. Het R. C. kerkbestuur alhier
had een nieuwe kerk doen bouwen, en het oude
gebouw, dat eerst tot Eransche kerk en later, nan
den H. Eligius gewijd, tot tempelgebouw diende
der R. C. werd door't gemeeutebestuur aangekocht
en ingericht voor Beursgebouw.
Mercurius en Ceres hebben er thans hun altaren
en wekelijks gaan gansche scharen op, om binnen
hare muren handel te drijven of elkaar te ontmoeten.
Het nette gebouw, dat het wapen der gemeente
en het opschrift ^Graanbeurs" in den gevel draagt,
prijkt met een torentje, welks klok des Woensdags-
morgens te 10 uur wordt geluid, om het openen
der Beurs aan te kondigen.
Treden we binnen in het 25 M. lange en 10
M. breede gebouw, dan zien we de zoogeuaamde
markttafels, op schragen rustende, in drie lange
rijen geschaard, op den doelmatig ingerichten houten
vloer, die er in den laatsten tijd is gelegd. Aan
de wanden vinden we een bericht aan de Beursbe-
zoekers, waarbij ieder gehouden is zijn abonneinents-
kaart op verzoek te vertoonen aan den marktmeester,
of wel een toegangskaart te nemen tegen betaling
van 5 cents in gepast Hollandsch geld. Verder
merken we op prijscouranten van zaden en dito
van lsndbouwwerktuigen, circulaires van dag- en
weekbladen enz.
Ieder, die zaken heeft te doen, gaat naar de
Beurs en die nu juist geen dringende zaken heeft,
gaat er heen om den een of ander, dien hij spreken
wil, te ontmoeten want is de persoon op de inarkt,
dan is hij op't Beursuur ongetwijfeld daar te vinden.
Letten we op 't verschil van bijeenkomen in
vroeger tijd met dit in den tegenwoordigen, dan
eerst zien we duidelijk in, dat de Beurs in een
lang gevoelde behoefte voorziet.
Immers eertijds stonden de markttafels in de
open lucht en de koopers bezichtigden daar, aan
de tafels staande, de monsters der granen enz., die
Wel zeker, mijnheerWij hebben hier eene
goede politie, men zal geen moeite sparen, daar
kunt u op rekenen, maar ik vrees toch, dat de
moordenaar in dit geval aan den arm der gereeh-
tigheid zal ontkomen.
Ontsteld zag mijnheer White hem aan en vroeg
Zou dat mogelijk zijn? Gelooft u dat?
De liotelhouder schudde nadenkend het hoofd.
Ik ben geen rechtsgeleerde, mijnheer, maar ik weet
toch dat bij het ontdekken van den moordenaar, in
zult een geval het toeval een groote rol moet spelen.
Het zal reeds moeielijk zijn, om vast te stellen,
waar de jonge heer zich dezen nacht bevonden
heeft. Er zijn hier vele koffiehuizen en kroegen,
waar de kastelein met de misdadigers onder een
hoedje speelt, en dan is alle moeite tevergeefs,
mijnheer. Dat soort van lieden doet tien valsche
eeden, als het noodig is, om vrij te komen.
Maar de moordenaar moet ontdekt worden, hij
moet ontdekt worden, zei mijnheer White tamelijk
luid in zichzelven, terwijl hij stampvoette. Daarop
keerde hij zich tot den hotelhouder. Ik ben hier
vreemd in de stad, zou u zoo goed willen zijn,
mij naar het bedoelde politiebureau te brengen?
Ik zou u daar voor zeer dankbaar zijn.
Het zal mij een eer zijn, antwoordde de hotel
houder met een diepe buiging.
Goed, dan zal ik met spoed mijn kleeding
in orde brengen, ik ben zoo dadelijk tot uw dienst.
De hotelhouder boog en ging heen, terwijl rnijn-
ten verkoop werden aangeboden. In weer en wind,
des zomers in de brandende zon, des winters in
sneeuw en streuge vorstin een woord, blootgesteld
aan al de guurheid en onaangenaamheid van het
weder, was men genoodzaakt, wilde men verkoopen,
een geruimen tijd aldaar te vertoeven. Het ge-
beurde dan ook niet zelden, menschen van ervaring
bevestigden ons zulks, dat bij buitengewoon ruw
weder, weinig of geen graan ter markt kwam.
