Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2521.
Zaterdag 13 Juli 1889.
29e Jaargang.
Binnenland.
Gemengde berichten.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVERTENTIlN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Kit blad ver»»c!i I jilt Dinsdas- en Vrljdagavond bij den nltgever P. j(. VAN »E 8 A N D E te Ter Neuzen.
BU deze courant belioort een bijvoegsel.
JPolitieli Overzicht.
Er is veel anders geworden, sedert Wilhelm II
in Duitschland regeert en eene verandering, die
geen verbetering kan worden genoemd, is dat de
oneenigheid, die in de hoogste kringen lieerscht,
dnidelijker blijkt dan ooit te voren en aanleiding
geeft tot een vinnig geschrijf, dat hier en daar de
gedachte moet opwekken, dat de grootste tweespalt
in Duitschlands regeeriugskringen heerscht.
Door den rijkskanselier, of waarschijnlijk door
zijne onderhoorigen, wordt Moltke's opvolger, graaf
Waldersee, voortdurend aangevallen en nog dezer
dagen heeft de Nordd. Allg. Ztg. in een artikel
over het doel van den oorlog, den chef van den
grooten staf, zonder hem te noemen, aan de kaak
gesteld. In dat artikel bestrijdt het officieuse blad
eene meening, die te recht of te onrecht aan graaf
Waldersee werd toegekend en aigemeen houdt men
het er voor, dat het eene waarschuwiug is aan graaf
Waldersee, zich niet met de politiek in te laten.
Sommigen meenen zelfsdat de waarschuwiug
eigenlijk den Keizer geldt, bij wien de graaf in
hooge gunst staat.
De Keizer schijnt zich minder gemakkelijk dan
zijn grootvader aan Bismarck's raad en wenschen
te onderwerpen. Zijne vredelievende uitlatingen
over de Zwitsersche kwestie en de onmiddellijk
daarop gevolgde bekendmaking van Bismarks drei-
gende nota's worden aangevoerd ais een bewijs,
dat er een verschil van meening bestaat, zooals
in vroeger tijd ook wel eens is voorgekomen, doch
toen zorgde vooral Keizer Wilhelm I er voor, dat
er slechts weinig van uitlekte.
De vrijzinnige bladen zijn als gewoonlijk niet op
Bismarcks hand, de conservatieve verdedigen den
conservatieven en orthodoxen Waldersee en de
nationaal-liberaleu verheerlijken Bismarks politiek
en blijven hem trouw, ofschoon volstrekt niet
alien de tegenwoordige taktiek der officieuse pers
goedkeuren.
Een interpellate in de kamer van Fraukrijk
over den toestand van het materieel der marine
heeft den minister van marine de verklaring ontlokt,
dat mettertijd groote sommen voor de vernieuwing
van dat materieel zullen moeten worden besteed.
In Oostenrijk-Hongarije houdt men zich op het
oogenblik met weinig anders bezig dan met de
nederlaag van graaf Taaffe, welke in het licht
getreden is bij de jongste verkiezingen voor den
Boheemschen landdag. Wel is waar moeten nog
enkele herstemmingen plants hebben, maar toch
is het te verwachten, dat de jong-Czechen en de
oud-Czecheu beiden sterk genoeg in den landdag
vertegenwoordigd zullen zijn, om het nemen van
besluiten onmogelijk te maken, ten minste zoolang
de Duitsch-liberale afgevaardigden hunne taktiek
volhouden van niet in den landdag te verschijnen.
Komen dezen hiervan terug, dan zou het wel
kunnen gebeuren, dat het tusschen hen en eene
der twee czechische fractien, door den nood ge-
drongen, tot een compromis kwam.
Ook in Tyrol heeft het ministerie van graaf
Taaffe eene nederlaag geleden, zoodat hij ook niet
meer over de meerderheid in den Tyroolschen
landdag kan beschikken.
De inval der mabdisten in Egypte schijnt door
de aanwezige troepen niet gemakkelijk te kunnen
worden teruggeslagen. Zeker is het, dat alle be-
schikbare Engelsche in Egyptische troepen naar het
zuiden worden gezonden en men zegt, dat twee
Engelsche regimenten op Malta zich gereed houden
om op het eerste bevel naar Egypte te vertrekken.
Niet in Ierland alleen, ook in Schotland is de
verhouding van landlieeren en pachters van dien
aard, dat de tusschenkomst der regeering noodig
is geworden. Zij benoemde eene commissie om de
grieven der pachters te onderzoeken en deze heeft
nu uitspraak gedaan in de zaak der boeren van het
eiland Lewis, dat aan lady Matheson behoort. Den
boeren is gemiddeld eene vermindering der pacht
van 26 pet. toegestaan en van de 7000 p. st.
achterstallige schuld is 5000 p. st. doorgehaald.
