Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2467. Zaterdag 5 Januari 1889. 29e Jaargang. ®6 Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. nit blad verMhljnl Dlnadax- en Vrijdngavond bij den nitgever P.. J. VAN DE SANDEte Ter rfenzen. By deze courant behoort een bijvoegsel. JPolitieli Overzicht. Vanwaar toch komt al dat geld, dat Boulanger of, wat op het zelfde neerkoint, zijn comit^ noodig heeft om de kosten van zooveel vergaderingen, van de verspreiding van tal van vlugschriften, van het aanwerven van hulptroepen en schreeuwers, kortom van al wat tot de propaganda behoort, te bestrijden De Parijsche correspondent van de New-Yorksche World heeft zich te dier zake tot Boulanger gewend, en deze, altijd verheugd eene gelegenheid te vinden tot sprekeu heeft hem het volgende geantwoord//Gij vraagt hoe wij aan het geld komen dat wij in omloop brengen. Ik heb u al gezegd, dat het volk met hart en ziel ons toegedaan is, en ik kan er bijvoegen, dat het ook zijn geld te onzer beschikking stelt. Elken morgeu ontvangen wij, ik persoonlijk of het centraal comite, een twintig aangeteekende brieven uit alle oorden des lands met aanmoedigende woorden en met bankbiljetten. Mijne tegenstanders bezigen het juiste Woord als zij zeggen Boulanger is slechts de verpersoonlijking van de algemeene ontevredenheid die in Frankrijk bestaat. Zie, hier heb ik de brieven voor mij liggen, die ik heden avond ontvangen heb. Daaruit zal u, beter dan ik het zeggen kan, blijken van waar ons geld komt." En dit zeggende, reikte hij den corres pondent van de World de brieven over, die 4,200 fr. aan bankbiljetten bevatten. Boulanger heeft het bij deze ontboezeming niet gelaten. Zoo heeft hij gezegd, dat hij Frankrijk door en door republikeinsch acht, evenals Amerikadat hij zich verzekerd houdt president der republiek te zullen worden dat verdieude hij in het gekkenhuis te worden opgesloten, indien hij geloofde dat een koningschap onder den graaf van Parijs mogelijk wasdat, zoo Duitschland den oorlog verklaarde aan Frankrijk, zijne dapperen" hier sprak hij van de mannen die hij zou aanvoeren niet tekort zouden schieten. En wat men niet verwacht zou hebben van hem te hooren, hij voegde er bij, dat, als hij na een of twee jaar een even vergeten man zou zijn als de vdorhistorische veroveraars, hij er niet bedroefd over zou wezendoch hier volgde een mits, nl. dit^/indien ik eeumaal mijne taak zal hebben volbracht." In Spanje schijnt het mi t het nieuwe ministerie nog niet voorspoedig te gaan. Een Reuter-telegram uit Madrid meldt, dat de minister van oorlog, die voor enkele weken optrad, nu reeds zijn ont- slag heeft ingediend wegens verschil van meening met den president van de Kamer. De New-York Herald sluit het jaar met een bericht, dat bestemd scheen om de wereld in rep en roer te brengen, doch moet bijna terzelfder tijd mededeelen dat zij het slachtoffer eener mys- FEUILLETON. 26) In de eel waren twee bankjes; een nam de gevangene in bezit en hij bood haar het andere aan. Neem plaats, als 't u belieft, zeide hij op zoo vriendelijken toon, alsof hij haar in zijne spreek- kamer ontving. Niet noodig, hernam zij kortweg. Hoort ge mij liever staande aan Zij zette zich op het bankje en zeideNu, om 't even Ik verzoek u kort te zijn. Op aandringen van dokter Hugonet ben ik gekomen om u aan te hoorenmaar ik raad u aan geen misbruik te maken van mijn geduld. Gij moet bekennen, mevrouw, dat ge zeer slecht geluimd hier zijt binnengetreden. Toen rees ze op. En is de vrouw, wier echt- genoot gij gedood hebt, u een bewijs van achtiug en ouderdanigheid verschuldigdriep zij. Die vrouw moest wel geveinsd zijn van top tot teen. Woede en toorn stonden op haar gelaat te lezen, haar zwarte oogen schoten bliksems en haar lippen beefden. Landregarde beschouwde haar en begreep den hartstocht, welke