Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2476.
YVoensdag 6 Februari 1889.
29® Jaargang.
DE; WFlIUQlSft®*
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden biunen Ter Neuzen 1,franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
Dit bind
ver«cliljat Dinsdag- en Vrijdagavond bij de» nitgewer P. J. VAN DE SAMP lc ^cr Neuzen.
folltieli Overzicht.
Uit Weenen wordt thans officieel erkend dat
de prins zelfmoord heeft gepleegd. Aan die verklaring
wordt echter ernstig getwijfeld, evenzeer trouwens
aan de beweerde verouderstelling van een duel met
een aanzienlijken „cavelier," of dat eene voornaine
dame in de zaak betrokken zou zijnniet minder
ook hieraan dat eene revolverkogel den dood ver-
oorzaakt zou hebben, wat weinig overeenstemt met
de geneeskundige verklaring, dat er aan hetvoor-
hoofd een groote wond is, met eene belangrijke
openscheuring van de schedelhuid en eene ernstige
beachadiging van den schedel is slechts waarschijnlijk
na een zwaren slag met een stomp werktuig.
Na lange en heftige debatten in den Hongaarschen
Rijksdag is eindelijk het Wehrgesetz" aangeuomen.
Koloman Tisza is wederom overwiunaar gebleven.
Toen de ministers, na afloop van de beslissende
zitting, de vergaderzaal wilden verlaten, werd hun
dit belet door eene talrijke, opgewonden menigte,
voor welke „Weg met Tisza!" het wachtwoord
was, en die zich zoo oproerig aanstelde, dat politie
en garnizoen te hulp moesten worden geroepen en
dat herhaaldelijk van de wapenen moest worden
gebruik gemaakt, eer rust en orde waren hersteld.
Het oploopje kostte eenige ruiten, gaslantaarns en
eukele wiukelkasten, waarin zich photographische
afbeeldingeu van den premier bevonden.
Op het balkan-schiereiland duurt de beweging
voort. Naar de Daily News verneemt, heeft de
Oostenrijksche regeering, naar aanleidiug derpogingen
van de Servische radikaleu om in Bosuie oulusten
te verwekken, gedreigd Novibazar te bezetten en
nog andere inaatregelen van dwang te zullen nemen,
indien het blijken mocht, dat de Servische regeering
de radikalen ondersteunt. Deze waarschuwingen
moeteu reeds de beoogde uitwerking gehad hebben.
Volgens hetzelfde Engelsche orgaan heeft de re
geering van Bulgarije aan die van Servie voorgesteld,
eene samenkomst te doen houden tussehen prins
Ferdinand en Koniiig Milan op de wederzijdsche
grens. Laatstgenoemde moet hiertoe geneigd zijn,
doch de radikalen in Servie willen nog van geen
toenaderiug weten.
De schoonzoon van den vorst van Montenegro,
prins Karageorgewitsch, de woelgeest, die te Weenen
vertoefde, heeft een audientie aan Keizer Frans
gevraagd, doch is afgewezen. Men heeft hem
gezegd, dat hij zich des Maandags kou aanmeldeu,
den dag der publieke audientie. Prins Peter
vertrok na deze boodschap naar St. Petersburg,
waar hij beter ontvangen zal worden. Hij en
schooupapa hebben al zoo menig roebel van den
Czaar in den zak, als belooning voor hunne stokerijen
op het Balkan-schiereiland.
Italie's Koning heeft de Kamers geopend en de
aanbieding van verscheidene nieuwe wetten in uit-
FEUILLETON
35) -
Door de zeelucht was zijne lichamelijke gezond
hied geheel hersteld, maar zijn geest nam in dezelfde
verhouding af.
Is dat de man, dien ik bemin vroeg zich
Gabrielle vaak af, wanneer zij hem beschouwde.
Doch zij legde deze stem het zwijgen op, en werd
zelfs beschaamd zulke gedachten te hebben. Zij
moest haar gevoel geweld aandoen tegenover dat ge/
raamte, dat zij haar man noemdehet was duidelijk dat
zijn geweten hem folterde en daarom had zij
medelijden met den ongelukkige.
Des morgens, eer nog de zieke wakker was,
ging zij met haar kind in de vrije natuur en
vergat een oogenblik haar leed. Dan keerde zij
terugde zieke was wakker en reeds op. Zij
moest hem in den leuustoel zetten en met hem
allerlei dingen bespreken, iets wat veel geduld en
liefde vorderde. Ook wandelde zij met hem aan
het strand, waarbij zij hem aan den arm leidde.