Amerikaansche bladen deelen eene rede mede,
die de president der Vereenigde Staten op den
gedenkdag der onafhankelijk verklaring heeft uit-
gesproken. Terwiji Europa zucht onder de lasten
van den gewapenden vrede, stelde de president de
vraag of de Vereenigde Staten een vijand hadden
te vreezen en hij kwam tot de conclusie, dat
Amerika zich geheel kon wijden aan zijne ont-
wikkeling. ffGeen ander volk der aarde," zeide
hij, heeft de macht om ons te schaden. Wij
zeggen dit niet om ons te beroemeu, maar veel
meer uit dankbaarheid jegens de Goddelijke Voor-
zienigheid, die ons zulk eene plaats onder de volken
der aarde heeft aangewezen, dat nergens eene
groote mogendheid aan ons gebied grenst. Daar
wij dus geene aanvallen van buiten hebben te
duchten, moeten al onze gedachten zijn gericht op
de binnenlandsche gevaren, die alleen ernstig ons
kunnen bedreigen."
De Minister van Marine, de heer H. Dyserinck,
heeft, vergezeld van zijn adjudant, den luitenant
ter zee late klasse J. L. Hordijk, eergistermorgen
een bezoek gebracht aan de werf en de werkplaatsen
der Koninklijke Maatschappij »de Schelde" te
Vlissingen. ZEx. vertrok te 12 uur ten hoogste
voldaau per salonboot naar Middelburg, alwaar hij
den Commissaris des Kouings bezocht en met dezen
de vergaderzaal der Staten bezichtigde.
De heer Dyserinck had des morgens aan de
tentoonstellingscommissie per telegraaf gevraagd of
ZEx. de tentoonstelling nog kon bezoeken, waarop
de commissie tot haar leedwezen ontkennend moest
antwoorden.
De heer Roell interpelleerde gisteren de regee-
ring, of deze voornemeus is het ontwerp in te
dienen tot verlenging van den termijn, waarop het
maximum-aantal onderwijzers aanwezig zal moeten
zijn. Hij ging uit van de stelling, dat vdor 1
Januari 1890 de schoolwetsherziening niet zal zijn
ingevoerd en vreesde moeielijkheden voor de gemeen-
tebesturen bij het opmaken van begrootingen.
Minister Mackay zag geen dringende noodzake-
lijkheid in termijnsverlenging. Het kan geen kwaad,
dat pressie blijft bestaan tot completeering der
onderwijzers. Gemeentebegrootingen zullen opge-
maakt moeten worden naar de bestaande wet. Komen
niet alle onderwijzers er op voor, dan zullen Gede-
puteerde Staten moeten beslissen.
De heer Lohman vroeg of het regeeringsantwoord
spoedig was te wachten en de behandeling in dit
zittingsjaar der regeering aangenaam zijn zou. De
minister antwoordde, dat deze week de gevraagde
staten zullen gereed komen, en de volgende week
het antwoord met staten aan de commissie gezon
den worden. De interpellate is hiermee afgeloopen.
De Zeeuw deelt mede, dat het bij de Tweede
Kamer ingediende voorstel Bahlmann tot het heffen
van graaurechten door eene commissie uitderech-
terzijde is onderzocht. Naar het blad verneemt,
is men 't nog niet eens of de heffing van graan-
rechteu nu reeds noodig zoude zijnmaar tot de
Kamerleden, die de vraag beslist bevestigend beant-
woorden, behooren de Zeeuwsche afgevaardigden
Glinderman en Lucasse.
De Minister van Financien heeft bepaald, dat
zij, die bij het examen voor deurwaarder der directie
belastingen geschikt zijn bevonden en zich voor de
vervulling van openvallende districten aanmelden,
voor zoover zij overigens benoembaar zijn, in aan-
merking zullen komen naar hun diensttijd, en,
bij gelijken diensttijd naar het bij het examen
verkregen nummereen en ander met dien ver-
stande, dat sollicitanten, die bij een vorig examen
geslaagd zijn, steeds aan die van een later examen
zullen voorgaan.
In de algemeene vergadering der Nederland-
sche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst
sprak prof. Van Iterson uit Leiden over de lucht-
pijpsnede bij diphtheritis. Sedert September 1882
tot Maart 1889 werden in zijn kliniek juist 100
insuijdingen wegens diphtheritis verricht, gedeeltelijk
door zijn assistenten. Voor 1882 kwam de ziekte
te Leiden zelden voor, maar na zich eenmaal te
hebben vertoond, week zij niet meer. Van de
100 geopereerden genazen er 55, een resultaat
zoo gunstig als tot dusver nog door niemand werd
verkregen. Voor de dadelijke operatie pleit, dat
van de kinderen die in dien toestand werden ge-
opereerd, 75 pet. herstelden. Spreker eindigde zijn
schoone rede, die uitbundige toejuigingen "aan de
aanwezigen ontlokte, met de woorden #vol ver-
trouwen beveel ik u mijne methode aanik hoop
u overtuigd te hebben dat zij op rationeele grond-
slagen steunt en de vuurproef der practijk heeft
doorstaan."