het slachtoffer eens voor haar gevoeld had. Gelooft gij inderdaad aan de schuld van dengene wien gij beschuldigt, vroeg Landregarde. tificatie werd en dat er niets van aan was. Het blad ontving namelijk een depeche uit El-Pazo, volgens welke een groote menigte, door priesters geleid, Vrijdag het paleis van den president te Mexico heeft aangevallen, doch na een hardnekkige worsteling werd afgeslagen, dank zij de troepen en de stukken geschut waarover de president be- schikken kon. De overwinning kostte hem echter drie generaals en verscheiden hoofdofficieren. De regeeringstroepen namen 2000 personen gevangen 72 der geestelijken werden gedood 200 anderen, waaronder de aartsbisschop, zijn den volgenden dag gevangen genomen en veroordeeld om dood- geschoten te worden. Men gelooft dat het bevel zal worden uitgevoerd. Ook te Chihuahua werden alle priesters gevangen genomen. De aanleiding tot dezen opstand der geestelijkheid was bij het verzenden der eerste depeche nog geheel onbekend. Zij zal ook wel onbekend blijven, want een tweede depeche, kort na de eerste verzonden, meldt dat het geheele bericht een ^canard" is. De sein- kosten hadden dus gespaard kunnen blijven De Oostenrijksche regeering heeft het voornemen opgevat een oorlogsvloot op den Donau uit te rusten. De Neue Freie Presse deelt nu eenige bizonderheden mede over dit plan, waarvoor, naar het blad beweert, in het volgende jaar een crediet zal worden aangevraagd. Aanleiding tot dit besluit der regeering heeft gegeven een nota van admiraal Sterneck, den commandant der Oostenrijksche vloot. De admiraal wijst er op, dat Rumelie reeds een oorlogsvloot van 8 kanonneerbooten heeft ge- vormd op den beneden-Donau, die aan alle eischen beantwoordt. lu naam dient dit eskader voor den douanendienst, maar in tijd van oorlog kunnen ook deze schepen goede diensten bewijzen, vooral na wegneming van de IJzeren Poort, waarmede de Hongaarsche regeering weldra zal beginnen. Indien het werk gereed is, kan ook Rusland gemakkelijk kleiner oorlogsschepen den Donau opzenden. Met het oog op deze feiten achtte de admiraal het dringend noodig, dat ook Oostenrijk als verdedigings- maatregel een dergelijk Donau eskader uitrust. De voorbereidende maatregelen tot uitvoering van dit besluit zijn nog niet gereed, doch men verwacht, dat de Oostenrijksche regeering met den meesten ijver de uitrusting van het eskader zal bevorderen. Men schrijft uit Apeldoorn Vbor 19 jaren, op Oudejaarsavond, woonde Z. M. de Koning op Oudejaarsavond de godsdienst oefening bij in de Herv. kerk alhier. Na dien tijd bezocht dien dag geen lid der vorstelijke familie op dien dag deze kerk, deels omdat zij meestal te 's Hage vertoefde, deels omdat in de kapel alhier gepreekt werd. Of ik daaraan geloof! Dus zult gij tegen hem getuigen? Er ontstond eene pauze. Uit medelijden voor Gabrielle, zeide ze, zal ik misschien zwijgen. Is dat alles, wat ge mij te vragen heb O neen Spreek dan toch, mijnheer, spreek snelik moet weg van hier, ik herhaal het u. Neem u in acht! Wees niet ongeduldigde lust kon mij wel eens bekruipen om u in plaats van mij te doen blijven, zei de gevangene op hoog ernstigen toon. In plaats van u Wat bedoelt gij Wat ik bedoel hernam hij haar scherp in de oogen ziende. Niets, dat u zeer zal verwonderen. Mijnheer, als gij mij heb laten roepen voor dezen zonderlingen scherts Ze hield op, ging staan, stiet het bankje terug en maakte zich ge reed om te vertrekken, terwijl ze er bijvoegde Gij wildet weten, welke mijne verhouding tot 't gerecht zoude zijngij weet het, ik trek mij in uw belang terug, mits ik niet gedwongen wor- de tegen u te spreken, Maar blijf toch zitten hernam I mdregarde. Ik heb u nog iets te zeggen. Wat verlangt ge? Ik verlang doodeenvoudig, dat gij mijne plaats inneemtals rechtschapen man heb ik u daarvan vooraf in kennis