Algemee n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2464.
Dinsdag 25 December 1888.
28e Jaargang.
BEK EN DM A KING.
a 40 CENT.
GRAANMARKT
Ter Neuzensche belangen.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel vermmderden prrjs.
IHnwdn,- en Vrljd.ga.ond d.a p. r
Nieuwjaarsadvertentien
voor het nummer van 1
Januari 1889 worden geplaatst
De inzendingen kunnen geschieden
tot uiterlijk Maandag 31 dezer, des
namiddags 4 ure.
Ter Neuzen, 24 Dec. 1888.
De Uitgever,
P. J. VAN DE SANDE.
te TER NEUZEN op Domlerdng, 27 December
U.S.. in plaats van op Woensdag te voren (2e Kerstdag).
Ter Neuzen, 18 December 1888.
Burgeineester en Wethouders aldaar,
J. A. VAN BOVEN, Burgeineester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Het door den heer Walter Donderdag 11. in de
zitting der Tweede Kamer gesprokene en waarvan
wij reeds met een enkel woord melding maakten,
luidt woordelijk aldus
In het Voorloopig Verslag werd aangedrongen
op het van Rijkswege aanleggen van voldoende
losen laadplaatsen aau het kanaal van Ter Neuzen.
De heer Minister van Waterstaat heeft in zijne
Memorie van Antwoord daarop geantwoord, dat
eerst moest worden onderzocht
1°. of die verbetering te Ter Neuzen noodig is
2°. of die ge'neel of gedeeltelijk ten laste van
het Rijk moet worden gebracht.
Ik herinner er aan dat bij de beraadslaging over
het hoofdstuk Waterstaat ten vorigen jare in de
Eerste Kamer gevoerd, het geachte lid dier Kamer
voor Zeeland, Mr. Moolenburgh, deze zaak ter
sprake heeft gebracht en dat toen door den toen-
maligen Minister van Waterstaat een onderzoek is
toegezegd.
Dat onderzoek heeft naar de verklaring van
Z. Exc. den tegenwoordigen Minister van Water
staat, gegeven in de Memorie van Beantwoording,
vertraging ondervonden en wordt nu voortgezet
of aangevangen.
Wat mij in de Memorie van Beantwoording, ik
kan dit niet ontveinzen, eenigszins heeft teleurge-
steld, is de daarin opgenomen zinsnede, waarin de
Minister zegt dat nog moet worden onderzocht of
het drukkere handelsverkeer aan tijdelijke oorzaken
moet worden toegeschreven of dat het van blijvenden
aard moet geacht worden.
Werkelijk, Mijnheer de Voorzitter, na de zake-
lijke redevoering van Mr. Moolenburgh ten vorigen
jare gehouden, had ik gehoopt en verwacht, dat
dergelijke vraag niet meer zou, dat zij niet meer
kon worden gesteld.
De opkomst van Per Neuzen als handelsplaats
dateert hoofdzakelijk van het jaar 1870, toen
ler Neuzen het eindstation der spoorlijnen Meche
len-Ter Neuzen en Gent—Ter Neuzen werd. Hoe
sinds dien tijd de handel daar vooruitging, blijkt
uit de opbrengst der haven- en sluis- en loods-
gelden.
Ik heb daarvan hier een lijstje voor mij, waaruit
die vermeerdering luide spreekt.
De haven- en sluisgelden brachten op: in 1870
40,54, in 1875 6757,18, in 1880 9280,19
en in 1885 20,182,84 de loodsgelden in 1870
1092,43$, in 1875 3024,54, in 1880
10,619,73 en in 1885 34,465,01$.
Zeer juist wordt dan ook in een request van den
gemeenteraad van Ter Neuzen gezegd, dat het
handels- en scheepvaartverkeer van Ter Neuzen naar
het aantal zeeschepen dat daar laadt of lost, zich
zoo uitgebreid heeft dat Ter Neuzen (met slechts
ruim vijf duizend inwoners) zeker een der gunstigste
plaatsen onder de handelsplaatsen van ons vader
land inneemt.
Het transito-vervoer in ijzererts en hout is enorm,
was het sinds jaren, en die toestand is blijvend.
AV aar nu sinds 18 jaren de handelsbeweging steeds
stijgende is kan dunkt me de vraag overbodig ge
acht worden of dat handelsverkeer van blijvenden
aard is.
