Buitenland.
Spoorwegongeluk bij Brussel.
Gemengde berichten.
TER NEUZEN, 5 Februari 1889.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-reclitbank te Jliddelbursr.
Men meldt aan de N. R. Ct. uit Kruiningen,
dat Ged. Staten van Zeeland onlangs eene circulaire
hebben uitgevaardigd, waarbij zij den gemeente-
besturen kennis geven, dat zij voortaan gebruik
willen maken van de bevoegdheid, hun bij de
gemeentewet verleend, om, hetzij door gecommit-
teerden uit hun midden, hetzij door ambtenaren
der provinciale griffie, de boeken en kas van de
ontvangers der gemeente te doen opnemen. De
gemeenten zouden, om alien schijn van partijdig-
heid of achterdocht te vermijden, bij loting worden
aangewezen, doch, om te voorkomen dat na eene
opneming zorgeloosheid op den voorgrond treedt,
zal de loting telkens tusschen al de gemeenten
plaats hebben. Dezer dagen schijnt de eerste loting
gehouden te zijn, en werd o. a. de gemeente Waarde
aangewezen. De opneming van boeken en kas
moet oorzaak zijn, dat de ontvanger zich verwijderd
heeft en in hechtenis genomen is. Vrijdag is hij
onder verzekerd geleide naar zijne woonplaats terug-
gevoerd, om aan den officier van justitie en den
rechter van instructie, die zich derwaarts hadden
begeven, nadere aanwijzingen te doen en inlichtingen
te geven. Naar gezegd wordt, moet de inschrijving
op het Grootboek der N. S., die voor borgtocht
verbonden is, niet het eigendom van den ontvanger
zijn, maar door een vermogend persoon in de ge
meente zijn gesteld.
Door lusschenkomst van de heeren Van IJssel-
steijn C°. is door de Verzekering Maatschappij
rLes Proprietaires reunis" te Brussel, aan de
gemeente-braudweer 100 en aan het garnizoen 50
francs uitbetaald voor de diensten bewezen bij
den laatsten brand aau de loskade alhier.
Heden morgen is met hoog water op de
Suikerplaat, tusschen Borssele en Ellewoutsdijk
gestrand de Duilsche stoomboot National, kapitein
Heeckt, met vlas en hout van Libau naar Gent
bestemd. Van hier zijn twee lichterschepen der
waarts vcrtrokken, ten einde te trachten het schip
te lichten.
Het op jl. Woensdag van hier vertrokken
driemastschip Rhine, kapitein Macumber, met be-
steinming van Gent naar New-York en geladen
met ijzer en ledige vaten, is Zondag alhier op de
reede teruggekomen, gesleept wordende, hebbende
voor Vlissingen anker en ketting verloren.
Ziiitnishiff. 4 Febr. Ds. D. J. Karres, predikant
te Bruinisse, heeft voor het op hem uitgebrachte
beroep naar deze gemeente bedankt.
IJzemlijke. Ilet waarborgfonds voor de tramlijn
SchoondijkeBelgische grenzen is door den con-
cessionares, de heer C. de Vos te IJzendijke,
gestorthet comite zal met vertrouwen de aanbe-
steding van de exploitatie van het Belgische gedeelte
der lijn, waartoe bij onze naburen besloten is,
afwachten, om daarna onmiddellijk ook de werk-
zaamheden te doen aanvangen. Waar met den
aanleg van een groot deel, nl. EeclooWatervliet,
binuen weinige weken zal kunnen begonnen worden,
is het niet twijfelachtig meer, of de tot stand
koming van het hedendaagsch vervoermiddel met
de kortste verbinding BreskensGent mag verzekerd
genoemd worden.
De rechtbank heeft in hare zitting van 5 Febr.
de volgende vonnissen uitgesproken
A. S., oud 19 j., te Graauw, is wegens rais-
handeling veroordeeld tot 7 dagen gevangenisstraf.
