Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Vlaanderen.
No. 2460.
Woensdag 12 December 1888.
28e Jaargang.
Binnenland.
DjI
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32*.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
]aartot veel verminderden prijs.
lilt bind vemhljnt Dlnsdag- en Vrljdagnvoud blj den uitgever P. J. VAN DE 8AMDE te Ter Nenzen.
JPolitieli Overzicht.
De Norddeutsche Allgem Zeitung meent ofzegt
altbans, dat het spioneeren door Duitsche officieren
in Frankrijk eene mythe is, maar dat daareutegen de
Franscbe officierenwel in Duitschland rondsnuffe-
len. Het blad noemt de namen van 13 Fransche
officieren, die tusschen 22 Sept. en 17 Nov. over
de Duitsche grenzen zijn gezet, en die voorgege-
ven hadden naar Duitschland te zijn gekomen otn
taalstudien te tnaken. Bij dit dertiental was later
nog de overste Sloffel gekomen, die Stoffel wilde
aan de greus historische studien ondernemen over
den oorlog van Caesar tegen de Germanen. Volgens
hetzelt'de blad zijn de Fransche officieren opraerk-
zaam gemaakt, dat hunne tegenwoordigheid in
Duitschland niet gewenscht was.
In den Duitschen rijksdag heeft Eugen Richter
den minister van oorlog onder hauden genomen
over een artikel in de Kbln. Zeitung, waarin ge-
sproken werd van een in te dienen wetsontwerp
tot uitbreiding der artillerie, waarvoor 40 a 50
millioen Mark noodig was. De minister antwoordde,
dat hij tot de Kbln. in geenerlei betrekking stond
en dat hij de verantwoordelijkheid van de in dit
blad voorkomeude artikeleu niet kon aanvaarden.
Wat er van die legeruitbreiding is, dat zal de tijd
spoedig leeren. Reeds heeft de zoon van Mars
gezegd, dat de bespanuingen aan de Fransche
grens niet in orde waren. Windtliorst zag gaarne
een einde aan de eischen ter legeruitbreiding,
terwijl Rickert er op wees, dat pas voor dit duel
eenige honderden millioenen waren toegastaan en
men° in de overtuiging had verkeerd, dat in de
behoeften voor een" tal van jaren was voorzien.
In de Italiaansche kamer was de oorlogsbe-
grooting aan de orde en zooals van zelt spreekt,
daar kwamen aanmerkingen. Branca eischte opgave
van den in de magazijueu aanwezigen voorraad en
wilde weten of de aangevraagde kredieten werkelijk
voor het doel gebruikt zullen worden. Portala
bescbuldigde de regeering van slordigheid en ver-
weet haar o. a., dat de voor de geschuttorens in
Spezia bestemde pantsers, die bij eene buitenlandsche
fabriek waren besteld, als onbruikbaar waren terug
gezonden, maar toch bijna tegen den vollen prijs
betaald. Arbib klaagde over den verflauwden
militairen geest, ter nauwernood, zegt hij, kennen
de soldaten hunne generaals, die in burgertenue
achter hunne schrijftafels zitten. Men is in Italie
weinig ingenomen met militair vertoon, vandaar
de oppositie. Overal protesteert men tegen de
opvoering van oorlogslasten. De regeeringsbladen
wijzen op de noodzakelijkheid van militaire or-
ganisatie en berekenen, dat Italie tegenwoordig niet
tegen Frankrijk is opgewassen, daarom moet het
leger versterkt, het troepeuvervoer geregeld en het
spoorwegwezen verbeterd worden.
Bij gelegenheid van de laatste zitting van het
FEUILLETON.
19)
„Wat zegt gij riep ik en snelde naar de deur,
om te zien, of ze goed gesloten was."
,De voile waarheid", hernam Catharina bedaard.
„Ik legde het meisje het strengste stilzwijgen
op. Maar sedert ben ik ougerust en ik heb den
geheelen nacht en den ganschen dag geweend.
Dezen avond had ik geene rust meer en ik besloot
u to spreken en u aan te bevelen op uwe hoede
te zijn."
Ik dank u, dierbare Gabrielle! Maar ge weet
beter dan iemand, dat ik niets te vreezen heb.
Zeker niet, als men rechtvaardig oordeelt, maar
de menschen doen dit helaaszoo zelden."
Zonder het te weten, waren ze aan het huis
van De Fairieres gekomen.
De torenklok van Saint-Etienne sloeg eenige
doffe slageu.
Gabrielle luisterde. „Tien uurfluisterde zij
angstig. Als Catharina mij niet verstaan heeft en
de kleine tuindeur heeft gesloten, ben ik verloren.