Men schrijft uit Vlissingen van 10 dezer:
Nadat wij hier gedurende ruim eene maand geen
droppel regenwater hadden gezien, ontlastte zich
in den afgeloopen nacht eene zware donderbui, die
den lang gewenschten regen bracht. De bui, die
westwaarts uit zee over de stad trok, was buiten-
gewoon hevig en langdurig en gaf groote vrees
voor ongelukken. Dezen morgen werd die vrees
bewaarheid, en vernam men dat in korte nabijheid
der stad van den landman Brielsman eene koe
door den bliksem was gedood, en op korten afstand
van daar een ernstiger ongeluk was voorgevallen.
Ook de hofstede van den landbouwer J. Aarnoutse
werd door den bliksem getroffen, en sloeg die
vermoedelijk door de schouw binnen, drong in eene
bedstede, waarin twee dienstmeisjes en een klein
kind lagen te slapen, met het treurig gevolg dat
het meisje, dat tegen den muur lag, werd gedood,
terwiji het kind en de audere meid geschroeid werden
en met geringe verwonding en hevigen schrik vrij
kwamen. De bliksem, na een gat in den bedsteemuur
te hebben gemaakt, en in het vertrek te zijn terug-
gekeerd, vernielde in eene kast al het glas- en
aardewerk door het gerammel, dat hierdoor ver-
oorzaakt werd, werden de overige bewoners eerst
van het groote gevaar bewust waarin zij hadden
verkeerd. Het 15jarig meisje lag schijnbaar be-
wusteloos. De geneesheer van Koudekerke geroepen
kon niet anders dan den dood constateeren. Den-
zelfden nacht werd het lijk naar de ouderlijke
woning in het dorp overgebracht.
Aan het mail-overzicht van de Javabode is
het volgende ontleend
Het belangrijkste nieuws van de laatste veertien
dagen is zeker wel de beschikking door den gou-
verneur-generaal genomen op een deel van de
verzoeken om gratie door de ter dood veroordeelde
muiters ingediend, Van de 42 rekesten, die reeds
behandeld werden, is op 37 gunstig beschikt,
terwiji slechts aan 5 der misdadigers gratie is
geweigerd. Onder die laatsten bevindt zich niet
njai Kamsidah, de vrouw van een der hoofdmuiters
hadji Iskak, die het grootste deel zou hebben gehad
in den moord op de vrouw van den adsistent-
resident Gubbels gepleegd, en wier terechtstelling
ook door velen wenschelijk werd geacht, die anders
volstrekt geen slachting van al de 100 ter dood
veroordeelden verlangien. Hare straf en die der
meeste anderen is veranderd in 20 jaren, die van
de overigen in 15 jaren dwangarbeid in den ketting.
De gouverneur-generaal heeft door zijne beslissing,
ook door den vrij algemeenen regel te volgen van
geen doodvonnis te laten voltrekken aan eene
vrouw, gemaakt, dat wij ons niet hebben te schamen
voor onze eigen natie en voor andere beschaafde
volken, hetgeen zeker wel het geval zou zijn,
indien de 100 gevelde doodvonnissen alle werden
ten uitvoer gelegd. Behalve de adviezen van den
omgaanden rechter, van den procureur-generaal en
van het hooggerechtshof, welke door de wet worden
gevorderd, heeft de landvoogd in deze zaak ook
het oordeel gevraagd van den resident van Bantam
en van den raad van Indie, en naar het schijnt
is de gratie van de doodstraf, ook overeenkomstig
het uitgedrukte verlangen van den minister van
kolonien om daarmee zoo ruim mogelijk te zijn,
aan minder veroordeelden geweigerd dan in die
adviezen werden aangegeven.
Ondertusschen gaat de regeering voort met de
residentie Bantam te zuiveren van de invloedrijke
elementen, die het oproer mede hebbeu beraamd
en het verder zouden hebben verspreid, wanneer
het niet in den beginne was onderdruktweder
zijn zes kias verbannen, en zelfs zijn de priesters
bij de landraden te Serang en te Tjilegon ont-
slagen.
Zondagmiddag kwam te Edam een pleizier-
boot aan. Nauwelijks waren de opvarenden aan
wal, of zij gingen socialistische geschriften versprei-
den en een aantal nummers van Recht voor Allen
uitdeelen. Een rood vaandel werd in den mast
gehangen.