En dan die vreeselijke nachten van delirium, als
zij altijd op de been moest zijn, en list en geweld
moest gebruiken. De arme man, die zijne vrouw
zoo vurig beminde en het haar wel twintigmaal
op eenen dag verzekerde, verbreidde eene hel om
zich been, ofschoon hem een engel van reiuheid
zicht gesteld. Dat Umberto niet vergat het bezoek
van Wilhelm II te vermelden en te wijzen op
versterking van leger en vloot behoeft nauwelijks
gezegd. Inmiddels hadden in Rome's omstreken
ernstige ongeregeldheden plaats. Acht politieke
vereenigiugen waren bij de Nomentano—brug in
eene herberg vergaderd om den slag bij Dyon in
1871, waar de Garibaldianen vochten, te her-
denken. Toen heftige rcdevoeringen werden uitge-
sproken tegen het huis Savoye en de monarchie,
kwam de politie tusschenbeide, en een gevecht
ontstond, waarin de politie het onderspit moest
delven en verscheidene agenten werden gewond.
De manifestanten wilden toen met de roode vlag
de stad intrekken, maar werden bij de Porta Pia
afgeweerd. Zij begroetten daar de politie met
steenen en eukele revolverschoten en de orde moest
door de troepen worden hersteld. Zestien mannen
werden gevangen genomen.
Keizer Wilhelm II heeft twee Hamburger
kooplieden, die met den handel in guano een
groot vermogen hebben verworveu, tot den erfelijken
vrijheerstand verheven, niet om den guano-handel,
maar oradat die heeren de Norddeutsche Algemeine
Zeitung hebben gekocht en ter beschikking gesteld
van den rijkskanselier. Daareutegen is beslag
gelegd op de Kreuzzeitung, het Pruisische Jonker-
blad, omdat het in vrij krasse bewoordingen heeft
afgekeurd de openbaarinaking van de aanklacht
tegen Geffcken. Op het bureau is huiszoekiug
gedaan, teneinde den schrijver te ontdekken. Von
llammerstein heeft dadelijk het manuscript aan de
polilie ter hand gesteld, maar weigerde den schrijver
te noemen en aanvaardde de voile verantwoordelijk-
heid. Het voorstel Vetreffende Oost-Afrika gaat
er in den Rijksdag met huid en haar door.
Omtreut den toestand van Z. M. den Koning
wordt het volgende medegedeeld
De wending ten goede, heeft in de afgeloopen
week aangehouden. De moedeloosheid, de gedrukt-
heid, die den hoogen lijder kwelden, zijn geheel
geweken.
In het begin der vorige week werd op een
avond Z. M. plotseling door een duizeling bevangen
en stortte neder. H. M. de Koningin, wier ver-
trekken onder die van Z. M. gelegen-zijn en die
gereed was zich ter rustle te begeven, hoorde den
val en snelde aanstonds ter hulp, terwijl de bedien-
den, wier wachtkamer vrij ver van 's Konings
slaapvertrek verwijderd is, van het ongeval, dat
gelukkig geen nadeelige gevolgen heeft gehad,
aauvankelijk onkundig bleven. Een der gevolgen
van den schok, dien de gezondheid des Konings
heeft doorstaan, is, dat Z. M. zich zeer afgemat
en geduld verpleegde.
Gabrielle was gaarne in Villerville. Hare ge
zondheid werd beter door de reine, krachtige lucht.
De lange wandelingen in de bosschen deden haar en
haar kind goed. De zee sprak tot haar eene
geheiinzinnige en goddelijke taal en hare ziel kon
deze taal verstaan. Wat is de mensch in de wereld?
vroeg zij vaak zich zelf af. In het gevoel harer
nietigheid vergat zij haar lijden en de duistere toe-
komst. Met welk recht bestorm ik den hemel
met mijne klachten, terwijl millioenen menschen
ver van hun huis en hunne beminden zijn en in
gevaar verkeeren
Op zekeren dag zeide Lachenal tot haar op den
toon van een bedorven kind Ik ben weer geheel
hersteld en wil naar Caen terugkeeren.
Gij vergist u, vriend, hernam zij, als gij wer-
kelijk beter zijt, hebt gij dit te danken aan de
zeelucht en het zou slecht zijn, als we nu reeds
vertrokken.
Ik wil mijne werkzaamheden aan de rechtbank
weer hervatten.
Daar is nu weinig te doen wacht den winter
af. Overigens zou u dit zeer afmatten.
Ik ver veel mij hierde ledigheid doodt mij
Ik ben voor het werk geboren en de rust is voor
mij het ergste kwaad.
Menigen dag verzette hij zich nog tegen zijn
voornemeu. Eindelijk zeide hij Ik wil vertrek-
ken, ik ben vast besloten.