„Ga gerust, zeide de jonge man. Ik zal van
bier zien of ge binnen komt en over u waken
vrees niet!" Hij bleef op den hoek der straat
staan en zag haar na, tot ze in de kleine deur
Congres te Washington heeft Cleveland eene be-
langrijke boodschap tot dit lichaam gericht. De
af te treden president deed een scherpen uitval op
de staatkunde, welke de nieuwe president Harrison
voeren zal. Cleveland zegt, dat de Amerikaanscbe
regeering tot dusverre enkele groote kapitalisten en
nijveren heeft begunstigd ten koste van de werk-
zarae massa's. De beschermende staatkunde, die
nu zal voortduren, noemt hij eene staatkunde,
waardoor hebzucht, uitsluiting en winstbejag zege-
vieren. Het visscherij-traktaat met Bngeland zal
aanleiding geven tot eene schikking, welke eervol
is voor de beide partijen. Het gedrag van lord
Sackville West werd ten scherpste afgekeurd, en
geen wonder, want de kwestie met den Engelschen
gezant is een der grootste struikelblokken voor
Clevelands niet herkieziug geweest. Men weet nu
te vertellen dat de republikeinen alleen de zege
behaald hebben door de macht van het geld en
wel door stemmen te koopen. De Herald zegt,
dat de verkiezingen daar niets anders zijn dan
reusachtige worstelingen tusschen verscliillende
geldmachten, waarin de eerlijke kiezer zonder dat
hij't weet een werktuig wordt van den gewetenloozen
politieken raddraaier. Een geheele wijk in New-
York was voor Harrison „uitgekocht," en een
agent der republikeinsche comite's beroemde zich
er op, 1500 stemmen van Italianen te hebben
gekocht tegen een dollar per stuk. In zekere
streek van Indiana betaalde men de stem met 20
dollars. Eene mooie boelMaar is dat
stemmen koopen alleen in Amerika thuis
Wij steken den Oceaau over en landen in Frank
rijk. Daar is het met de verkiezingen niet beter
gesteld en daar kunnen de politieke raddraaiers
eerst een slag slaan. Thans is het de zoo bekende
Boulanger, die 't gansche land in rep en roer brengt.
A1 de Fransche bladen zijn tot walgens toe vol
van den man, die eigenlijk door niemand begeerd
wordt, maar die door de verschillende partijen elk
voor zicli gebruikt wordt om het thans bestaand
regime het onderst-boven te gooien, zooals ieder
dat het best aclit voor zijne partij. Yoor het land
zelf ware het ongetwijfeld beter, dat de bladen
van dien onruststoker zwegen en de hoogere mach-
ten hem het zwijgen oplegden. De veel besproken
afgevaardigde Numa Gilly is door den prefect van
het departement der Gard geschorst als „maire"
van Nimes, wegens de tegen hem ingestelde ver-
volging van laster. Gilly heeft nu zijn mandaat
als lid van den gemeenteraad ueergelegd om zich
door eene groote meerderheid te laten herkiezen.
Dit zal zijne „revanche" heeten. Geen duel dus
met den prefect. 't Is goedkoop.
verdween, waar de dienstmaagd zeker op wacht
stond.
Met eenen diepen zucht verliet Landregarde de
plek en keerde langzaara en treurig naar zijn hotel
terug. Hij had Gabrielle geen woord van zijn
aanstaand vertrek gezegd. Na zulk eene beschul-
diging mocht hij ook niet meer vertrekken, dacht
hij. „Ik zal nog een paar dagen wachten, het is
nu eene kwestie van eer, of ik blijf."
Hij zegende haast het noodlot, dat hem trof.
„Ik zal haar dan toch nog weerzien," ging hij
voort. En wezenlijk, twee dagen later hadden ze
een nieuw onderhoud. Daags na hun eerste ge-
sprek kwam dokter Hugonet weer in Gabrielle's
woning en verlangde mevrouw De Fairieres te
spreken."
#A1 weer hier, dokter? riep deze. Ge kiest
een slecht uur en we zullen ons nog verdacht
maken."
z/Ik kon mijn bezoek niet uitstellenmijn nieuws
is te gewichtig. Weet ge, dat er een gerechtelijk
onderzoek is ingesteld?"
De. dame verbleekte en legde de hand op't hart;
ze bedacht zich snel en zeide op onverschilligen
toon: „Wat kan ik daaraan doen?"