willen stellen, want ik overal Thans weder woonde H. M. de Koningin met gevolg, dien avond de godsdienstoefening bij onder het gehoor van Ds. Ilattink, die tot tekst had gekozen Luoas 22 35b. In 1888 zijn bij de Arrondissements-Recht- bank te Middelburg aangebracht 127 civiele zaken en door haar gewezen 125 civiele vonnissen (waar onder 25 faillissementen, 13 echtscheidiugen en 6 scheidingen van tafel en bed) en 897 strafvonnissen met 1164 beklaagden, waarvan 188 werden vrij- gesproken. Van de beklaagden bevonden zich 38 voorloopig in hechtenis, waaronder 2 landloopers en 13 Belgische smokkelaars. Onder de strafzaken kwamen voor 151 wegens diefstal en 268 wegens mishandeling. Door den Minister van Justitie is aan de ambtenaren van justitie en politie eene aanschrijving gericht van den volgenden inhoud: Uithoofde van de toenemende uitgebreidheid van het Algemeen Politieblad vind ik mij verplicht bij alien, die berichten voor dat blad inzenden, op zelfbeperking in dat opzicht aan te dringen en, met betrachting der noodige beknoptheid, daartoe slechts dan over te gaan, wanneer het onderwerp van genoegzaam algemeen belang kan worden geacht om de opname in het orgaan der algemeene politie te rechtvaardigen, of van die opname eenig gevolg te doen verwachten. Overigens heeft bet mijne bijzondere aandacht getrokken, en deze opmerking geldt speciaal de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de kantongerechten, dat het getal der door hen gesignaleerden bijzonder groot is en voortdurend stijgt, en wil het mij voorkomen, dat dit cijfer aanmerkelijk zou dalen, wanneer, alvorens te signaleeren, ernstige pogingen worden aangewend om den bedoelden persoon op andere wijze op te sporen. Het Vaderland meldt, dat Dr. Schaepman wegens ernstige ongesteldheid voor een tijdlang naar het Zuiden gaat. Gisteren morgen, omstreeks acht uur, werd de tijding in Ouddorp gebracht, dat een tweemast- schoener op den Ooster gestrand was. Terstond was alle man in de weer. De kapitein der reddings- boot en de verdere bemauning ijlden om hunne boot, die, voortgetrokken door zes paarden, spoedig ter plaatse aanwezig was. Het schip zat ongeveer tweehonderd meter van het strand, midden in de branding. De wind was hevig en de branding hoog. Toch aarzelden de moedige mannen geen oogenblik. De boot werd in zee gebracht; acht mannen sprongen er in en worstelden weldra tegen wind, vloed en branding. Langzaam kwam zij vooruit, nu eens door eene hooge zee opgenomen, om even daarna in de diepte te worden nedergeploft. Het was een de menschen niet graag. Haar gezicht plooide zich tot een verachtelijken lach, maar tegen haar wil gehoorzaamde zij en ging zitten. Mevrouw, zeide nu Landregarde heel ernstigen niet meer op dien half spottenden toon, waarop hij tot nu toe gesproken had, het is onnoodig het u te zeggen ik ben onschuldig. Ik wil het gelooven. Gij behoeft het niet te geloovengij weet het. Ik? Beter dan wie ook. Ja beter dan iemand anders, want gij alleen kent den waren schuldigegij alleen weet, wie het gift toegediend heeftgij alleen weet, welk belang er bij den dood van den heer De Fairieres was; gij alleen kunt de recht- bank inlichtingen verschaffen. Zijt ge van 't verstand beroofd Ik, die aan de misdaad niet geloofde, tot ze bewezen was en die er nu nauwelijks aan gelooven kan, ik Zij hief 't hoofd op en wist aan haar gelaat eene uitdrukking van toorn te geven, die Landregarde verwonderde. Het is nutteloos u te verdedigende giftmeng- ster is niemand anders dan gij zelf. Zij deed eenen half onderdrukten gil hooren, herstelde zich echter dadelijk en wierp op Lan dregarde een blik zoo vol woede en haat, alsof zij hem wilde vernietigen. Ze was bijna schoon in dit oogenblik van hevige opgewondenheid. Als ze werkelijk schuldig was, had ze zeker niet indrukwekkend gezicht, die