Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Een nienwe tal vat Djjvertoii op Befler- No. 2484. Woensdag 6 Maart 1889. 29® Jaargang. BEKENDMAKING. Binnenland. De Burgemeester der gemeente Ter i\'euzen ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Eranco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer/0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en rneer per jaartot veel verminderden prijs. Itlt bind verwchijnt Diusdag- en Vrijdagavond bij den nltgever VAN DE 8 A N E te Ter Neuzen. maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd tegen Vrijdag den 8 Maart 1889, des voormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 5 Maart 1889. De Burgemeester voornoetnd, J. A. VAN BOVEN. Rusteloos zoekt men in onze eeuw naar verbe- teringen, men ziet dan ook de eene uitvinding de andere als het ware verdriugen, vooral op het gebied der uijverheid. Dat door dien overgang van het oude tot het nieuwe soms menigeen g voelig wordt getroffen, weten wij, helaasuit onze naaste omgeving. Immers ten gevolge van de vorderingen der scheikunde hebben zij, die hun kapitaal in ineestoven hadden geplaatst, die kost- bare gebouwen voor afbraak moeten verkoopen en is de cultuur der meekrap geheel komen te vervalleu. Thans echter mogen wij op een gelukkiger ver- schijusel wijzen en wel op de oprichting van eene fabriek in Zeeuwsch—Vlaanderenwaar van het fabriekswezen nog zoo wemig sporen zijn te viuden. Wij hadden reeds meermalen door deskundigen hooren sprekeu van de fabriek der Gebroeders Picha te Gent, nu echter gemelde heeren eene nieuwe fabriek hebben opgericht te Sas van Gent en zij aan hunne zaak publiciteit beginnen te geven, konden wij het verlangen om aldaar een kijkje te nemeu niet ouderdrukken, te meer daar wij gaarne zouden zien dat Zeeuwsch-Vlaauderen op de ten- toonstelling te Middelburg een goed figuur maakte en wij bier mot eene ons geheel onbekende industrie hadden te doen. De voorwerpen welke de heeren Picha vervaar- digen, worden gemaakt van cement en ijzer, twee grondstoffen waarvan de uitmuntende eigenschappen voldoende bekend zijn, doch welke vereenigd nog veel grootere voordeelen opleveren. Wij meenen de zaak duidelijk te kunnen maken door te zeggen dat men eerst eene ijzeren kooi maakt en die in cement dompelt. Het ijzer, dat in het cement be- dolven ligt en alzoo geheel aan de buitenlucht wordt onttrokken wordt niet aangetast door den roest en behoudt steeds zijne oorspronkelijke hard- heid en veerkracht, terwijl het cement door den, steun van het ijzer een weerstandsverinogen verkrijgt zoo groot, dat een waterbak met een inhoudsruimte van 3000 liters en een riool van 75 centimeters middellijn slechts eene dikte hebben van 2 h 3 centimeters. FEUILLETON Tocli kon zij zelf de bedaardheid niet bewaren, doch zij beheersclite zich meer dan haar man. Laat u niet zien, als gij bang zijt, zeide ze, en ijlde weg om de onbekende, die reeds uitgestegen was en de huisdeur naderde te ontvangen. De bel weerklonk, Lachenal sprong op, maar kon niet voort en viel in zijnen leunstoel terug. De meid had reeds de vreemde geopend en toen haar Gabrielle zag, week de laatste verschrikt achteruit. Zij stiet een gil uit en viel bewuste- loos neer.. HOOFDSTUK IX. Het was een tooneel van verwarring. De ver- schrikte meid snelde hare meesteres ter hulp. De onbekende, die nog meer getroffen scheen, bad duizendmaal om vergiffenis en was zeer bedroefd de oorzaak van dit tooneel te zijn geweest. Lieve juffrouw, riep zij, vergeef mij. Gij weet, ik ben nooit voorzichtig geweest. Bedaar toch, bid ik u. Zij was eene groote, nette persoon, van ongeveer dertig jaren met levendige oogen en goedaardig Mczicnt. Lieve juffrouw, ging zij voort, ik ben zoo ge- In het jaar 1886 werden te Berlijn proeven genomen door de Pruisische