„Men zal een plaatselijk onderzoek instellen en
gij zult in verhoor komen."
z/Dat lijdt geen twijfel, en ge kunt wel denken,
hoe onaangenaam mij dit is. Doch wat is hieraan
te doen? Wat mijne antwoorden betreft, ge weet
De Minister van Binneulandsche Zaken is
door de Tweede Kamer uitgenoodigd zijn gevoelen
mede te deelen over de vraag, of de voorzitter van
een stembureau bevoegd is kiezers uit te noodigen
om de zaal te verlaten, toen zij, na aan de verkiezing
te hebben deelgenomen, daarin verlangden te blijven.
De commissie voor de verzoekschriften, met wier
gevoelen de Kamer zich vereenigde, achtte het
wenschelijk inlichtingen van den Minister in te
winnen omtrent de klacht van twee kiezers voor
de Tweede Kamer te Dokkum, dat de voorzitter
van het stembureau, geleid door eene naar hunne
meening verkeerde interpretatie van art. 40 al. 2
der kieswet, hen gekrenkt heeft in hunne rechten
als kiezers door te handelen als boven omschreven is.
Aan den oud-burgemeester van Vlissingen den
heer Arie Smit, is Zaterdag namiddag op het
raadhuis, namens de ingezetenen een huldeblijk
aangeboden, bestaande uit drie gedenkpenningen
(I gouden, 1 zilveren en 1 bronzen) met toepasselijke
opschriften, vervaardigd door den heer C. J. Begeer
te Utrecht. De stempels er van werden mede
aangeboden. Hierbij was een blauw kalfslederen
album gevoegd, verguld op snee, met prachtig
zilveren schild, waarop de jaartallen van het burge-
meesterschap van den heer A. Smit 18791888
zijn gegraveerd. Het eerste. blad van dit album
bevat de teekening der penniugen, en daarna volgt
eene oorkonde, waarin den heer Smit hulde voor
zijn negenjarig burgemeesterschap wordt gebracht,
en waarachter de namen van ongeveer 500 deel-
nemers volgen.
Ongeregeldheden te Amsterdam op Zondag 1.1.
In Maison Stroucken was Zondag ten gunste
van den Paus eene protestineeting belegd vanwege
de Leo-vereenigiug Pro Petri Sede. Reeds lang voor
den tijd der opening drong eene dichte menigte
voor het gebouw en slechts met de grootste moeite
en dank zij de flinke hulp van de politie, werd
een deel der menigte toegelaten. Daaronder een
deel der sociaal-democrateu, en door hun toedoen
werd de vergadering weldra op schandelijke wijze
gestoord,
De voorzitter, de heer Kouwenberg, deelde bij
den aanvang mede, dat de bijeenkomst slechts diende
om den Katholieken, die zich bij geen der katho-
lieke vereenigingen hebben aangesloten, gelegenheid
te geven hunne stem te verheffen ten gunste van
den H. Stoel. De vereeniging zelve had zich reeds
in dien geest uitgesproken bij vroegere te Rotterdam
en te Utrecht gegeven gelegenheden, zoodat thans
geene resolutie zou worden voorgesteld.
Hierop trad de heer J. W. Brouwers, pastoor
te Bovenkerk, op en stelde al dadelijk voor een
telegram van hulde aan den Koning te zenden.
vooraf, hoe ze zullen luiden." Zeker, en ik stel
er belang in, u over deze zaak te spreken. Het
is de zaak, dat wij goed spreken, want wij zullen
afzonderlijk verhoord worden, wellicht vandaag
nog."
#Wel, wij moeten zorgen ons goed te verdedi-
gen, hoe onschuldig we ook zijn mogen. Eerst
dan zullen we zeker zijn, als de schuldige gevonden
is. Denk, dat uw eer en uwe reputatie als arts
op 't spel staan."
,/Welk eene vreeselijke historie! zeide Hugonet.
Maar ik kan daarin toch niet betrokken worden
,/Evengoed als ik."
,/Die Landregarde, die zeker de schuldige is
hij moet het zijnDoch welk belang had hij
bij deze misdaad Men vermoordt toch niemand
zonder reden."
Mevrouw De Fairieres fluisterde iets in 't oor
van Hugonet.
„Wat? riep hij en sprang van zijn stoel op. Is
dat zeker Zij beminneu elkander. Dan is hij het,
die rampzalige
Ook dit gesprek had Catharina afgeluisterd en
aan hare jeugdige meesteres verteld, die dadelijk
de noodige stappen deed voor een onderhoud met
Landregarde.
z/Vlucht toch Verlaat heden nog de stad, ik
smeek het u Met deze woorden kwam Gabrielle
blozende bij den jongen dokter aanloopen, die hare
hand teeder aan zijne lippen drukte en hare mede-
Er ontstond hierop rumoer, waarop de heer
Brouwers den levenmakers op het ongepaste hunner
handelwijze wees; dat hielp evenwel niet en men
belette den spreker feitelljk voort te gaan.
