Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2468.
Woensdag 9 Januari 1889.
29e Jaargang.
Di
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Eranco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Gr«otere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
par, tot veel verminderden prijs.
Kit blad versehljnt Dinsdag- en Vrijdagavoud blj deu nltgevcr P. J. V A SI DE 8 A SI D E te Ter Weazen.
Jr*olitieli Overzicht.
Thans woelt en wroet in Erankrijk nog steeds
de beruchte generaal, die in Parijs ook zijne
nieuwjaars-receptie heeft gehouden. Hij betuigde
trouw aan de republiek en sprak de stellige ver-
wacbting uit, dat hij te Parijs zou worden gekozen.
De Orleanistische Soleil meent, dat de minister-
president Floquet de aangewezen man is om in het
departement van de Seine tegen Boulanger in hei
krijt te treden. Eloquet is te Parijs populair.
Nu, die beide heereu hebben al eens vroeger in
't krijt gestaan, elk met een degen in de vuist.
Toen werd de generaal gewond. Floquet zal om
kandidaat te worden eerst zijn ontslag als lid van
het kabinet moeten nemen en dat is wel wat veel
om een Boulanger. Anderen willen tegenover dezen
revolutiouair zekeren heer Antonie stellen, een lid
van den Duitschen Bijksdag, behoorende tot de
Elzasser protestpartij. Deze zou eerst weder als
Eranschmau moeten worden genaturaliseerd. Ge-
scbiedde dit, dan zouden de Boulangisten niet zoo
erg in hun sckik zijn als Von Bismarck, die den
gewezen veearts Antonie wel missen wil. Op
Friedrichsruhe heeft men een hekel aan //die
Protestler."
De //grand-old-man" reist in Italie. Eene mede-
deeling, als zou hij zich voor eene scheidsrechterlijke
beslissing van de Vatikaansche kwestie hebben
verklaard, zou hem zijne populariteit in Italie doen
verliezen. Gelukkig bleek het spoedig, dat het
verspreide gerucht eene oprakeling is van een
ouden brief. In een bericht aan de Pall Mall
zegt Gladstone zelfs, dat het voorstel om dit
Bomeinsche geschil aan de uitspraak van een
internationaal scheidsgerecht te onderwerpeu, in de
huidige omstandigheden niet meer past. Aan deu
burgemeester van Napels bracht de oude houthakker
een bezoek en hij werd bij het verlaten van diens
wouing zeer toegejuicht.
De jonge Keizer van Duitschland heeft weer
een vreemden zet gedaan door Von Puttkamer,
den gevallen minister tijdens het kortstondig be-
stuur zijus koninklijken vaders, tot de hoogste
Pruisische orde te bevorderen, en dat zelfs met
overschrijding der statuten dier orde, die op het
oogenblik der benoeming het vereischte aautal
ridders, dat niet overschreden mag worden, bezat.
Welke mogen de redeueu zijn om een persoon
zoo te eeren, die door de uiting der ernstige on-
tevredenheid van Keizer Friedrich genoodzaakt
werd, zijn ontslag als minister te nemen Zeker
nieteerbied, kinderlijke toegenegenheid en hulde
aan de nagedachtenis eens braven vaders.
Portugal doet nu ook mee om den slavenhandel
aan de Oostkust van Afrika te bestrijden. De
regeering deelt mede, dat zij een deel der kust
in staat van blokkade heeft gesteld. Een en ander
heeft ten gevolge, dat de Koning bij de opening
FEUILLETON.
Mevrouw De Fairieres stond daar doodsbleek
en als aan den grond genageld.
Ze verdedigde zich nog slechts door afgebrokeu
woorden en heftige gebaren. Ilet was haar duide-
lijk, dat zich een afgrond voor hare voeten opende,
die haar dreigde te verslinden. Maar 't is onziu,
wat ge zegt, riep zij eindelijk. Wat raakt mij
die Lachenai? Ik ken hem nauwelijks
Lieg ten minste dan niet, als het nutteloos is.
Kan ik mijn leven voor hem gewaagd hebben
Deze dwaze beschuldiging zal mij recht doen we-
dervaren.
Aanvankelijk scheen u de zaak niet gevaarlijk,
maar toen eenmaal de eerste stap op het pad der
misdaad gedaan was, kondet gij ook niet meer
terug.
Maar wat is dan die Lachenai met betrekking
tot mij, volgens uwe opvatting vroeg zij nu met
bevende stem en bangen blik.
Landregarde fluisterde haar laugzaam eenige
woorden in het oor.