Goed, hernam zij, maar zeg mij de reden.
gevoelt en daarom gedurende het grootste gedeelte
van den dag rust neemt. Ook Zondag, toen Dr.
Vinkhuijzen gedurende eenige uren op het Loo
vertoefde, heeft Z. M. den dag grootendeels te
bed doorgebracht.
Dat de toestand des Konings voor het oogenblik
geen zorg verwekt, mag afgeleid worden uit het
feit, dat de hofarts Dr. Vlaanderen, de laatste drie
nachten niet meer, zooals te voren, op het Paleis
heeft doorgebracht.
Uit Friesland wordt aan de N. R. Ct. gemeld,
dat de afschaffing der gedwongen wiukelnering nog
niet veel verandering teweeggebracht heeft in de
toestanden der veen—arbeiders. Ofschoon zij thans
volkomen vrij zijn hunne winkelwaren te koopen
waar hun goeddunkt, blijven de meesten nog evenals
vroeger bij de veenbazen koopen, om de eenvoudige
reden, dat zij dezen in de wintermaanden noodig
hebben. Wel echter heeft deze maatregel ten
gevolge gehad, dat voor sommige artikelen prijs-
verlaging heeft plaats gehad.
Onlangs deed in de dagbladen een bericht
de ronde, waarin werd aangetoond, dat hier te
lande afzenders van postwissels naar Belgie in
ongunstige conditie verkeerden, tegenover afzenders
van postwissels uit Belgie naar Nederland.
Door herziening van den ^tabel der herleiding,
is thans aan dit euvel tegemoet gekomen.
Yroeger geschiede de herleiding van guldens in
francs volgens den maatstaf van I gulden is gelijk
aan 2 francs 8 centimes, thans wordt 1 gulden
gelijk gesteld aan 2 francs 9^ centimes.
Ook voor Duitschland en Engeland is de her-
leidingstabel gewijzigd.
Bij verzending van postwissels naar Duitschland
werd een gulden gelijk gesteld aan 1 Mark 68
penningen, thans is dit 1 Mark 69 penningen.
Voor Engeland gold 1 pond sterling voor 12
gulden 16 cent, thans geschiedt de herleiding
volgens den maatstaf van 1 pond sterliug is gelijk
aan 12 gulden 10 cent.
Landverhuizing naar Brazilie
Eukele maanden geleden vertrokken eenige
Nederlandsche werklieden met hun gezinnen naar
Brazilie. In een brief van een dezer aan zijn familie
in Holland zegt hij onder andere
,/Koudeu we op onze bloote voeten naar huis
terugkeeren, geen uur zouden wij ons bedenken,
want wij zijn deerlijk bedrogeu.
Wellicht is het een leerschool voor ons om niet
zoo spoedig ontevreden te zijn.
Dag en nacht beramen wij middelen om van hier
te komen, doch dat zal niet gemakkelijk zijn en er
is geen vooruitzicht op beterschap.
Zeg aan hen, die als landverhuizers naar Brazilie
willen gaan, dat zij liever hun handen laten afkappen
dan herwaarts te vertrekken
En hij gaf zulk eene zonderlinge reden op, dat
zijne vrouw verschrikte en bij haar zelve dacht
Zouden de doktoren gelijk hebben en mijn man
werkelijk krankzinnig worden
Hugonet is, zooals gij weet, voor eenige dageu
hier geweest en heeft mij van eenen Dominicauer
gesproken, die tijdelijk in Caen verblijf houdt en
in Saiut-Etienne predikt.
Wel.
Wel, deze monnik moet een buitengewoon man
zijn. Hij reist door noordelijk Frankrijk en predikt
iu iedere stad of dorp, waar hij kornt. Hij leeft
als een kluizenaar, voedt zich met vruchten en
wortelen, drinkt nooit wijn, slaapt op een hard
bed, wijst alle gastvrijheid af, verkeert met nie-
mand en spreekt alleen tot de menschen op den kansel.
Hij is een heilige, zeide Gabrielle, maar ik zie
niet in wat zijne tegenwoordigheid in Caen
Doch hij viel haar hardnekkig in de rede en
bleef zijne meeniug volhoudenIedereen spreekt
van hem, hij maakt buitengewonen opgang, waar
hij ook verschijnt.
Hij spreekt met eene overtuiging en eene wel-
sprekendheid, die den sterkste aangrijpt en de
zwakken doet beven ik wil hem hooren.
Gij, zoo ziek, als ge zijt Gij hebt behoefte
aan rust voor geest en lichaam.
Ik word door twijfel gekweld, en wellicht redt
mij het woord van dien man Ook ben ik nieuws-
gierig naar zijn welsprekendheid. Ik moet hem hooren.