Telkens als de speker waardig en kalm, de ge-
moederen tot bedaren trachte te brengen en dan
weder zijn voorstel om een telegram aan den Ko
ning te zenden herhaalde, ontstond een oorverdoovend
rumoer. De rustverstoorders begonnen te hoesten,
te sissen, te fluiten, tot groote ergernis van de
vele anderendie eene dusdanige verkorting
van de vrijheid door lieden die beweren de
vrijheid voor te staan, met leede oogen aanzagen
doch zich wijselijk van dadelijkheden onthielden.
Er werd van de zijde des bestnurs op gewezen,
dat zij die niet instemden met het gesprokene liever
moesten vertrekken, daar de vergadering slechts
was opengesteld voor katholieke burgers die het
programma der Leo-vereeniging konden onderschrij-
ven; niets hielp echter. Wel gingen o. a. Van der
Stad en anderen met veel rumoer heen, maar
toen de heer Brouwers zijne rede poogde te ver-
volgen en er op wees, dat tot nu het Nederlandsche
volk den naam had verdieud een ordelievend volk
te zijn, toen begon het rumoer van nieuws en
thans met nog geweldiger kracht. Het verminderde
ook niet, toen de heer Brouwers de vergadering
sloot. De katholieken wilden de beeltenis van den
paus, welke de zaal versierde, in veiligheid brengen,
doch de belhamels drongen op hen aan om het
beeld stuk te slaan. Hiermede niet tevreden namen
zij stoelen op en wierpen er mede naar de estrade,
waar het bestuur en de vertegenwoordigers der
dagbladpers hadden plaats genomen en nog een
groepje belangstellenden toefde. Toen verloren de
aangevallenen hun kalmte en wierp men elkaar over
en weer met de stoelen, de tafels en verder gerij, wat
maar voor de hand stond. In een algemeen sauv
qui peut redden zich bij dit gevecht velen naar
alle kanten. Men hoorde woeste kreten bij de
estrade en menigeen werd door de door de lucht
vliegende projectielen gekwetst. Het borstbeeld
der Koningin werd vernield, doch dat van den
Koning werd gelukkig in veiligheid gebracht.
Bindelijk gelukte het den inspecteur van politie,
den heer J. K. Broekhof, die zich te midden der
vechtenden wierp en zich, met onverschrokken moed,
misschien tegen een twintigtal der belhamels ver-
weerde, een eind aan het schandelijk tooneel te
maken. Hij had het hard te verantwoorden, doch
met het plat van zijn sabel in 't rond slagen uit-
deelende, wist hij den rumoermakers outzag in te
boezemen, zoodat zij uiteen stoven.
De muziekzaal van Maison Stroucken was in-
tusschen een tooneel van verwoesting geworden.
De gebroken stoelen en tafels lagen in het rond,
hier en daar was een ruit gebroken en op de plek
waar de vechtpartij het hfevigst was geweest, lagen
deelingen aanhoorde zonder haar in de rede te
vallen of de smart te verraden, welke zijn hart
verscheurde.
//Vertrekken? Ik heb er aan gedacht, maar nu
niet meer."
„Wat zegt ge riep zij ik heb u van alles
verwittigd om u tijd tot vluchten te verschaffen,
en nu moet ge mij beloven, dat ge morgen de
stad verlaat."
,/Hoor mij aan, dierbare Gabrielle, sprak hij,
haar teeder aanziende. Mijne eer en mijne toekomst
staan op 't spel. Slechts onder eene voorwaarde
kan ik de stad verlaten."
,/Welke? Spreekt snel."
z/Dat ik niet alleen ga."
i/O, mijn God zuchtte zij, in zijn armen zinkend
en haar hoofdje tegen zijnen schouder leunende.
Ik mag niet weg. Neen, het gaat niet
//Gij ziet het, sprak hij, haar aan het hart
drukkende. Gij ziet het, het is onmogelijk, ik
moet hier blijven."
z/Maar als men u aanklaagd vroeg ze, haar
oogen teeder naar hem opslaande."
//Men mag mij aanklagen en zal het doen.
Vluchten ware echter mij schuldig bekenuen."
z/Aan eene zaak heb ik slechts gedacht, zuchtte
zij, aan de gevangenis."
z/Wanneer het gerecht meent mij in hechtenis
te moeten nemen, kan het mij overal bereiken.
Het is dus nutteloos te willen vluchten, ik acht
TER \KI ZE\S( IIE CRURA NT