Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2483.
Zaterdag 2 Maart 1889.
29® Jaargang.
Binnenland.
DE;
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot bet plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Kit bind verschljnt Diu»d<ig- en Vrijdngavond bij deu nltgever P. J. VAN DE 8 A N E te Tee Nenzen.
folitieU. Overzieht.
Erankrijk heeft weer een ministerstel. Het beeft
in Kamer en Senaat de verklaring afgele^d van
zijn voornemen. Voor de periodieke verkiezing
zal het met de begrooting voor 1890 komen, bet
zal voor de tentoonstelling in de bres gaan, de
militaire wet zien tot stand te krijgeu, voor den
vrede waken, de republiek in eere houden, aan
bun plicht getrouwe ainbtenaren beschermen, de
orde bandhaven, de onderneming der partijgangers
verijdelen en desnoods met geweld onderdrukken.
En de regeering heeft dadelijk al getoond, dat het
haar ernst is met de handhaving der orde, want
op den verjaardag van de tweede republiek, toen
men vreesde voor een standje van Boulangislen en
socialisten, gebeurde er uiets, tengevolge de tien
regels schrift van den minister Constaus aan den
prefect van politie, om bekend te maken, dat de
minister niemand ontvangen zou en dat de openbare
weg vrij moet blijveu.
Oneeuigheid tusscheu Frankrijk en Rusland uit
oorzake van de expeditie van Atschinotf zal er
niet komen, daar de kozak op eigen houtje de
expeditie naar Abessinie onderneemt. Men wete,
dat Atschinoff in Sagullo door een Frausch oorlog-
schip is gebombardeerd, orndat hij weigerde bet
Fransche grondgebied te verlaten. Men heeft hem
met zijne volgelingen gevat en naar Obock ge-
bracht. Toch zijn de Petersburger bladen outstemd
over de wijze waarop de Franschen een einde
hebben gemaakt aan de avontuurlijke onderneming
van den „Vrijen Kozak." Zij twijfelen of het
noodig ware geweest, Itussisch bloed te vergieten.
Be Petersburgsche bladen placbten er anders zooveel
been niet in te zien om een Russischen boer het
bloed af te tappen.
De Czaar heeft de voorstellen van graaf Tolstoi
tot hervorming van het administratief bestuur des
rijks verworpen en zal zelf de leiding op zich
nemen van een ouderzoek, dat tot meer vrijzinnige
plannen moet leiden. Men zegt, dat Alexander II
in liberalen geest veel wil hervormen. Wilde
Tolstoi de vrije Russische boerengemeente onder
het beheer van deu landadel stellen, waardoor er
vele Czaartjes in 't klein zouden komen, de Czaar
aller Czaaren schijnt dat niet te willen en dat strekt
hem tot eer en zal hem zijn verloren populairisme
terug bezorgen.
Men zegt, dat graaf Waldersee, de chef van den
Duitscheu generalen staf, naar Weeueu zal ver-
trekken, terwijl graaf Herbert von Bismarck een
reis fiaar Rome zal ondernemen, om eeue gewichtige
zending te vervullen, in verbaud met de triple-
alliantie. Er zijn evenwel ook berichten, die dit
tegenspreken. De partij van Stocker zegt in haar
orgaan, dat Herbert geenszins getoond heeft een
man van beteekenis te zijn als zijn vader. Hij biedt
geen waarborgendat hij het Duitsche rijk in de
FEUILLETO^.
Deugd was geen ledig woord onder dit dak,
geluk echter eene leugen. Men deed altijd goed
maar lachte nooit, geen vreugdestraal verhelderde
het hart der rijke lieden. Men scheen vroolijk
buitenshuis; men weende tusschen de muren. Uiter-
lijk was alles liefde en vreugde, iuwendig alles
zorg en leed. En dat zou het heele leven duren.
Gabrielle was volgens de woorden van den
Domiuikaner denzelfden avond in haar huis terug-
gekeerd en had hare plaats aan het ziekbed weer
ingenomen. Zij gevoelde weer medelijdei^Jiet den
ongelukkige, die bijua leveuloos voor haar lag.
Hoeveel haat, afschuw en toorn in haar hart
gehuisd had, dat kon zij niet beschrijven. Zij
zag daar voor zich den moordenaar haars vaders,
van dien vader, die alles voor haar geweest was
en wiens aandenken zij kinderlijk vereerdezij was
de verpleegster van eenen man, die haar door een
mrsdaad verworven had, die zich van haar tot een
werktuig bediend had om tot rijkdom en eer te
gerakenwant zij geloofde niet aan zijne liefde en
wilde daaraan niet gelooven. Hoe vaak was zij
op 't punt geweest te vluchten met het kind, dat
het evenbeeld zijns vaders was.