Doodsbleek zonk zij terug en liet een zachten
gil hooren. Neen, neen riep zij ontzet, ik zweer
het u
Ik weet het, zeide Landregarde. Lieg maar niet.
van het Parlement op de versterking van vloot en
leger aandringt. Kon men in Lissabon maar over
de schatkist van Washington beschikken. Daar
laat men sehepen bouwen om de geldkist van de
„Uuited States" leeg te krijgen. De belastingen
brengen er te veel op en men is het niet eens
over de vraag, welke belastingen afgeschaft zullen
worden. Of men in dit deel der Nieuwe Wereld,
bij een eventueelen oorlog met Engeland om de
Cauadasche landen, gereed zou zijn of bestand
tegen een aanval ter zee, dat mag betwijfeld worden,
want oulangs tijdens de ruzie met Haiti, kon
men met alle moeite twee oorlogsbodems met
scheepsvolk bemand krijgen, eenvoudig omdat men
er geen heeft. Dat is nu voor een zeemogendheid
ook wat al te achteloos, dunkt ons. Er kon toch
ook eens een zeeschuimer opdoemen, die zich hier
of daar van een eiland ging meester maken, als
een andere Coxinga. Ook tot bekrachtiging van
Moroe's wet zou eene behoorlijke oorlogsvloot
niet overbodig ziju. Zouder vloot of leger kan
geen land zonder eigen veiligheid, orde en rust in
de waagschaal te stellen. De wereld is nog niet
zoo zij behoort te wezen en vooral de jongste
tijden leeren ons, dat ieder land nog altijd menschen
oplevert, die de orde verstoren en het bestaau van
gewapende machten gebiedend voorschrijven, ten
einde den vreedzaraen burger tegen ruw geweld in
bescherming te kuunen nemen. Voor 't overige
zijn wij anti-militairsch en zien in het op de been
houden van die groote legers niets dan schade en
een der eerste oorzaken van de malaise, die in
het tot de tanden toe gewapend Oude Werelddeel
heerscht.
Men leest in de Staatscourant, dat //volgens ver-
klaring van de geneesheeren des Konings Z. M.
de laatste weken meer last heeft gehad van Zijn
chronisch lijden.
De spijsvertering is in intensiteit achteruitgegaan,
waardoor de bloedmaking minder guustig is.
De krachten van den Hoogen lijder nemen in
den laatsten tijd niet toe."
Volgens particuliere berichten houdt de Koning
bij tusschenpoozen het bed. De nachten zijn niet
altijd rustig. Sedert 81 December gebruikt Z. M.
het middagmaal afzonderlijk. Zijn werklust in de
voormiddaguren blijft onverzwakt.
Uit Den Haag werd Zondag nog aan de N. It. Gt.
gemeld
z/De toestand van Z. M. deu Koning was heden
nagenoeg dezelfde.
Vau het Loo meldt men onsDe toestand des
Konings is wel weder minder gunstig, doch schijnt
toch niet bepaald zorgwekkend te zijn, daar hier
niets bekend is van een vervroegd bezoek van Dr.
Het is onwaar
Be wij s het dan
En wilt gij dat alles openlijk zeggen
Zeker
Men zal u niet geloovenriep zij uit, en viel
als verpletterd op de knieen. O, maak mij toch
niet ongelukkig.
En ik, ben ik niet ongelukkig, als ik zwijg?
vroeg hij.
Ik zal u redden
Maar de misdaad is bedreven, mevrouw, en de
wet zoekt den schuldige.
Ik zal wel iemand vinden, die bereid is, de
misdaad op zich te nemen.
Nu, ik ben nieuwsgierig, wie bereid zal zijn,
het leven te wageu.
Laat mij maar begaanik sta voor alles in.
Landregarde stond ontzet over de bedorvenheid
dezer vrouw. Na eenig nadenken zeide hij Ik
zou dit gesprek niet verlengen, waaruit ik al de
boosheid van uw hart zie. Mij zal gerechtigheid
wedervaren. Ik wil niet van mijne eer beroofd
worden en gevoel ook geen lust om voor u te
sterven, mevrouw. En ik wil ook niet, dat een
onschuldige mijne plaats inneme. Daar echter de
maatschappij voldoening eischt, zie ik mij genood
zaakt te spreken en ik zal spreken.
Gij zult het niet doenneen, neen, gij kunt
geene vrouw ongelukkig maken, die u nooit leed
berokkend heeft.
Vinkhuijzen, die geregeld des Dinsdags hier komt."