De kooper of de verkooper ontzag het daar te
staan, en men zei eenvoudig„'i Is geen weer,
er zal geen graan aan de markt zijn" en't gevolg
was, dat men thuis bleef.
Thans is dit geheel anders. Men is onder dak
en beschut tegen al die onaangenaamheden, die een
vertoeven in de open lucht als van zelve met zich
bracht. Het aantal koopers voornamelijk uit den
vreemde is aanmerkelijk toegenomen. En dit laatste
is weer geen wonder als men bedenkt, dat de tram
een zeer gemakkelijk vervoermiddel is, waarvan
dan ook voor dit doel zeer veel gebruik wordt
ge maakt.
Ongetwijfeld werpt het kapitaal door de gemeente
tot aankoop en inrichting van de Beurs uitgegeven,
zeer goede renten af en er is geen belasting, die
met meer bereidwilligheid betaald wordt, dan deze.
De bezoekers kunnen bij den gemeente-ontvanger
verkrijgen abonnementskaarteu tegen betaling van
f 1,per jaar.
Thans zijn meer dan 300 dergelijke kaarten in
gebruik.
Voorts kan ieder, zooals boven gezegd is, toe-
gang verkrijgen tegen betaling van 5 cents in 't
gebouw zelf. In den druksten tijd bedroeg de
ontvangst dier kaartjes f 10 en wisselden af tot
f 3 in den komkommertijd.
Het is dus niet te veel gezegd dat de instelling
jaarlijks 10 rente geeft, iets dat bij al 'i goede,
zeker ook niet te versmaden is.
Nog een goede zijde van de Beurs is zeker deze,
dat men thans met de raarktprijzeu beter op de
hoogte is dan vroeger 't geval was, en ook dit is
voor den verkooper van 't grootste belang.
Ook wordt in het gebouw van des morgens
half 8 tot half 10 uur boter- en eiermarkt ge
houden. De verkoopers betalen daarvoor geen
marktgeld en hoewel 't langzaam gaat wordt ook
in dit opzicht van de Beurs meer en meer gebruik
gemaakt. Als de vrouwtjes eens konden besluiten
de boter en de eieren ter markt te brengen, ze
zouden op den duur zich daarbij wel bevinden.
Na deze korte mededeelingen aangaande eene
instelling, die met ingenomeuheid begroet, volkomen
aan 't beoogde doel beantwoordt, eindigen we met
den wensch, dat de Beurs meer en meer worde
een vergaderplaats van kooplieden, waardoor de
handel uitgebreid en de welvaart vermeerderd worde,
in ons goede kanton.
heer White met spoed voortmaakte, om zich gereed
te maken om uit te gaan.
Op het politiebureau vernamen zij intusschen
weinig nieuws. Reedg bij den eersten aanblik her-
kende de heer White de marokijnlederen brieven-
tasch, die geheel ledig was en op een derhoeken
den naam John Muddle toonde. De beambte nam
hem in verhoor en liet zich uitleggen, in welke be-
trekking hij tot den ongelukkige stond.
Hij is een verre bloedverwant van mij, verhaalde
mijnheer White. Ondanks zijn jeugdigen leeftijd
heeft hij reeds menige domme streek gedaan en
het erfgoed zijner ouders in korten tijd opgemaakt.
Om hem niet geheel in zijn ondergang te laten
loopen, had mijnheer White den jonkman wegens
zijn goeden inborst in dienst genomen als bedieude,
secretaris en vriend. Zij hadden altijd hartelijk
met elkaar omgegaan en zijn hart bloedde bij de
gedachte, dat de vermoorde man werkelijk John
Muddle zou kunnen zijn.
Ik kan het nog altijd niet gelooven, sprak hij
droevig, zou ik hem kunnen zien, om mij met
mijn eigen oogen te overtuigen
De beambte beloofde dadelijk met hem naar het
ziekenhuis te rijden. V ooraf echter verzocht hij den
heer White, zijn juisten naam en verdere inlichtingen
omtrent zijn eigen persoon te willen opgeven.
Toen deze formaliteit naar beider genoegen was af-
geloopen, keek de beambte den vreemdeling onder-
zoekend aan.
En ten slotte, wie weet of deze mededeelingen
andere gemeentebesturen in onze provincie niet een
zelfde proef doet nemen tot oprichting van een
dergelijke nuttige en noodzakelijke instelling.