Doch zij bleef blind voor baren zoon. Yoor de
moeielijke dagen, die zonder twijfel zullen volgen,
van goeden raad zal kunnen dienen en de rijks-
politiek zal kunnen leiden. In den Pruisischen
Landdag heeft de minister Maybach verklaard, dat
de regeering bij de uitvoering van het ontworpen
kar.aal DortmundEms, alle krachten zou bijzetten.
De verbinding van het kanaal met den Riju zou
20 inillioen vorderen. De beteekenis van de
Moezel-kanalisatie werd geenszins door de regeering
ontkend. Zij kon ecbter eerst na de uitvoering
van het eene ontwerp, aan het andere gaan werken.
Prins Bismarck heeft zich bij een diner, door hem
aan een veertigtal leden van den Landdag gegeven,
zeer optimistisch uitgedrukt. Van kwestie over
de Samoa—zaken was volgens den Rijkskanselier
geen sprake. Er zal nu een Duitsch eskader
naar Samoa vertrekken om Mataafa te tuchtigen,
maar dat zal geen invloed hebben op de verhouding
met Engeland en de Vereenigde Staten. Het
Duitsch eskader van vier fregatten, dat in de
Middellandsche zee kruiste, heeft te Genua bevel
ontvangen om koers te zetten naar de Saraoa-
eilanden.
Men zegt, dat de verloving ophanden is van
Prins Karel van Zweden, deu derden zoon des
Konings, met Prinses Victoria, zuster van den
Duitschen Keizer, dezelfde dame, die eerst bestemd
was om de echtgeuoote te worden van den Batten-
berger ex—Koning der Bulgaren, die nu, zooals
men zegtgetrouwd is met eene heele mooie
zangeres. Is dit waarheid, dan is de held van den
Bulgaarsch-Servischen krijg van de lijst der
vorstenzonen geschrapt, maar wat zou dat, als hij
daarvoor waar huiselijk geluk kan inruilen Zie
Rudolph en Stephanie
De Spaansche Minister van financien heeft den
kabinetsraad een overzicht aangeboden, dat belang-
rijke bezuinigingen in de uitgaven bevat. De
Minister deelt, zegt het blad de Imparcial, de
denkbeelden van Sagasta omtrent eene vermindering
der legersterkte. Dat is zeer verstandig van dien
Minister.
Omtrent den toestaud des Konings veruemen
wij, dat de chronische kwaal, waaraan Z. M. reeds
sedert zoolang lijdeude is, in de laatste dagen weder
is verergerd De pijnen zijn nu en dan hevig,
hetgeen deu Hoogen lijder onrustig maakt. Ook
de algemeene toestaud gaat langzaara achteruit,
vooruamelijk ten gevolge van ontoereikende voeding,
waardoor de krachten afuemen. De slaap moet
met kunstiniddelen warden verwekt.
H. M. de Koniugin is bijtia onafgebroken aan
het ziekbed, daar de Koning door niemand anders
wil geholpen worden. De ziekenverpleger, uit den
Haag naar het Loo outbodeu, wordt niet in de
wereld was zij de echtgeuoote van dien man, en
in de stad nam zij zijnen arm, opdat niemand zou
vermoeden, dat zij over hem moest blozen. In
gezelschap spraken zij vriendelijk sainen, om niets
van het geheim te verraden, dat hen scheidde.
In tegenwoordigheid liunuer dieustboden en van
hun kind werd deze treurige vertooning voortgezet.
Als zij gchter alleen waren, hield elke toenadering
op. Eene ijzige koude heerschte in 't vertrek.
Er werden geene gedachteu gewisseld, iedereen
verteerde zijn eigen leed.
Hadde Lacheual het durven wagen, hij zou
zijne vrouw met liefdebewijzen overladen hebben.
Gabrielle had toen het toppunt van schoonheid
bereikt, het lijden had haar bekoorlijk gemaakt.
Zij was groot en slank en haar geheel weZen ver-
ried eene ziel, die veel geleden had. Haar hoofd,
ofschoon nog altijd fier, was licht gebogen door
den last van de kwellende gedachteu. Hare fris-
sche kleur was met den glimlach harer lippen
verdwenenmaar het gelaat had zijne klare door-
schijnende tint behouden, evenals het oog, dat in
plaats van zijnen vroegeren glans eene uitdrukking
van mildheid gekregen had, die hare grootste be-
koorlijkheid uitmaakte.
Voor Lachenal bleven deze oogen koud en deze
lippen stom. Hoe zouden zij anders kunnen ge
weest zijn voor den moordenaar haars vaders?
Vergeef ge mij? waagde de ongelukkige op ze-
keren dag te vragen.
ziekekamer toegelaten, omdat Z. M. dit niet ver-
langt.