bouwpolitie met twee platen eik van een meter lengte en vijf centimeters dikte, de eene gemaakt van cement de andere van cement en ijzer. Bij die gelegenheid is gebleken dat de eerste plaat geen 310 kilogrammen kon doorstaan, terwijl de tweede eerst brak na belast te zijn met 1658 kilogrammen. Door dat groote weerstandsvermogen bij eene geringe zwaarte kunnen regenbakken, welputten en riolen gemakkelijk worden verplaatst. Doch nu begrijpt men ook aanstonds welke beteekenis dat stelsel zal krijgen in een land als het onze, waar men voortdurend met het water heeft te worstelen, en als het ware in leeft. Eene goede afwateriug is voor onze polders onont- beerlijk, doch uit de begrooting der polderbestureu blijkt dat de jiarlijks terugkeerende kosten ten behoeve der afwatering zeer groot zijn. Vaak ge- beurt het dat duikers na eenige jaren te zijn gelegd, blijken te verzakken, te hoog of te laag te liggen, te groot of te klein te zijn, terwijl zij in elk geval geregeld moeten worden onderhouden. Door het systecm der heeren Picha zullen groote bezuinigingen mogelijk zijn, omdat duikers of buizen door hen gemaakt niet alleen geen onderhoud behoeven doch steeds kunnen worden verplaatst. Dat vele epidemische ziekteu veroorzaakt of be- vorderd worden door onzuiver drinkwater is thans weteuschappelijk bewezen, dat derhalve regenbak ken welke geen grondwater doorlaten en in den meest lossen en verontreinigden grond kunnen geplaatst worden, uit een hvgieuisch oogpunt verre boven metselwerk te verkiezen zijn, is licht te begrijpen. De toepassingen waarbij dat systeem in aanmer- king komt zijn zoo veelvuldig, dat men veilig kan spreken van eene nieuwe industrie welke verschil- lende oude industrieen in zich vereenigtwij wijzen daarvoor slechts op panuen, regenbakken en buizen doch er is nog meer. Hebben wij een paar jaar geleden eene jachtboot gezien van cement en ijzer, welke voortdurend gebruikt wordt in den Loven- polder te Hoek, thans zagen wij eene gaaipers, binnenmuren, gewelven, een driedubbel privaat uit een stuk, hondenkotten en ten slotte eene verza- meling photographieen van groote en kostbare werken in Frankrijk en in Belgie uitgevoerd, zoowel voor openbare besturen als voor particuliere onder- nemingen. Wellicht zal men vragen hoe men er toegekomen is eene dergelijke fabriek aldaar op te richten terwijl er eene te Gent bestaat Het ant- woord is eenvoudig. De familie Picha te Gent is verwant aan de familie Stevens en nu heeft de Burgemeester van Sas van Gent, waar tal van ledig- staande liuizen aantoonen, dat die gemeente sterk achteruit gaat, zijne zwagers weten over te halen de werken die zij voor Zeeuwsch-Vlaanderen hebben te maken aldaar uit te voeren, ten einde bet werk- loon dat anders in Gent zou blijven aan ingezetenen dier gemeente ten goede te doen komen. Reeds nu werkt- de fabriek met een vast perso- neel van 15 werklieden, doch men behoeft waarlijk geen profeet te zijn om met zekerheid te kunnen voorspellen, dat een dergelijk getal spoedig veel te klein zal blijken te zijn, eene uitkomst welke ons ten zeerste zou verheugen. Tot eigen schade en schande hebben de Hollanders geleerd, dat het niet goed is zijn geld te beleggen in Spaansche en lurksche fondsen, terwijl zij die hun kapitaal hebben oingezet in aandeelen in Russische of Amerikaansche spoorwegen soms wel goede rente hebben getrokken, doch ook vaak groote verliezen hebben geleden en in elk geval die rijken tot een grooten trap van bloei hebben gebracht ten koste van hun eigen landgenooten. Immers de gedrukte markten onzer landbouwproducten zijn, voor een groot gedeelte, toe te schrijven aan den ontzach- lijken toevoer van Amerikaansch en Russisch graan, waarvan het goedkoope vervoer slechts mogelijk is geworden door den aanleg van spoorwegen groo- tendeels met