Mocht dit zoo zijn, we zouden geen vergeefschen
arbeid hebben gedaan.
't Is in alien gevalle de moeite waard er eens
over te denken. Een goed voorbeeld toch doel
goed volgen.
Naar het B. Hbl. verneemt laat onze regeering
zich in de laatste dagen bijzonder gelegen liggen
aan het vraagstuk der bedevaarten.
Uit een ingesteld onderzoek is reeds gebleken,
dat de meeste pelgrims eerst omstreeks het begin
van October terugkeeren, zoodat er nog tijd over
is voor het nemen van maatregelen tegen het
overbrengen van besmetting.
De voornaamste der betrokken stoomvaartmaat-
schappijen, o. a. de Rott. Lloyd en Nederland,
hebben op de vraag, hoe zij 'thans denken te
handelen met het pelgrimsvervoer, nog geen afdoend
antwoord kunnen geven. Ook zij schijnen, evenals
de regeering, eenigszins weifelend te zijn.
Sedert de in werking treding der wet van
1870, op 1 Januari 1872, werd door het Rijk van
1872 tot 1887 wegens tegemoetkoming in de
kosten der zeewering en oeverdediging van de
calamiteuse polders of waterschappen in Zeeland de
som van f 3,156,709,04^ en door de provincie
f 1,578,354,51L samen f 4,735,063,56, zijnde
gemiddeld respectievelijk 185,688,76^ en
_/k92,844,38£ per jaar uitgegeven.
De Fransche bladen komen weder eens met
kuwelijksplannen voor prinses Wilhelmina aan.
Ofschoon prins Albrecht van Pruisen, bijna ieder
jaar te Scheveningen koml en zijn buit.engoed bij
oorburg bezoekt, heeft genoemde bladen aanleiding
voor het vermoeden dat men prinses Wilhelmina
met den oudsten zoon van prins Albert wil verlo-
ven, gevonden in het dejeuner dat H. M. de Koningin
den vollen neef van haar gemaal ten Paleize°in
Den Haag heeft aangeboden. De huwelijkscandidaat
is zes jaren ouder dan de prinses en geboren 15
Juli 1874. Vopral zijn verblijf in de nabijheid van
het Loo noemen de bladen veelbeteekenend.
Men schrijft uit Aalten aan de Haarl. Ct.
De gevolgen van de beschermende maatregelen, die
de Duitsche regeering voor de boeren heeft genomen,
zijn hier duidelijk zichtbaar. Bij heele troepen ziet
men, vooral Zaterdagsavonds, de fabrieksarbeiders
uit het naburige Bocholt dit dorp doortrekken, om
ieder een //Stoeten (brood) en 4 pond spek mede
te nemen. Voor eenige stuivers hebben die lui
wel een marsch van 4 uren gains over. In de
Wel, mijnheeris er iets niet in orde vroe*
mijnheer White glimlachend, doch zijn stem klonk
daarbij toch eenigszins heesch.
O, ja wel, alles is in orde mijnheer Mijne
gedachten waren echter bij iets anders. U is Arthur
White, niet waar
De gevraagde knikte hoogmoedig. Uit Chicago,
voegde hij er bij. Ik ben de halfbroeder van den
hier gevestigden groothandelaar Ludwig Waldraann
die u niet onbekend zal zijn.
Verrast en eerbiedig zagen nu de beambte en
de hotelhouder den vreemdeling aan.
Wel, wel! riep de beambte uit, dan heeft mijn
vermoeden mij toch niet bedrogen.
Nu - en wat vermoedde u dan, als ik vra<*en
mag? vroeg mijnheer White, die zich heime'Tijk
vermaakte met de verbazing der beide heeren.
De beambte vertelde hem nu, hoe er vele jaren
geleden nasporingen naar hem gedaan waren, die
alle vruchteloos waren gebleven, waarop de zaak
geeindigd was met eene gerechtelijke verklaring van
vermoedelijk overlijden.
Dus dood in levenden lijve? vroeg mijnheer
White met een spotlachtje, maar u ziet, dat ik
nog leef en mij redelijk wel bevind.
Welk een verrassingmengde de hotelhouder
zich in het gesprek. Men heeft bij den dood van
mijnheer ow vader veel over de zaak gesproken
ja, ik herinner het mij, u waart tot hoofd erfge-
naam benoemd.
v
TER \Etm.S(HE (01 RUT
NAAR HET DUITSCH BOOR