Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2475. Zaterdag 2 Februari 1889. 29e Jaargang. 6i Binnenland. REDEV0ERING ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,82£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. AD VESTENTISN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot bet plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. nit blad verschljnt Dinwdas- en Vrljdagavond bij den nltgever P. J. VAN DE S A N D E te Ter Neuzen, Bij deze courant belioort eeu bijvoegsel. van den heer Mr. Moolenburgh in de laatste zitting der Eerste Katner, voor zoover het de haven van Ter Neuzen betreft. ffIn de tweede plaats betuig ik deu Minister mijn genoegen over het gegeven nitzicht op eene ver- betering der los- en ladiugplaats te Ter Neuzen, eene zaak van algemeen belang en niet van louter localen aard. Met een eukel woord herinner ik aan de verleden jaar door mij aangevoerde cijfersik wees er toen op dat volgens het traclaat met Belgie aan den Staat der Nederlanden jaarlijks wordt be- taalt f 58,300 voor onderhoud van het kanaal op ons grondgebied, dat de kanaalrechten ten behoeve van het Rijk in 1887 bedroegen in ronde cijfers f 70,000, zoodat meer dan een ton gouds aan de schatkist wordt opgebracht. Ik heb toen gezegd, en herhaal het zonder vrees voor tegenspraak, dat de onderhoudskosteu van het kanaal veel minder bedragen. Ik vind in den uitgewerkten staat tot dit hoofdstuk dat voor 1888 is toegestaan /"94,000 en voor 1889 geraamd f 86,000, dus eene mindere som voor het onderhoud dan de schatkist ontvangt door den afkoop van Belgie en de kanaalrechten. l)e Minister heeft de vriendelijke toezegging ge- daan te zullen onderzoeken of verbeteriug van de los- en ladingplaats noodig is, en zoo ja welke alsmede of het belang van den Staat medebrengt haar daar te stellen voor zijne rekening. Dat op het kanaal van Ter Neuzen een bestendige vooruitgang wordt waargenomenblijkl uit de Middelburgsche Courant van 10 Januari jl., volgens welke in 1888 zijn binnengekomen 1314 en in 1887 1192 zeeschepen; dat aan de sluis te Ter Neuzen in 1887 hebben geschut 3597 rivierschepen tegen 3818 in 1888, dus eene gestadige progressie. Nog blijkt uit de aanteekeningen uit verschillende dagbladen dat in 1888 aan het telegraafkantoor te Ter Neuzen werden verzonden en besteld (in ronde cijfers) 28,000 telegrammen tegen 24,000 in 1887. Het antwoord op de vraag of die vooruitgang be- stendig zal zijn, zal veel afhangen van hetgeen de Regeering zal doen, nu erkend is dat de los- en ladingplaats voor zeeschepen veel te wenschen over laat, dat deze bij zekere getijden niet in het kanaal kunnen komen en op den vloed moeten wachten. Daar is verbetering aan te brengen met niet veel offers voor de schatkist. Wanneer nu de Regeering zoo lang blijft onder zoeken, dat de slikken zich verder uitbreiden en dat de bestaaude onvoldoende los- en ladingplaats een poel wordt, dan kan ik den Minister voorspellen, dat die vooruitgang niet zal bestendigd worden, maar na 2 of 3 jaren op andere uitkomsteu zal gewezen worden. Maar a qui la faute Tot hiertoe is alles overgelaten aan het particulier FEUILLETON. 34) Wie was hij Op zekeren dag had hij gezegd terwijl hij een kind beschouwde Gij zult gelukkiger zijn dan ik. En dat was ook alles. Hoe dieper Gabrielle vorschte, des te dichter werd de nevel van het verleden. Deze man, dien zij eens meende te beminuen, boezemde haar nu afschrik in Dagelijks werd hij zwakker en geheimzinniger. In zijne koortsachtige opgewondenheid sprak hij immer van den dood en van gewetenswroegingen. Dan beefde zijne echtgenoote, want het was zoo ge- makkelijk aan zijn woorden beteekenis te geven. Op zekeren nacht hief hij zich in den drooin in zijn bed op en riep uitBemin mij niet Ik ben een ellendeling, een monster Ik heb eenen on- schuldige laten sterven; daarom verdien ik ook den dood. Ja, dat men mij doode, dan zal mij recht wedervaren Gabrielle, die hem steeds met liefde verzorgde, zocht hem gerust te stellen, maar dit gelukte eerst na veel moeite. Hij zal weer een rechtsgeding in het hoofd hebben, dacht