Welaau dan, zeide de jonge vrouw gelaten, we
In het Oosten van het eiland Wolfaartsdijk
ligt de Wilhelminapolder.
In den grijzen voortijd bestonden van dien polder
nog niets dan schorren, slikken enz. De heeren
De Perponcher die zich heeren van Wolfaartsdijk
noemden, maakten op die schorren enz. aanspraak,
welke door de Staten van Zeeland werd betwist,
tot men het in 1704 eens werd over een deel,
waarvan de eigendom der heeren De Perponcher
werd erkend, en ook hun ambachtsheerlijke rechten,
terwijl men over het restant in 1790 een transactie
sloot, waarbij dit tussehen de Staten en de am
bachtsheerlijke familie werd verdeeld. Het deel
dat nu toeviel aan de familie De Perponcher
vormde met het reeds vroeger verkregene, de
tegenwoordige Wilhelminapolder.
In 1809 verkocht de familie die gronden met
alle hare rechten aan de familie Mees en anderen
te Rotterdam, zoodat de erfgenamen van den
toenmaligen kooper, nu zijn erfgenamen van den
Wilhelminapolder en uitoefenende ambachtsheerlijke
rechten.
De Wilhelminapolder wordt omspoeld door de
Zandkreek en de Ooster-Schelde.
Nu zijn in de Zandkreek weer schorren en slikken
ontstaan, die bij laagwater droog loopen en waarvan
de eigendom door de heeren wordt gevorderd. Zij
vorderen namelijk den eigendom van de schorren
en slikken, gelegen ten zuiden van de laagwaterlijn
in de Zandkreek.
Deze slikken worden nu door den Staat gebruikt
voor oester- en mosselenteelt.
Deze zaak werd voor den Hoogen Raad bepleit,
aan de zijde van den Staat door Mr. Thorbecke
en aan de zijde van de ambachtsheerlijke familie
door Mr. Vlielander-Hein.
De conclusie van het O. M. is bepaald op 15
Februari a. s.
Verscheidene ambtenaren, daaronder ook de
Minister van Buitenlandsche Zaken, hebben Spaansche
ridderorden ontvangen.
In den Haag liep daaromtrent het volgende verhaal
Door den Spaanschen gezant waren aan den
Minister eenige ridderkruisen ter beschikking van
de ambtenaren gesteld, die medegewerkt hadden
tot het totstandbrengen van het handelstraktaat.
Hierbij was ook het grootkruis, waaromtrent de
zaakgelastigde zeide, dat Zijne Excellentie er mede
kou handelen naar goedvinden. De bedoeling van
een diplomaat te raden, is niet altijd gemakkelijk
de gissing ligt echter voor de hand, dat het bestemd
was voor den Minister van Buitenlandsche Zaken,
die het traktaat had verdedigd des Ministers
voorganger alzoo.
De heer Hartsen heeft het opgevat dat hij de
bedoelde persoon was en draagt nu zelf het
grootkruis.
zullen morgen vertrekken
Den volgenden nacht sliep hij niet, om vier
uur was hij reeds op. Volgens zijne berekening
kon men om twee uur te Caen zijn de Domini-
kauer preekte om drie, dus kon Lachenal hem
dadelijk hooren en deze hoop wekte hem geheel op.
Om vijf uur kwam de wagen en ze vertrokken.
Wij zullen terugkomen, zeide Gabrielle, weemoedig
omziende, ofschoon zij zelf niet aan hare woorden
geloofde.
Ja ja, bevestigde Lachenal, die zich met koorts-
achtige beweging in den wagen wierp, wij komen
terug na het vertrek van den monnik.
De monnik, dacht Gabrielle, wie is die man
Wat wil hij van ons, dat hij zoo onze rust verstoort
Doch zij gevoelde onwillekeurig ook den wensch,
het machtige woord van den Dominikaner te
hoorenzij had behoefte aan woorden van troost,
het zachtzinnige slachtoffer. De kleine wagen reed
in galop weg en om twee uur waren ze reeds in
Caen. Lachenal was doodmoe, toch wilde hij geene
rust nemen, maar verkleede zich dadelijk. Zijne
vrouw wilde eten voor hem opbrengen, doch hij
zeideNeen, neen, later als wij terugkomen
De kleine Rend werd aan de zorg van een be-
diende toevertrouwd en de zieke reed met zijne
vrouw naar Saint Etienne. De kerk lag kort bij
hunne woning; doch eer zij konden binnengaau
moesten zij lang wachten, want eene menigte
menschen betwistten elkander den toegang.
(Wordt vervolgd.)
IIZENSCH
EQUANT.