Nu wenschte ik er op te wijzen dat Ter Neuzen
vraagt een aanleg van Rijkswege aan het kanaal
van Ter Neuzen van eene loskade ter lengte van
175 meter, dat, volgens eene voorloopige opname
vanwege particulieren geschied eene uitgave van
plus minus f 65,000 zou veroorzaken.
De spoorwegmaatschappij Mechelen-Ter Neuzen
heeft voor hare rekening reeds eene aanzienlijke
lengte loskade aan het kanaal aangelegd en is bereid
nog 50 meter aan te leggen doch meer gaat hare
krachten te boven. Dit blijkt toch uit de balans
dier maatschappij, die met een maatschappelijk kapi-
taal van ongeveer elf millioen gulden in het meest
voordeelige jaar een overschot had van fr. 8000
er was echter geen sprake van rentebetaling aan
aandeelhouders.
Men kan dit constateeren bij inzage van de
Belgische officieele Staatscouratit en in den
Momteur des interets materiels. Sommigen
schijnen uit den aanleg van kauen te Ter Neuzen
door de spoorwegmaatschappij Mechelen-Ter Neuzen
FETJIELETON.
at te leiden dat de aanleg van meerdere kaden
alleen in het belang dier maatschappij is. Ik zal
natuurlijk niet ontkennen, dat die maatschappij
belang heeft bij den handel van Ter Neuzen, maar
betwist kan toch ook niet worden dat die handel
is in het belang van Ter Neuzen en van het Rijk.
Ziet men in eene plaats de handelsbeweging
toenemen, zoo belangrijk en gestadig toenemen als
dit hier het geval was, en dat wel zonder dat aan
andere handelsplaatsen in het vaderland noemens-
waardige concurrentie wordt aangedaan, dan is dit,
meen ik, en ieder zal dit wel met mij eens zijn,
daargelaten de opbrengst van haven-, sluis- en
loodsgelden, een Rijksbelang.
Men zal opwerpen dat de gemeente Ter Neuzen
in de eerste plaats heeft mede te dragen in de
kosten van aanleg of uitbreiding van handelsin-
richtingen.
De bevolking te Ter Neuzen is in de laatste
jaren zeer toegenomen, doch het is een feit dat de
toeneming van bevolking te Ter Neuzen in de eerste
plaats was toe te schrijven aan vestiging van
werklieden, die zich met het laden en lossen van
schepen belasten.
Voor de gemeentekas brengt zulke vermeerdering
niet veel op.
De gemeente besteedde dan ook aan wegen en
straten die naar de losplaatsen leiden, voor hare
kracht, enorme soramen. Eerst werd daaraan be-
steed de opbrengst van te gelde gemaakte inschrij-
vingen op het Grootboek tot een bedrag van
70,000, als ik mij niet vergis.
Daarna werd de opbrengst eener leening van
f 50,000 ten offer gebracht.
De gemeente-financien zijn dientengevolge zeer
gedrukt en verhooging der reeds hooge lasten is
niet wel mogelijk.
Ik geloof dat uit het door mij raedegedeelde
genoegzaam blijkt, dat hulp aan den handel van
ler Neuzen dient te worden geboden, dat de
gemeente, of andere daarbij belanghebbenden daartoe
met bij machte zijn en dat het Rijk, dat voor den.
handel van Ter Neuzen tot heden zoo te zeggen
niets deed, nu eindelijk en ten langen leste billijk-
heidshalve gehouden is zich eene zij het niet
onbelangrijke opoffering te getroosten. Zulk geldelijk
ofler is ook uit politiek oogpunt verdedigbaarde
bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen, die reeds uit
den aard der ligging der streek in nadeelige
conditien verkeeren, condition die niet alien zijn
weg te nemen, moeten niet in den waan worden
gebracht of gelaten dat die streek nog altijd zou
zijn Siaats-Vlaanderen.
De ligging der streek door de Schelde van
Zeeland en het vaderland gescheiden brengt mede
dat de betrekkingen der bewoners meer bestaan
met Belgie dan met Zeeland.