acht mannen tegen de woedende zee te zien kampen. Het scheen wel, of de boot nooit het schip zou bereiken. Eindelijk echter was zij nabij het vaartuig. Daar komt eene hooge zee, die dwars over de boot heenbreekt en de manschappen over- stelpt. Gelukkig had een der matrozen van het schip eene boei met eene lijn over boord geworpen. Deze werd gegrepen en de boot aan lijzijde van het schip getrokken. Nu sprongen de vijf schipbreu- kelingen er in en - voortgestuwd door wind, vloed en branding, vloog de boot naar het strand. Har- telijk verwelkomd door de toeschouwers, werden de ongelukkigen, op last van den burgemeester, ter plaatse aanwezig, naar het logement Akershoek gebracht. Gedurende de laatste weken wordt door de Noordzee-visschers langs onze kust verbazend veel kleine schol gevangen. Te Nieuwediep komen dagelijks visschers binnen, wier bun meermalen 40 tot 50 mandjes dezer vischsoort inhoudteene hoeveelheid, welke, voor zoover men zich herinnert, hoogst zelden of nooit werd bereikt. De oorzaak hiervan meent men te moeten zoeken in de om- standigheid, dat de honderden Engelsche visschers, die gewoonlijk veel visch van ons gebied wegsleepten, thans gehouden zijn om hun bedrijf buiten de territoriale wateren uit te oefenen. Twee Scheveningsche bomschuiten van den reeder M. de Niet Az., hebben een reis naar Boulogne ondernomen. Al staat deze tocht niet gelijk met een reis om de wereld, hij heeft voor Scheveningen toch meer dan gewone beteekenis. Tot heden werd toch door geene enkele schuit in die richting ge- reisd of gevischtde reis werd ondernomen, nadat door de stuurlieden den weg daarheen door middel van boeken en kaarten werd bestudeerd. Met grond mag men verwachten, dat de Scheveningsche zeelieden meer en meer het nut der theoretische zeevaartkunde zullen gaan inzien. Maar daarenboven zal het feit, dat Scheveningsche visschers te Boulogne steurharing gaan laden, die eenige dagen door Franscbe eollega's werd gevangen, den eerstgenoemden stof tot nadenken geven en hen er langzamerhand toe brengen, om niet met het begin van December als een man de haring- visscherij te slaken, maar wel om in voor hen nog onbekende streken de haring te gaan opzoeken. De tiende jaarscollecte voor de scholen met den Bijbel bedraagt, met de nagifte, f 93,291,63, tegen 97,815,73 in het vorige jaar. Naar men aan het nieuws mededeelt, is in ons land uit Transvaal teruggekeerd de heer J. Hulshof, Nederlandsch ingenieur en beeedigd Berg- probirer in Anhalt, die namens eene combinatie 't minste berouw over hare daad. Ze was er maar alleen op bedacht zich te verdedigen en zich te wreken. Durft gij het wagen mij aan te klagen riep ze uit. Gij, dien ik kon ongelukkig maken, wiens leven ik nog in mijn hand heb, wiens bestaan afhangt van een woord uit mijn mond Dan spreek en handel maar We zullen beiden pleiten en zien wie de overwinning behaalt En wat zult gij zeggen vroeg zij. Ik zal zeggen, hernam Landregarde bedaard, dat de heer De Fairieres door zijn vrouw vergif- tigd is geworden. Maar dat moet bewezen worden O, wees maar gerustik zal het bewijzen. Ik zou wel eens willen weten hoe? Uw ongelukkige echtgenoot is eerst door arseni- cum en later door kwikzilver vergiftigd en door het laatste om de eenvoudige reden, dat ik het arsenicum ontdekt had en den zieke in dezen zin behandelde. Wat nu te doen Gingt gij op dezelfde wijze voort, dan zou de arts niet meer getwijfeld hebben. Maar de zieke moest sterven, en om u voor ontdekking te vrijwaren, werd het vergift veranderd, de dokter op een dwaalspoor gebracht en het offer bezweek. Heb ik slecht gezien, mevrouw Zou men mij voor zoo dom en onkun- dig vhouden, als uw dokter Hugonet en zijne eollega's En waar zijn de bewijzen ik moet zeggen, TEI HEIIMSCBE C01IRANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1889 | | pagina 1