A. S., oud 23 j., arbeider te Stoppeldijk is
wegens mishandeling veroord. tot f 5 boete of 5
dagen hechtenis.
J. H., oud 12 j., arbeider te Zaamslag, is wegens
mishandeling veroord. tot f 6 boete of 6 dagen
hecht.
S. K., oud 63 j., arbeidster, vrouw van F. d. P.,
te Zaamslag, is wegens mishandeling veroord. tot
f 5 boete of 5 dagen hecht.
L. C. v. V., oud 61 j., rentenier te Axel, is
wegens beleediging van een ambtenaar veroord. tot
f 20 boete of 10 dagen hecht.
E. A. d. B., oud 12 j., zonder beroep te Sas
van Gent, is wegens heling vrijgesproken.
P. J. R., oud 18 j., te Clinge (Zeeland), is
wegens diefstal veroord. tot 2 maanden gevang.
1°. A. d. R., oud 19 j., arbeidster, en 2°.
M. M, ond 16 j., 3°. F. d. F., oud 15 j., zonder
beroep, alien te Ter Neuzen, zijn wegens diefstal
veroord. ieder tot 7 dagen gevang.
KAVrOXGERECirr TE TER NEUZEN.
Zitting van 1 Februari 1889.
Veroorileeld F. M. S., horlogemaker te Ter
Neuzen, ter zake van het bejagen van eens auders
grond, zonder vergunningtot eene boete van
10, subsidiair 4 dagen hechtenis, met verbeurd-
verklaring van den onwettig geschoten haas en
bevel die uit te leveren of de waarde te betalen
ad 1,50, subs. 1 dag hecht.
G. v. H., distillateur te Sint Nicolaas (Belgie)
en J. v. D., landbouwer te Axel, ter zake als voren
ieder tot eene boete van f 10, subs. 3 dagen hecht.,
met verbeurdverklaring van de onwettig geschoten
snip en bevel die uit te leveren of de waarde te
betalen ad 0,50 subs. 1 dag hecht.
L. K. en J. J., werklieden, beiden te Hoek, ter
zake van straatschenderijieder tot eene boete van
f 3, subs. 3 dagen hecht.
A. d. D., voerman en schipper te Ter Neuzen,
ter zake van het niet tegenwoordig zijn bij eene
oefening der brandweer te Ter Neuzentot eene
boete van 0,50, subs. 1 dag hecht.
I. d. M., werkman te Ter Neuzen, ter zake als
vorentot eene boete van f 3, subs. 3 dagen
hecht.
D. d. D., voerman en aannemer te Ter Neuzen,
ter zake als vorentot eene boete van f 0,50
subs. 1 dag hecht.
J. M., koetsier te Ter Neuzen, ter zake als voren
tot eene boete van f 0,50, subs. 1 dag hecht.
Ch. B., schipper te Philippine, ter zake van het
visscheu van mosselen, binnen 500 M. afstand van
den buitenteen van den dijk lot eene boete van
10, subs. 10 dagen hecht.
K. d. K. Jzn., zonder beroep te Axel, ter zake
van het rapen van schelpdieren, binnen 500 M.
afstand vau den buitenteen van den dijk, met oordeei
des onderscheids begaan door een kind voordat het
den leeftijd van 16 jaren heeft bereikt; tot eene
boete van f 1, subs. 2 dagen hecht.
H. V., werkman te Assenede (Belgie), ter zake
van het zonder consent bevisschen van een Zeeuw-
schen stroom tot eene boete van f 0,50, subs.
1 dag hecht.
P. M., werkman te Assenede (Belgie), ter zake
als voren; tot eene boete van f 0,50, subs. 1
dag hecht.
M. 't G., werkman te Axel, ter zake van open-
bare dronkenschap, op twee verschillende tijdstippen,
bij 4de herhalingtot hechtenis van 2 maal 21
dagen.
B. v. K., kleermaker te Ter Neuzen, ter zake
van open bare dronkenschap, bij 2de herhaling; tot
hechtenis van 14 dagen.