W aar nu eene belangrijke handelsbeweging is
ontstaan te Ter Neuzen ten gevolge van den aanleg
door Belgische maatschappijen en grootendeels met
Belgische kapitalen van de spoorwegen Mechelen-
Ier Neuzen en Gent-Ter Neuzen, waar die handel
nog nimmer van de Nederlandsche Regeering mate-
rieelen steun heeft ondervonden behalve de toe-
stemming ora aan den kanaaldijk loskaden te hebben,
maar tot voor eemge jaren nog gedrukt werd door
de beperkende bepalingen voor eene vesting eerste
klasse tevens handelsplaats bestaande, mag nu ook
wel eens iets gedaan worden vanwege het Riik
voor den handel daar ter plaatse. Het is herhaal-
aelijk gebeurd dat schepen, omdat zij niet tiidi"
wegens gebrek aan plaats aan de kaden konden
ossen, schepen voor Ter Neuzen bestemd, elders
moesten gaan lossen.
M ordt die toestand bestendigd dan zal in weerwil
van de energie der niet zeer gefortuneerde handels-
wereld te Ter Neuzen de handel daar noodzake-
hjkerwijze groote schade lijdenmisschien eenigszins
verloopen en zich naar Antwerpen verplaatsen.
j ir ^aarom <le hoop en het vertrouwen uit
dat de Minister zal kunnen besluiten zoo mogelijk
nog dit jaar aan den wensch van Ter Neuzen op
atdoende wyze te geraoet te komen.
Hierop antwoordde de Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid Mijnheer de Voorzitter
Na de belangrijke rede, zoo even door den heer
W alter gehouden, zal zeker dit punt door de Re
geering met den meesten ernst worden overwogen.
et ontbreekt haar niet aan sympathie voor eene
gemeente, die vooral in de laatste jaren veel blijken
vaii energie heeft gegeven en zeer vooruit is gegaan.
Dat door de Regeering niet veel aan de zaak
is gedaan, is een gevolg van de herhaalde ver-
wisselmg van hoofd-ingenieurs in Zeeland. De
tegenwoordige hoofd-ingenieur heeft de opdracht
der Regeering te dienen van advies, en zoodradit
gebeurd is, zal zeer zeker hetgeen de heer Walter
m het midden heeft gebracht ernstig overwogen
Politiek Overzicht.
In I rankrijk blijft het een boos weer op
politiek gebiedvan de Ardennen tot de Pyreneen
is mets dan onrust en woeling, terwijl in Senaat
en Kamer bijna geen fatsoenlijk woord meer wordt
gesprokentweegevechten zijn aan de orde van
den dag. ID het hooge Fransche staatslichaam,
de oenaat, stond de senator, de oud-minister
Lhallemel-Lacoor, op, om te spreken over de
begrooting. Hij zou kort zijn, omdat er belangrijke
zaken wachtten, de toekomst van Franknjk stond
op het spel. De republiek zag zich na een 17jarig
bestaan geplaatst tegenover eene beweging, die,
hoewel met on verwacht gekomen, met schrikwek-
kende keftigheid optrad, beschamend was voor het
gezond verstand en onrustbarend voor de vaderlands-
Landregarde wilde iets antwoorden, maar de
rechter ging haastig voort zonder hem tijd te laten:
Geloof mij, deze bijzonderheden zijn voor de recht-
bank draden, welke een geheel web vormen. Weet
ge, waartoe het onderzoek totuogtoe leidt Ik wil
het u zeggen. Ge zijt een verlaten, arm jongmensch,
ge staat alleen zonder steun of inkomen, maar
ge bezit eene koortsachtige zucht naar eer. Oogen-
schijnlijk zijt ge bescheiden, maar ge hebt toch
veel behoeften en kunt uw streven naar rijkdom
en beroemdheid slecht verhelen. Parijs biedt u op
het oogenblik daartoe geene gelegenheid en ge gaat
naar de provincie. I'w doel is een huwelijk te
doen en ge hebt gemeend dit hier beter te kunnen,
dan daar. Het toeval voert u bij een rijk jong
meisje, een der rijkste uit de provincieen let wel-
hiernaar hebt ge reeds gevraagd nauwelijks vier
en twintig uren na de intrede in het huisik be-
doel naar haar fortuin. De genegenheid en de
liefde van dit jonge meisje tracht gij te winnen.
Maar de toestemming des vaders voor eene ver-
bindtenis is een hinderpaal voor uw doel, en deze
hinderpaal hebt ge uit den weg geruimd.
Dat is verschrikkelijk, dat is afschuwelijk en
ongerijmd 1
En waarom
Ware dit mij'n doel geweest, dan had ik mijn
best moeten doen, om den heer De Fairieres in
Tleven te behouden. Gij hebt imraers zelf ver-
klaard, dat ik zijn vertrouwen bezat.