zij, maar toch joegen haar deze woorden schrik aan, als zij ze zich later herinnerde. Ook Lachenal was zijnen droom bewust geworden, toen Gabrielle hem wakker maakte. Het was zichtbaar, dat hij initiatief: er is een spoorweg gemaakt van Ter Neuzen naar Gent, een ander van Ter Neuzen naar Mechelen maar de Staat heeft er geen enkelen cent aan besteed. Ik maak er der Regeering geen grief van, maar nu schieten de krachten te kort, en bij de groote vlucht die de scheepvaart heeft genomen, waarvan het Rijk groote voordeelen geniet, is het noodig eene voldoende los- en laadplaats te hebben. Men vraagt geene tonnen, geen half millioen of een millioenmaar eenvoudig een subsidie van f 65,000. Zonder nu door eenige jaloezie te zijn gedreven, dunkt mij, dat, bij de enorme somraen, welke tot verbetering onzer rivieren en kanalen voor groote geineenten besteed worden, hetgeen ik haar van harte gun wat voor deze plaats gevraagd wordt niet de moeite waard is daarover een debat te voeren. De Minister heeft te kennen gegeven, de zaak nauwkeurig te zullen onderzoeken. Indien ik 's Ministers antwoord in de Tweede Kamer goed begrijp, is het zijne bedoeling, wanneer hem blijkt dat 's lands belang bij de zaak betrokken is, het werk op de begrooting te brengen. In dit opzicht druk ik de hoopvolle verwachting uit, dat zulks moge geschieden." l-*olitieli Overzicht. De Keizer is jarig geweest. Verscheidene vor- stelijke personen, de leden van het corps diplo matique en de rijkskanselier waren bij de receptie. 's Middags werden de vaandels en standaarden van de lijfwacht, tot dusverre in het paleis van den vorigen Keizer bewaard, naar de residentie van Wilhelm II overgebracht. Ook van Crispi ontving de Keizer een telegram door bemiddelling van Von Bismarck, waarin Wilhelm de gelukwenschen van het Italiaansche volk werden aangeboden. De correspondenten van een paar Fransche bladen te Berlijn woouachtig zijn verzocht door den directeur der politie, om iulichtingen te geven nopens hen zelveu en hunne collega's, Fransche journalisten, te Berlijn. 't Geldt misschien de zaak Morier. De heeren wenschten niets uit te laten en kregen een uur later orders om zich bij den directeur te vervoegen met de bedreiging bij nalatigheid door den sterken arm gedwongen te zullen worden. Zij gingen niet. Zaterdagmorgen negen uur werd de heer Saiut—Mesmin in de Friedrichstrasse door een agent in politiek gearresteerd en in een rijtuig naar het politie-bureau gebracht, waar hij door den heer Rausch werd ondervraagd. De ambtenaar vroeg hem op hoogen toon of hij, Saint-Mesroin, de auteur was van het laatste artikel in de Figaro boven zijne haudteekening verschenen. Het ant woord luidde bevestigend, maar op verder vragen betreffeude zijne verhouding tot de directie van de Figaro en andere zaken weigerde Sainl-Mesmin te antwoorden. //Gij moet gehoorzamen," zeide vreesde verdachte woorden gesproken te hebben, en nu wist hij niet meer, hoe zich tegenover zijue echtgenoote te verhouden. De volgende nachteu herhaalde zich het delirium, nu echter begon hij te zuchten, te weenen en vergiffenis te vragen. Gabrielle outbood Dr. Hugonet en nog twee andere artsen, die alien verzwakking van hersenen en begin van krankzinnigheid constateerden. Wij moeten hier voorzichtig te werk gaan, zeide de geleerde dokter Hugonet, die voorbijgaande aanval- len kunnen in volslagen krankzinnigheid overslaau. Mijn man krankzinnigriep Gabrielle, groote GodEn mijn kindWeiuige dagen later kon zij zich overtuigeu, dat Dr. Hugonet eens bij uitzondering gelijk had. De jonge vrouw leefde voortdurend in angst, dag en nacht waakte zij over naren echtgenootzij sloeg de rainste zijner bewegingen gade, zijn blik, zijn glimlach en vroeg zich iederen keer afWaaraan denkt hij Op zekeren avond opende zij zachtjes en onver- wachts de deur van het vertrek, waarin hij reeds meerdere uren vertoefde. Hij zat voor den lessenaar en schreef met bevende hand. Door het gedruisch, dat Gabrielle bij het binnentreden maakte, gewekt, sprang hij op en wierp het beschreven blad in het vuur. Verschrikt zag zij hem