A. V., werkman te Ter Neuzen, ter zake van
openbare dronkenschap, bij l,te herhaling; tot
hechtenis van 3 dagen.
K. D. Kzn., zonder beroep te Hoek, ter zake
van openbare dronkenschap, met oordeei des onder
scheids begaan door een kind voordat het den leeftijd
van 16 jaren heeft bereikt; tot eene boete van
f 1, subs. 2 dagen hecht.
F. W., metselaar te Axel, ter zake van openbare
dronkenschaptot eene boete van f 1, subs. 1
dag hecht.
W. V., smid te Ter Neuzen, ter zake als voren
tot eene boete van f 3, subs. 2 dagen hecht.
J. d. J., schippersknecht te Ter Neuzen, ter
zake als vorentot eene boete van f 3, subs.
2 dagen hecht.
Ch. d. G., kantonnier te Hoek, ter zake als voren
tot eene boete van f 1, subs. 1 dag hecht.
Allen in de kosten vau het gediug.
Vrijgesproken G. A. A., herbergier te Ter
Neuzen, ter zake van het bejagen van eens anders
land zonder vergunningde kosten ten laste van
den staat.
Op een uur afstand van Brussel heeft Zondag een
verschrikkelijk spoorwegongeluk plaats gehad. De
trein, die om 9 uur 's morgens van Brussel naar
Ottignies, Namen en Ciney vertrok en uit 16
waggons bestond, derailleerde tusschen de stations
La Hulpe en Groenendael, juist voor een brug.
De locomotief kwam tegen een pilaar der brug
terecht en daar de trein een groote snelheid had,
omdat die niet voor Ottignies behoefde te stoppen,
stortten de tender en de vijf volgende personen-
waggons op de locomotief. Doch tegen zulk een
schok en een zoo zware vracht was de brug niet
bestand, zoodat de brug instortte, den zwaren last
in haar val medenemende. Het verschrikkelijke
tooneel te beschrijven, dat zich thans voordeed, is
niet mogelijk. Te midden der kreten van de
gewonden, deu schrik vau hen, die ongedeerd
waren gebleven, waren gelukkig nog eenige reizi-
gers, die hun koelbloedigheid behouden hadden en
naar het begin van den trein snelden om den
ongelukkigen gewonden, die tusschen de vernielde
spoorwegrijruigen beklemd zaten, hulp te bieden.
Twee geneeskundigen, de heeren Warnotsen Hauben,
bevonden zich in den trein en, gelukkig voor hen,
in een der laatste rijtuigen, zoodat zij ongedeerd
bleven. Onschatbare diensten konden beiden bewijzen.
Bijgestaan door den treinchef boden beiden de
eerste geneeskundige hulp. Toen de wanorde, door
de paniek veroorzaakt, een weinig hersteld was,
werd van Groenendael al het materieel ontboden,
dat aanwezig was tot het vervoer der gewonden.
Aanhoudend werden geheele stukken vleesch van
onder de verbrijzelde wagens gehaald. De lijken
werden voorloopig op zijde gelegd, want vdor alles
moest gezorgd worden voor de talrijke slachtoffers,
die een spoedige verzorging nog van den dood zou
kunnen redden. De wanhoopskreten, die door de
ongelukkigen geuit werden, verscheurden het hart.
Onmiddellijk was hulp uit Brussel ontboden en
tegen half een kwamen twee geneeskundigen op
de plaats des onheils aan, voorzien van alle noodige
instrumenten en verbandmiddelen. De doodeu en
gewonden, die te verminkt waren om hen ver te
kunnen vervoeren, werden naar Groenendael en
Boitsfort overgebracht, terwijl de overigen en zij
die het bepaald verlangden, per trein naar Brussel
werden vervoerd. De eerste trein met gewonden
kwam tegen half twee aan het Luxemburger station
te Brussel aan. Zes der gewonden waren reeds
onderweg overleden, waaronder een kindje van drie
jaar, dat hevige brandwonden had bekomen, en
welks gelaat dientengevolge geheel zwart was, te
midden waarvan een dubbele rij parelwitte tanden
schitterde. De lijken werden in een kabinet ge-
brachl, dat aan het kantoor van den stationchef
grenst, waar zij op kussens uit de 2e klasse wag
gons werden uitgestrekt. De arme kleine werd
tusschen haar vader en moeder gelegd, die onder
het vervoer eveneens waren overleden. De vier
overige overledenen waren twee flinke, steviggebouw-
de mannen, een oude dame en een vrouw van
ongeveer 25 jaar. Weinige oogenblikken later
werd ook het lijk van den stoker binnengebracht,
waarna in het station spoedig ook het achtste
slachtoffer overleed.