De gouverneur van Suriname, jhr. mr. M. A.
De Savornin Lohman, is den 30 Januari te Para
maribo aan wal gestapt en ontvangen door den
waarnemenden gouverneur mr. W. Tonckens.
Hij aanvaardde daarna in een buitengewone
vereenigde zittiug van de Koloniale Staten met
die van den Raad van Bestuur de betrekking van
gouverneur der kolonie Suriname.
In een flinke toespraak wees hij op het min
gelukkige heden tegenover het schitterende verleden
der kolonie. Aan het bestuur worden daardoor
zware eischen gesteld, niet alleen om te beheeren
maar ook om op te bouweu. Veel had hij daar-
over niet mede te deelen.
Alleen dit wensch ik te zeggen aldus luidde
dit deel van zijn toespraak dat ik aan mijn
overtuiging, dat aan Suriname's toekomst niet mag
worden getwijfeld en dat van prijsgeven dezer zoo
schoone, zoo bij uitstek rijk gezegende kolonie
nimmer sprake mag zijn, zoolang Nederland vast-
houdt aan de eer van zijn verleden de hoop
ontleen, dat het mij zal mogen worden gegeven,
om met uwe medewerking zoo te arbeiden, dat
eenmaal ook van mij zal kunnen worden getuigd,
wat getuigd wordt van hem, dien ik de eer heb
te dezer plaatse te vervangen hij ging ons voor
in goede richting.
En met die hoop, mijne heeren, durf ik mij te
eer vleien, omdat ik mijn vertrouwen stel op Hem,
in Wiens hand het lot der volkeren ligt als der
iudividuen en van Wien ik mij overtuigd houd,
dat Hij mij naar deze plaats niet zou hebben
geleid, als het Zijn wil niet was mij te sterken
tot het werk.
In dat vertrouwen schroom ik niet, dat werk
te aanvaarden en meen ik het, zij het voor
korteu, zij het, wat ik wensch - voor langeren
tijd, met God voor oogen te verrichten.
Het ontwerp tot herziening der Provinciale
kiestabel is door de Staten van Limburg zonder
discussie of hoofdelijke stemming aangenomen. De
Staten van Noord—Brabrant en Utrecht verzonden het
naar de afdeelingen die van Zuid-Holland, Noord-
Holland, Utrecht, Gelderland en Drenthe besloten
het aan Ged. Staten te verzenden met verzoek om
prae—advies. In Zeeland, Overijsel en Friesland
werd het voorstel in handen van daartoe benoemde
commissien gesteld.
Voor onze provincie werden daarvoor benoemd
de heeren D. A. Dronkers, Mr. C. J. Fokker,
Jhr. Mr. J. J. Pompe van Meerdervoort, H. G.
Haminacher en L. J. M. van Waesberghe-Janssens;
de volgende vergaderiug zal plaats hebben op Dins-
dag 12 Maart.
De gemeenteraad van Veere heeft een verzoek
van een groot aantal ingezetenen om den beker vau
Ja, hernam zij op koelen toon, het schijnt
dat men kan vergeven zonder te vergeten.
En zij verpleegde hem, paste hem op en zorgde,
dat hem niets ontbrak bij zijne zwakke gezondheid.
Zij vervulde hiermede een bloote plichthaar hart
bleef gesloten en had genoeg te doen met den
afkeer van haren man te bestrijden, welke soms
de overhand dreigde te krijgen. - Hij durfde de
hand, welke zij hem zoo hulpvaardig bood, niet
afwijzen, daar deze h md machtig genoeg was hem
in eenen afgrond te storten of aan den dood over
te geven.
Lachenal had een klein huis gekocht, dat twee
kilometer van de stad in liet bosch verborgen
lag. Daar brachten de echtgenooten het gootste
gedeelte van 't schoone jaargetijde door. Voor
Gabrielle waren dit de beste weken van het jaar.
Daar woonde zij verre van bekenden en nieuws-
gierigen en kon ongestoord leven. Eene enkele
bediende was hier voldoende en vaak genoeg
vertrok ook deze. Dit was voor haar eene ver-
lichting, voor Lachenal echter iets anders. De
omgang met anderen drukte hem, voor de eenzaam-
heid schrikte hij. De dag verblindde hem, de
nacht veroorzaakte hem angst. Hij was niet geluk-
kiger op zijn eenzaam buitengoed, dan in zijn
prachtig huis in de stad, waar hem alles aan
zijne schanddaad herinnerde.
Reeds vier jaren drukte hem dit leven met al
zijnen last.