aan, hij wendde het aangezicht af, alsof hij vreesde, dat zij in zijne oogen het geheim zou ontdekken, dat het vuur zoo even verslonden had. de commissaris, waarop Saint-Mesmin hernam, dat een journalist niet in den dienst der politie staat, en dat hij, zoover hij wist, geen enkele wet had overtreden. Daarop werd hij vrijgelaten. De heer Bertrand heeft men, na zijne weigering om bij de politie te komen, geheel met rust gelaten. Het Huis Habsburg is door een zwaren slag getroffen. Door een onverwachte ramp is de eenige zoon van Keizer Frans Jozef in den bloei des levens weggerukt. Aartshertog Rudolf, die door zijn beminnelijk karakter niet alleen bij de Oosten- rijkers, maar ook bij de Hongaren bijzonder bemind was, verliet de hoofdstad voor eeu paar dagen, ten einde op het slot Mayerlinden bij Weenen te jagen. De aartshertog was voornemens spoedig terug te keeren, want op zijn verlangen was graaf Stephan Karolyi uit Pest naar Weenen ontboden, teneinde den kroonprins ophelderingen te geven over het verzet der Hongaren tegen de nieuwe legerwet. Graaf Karolyi kwam te Weenen aan, toen de tijdiug daar reeds was ontvangen, dat de aartshertog op het jachtslot was overleden. Den 10den Mei 1881 trad Rudolf in het huwelijk met de 17jarige prinses Stephani, de tweede dochter van Koning Leopold van Belgie. Den 2den September 1883 werd uit dit huwelijk de prinses Elizabeth geboren, het eenige kind, waarmede dit huwelijk werd gezegend. Daar in Oostenrijk—Hongarije de vrouwelijke linie, hoewel niet van de regeering uitgesloten, toch eerst in aanmerking komtindien geen mannelijke afstammeling uit de rechte lijn van het Huis Habsburg-Lotharingen in leven is treedt Keizer Frans Jozefs oudste breeder nu als troon- opvolger op. Door den dood van's Keizers oudsten broeder, Maximiliaan van Mexiko, is nu aartshertog Karel Lodewijk de naaste erfgenaam des Keizers. Aartshertog Karel Lodewijk is een man van 56 jaren, die, na eerst gehuwd te ziju geweest met prinses Margaretha van Saksen en de aartshertogin Maria, in 1873 ten derden male in het huwelijk trad met de aartshertogin Maria Theresia. Ook te Brussel werd de tijding van het plotseling overlijden van koning Leopolds schoonzoon met groote deelneming ontvangen. De minister-president Beernaert en de minister van buitenlandsche zaken, prins Chimay, verlieten terstond de Kamer, welke juist bijeen was, teneinde onmiddellijk den koning hun deelneming over het geleden verlies te betuigen. Evenals te Weenen, werden ook te Brussel's avonds de schouwburgen gesloten. Ofschoon de overleden aartshertog in de eerste plaats beoefenaar der wetenschap was, ontbrak hem toch eveurain de militaire geest der Habsburgers. De hooge rang, dien de kroonprins in het leger bekleedde hij was veldmaarschalk en inspecteur- generaal der infanterie was voor hem niet alleen een eereambt, hetwelk hem krachtens zijn afkomst toekwam. Met de meeste belangstelling volgde de Acht dagen later had een ander voorval plaats. Het was op een Zondag. Gabrielle was juist tehuis gekomen en ging naar hare slaapkamer. Zij meende, dat de sleutel van binnen stak en ging daarom door eene andere deur naar binnen. Zij deinsde terug bij het gezicht van haar man, die voor den schoorsteen stond en een pistool in de hand hield. Hij beschouwde het wapen, laadde het en richtte het op zijn borst. Plotseling scheen hij een vreeselijk besluit te nemen, hij drukte af en een felle knal dreunde door het huis. De jonge vrouw echter, die zachtjes genaderd was, had snel zijn arm gevatde kogel van de richting afgeweken en in den muur gedrongen. Toch viel Lachenal door zijne heftige opgewondenheid als dood ter aarde. HOOFDSTUK III. Het was in het begin van Mei. De zon straalde aan den hemel, zoete geuren vervulden het bosch en vroolijke liederen weerklouken door het veld. De lente was gekomen. Eene jonge vrouw met een bekoorlijk knaapje, dat voortdurend heen en weer liep, ging in den vroegen morgen den weg op, die van Caen naar Villerville voerde. Caen ligt zes uur van Trouville, en Trouville van illerville nauwelijks drie kwartier. Villerville