Nederlandsch kapitaal. Is het niet te betreuren dat, wanneer er schorren bij ons worden ingedijkt de koopers bijna altijd vreetndelingen zijn Het is waar dat het met den landbouw niet best gesteld is en dat het zich niet laat aanzien, dat er spoedig verbetering zal komen, doch daarom de handen niet in den schoot gelegd. Het is slechts eene reden te meer om ook naar andere bronnen van inkomsten uit te zien. Laten onze couponknippers hun goud toevertrouwen aan nntionale ondernemingen van nijverheid, zij zullen minder gevaar loopen dan in den vreemde, omdat zij de zaken met eigen oogen kunnen nagaan en bij tijds maatregelen nemen, en wanneer zij dan slechts evenveel rente maken als van het geld in den vreemde geplaatst, dan hebben zij toch vele hunner landgenooten aan den kost geholpen. Wan neer mannen van fortuin en kennis in deze voor- gaan, zal het goede voorbeeld ongetwijfeld door auderen worden gevolgd. Hoog noodig achten wij het, dat in plaatsen zooals Sas van Gent, Axel, Ilulst enz., waaruit in de laatste dertig jaren zoo menig gegoede familie is vertrokken, de handen in elkaar worden geslagen, opdat die gemeenten niet het treurige lot ondergaan van Veere, waar geheele straten voor afbraak vei*kocht zijn moeten worden, en geen wonder, als men nagaat dat die gemeente op het laatst der vorige eeuw ongeveer 5000 zielen telde en thans slechts 900. lukkig u weder te zien, ik Toen sloeg Gabrielle de oogen op, zag verward om zich lieen en vroegWat wilt gij hier Kent ge mij dan niet meerzeide de aange- komene. Toen vermande zich Gabrielle, zond de meid weg en was dus alleen met de vreemde. Kom binnen, weg van de deur sprak zij, men kan u hier zien. En indien men mij ook zag hernam deze verwonderd. Gabrielle wilde haar door een kleinen gang eiden, maar het meisje liep recht door en bevona zich plotseling in tegenwoordigheid van een bleeken, levenden man, die op haar gezicht eenen gil liet looren en zijn gelaat met beide handen bedekte. Mijn God, wat beteekent dat alles? dacht zij. Ongelukkigeriep de man. Gabrielle trad op lem toe en fluisterde hem in het oor Zwijg dan toch zij weet niets, en gij zult u nog verraden. Hoe ontvangt gij mij toch, juffrouw, zeide het meisje, ik, die zulk eenen verren weg gemaakt deb, om u te zien Yegeef mij, hernam deze. Mijnheer Lachenal, mijn man O, ik heb hem niet gekend, zeide de vreemde verwonderd. Is nauwelijks van eene zware ziekte genezen, ging Gabrielle voort. Het geringste voorval doet ons vreezen, dat de ziekte weer zal terugkeeren. Omtreut den toestaud van Z. M. den Koning wordt gemeld De laatstverloopen nachten waren Ja, ja, bevestigde Lachenal, die van angst en schrik geheel ontsteld was. Eu wij hebben u sedert twaalf jaren, sedert die vreeselijke gebeurtenis niet meer gezien. Twaalf jaarHoe, zoo lang reeds Wat de tijd toch voorbijgaat Het komt mij voor alsof Jt eerst gisteren gebeurd was. Lachenal sidderde. Om 's Hemels wil, wees toch voorzichtigfluisterde zijne vrouw, ik zeg u, zij weet niets. Maar waarom is zij hierheen gekomen Dat zullen we dadelijk hooren Ja, ja, vraag haar! stamelde hij. Zet u, Catharina, zeide Gabrielle, welke hare aandoening zocht te verbergen en hare vroegere bediende eenen stoel aanreikte. En vertel mij nu, hoe het komt, dat gij op eens in Frankrijk zijt? Maar juffrouw vergeef mij, Mevrouw O, ik zal me nog dikwijls vergissen, ge weet wat de gewoonte doet. Ja, ja, zeker I k was hier in de streek en ik wilde u eens weerzien. Ach, daarom Om mij te zienvroeg ze, alsof ze nog niet goed verstaan had. Natuurlijk. Gij zijt altijd zoo goed voor mij geweestIk ben ook geene ondankbare, juffrouw en denk aan het goede, dat ge mij bewezen hebt. Goed, CatharinaMaar hoe komt het, dat gii in Frankrijk zijt? minder rustig. De spijsverteering is minder ge regeld en dientengevolge is de