Ten einde te Brussel een te grooten oploop van
menschen te voorkomen bij de aankomst der
slachtoffers, was de tweede trein met dooden en
gewonden te Etterbeek opgehouden van waar de
geblesseerden per ziekewagens van het regiment
der guides en der artillerie, rechtstreeks naar de
ziekenhuizen werden vervoerd, terwijl de lijken,
naar gelang de identiteit was vastgesteld, naar de
morgue en de lijkenhuizen werden vervoerd.
In de stad had het bericht vau het spoorweg
ongeluk een groote sensatie teweeggebracht en
iedereen stroomde naar de stations, om den treu-
rigen stoet te zien aaukomen. In het Luxemburger
station waren tal van doctoren die hun hulp
kwamen aanbieden. Onder de autoriteiten be
vonden zich de ministers van openbare werken en
van justitie.
Zij, die gered zijn geworden, doen de meest
hartverscheurende verhaleir. Een boer, die nog
half verstijfd was van schrik, vertelde dat hij zich
in een der eerste rijtuigen had bevonden en de
eenige zijner makkers was, die ongedeerd er afge-
komen is. Zoodra de trein derailleerde, opende
hij het portier en sprung op den weg. Toen hij
eenige oogenblikken later getuige was van het
verschrikkelijke schouwspel op de brug, ging hij
in alle haast op de vlucht, een hoed, dien bij vond
medenemende. Als een krankzinnige liep hij tot
Boitsfort, waar hij uitgeput neerviel. De hoed was
met bloed bevlekt.
Tegen een uur werd men in het hospitaal Saint-
Jean te Brussel van het ongeluk in kennis gesteld
en verzocht bedden in de zaal der gewonden ge-
reed te maken. Een half uur later kwam de
eerste stoet aan, bestaande uit 9 personeu, die alien
een amputatie moesten ondergaan.
Het aantal slachtoffers is nog niet met zekerheid
op te geven, doch na zoover eergisteren in de
verwarring kon geconstateerd worden, waren er 14
dooden en ruim een vijl'tigtal gewonden, waarvan
er in het ziekenhuis reeds zijn overleden. Tegen
4 uur werd men in het hospitaal Saint-Jean ver-
wittigd, dat nog 46 gekwetsten onderweg waren.
In Limburg is het vrij algemeen gebruikelijk,
dat caudidaten voor het lulmaatschap van den ge-
meenteraad zich zelven bij advertentie en circulaire
in de gunst der heeren kiezers aanbevelen.
Een candidaat voor den gemeenteraad van
Broeksittard, heeft weer een ander, tevens goed-
kooper middel bedacht. Hij liet namelijk Donderdag
jl. door den dorpsomroeper afkondigen, dat hij
zich bij de verkiezing van Maandag a. s. candidaat
stelde en zich plechtig in de gunst van heeren
kiezers aanbeval.
De pachter H., te Groot-Welsden, vroeg
dezer dagen den veekoopman G., te Maastricht,
58 vijffrankstukken (290 fr.) voor een koe. „Is
dat een prijs voor een koe, die geen tanden meer
heeft" zei G. De handel leidde tot niets. Zater-
dag 11. ontmoette H. den veekoopman te Maastricht.
De koe kwam weer ter sprake. G. vond den
prijs maar te hoog voor een koe zonder tanden.