wordt meestal bezocht door hen, die niet van kostbare badplaatsen liouden. Trouville is prachtig kroonprins de outwikkeling van het Oostenrijksch- Hongaarsche leger en dat hij ook de krijgszaken met zijn gewone nauwgezetheid bestudeerde, daarvan getuigden de voordrachten, welke de prins meer- malen over verschillende onderdeelen der krijgs- wetenschap in beperkten kring voor de officieren hield. De invoering der talrijke en vaak ingrijpeude hervormingen, welke in de laatste jaren in het Oostenrijksche leger zijn ingevoerd, werd dan ook steeds door den kroonprins met alle kracht gesteund. Omtrent den toestand des Konings deelt de Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. het vol gende mede //De ziekte des Konings heeft het gewone verloop. Tot nogtoe nemen de krachten minder snel af dan men aauvankelijk vreesde, maar, al moge de Staats- courant schier elken avond de natie in schijn ge- ruststellen door de vermelding van de kalmte en rust van den hoogen lijder, ik meen wel te doen met mijnerzijds tegen illusien te waarschuwen. De phase van apathie, die reeds voor een dag of vier scheen te nadereu, is nu werkelijk ingetreden. Z. M. slaapt veel, niet enkel 's nachts, maar ook bij dag't is de slaap der uitputting, niet de ver- kwikkende sluimering van den zieke, die, ontwakend, zich versterkt gevoelt. De eetlust blijft ook zeer gering en wat de officieele bulletins niet ver- melden is de hoofdzaak de polslag wordt allengs minder krachtig en de geest verzwakt voortdurend. Nu en dan is de Koning in de laatste dagen nog eens opgestaan, maar alleen voor weinige oogen- blikken; hij teekent nog alle stukken, maar werkt overigens niet meer in den eigenlijken zin des woords. De geneeshderen ontveinzen zich geen oogenblik het blijvend gevaar en het vermoedelijk spoedig einde, dat wel in een zacht inslapen zal zijn gelegen. Het is waar, dat prof. Rosenstein de mogelijkheid van een zeer langdurig ziekteproces heeft toegege- ven, maar niet onvoorwaardelijkhij moet II? M. de Koningin, die hem na zijn laatste consult ont- ving|, onbewimpeld hebben verklaard, dat, zoodra er in den toestand van opgewondenheid, waarin Z. M. in de vorige week verkeerde, een wending kwam, de afloop spoediger zou zijn dan op dat oogenblik was te wachten. En die wendingze is helaas sedert Woensdagavond gekomen. Van toen af heeft de onrust des lijders voor een onheil- spellende kalmte plaats gemaakt." De jongste berichteu omtrent's Konings toestand luiden niet ongunstig. Z. Jl. houdt zich dagelijks in den voormiddag een korten tijd bezig met de afdoening van staats- zaken. Aan de Tweede Kamer is door het bestnur van de Vereeniging tot bestrijding van knoeierijen Villerville eenvoudig. Een groote weg leidt naar t strand, dat niet vlak en etfen is, maar steenachtig en met rotsblokken als bezaaid. Hier hindert den wandelaar het woelige stadsleven niet meer. Hier ziet men gelukkige moeders, vroolijke kiuderen, geleerden en kunstenaars, die eene zoete rust ge- nieten. Aan het oog vertooneu zich de hooge bergtoppen en de reusachtige ontstuimiga zee. Een frissche wind waait u tegen en sterkt de longeii. De jonge vrouw en het kind, die we boven gezien hebben, daalden ook af naar het strand. Het was ebbe. De knaap liep dartel heen en weer en vertrapte menige sclielp onder zijue voeten. A let zoo vlugriep de moeder. En voor eene seconde hield de knaap zijnen loop in maar spoedi" beklom hij weer de rotsblokken, terwijl de angstige blikken der moeder hem volgden. Zij was nog zeer jong en schoon, deze bezorgde moeder Ze was eenvoudig en deftig gekleed en wanneer zij haar kind beschouwde week het donkere wolkje voor een oogenblik van het schoone voor- hoofd. Eensklaps riep zij den knaap tot haar en keerde huiswaarts. Gaan we reeds? vroeg het kind, eenen treuri- gen blik werpend op de schelpen, die hij verza- meld had. Ja, we moeten, papa zal wakker zijnweliicht is hij reeds op en ge weet, dat hij niet gaarne alleen is. Het kind liep weder zorgeloos vooruit. Eenigen TER \ElZEVSdE (DURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1889 | | pagina 1