Het laatste bericht luidt
Omtrent den toestand des Konings wordt uit
's Gravenhage gemeld De toestand van Z. M.
is niet rooskleurig, sedert verval van krachten zich
gepaard heeft aan Zr. Ms. chronisch lijden. Het
gebruik van versterkende middelen zal, naar men
hoopt, voortgaande vermindering der lichaamskrach-
ten moeten voorkomen. Zorg baart de toestand
voor het oogenblik echter niet.
Het Centrum deelt mede, dat Dr. Schaepman,
tot ontspanning van de vele vermoeiende werk-
zaamheden der laatste dagen, eene kleine vacantie
heeft genomen, doch dat hieraan geen bijzonder
onrustbarende strekking behoeft te worden toe-
gekend.
Moge ook de gezondheidstoestand van het geachte
Kamerlid voor het oogenblik niet meer zoo krachtig
zijn als vroeger, van eene ernstige ongesteldbeid,
die een verblijf in het Zuiden zou noodzakelijk
maken, is gelukkig geen sprake, zegt het blad.
Volgens De Maasbode is Dr. Schaepman reeds
naar Florence vertrokken, zijn verblijf aldaar schijnt
op zes weken bepaald te zijn.
Gedeputeerden Staten van Drente is door
den Minister van Binnenlandsche Zaken verzocht
den raad der gemeente Smilde namens Zijne Excel
lence uit te noodigen, zijn besluit tot toekenning
van eervol ontslag aan alle onderwijzers tot bijstand
in de openbare lagere scholen in die gemeente in
te trekken, ter voorkoming dat het, als strijdig
met het algemeen belang, ter vernietiging aan
Zijne Majesteit den Koning worde voorgedragen.
De Adv.-Gen. Patijn concludeerde gisteren
voor den Hoogen Raad te 's Hage tot verwerping
van het beroep van W. F. H. V., oud 80 j.,
vroeger te Goes, thans te Vlissingen, beschuldigd
van schaking, op grond van het jongste arrest in
eene dergelijke zaak door den Hoogen Raad ge
nomen. Het actief optreden van deu beklaagde
lag in de voorspiegelingen om meetegaan naar
Antwerpen, het vaststellen van het reisplan en het
meenemen van het meisje vau Dordrecht naar
Antwerpen.
De uitspraak is bepaald op 4 Februari.
De door den Minister Keuchenius uit Indie
opgevraagde stukken in de bekende zaak van den
eervol ontslagen kapitein Willink-Ketjen zijn thans
op het Departement van Kolonien ontvangen.
De heer Ketjen, daartoe ontboden door den
Minister, werd in de laatste dagen bij het onder-
zoek der stukken herhaaldelijk door ZExc. in zijn
kabinet gehoord.
Uit Bellingwolde wordt aan de N. R. Ct.
gemeld, dat de ambtenaren der belastingen tegen-
woordig menige aanhaling doen, niet alleen van
voorloop, maar ook van magere varkens, die bij
Zoo Aan wie ben ik dan mijn verblijf in dit
hoi verschuldigd vroeg hij.
Ach, indien gij wist Neen, gij begrijpt
niet, gij kunt niet begrijpen, wat het hart eener
vrouw gevoelt, dat zich eindelijk kan openen voor
liefde en moedervreugde, als ze die vijf en twintig
jaren heeft moeten verstikken.
Neem u in acht, mevrouwmen zou u hooren;
de muren hebben ooren
Zij zag angstig om zich heen en zeide op zach
ten toon tot Landregarde Mijn leven wil ik u niet
vertellen. Neen, een gedeelte van den sluier wil
ik voor uw opheffen. Nog haast een kind zijude,
werd ik aan eenen rijken man ten huwelijk ge-
geven, dien ik niet beminnen kon. Ons huwelijk
was dan ook zoo ongelukkig, dat wij reeds kort
na de geboorte van eenen zoon gescheiden werden.
Het kind werd aan mijn man gegeven en hij
verliet Straatsburg, waar wij tot dusverre gewoond
liadden. Met een vroolijk hart keerde ik naar
mijne moeder terug, blijde van dien hatelijken
baud ontslagen te zijn. Moederliefde kende mijn
hart nog niet, daarvoor was ik nog te jong. Waar-
heen mijn echtgenoot gegaan was, wist ik niet.
Eerst vele jaren later vernam ik, dat hij Frankrijk
verlaten had en de zee overgestoken was. Natuur-
lijk dacht ik, dat hij zijn kind meegenomen had.
Nu ontwaakte op eens een onuitsprekelijk verlangen
naar mijn kind in mijn hart. Toen er geen mo-
gelijkheid was om mijn kind terug te vinden,
geheele troepen over de grenzen daar worden
binnengesmokkeld. De laatste aanhaling bedroeg
zestien stuks, die, na eene gevangeuschap van 8
dagen ten raadhuize verkocht, goeden prijs maakten.