„Geeft ge", vroeg fl., „voor elken tand, die de
koe nog heeft, 10 fr., dan is ze uw eigendom."
Top, de koe was verkocht, tie tanden werden geteld,
en zij was nog in 't bezit van 32 tanden.
Een veearts zal moeten onderzoeken, of 't werke-
lijk echte tanden zijn. Een ieder is benieuwd naar
den afloop van zoo'n handel.
Een poging tot oplichting is Vrijdag te
's Gravenhage nog intijds verijdeld. Twee personen
vervoegden zich aan den Noordwal bij een turfschip-
per, wiens schuit aldaar lag. Zij bestelden namens
een fabrikant, wonende aan het water in het andere
gedeelte van de stad, 10,000 turven. De schipper,
verblijd met deze aanzienlijke levering, begon echter
over de betaling te spreken en toen hij meer
waarborgen voor de ontvangst vau zijn geld ver-
langde dan de opgave van naam en woonplaats van
den lastgever, ging hij, op verzoek van een der
twee personen, stadswaarts, om het geld, ten kantore
van den ontbieder der brandstof, te halen. De
ander zou achter blijven om op de schuit te passen.
Toen de schipper heengegaan was, is de derde
persoon met de schuit weggevaren. Hij was reeds
bijna met het vaartuig aan den uitgang der stad,
toen hij, daar de werkelijke schipper tot de orer-
tuiging was gekomen dat hij beetgenomen was, door
de politie werd aangehouden.
Donderdagavond om zes uur brak een hevige
brand uit in de Onnastraat te Steenwijk. Zes
huizen werden in de asch gelegd, zonder dat van
de inboedels iets kon gered worden. Ook is eenig
vee in de vlammeu omgekomen. De brand is
ontstaan bij den heer A. Bakker, door het over-
koken van een pot lijnolie. Aan de ijverige po-
gingen van de brandweer is het te danken, dat de
pastorie en de kerk der Christelijk gereformeerden
behouden zijn gebleven. Al het verbrande was
verzekerd.
Een van het detachement schepelingen der
marine, hetwelk na jaren van verblijf in Indie deze
week te Amsterdam terugkeerde, werd behalve
door zijne ouders, ook door zijne grootmoeder,
aan de De Ruyterkade afgewacht. De oude vronw
verbeidde met ongeduld de aankomst der mailboot
en sprak er over dat de kleinzoon zijn groot-
vader zoo zou missen, wiens overlijden hem nog
onbekend was. Naarmate de boot naderde en zij
op een afstand de schepelingen in de sloep zag
gaan, waarraede zij naar het wachtschip werden
vervoerd, vermeerderde hare spanning. Van de
brug waaronder de sloep doorvoer. ontdekte zij
haar kleinkind spoedig, en haar wuiven werd
door den aaugekomene dadelijk gezien en beant-
woord. Op hetzelfde oogenblik wankelt de oude,
zijgt neer en zonder meer te hebben kunnen spre
ken, overleed zij kort daarop.
Voor de met bun boter te Amersfoort ter
markt komende boereu en boerinnen was 1 Febr.
eene verrassing bereid. Althans op den druksten
tijd der markt verscheen de politie ouverwachts
met weegschaal, balans enz. In tijd van een
oogenblik was er groote wanorde in de onschuldige
kudden van bolerverkoopers, ieder zocht een goed
heenkomen, vooral daar op enkele uitzonderingen
na, de gewogen boter te licht werd bevonden
het was of een storm wind de boterverkoopers van
de markt geveegd had. Ingezetenen, gewoon zich
geregeld boter op de markt aan te schaffen, hebben
zich nu in de winkels moeten voorzien.
Het is te wenscnen, dat dit eene les voor de
boterverkoopers zal zijn en hen er aan herinneren,
dat de politie weet zorg te dragen, dat de inge
zetenen voldoende gewicht en waar voor hun geld
bekomen. Tegen eenige verkoopers is proces-
verbaal opgemaakt.