eetlust geringer. De kroniekschrijver der N. Gr. Ct. schrijft: lot mijn leedwezen zijn mijn ongunstige ver- moedens omtrent 's Konings toestaud deze week maar al te stellig bevestigd. Acht dagen geleden was er reeds opnieuw een verergering in zijn lijden merkbaar; maar toch beweerden toen de genees- heeren, dat Z. M. nog even goed maanden als weken voor het land kon blijven gespaard en in zijn omgeving geloofde men nog altijd niet, dat de toestand des Hoogen Lijders zoo ernstig was. Sedert eenige-dagen zijn de opinies echter geheel veranderd, gelijk de u telegrafisch gedane mede- deelingen u hebben kunnen bewijzen. Zoowel professor Rosenstein als de doctoren Vinkhuijzen en V laanderen ontveinzen het bestaaude gevaar nu met meerde kwaal des Konings schijnt een der allerlaatste phasen te zijn ingetreden en aan beter- schap is zelfs tijdelijk niet meer te denken. Ware Z M. geen man van zeldzaam krachtig gestel, zijn einde zou vermoedelijk reeds lang genaderd zijn. lhans doen de geneesheeren nog wat de wetenschap vermag om het leven van den Vorste- lijkeu Lijder te rekken en Zijn smarten dragelijker t ,6n' De hoop' dat Z M" n°S de° 12deB Mei zal mogen beleveu, is zeer verflauwdhet schijnt zelfs gewaagd de illusie te voeden, dat de Koning den 40*» jaardag van Zijn aanvaarding der regeering, bij proclamatie van 22 Maart 1849, nog zal mogen beleven. In elk geval zal men van een feestviering bij die gelegenheid nu wel voor goed afzieu. I'1 het door ons medegedeelde bericht van den Nederlandschen consul te Buenos-Ayres werd o. a. aan ambachtslieden den raad gegeven, niet met een gezin, waartoe kleine kinderen behooreu, naar Argentiuie te emigreeren, wanneer zij bij aankomst met over minstens 200 konden be- schikken. Uit een nader bij den Minister van Buitenlandsche Aiken ontvangen schrijven van den heer Van Riet J th3"8* dat die weuk ook landbouwers geldt, en verder iedereen, die tot den werkenden stand behoort. rekenen van 1 Juui e. k. zal het Neder landsch hoorn- en wolvee, hetwelk bij aankomst in Engeland onderworpen was aan dadelijke slachting op de plaats van aankomst, weder geheel vrij op de Engelsche markt worden toegelaten. De gemeenteraad te Middelburg heeft in zijne Zaterdag gehouden zitting besloten tot ver- koop van het geheele handelsterrein langs het kanaal van Walcheren aan de firraa Kakebeeke te Goes voor 5000, tot stichting eener stoom- meelfabnek. Ds. J. van Dijk te Doetinchem heeft weder een verslag aan de vrieuden zijner slichtingen Dat zal ik u zeggen, ik wil gaan trouwen. Ik ben wel niet jong meer, maar ook nog niet oud, niet waar? Gabrielle was buiten haar zelve. Behoorde dit meisje, hoe onbekend zij was met het gevaar, dat haar dreigde, ook niet reeds aan den beul Zweefde haar de dood niet boven het lioofd En daar zat zij, lachende, onbezorgd Waarschijnlijk was ze eerst in Caen geweest, dicht bij de politie en bij de gevangenis en ze sprak van haar aanstaand huwelijk Gabrielle deed haren man opstaan, schoof zijnen leunstoel in een klein zijvertrek en liet hem daar zitten. Kom hierheen, zeide ze toen tot Catharina, we kunnen hier beter praten, ik vrees de avondlucht voor mijnen man. De vreemde gehoorzaamde en Gabrielle, die tegenover haar plaats genomen had, begon opnieuw Luister en versta me welTwaalf jaren geleden waart gij in dienst van den heer De Fairieres mijn vader. De arme heer! zuchtte het meisje. Gij bemindet en achttet mijn vader, niet waar Catharina? Dat was geene verdienste juffrouw, ik wil zeggen mevrouw, want hij was een beste man, maar°niet gelukkig, onder ons gezegd. Waart ge tegenwoordig bij zijnen dood Een dikke traan kwam Catharina in het oog. Spreek daar niet van, mevrouw, ik bid u er om I I TEft NEIMSCHE C0ERA1VT. 43) i —Ml

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1889 | | pagina 1