Maximiliaan te verkoopen behandeld. Hierop is
voorloopig afwijzend beslist, doch men besloot bij
de regeeriug aan te dringen op het verkrijgen van
een rijksbedrag, wanneer de beker in bruikleen aan
het rijk werd afgestaan, waartoe de regeeriug
volgens een vroeger schrijven niet geheel ongenegen
zou zijn.
Door het hoofdbestuur der Maatschappij van
Landbouw in Limburg is een adres gericht aan de
Tweede Kamer, _waarin het zijne voile instemming
betuigt met de wijzigingen in artt. 2 en 8 van
het wetsontwerp ter bestrijding van de knoeierijen in
den boterhandel, zooals die door het bestuur der
vereeniging tot bestrijding van de knoeierijen in
den boterhandel onder de aandacht der regeering
zijn gebracht. Aan dit adres zijn eenige beschou-
wingen toegevoegd, waaraan adressaut o. a. er op
aandringt, dat »boter" voortaan „boter" blijve
heeten, en het aan de margarine-fabrieken overge-
laten worde, zoodanigeu naam aan hun product te
geven als zij goedvinden, mits niet dien van het
geen hun product in werkelijkheid niet is.
Te Vlissingen is Woensdaguamiddag te 2
uren het Koninklijk stoomjacht Victoria and Albert
op de buitenhaven aangekomen. Aan boord be-
vonden zich de Keizerin-weduwe Frederik en drie
Harer Dochters, de Prinsessen Louisa, Victoria en
Margaretha, met Graaf Seckendorf en gevolg. Circa
half zes verliet H. M het jacht, en begaf zich
naar het havenstation, waar de trein stond, waarin
zich een dubbele salonwagen van de Maagdenburg-
sche lijn bevond.
De trein werd door twee locomotieven getrokkcn,
en zette zich te 5,31 in beweging naar Kiel over
Hamburg. De Keizerin-weduwe was ontvangen en
naar den trein geleid door den Engelschen gezant
bij ons Hof, sir Horace Rumbold, en den heer
De Bruvne, vice-consul van Engeland. De hof-
maarschalk Freiherr van Reichardt was van Berlijn
gekomen om de Keizerin af te halen.
Woensdag zijn op het kerkhof te Huisiuinen
op plechtige wijze ter aarde besteld de lijken der
zes omgekomen zeelieden, vgevonden in het te
Nieuwediep binnengebrachte wrak van de Scheve-
ningsche bomschuit De vier gebroeders. Bij de
groeve, waar zich honderden belangstellenden hadden
verzameld, werd achtereenvolgens het woord gevoerd
door den heer Dekker, godsdienstouderwijzer te
Scheveningen, en door Ds. Klercq, predikant te
Helder. Met het zingen van de psalmen 103 7
en 33 4 werd de droevige plechtigheid, die door
vele familieleden van de omgekomenen werd bijge-
woond, geopend en gesloten.
In verband met het Zondag te Leiden voor
gevallene, schrijft het Leidsch Dagblad, dat er
oproer had kunnen ontstaande levende aanlei-
dende oorzaken waren daartoe tegenwoordig, dat
Het was Juni en de natuur ontplooide al hare
schoonheid. Acacia's en wilde kastanje boomen
overschaduwden den weg, die tot het landhuis
voerde. Dit was de zomerwoning vau Lachenal
een beekje slingerde er zich in eenen halven
cirkel omheen, als een zilveren gorael. Hetplekje
was bekoorlijk, als een paradijs in miniatuur.
Voor Gabrielle was het een graf, voor Lachenal
eene hel. Zij vertoefden er reeds drie weken.
Hij zal ten minste een weinig rust hebben, zeide
Gabrielle door medelijden aangegrepen, tot zich
zelve. Haar haat zal verminderen, dacht Lachenal.
Evenals in de natuur op eenen hevigen storm
eene windstilte volgt, zoo was ook in hunne harten
eenige rust teruggekeerd. Zij vergaten niet, maar
dachten minder na. Lachenal, die weinig sliep,
stond vroeg op en maakte verre wandelingen.
Langzaam en met loome schreden wandelde hij
voort op de schoone wegen, rustte aan den voet
der appelboomen en dronk soms een glas cider,
dat een landman hem aanbood. Moede keerde hij
dan naar huis terug, at schijnbaar smakelijk, ging
vroeger naar bed en sliep beter.
Zoo had hij weder eenige dagen vau zijn leven
achter den rug. Gabrielle, die de vrije natuur, de
bergen, wouden en weiden beminde, woonde graag
in dit landhuis.
Het kon vier uur in den namiddag zijn. Beiden
zaten op het terras, het was een heete dag geweest
en Lachenal, die zeer afgemat was, was niet uitgegaan.
TER \ElZEi\S( IIE ((HIRAM
42) n .in -r-m