Deze vorm van socialistische propaganda lokte
een tegendemonstratie uit. In een oogenblik kwam
men aandragen met de beeltenis van Z. M. den
Koning en een //lang zal hij leven weerklonk
gevolgd door allerlei vaderlandsche liederen. Een
zeer groote menschenmassa was op de been, de
nummers van Recht voor Allen werden verbrand
op de straat en het „Wien Neerlandsch bloed"
weerklonk uit de groote menigte. Enkelen zelfs
tooiden zich met oranje.
Toen de boot vertrok, werd de roode vlag
uitgehangen en dit gaf weer veel verbittering,
zoodat de politie, met den burgemeester en den
wethouder Thuijn aan het hoofd, heel wat te doen
hadden om de menigte tot kalmte te stemmen.
Toch werden er later nog steenen naar de boot
geworpen en glazen daarin verbrijzeld, zoodat de
burgemeester het noodig vond politiebeambten op
de boot te doen plaats nemen. Men was toen
echter reeds buiten Edam, onder Katwoude, ge-
komen.
Een vrouw, die met den meer dan volgeprop-
ten trein van 't zendingsfeest te Wintschoten
terug keerde en te Hoogezand moest zijn, was
blijven zitten. Vast beraden trok ze aan de nood-
rem. De trein bleef staan, tot grooten schrik
van beambten en passagiers. Maar de vrouw had
haar doel bereiktze kon den trein verlaten.
Ongelukkig zal haar dit echter hoogstwaarschijnlijk
duurder te staan komen, dan een spoorwegreisje
vice versa 't eerstvolgend station.
Naar men meldt, zijn in Deli (Sumatra) op
de tabaksplantages Arendsburg verschillende wilde
dieren gevangen, als tijgers, slangen, wilde katten,
een beer, enz., ten behoeve van de Rotterdamsche
Diergaarde. Een deel er van is reeds op weg en
kan spoedig worden verwacht.
Die dieren zijn op Sumatra in groote hoeveel-
heid aanwezig, doch niet gemakkelijk levend te
bemachtigeu.
Aan de kusten van de Oostzee is de zee-
hondenjacht thans zoo goed als afgeloopen en zeer
goed geweest. Een groot aantal dezer dieren is
buit gemaakt, waaronder zeer schoone exemplaren,
die eerst na een hevig verzet en nadat zij de netten
erg beschadigd hadden, op't droge konden gebracht
worden. De meesten kwamen dood uit de netten,
waar zij door zich in de mazen te verwarren gestikt
waren. Onder de gevangen zeehonden bevonden
zich exemplaren van 200 pond zwaarte. Volgens
getuigenis van oude visschers werden vroeger nog
grooter zeehonden gevangen, van 300 tot 400 pond
gewicht. Meu kan nagaan hoeveel visch dagelijks
door zulke dieren weggekaapt wordt en welke
verliezen de visschers daardoor lijden. De levend
aan wal gebrachte dieren werden dadelijk gedood
en gevilduit de eenige duimen dikke speklaag
wordt traan gekookt van een 150 a 200 pond
zwaren zeehond verkrijgt men 40 tot 50 liter traan.
Naar meu zegt, zijn thans aan de Friesche kusten
een groot aantal zeehonden.
Eene jonge deerne uit Heerenveen verhuurde
zich als dienstmaagd bij eene rijke Amsterdamsche
familie, en ging de vorige maand met die familie
naar Zwitserland.
Van daar schreef het meisje (dat vroeger nooit
buiten de provincie geweest was) opgetogen brieven
aan haar vader. De natuur was zoo schoon, zoo
mooi zij wist het waarlijk niet in woorden te
brengen, hoe mooi het wel was, en dan vooral
die met sneeuw en ijs bedekte reusachtige bergen
't Was te veel om op te noemen.
Doch de brief van de poetisch gestemde
dienstmaagd viel niet in goede aarde, want haar
vader maakte uit den inhoud op, dat zijn kind
zich op ijsbergen bevond (waarbij hij zeer waar
schijnlijk, zijn weinigje schooikennis verzamelende,
aan Nova-Zembla dacht). Zijn kind op de ijsbergen,
dat zou niet gebeuren, daarvoor had hij ze niet
groot gebracht, om haar daar te laten omkomen,
en de goede man stelde oogenblikkelijk pogingen
in het werk om zijn kind terug te krijgen en aldus
voor een anders z. i. wissen dood te redden. Hij
toog daarom naar Amsterdam en, hoezeer men hem
daar ook poogde gerust te stellen, niets hielphij
moest zijn kind terug hebben. Van daar werd
TEH IEIIZENSCHE (01 111 VI