De zegeningen der invoerrechten en hoogere
graanprijzen in Duitschland blijken o. m. hieruit,
dat in ons land de varkens heel wat goedkooper
kunnen worden vetgemest. De uitvoer toch van
vette varkens uit Groningen en Drenthe is aan-
zienlijk. Nederlaudsche opkoopers maken bij het
opkoopen van magere Duitsche varkens, om die
later weder als vette over de grenzen terug te
zeuden, zoo goede rekeuing, dat zelfs de schade
van eeDe enkele aanhaling en de daarop staande
boete er mee door kan.
Naar men verneemt is een prediker uit Indie,
met verlof hier te lande, benoemd tot Commies
bij het Departement van Kolonien, ten einde in
het bijzonder te worden belast met de behandeling
der aangelegenheden van de zending in Nederlaudsch
Indie.
De Amsterdamsche briefsehrijver der Prov.
Grou. Ct. zegt, dat de heer C. V. Gerritsen, het
radicale lid van den Amsterdamschen gemeenteraad,
slechts eigenaar in naam is van De Amsterdam mer,
feitelijk is hij beheerder van de subsidien, die men
zich voor eenigen tijd althans schijnt te hebben
verzekerd. Bijna acht ton f 800,000) is in dat
blad verloren en nog is de toestand zoo, dat bij-
dragen van vrienden noodig zijn om het blad te
handhaven.
De rivier voor Rotterdam was gisteren voor
een derde gedeelte bedekt met licht drijfijs, voor
de stoomvaart niet, voor de zeilvaart weinig hin-
derlijk.
Vele marktschniten bleven de reis naar de stad
schuldig.
Uit Indie komt het volgende bericht.
Het hypnotisme wordt volgens de N. Yorstenl.
met vrucht in de geneeskunde toegepast door Dr.
Hijmans van Anrooij, officier van gezondheid le
klasse te Poerworedjo. Menige frappante gevallen
kwamen het blad dezer dagen ter oore. Een be-
ambte van de Staats-spoorwegen, de heer Sw., was
een eerste stotteraar, hij kwam de hulp van Dr.
Hijmans inroepen. ,/Ga slapen" zeide de dokter,
en als ge wakker wordt zult ge zonder te stotteren
zeggen Dr. Hijmans van Anrooij." Des dokters
naam werd zonder te stotteren uitgesproken en
van af dat oogenblik was Sw. genezen. De heer
R. nam genoemden Dr. mede naar Wonosobo om
zijn kind, dat de typhus had, te behandelen. Het
kind kwam de ziekte te boven, doch had nog erge
pijn in de zijde en hoestte geweldig. Dr. H. liet
het kereltje slapen en zeide, dat als hij wakker
werd, hij geen pijn meer zoude voelen en niet
meer hoesten. Toen het kind wakker werd, had
gevoelde ik wat moederliefde is. Dag aan dag
werd mijn verlangen sterker, mijne droefheid groo-
tergeen straal van hoop verhelderde mijn leven.
Daar komt op zekeren dag een jonge man bij
mij en zegtIk ben uw zoon dien gij beweent.
Eenige jaren waren voorbijgevlogenik woonde te
Caen en was de vrouw van den heer De Fairieres,
die er niets van wist, dat ik voor God de wettige
vrouw eens anderen was, al had de rechtbank het
huwelijk ontbonden. Hier kende geen mensch
mijn voorgaand leven en mijne lotgevallen. De
jongeling kwam tot mij als een verlatene en onge-
lukkige. Zijn vader had hem in Parijs bij vreemde
personen achtergelaten en hem zelfs een valschen
naam gegeven. Hij was werkelijk mijn kind; ik
zou hem herkend hebben, zonder de bewijzen, die
hij bij zich had. Ja, hij was het eens zoo teere
schepseltje, dat lachend de poezele handjes naar
mij uistak bij mijn vertrek. Zijn leven was een
schakel van lijden en ontbering geweest. Gelooft
ge mij Het was eene hemelscheoneindige
vreugde voor mij, het kind terug te vinden, dat
ik verloren waande.
Landregarde scheen door dit verhaal meer aange-
grepen, dan de ongelukkige moeder zelve. Hij
wende zijn gelaat af en sloot de oogen hij meende
te droomen bij de woorden dezer vrouw, wier lot
zooveel overeenkomst moest hebben met dat eener
andere, die hij nimmer gekend, maar waaraan hij
zoo vaak gedacht had. Genoeg, houdt op, riep hij uit.
TER \EUZEIVSCHE (01RAVT
27) r~