Als arts.
Dat niet alleen. Ik kon mij in zijn volste ver
trouwen verheugen.
Dat is mogelijk, maar niettemin zou hij u nooit
zijne dochter gegeven hebben.
Aangenomen, dat ik de gedachte of de stout-
heid zou gehad hebben haar te vragen, dan kunt
gij, noch ik de beslissiug van den ongelukkigen
vader kennen door zijnen dood kon ik in elk ge
val niet hopen.
Waarom niet? Staat juffrouw De Fairieres nu
niet geheel vrij in de wereld Mevr. De Fairieres
is hare moeder niet en heeft weinig invloed op
haar, veel minder dan het gezag van eenen
vader. Voorts zal ze binnen weinige jaren mondig
zijn, en zoolang haar vader leefde, zou ze nooit
tegen zijnen wil gehandeld hebben.
Hoe zou ik aan dat alles hebben kunnen denkeu?
De rechtbank heeft er echter aan gedacht.
Daarin voorwaar ligt hare kunst. Omdat de
rechtbank gewoon is de waarheid te midden der
duisternis te zoeken, is ze niet meer in staat, haar
bij voile licht te onderscheiden.
De rechter werd door de juistheid dezer opmer-
king getroffen, maar nam den schijn aan, haar
niet verstaan te hebben en zeide op strengen toon
Het past u niet, zoo te spreken, en ge zoekt te
vergeefs naar bewijzen voor uwe verdediging. Lan
dregarde wilde sprekenmaar de rechter duldde
het niet en verklaarde het verhoor voor geeindigd.
De jonge dokter zweeg, hij zag in, dat elke
tegenspraak de veroordeeleu des rechters nog zou
voeden.
Deze gaf een teeken en de klerk las de acte
van beschuldiging voor.
HOOFDSTUK VI.
Het was een treurig en beklagenswaardig proces,
dat de geheele stad in opschudding bracht en waar
van de echo tot in Parijs weerklonk. De dokter
was dus de booswicht. De dokter, die moest
genezen, had gedood die eerst het leven scheen
te redden, had den dood veroorzaakt.
Met den vloek over den arts en de stad, waaruit
hij gekomen was, kwam ook een schrikkelijk oor-
deel over 'tjeugdig meisje, dat slecht genoeg was,
om haren plicht te vergeten en hare familie te
onteeren. Over Gabrielle werd de staf gebroken.
/ij durfde zich niet meer in de stad vertoonen
men wees haar met den vinger na.
°or diegenen, welke Gabrielle T gunstigst be-
oordeelden, had zij 't oor geleend aan de woorden
van den arts en ze was door hem verleid gewor-
den. De feiten waren er, gesprekken gevoerd en
brieven gewisseld. Men vertelde, dat de jonge
lieden 's avonds om tien uur gearmd gewandeld
hadden.
Dit gedrag van een welopgevoed jong meisje,
kort voor hare aanstaande verloving met een def-
tigen jongen man en na zulk eene vreeselijke
gebeurtenis was het onbegrijpelijk en onvergeeflijk,
zeide men. Alle laster, dien men maar kon uit-
denken, werd verteld. De weldenkenden gaven
haar zelfs ongehjk. Dus ziet men, hoe vaak's men-
schen oordeel valsch is. Doch volgens anderen
had Gabrielle met alleen aan de verleidende taal
van Landregarde gehoor gegeven; ze was gevallen,
ze had zich weggegeventwee vreeselijke, zwaar-
wegende woorden I Nog anderen beoordeelden haar
nog slechterze had in vereeniging met haren
beminde tot den dood haars vaders besloten. Niet
genoeg, haar als eene gevallene te brand merken,
bestempelde men haar ook, als medeplichtig aan
den moord.
Het arme kind wilde zich verdedigenmen
beschuldigde haar nog meer. In hare eenvoudi"-
heid en oprechtheid van ziel beproefde zij hoofd
zakelijk Landregarde te verdedigen, opwienshoofd
de zware verantwoordelijkheid der misdaad rustte
zij verkondigde luide zijne onschuld en bezigde
daarbij soms uitdrukkingen, welke eene geheime
verstandhoudmg tusschen haar en den arts konden
doen vermoeden. Dit pleitte ook tegen haar en
men beschuldigde haar van onbeschaamdheid.
Eindelijk moesten hare lichamelijke krachten
HIEUZMSCHE COIRAVT
24)