Een Amerikaansche diefstal. Diefstal van
paarden en rijtuigen, ja zelfs van menschen, en dan
liefst doodedaaraan is men in Amerika reeds
gewoon geraakt. lets nieuws is thans geschiedt
op dat gebied. In Louisville (Kentucky) bezat de
weduwe Ross een steenen huis van twee verdiepin-
gen. Dit huis bleef geruimen tijd onbewoond,
omdat de eigenares verplicht was geweest, tenge-
volge eener erfenis de stad te verlaten. De straat-
jongens hadden al spoedig de glazen ingeworpen,
kropen door deze tochtgaten naar binnen en over-
tuigden zich, dat 't huis ledig was.
Toen nog altijd de eigenares niet terugkwam,
besloten eenige wakkere burgers met algemeene
stem men, het huis onder elkander te verdeelen.
De een nam het dak, een ander de vensters en
deuren vier verdeelden de steenen onder elkander;
vier eigenden zich 't houtwerk toe en de overigen
moesten zich tevreden stellen met't metselwerk vau
den kelder. 't Afbreken geschiedde steeds des
nachts, zoodat de buren tot hunne groote verbazing
iederen morgen bemerkten, dat 't huis hoe langer
hoe kleiner werd, tot 'teindelijk was verdwenen.
Zelfs had men den grond tot een diepte van vijftien
voet uitgehold.
Na eeuigen tijd keerde mevr. Ross terug en toen
ze ontdekte wat er met haar eigendom was geschied,
viel de arme in onmacht. Zij kwam gelukkig
spoedig weer bij en stapte moedig naar 't politie—
bureau.
Maar helaas, van dfc dieven was geen spoor
terug te vinden, hoewel men meende, eenige stukken
van 't gestolen huis in verwijderde deelen van de
stad te herkennen. De weduwe moest zich eindelijk
tevreden stellen met de troost, dat ze nog ver-
heugd mocht zijn, dat de grond, waarop 't huis
had gestaan, uit rotsachtige aarde bestond in plaats
van uit los zand, want anders hadden misschien de
dieven 't geheele stuk meegenomen
Te Ridgway, in het Engelsche graafschap
Derbyshire, doet zich het zonderlinge geval voor,
dat eene dame, die de bruid Was en onder de ge-
boden stond, zich ook met een anderen bruidegom
onder de geboden heeft laten inschrijven. Nu
verbiedt de wet wel twee mannen, maar niet twee
bruidegoms te hebben. De predikant heeft haar
dan ook rustig haar gang laten gaan en wacht nu
af, welken der bruidegoms zij als de troiiwdug
komt, verkiezen zal. Intusschen laat zich denken,
hoeveel opzien deze zaak bij de bevolking van
Ridgway wekt.
Uit Tunis kwam dezer dagen het bericht,
dat daar de moordenaar van Whitechapel in
hechtenis was genomen. Spoedig daarop werd de
juistheid van dat bericht in twijfel getrokken.
Thans echter zijn omtrent den in Tunis gearresteerde
door den Britschen consul aan diens Regeering
mededeelingen verstrekt en is inderdaad het ver-
moeden gewettigd, dat Alfred Gray (zoo heet de
gevangene) die vreeselijke misdaden, welke destijds
door het Oostend van Londen een algemeenen schrik
verspreidden, op zijn geweten heeft. Gray gaf, eer
hij wist, waar men op doelde, toe, bij tusschen-
poozen in Whitechapel gewoond te hebben. Toen
hij bemerkte, dat men hem fotografeerde, begon
hij eensklaps sterk te beven.
In zijn opgaven aan den consul sprak hij zich
zelf aanhoudend tegen. In zijn gezelschap bevond
zich een meisje, dat opgaf, langen tijd met Gray
„in Whitechapel achter de kerk" samen gewoond
te hebben. Het paar had onder meer een etui,
waarin een scheermes, bij zich. De jonge vrouw
Uve