Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. at No. 2454. Woensdag 21 November 1888. 28e Jaargang. Binnenland. abonnement Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika l,32f Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. Uit bind ver«ehlj|nt ea Vrljdngn.ond b.J den altgever P. J. V A M PE S A M 1> E te to folltieU Overzicht. Ilet Frahsche oorlogsbudget doet buiten de grenzen veel van zich spreken. De Riforma, het orgaan van den Italiaanschen premier, doet het voorkomen alsof alles in Frankrijk streeft naar revanche, natuurlijk om van de Italiaansche ver- tegenwoordiging geld los te krijgen voor het enorm booge oorlogsbudget; a la Bismarck, tijdens bet septenaat. Toch zal 't er wel komen uu de ver- houding tusschen het Quirinaal en het Vatikaan meer dan ooit gespannen is na het bezoek des Duitschen Keizers. De rede van den Franschen minister van buitenlandsche zaken was anders volstrekt niet oorlogzuchtig, veeleer vredelievend. Hij was van oordeel dat de algemeeue toestand geeu aanleiding gaf tot bezorgdheid. Frankrijk bedreigde niemand en was sterk genoeg om voor geeu uitdagingen te vreezen. Het weuschte geen veroverinsen te maken, en kon dus ook niemand s gevoeligheid kwetsen. De regeeriug was geroepen, de waardigheid van Frankrijk te verdedigen, maar zij zou niet uit bet oog verliezen, dat de vrede het hoogste belang van het land was. Zoo sprak Globet, en wij vragen kan't beter? Wat beduidt het dan, dat officieuse geknoei der Norddeutsche Allgemeine Zeitung als zou de vrede op zwakke beenen staan. In de Franscbe Kamer kwam het voorstel tot afschaffiug van den gezantschapspost bij het Vatikaan aan de orde. Globet achtte het noodig de betrekkingen met het atikaan te onderbouden, zoolang het concordaat geldt, ter wille van de discipline der geestelijkheid en van de benoeming der kardinalen en der bisschoppen. Ook om de betrekkingen in het Oosten achtte Globet het goed de vriendschap met den Paus te onderhouden en de ambassade ook niet door een legatie te vervangen. Verder verklaarde de minister zich duidelijk dat er niet aan gedacht wordt om den Paus zijn wereldlijk gebied weer te geven. 't Was voor den minister een geluk, dat hij gesteund werd door de conservatieve minderheid, anders ware het voorstel tot afschaffing van het gezantschap bij het Vatikaan niet verworpen. Nu stemden 3U7 voor het behoud en 217 er tegen. De be- grootingeu van binneulandsche en die van buiten landsche zaken werden daarna goedgekeurd. De commissie voor de herziening der grondwet heeft zich verklaard voor de opheffing van den Senaat en van het presidentschap der republiek. De feesten in Denemarken ter eere van koning Christiaan's vijfentwintig jarig jubileum zijn in vollen gang. De Czaar en de Czarina zijn niet van de partij, het ongeluk te Corbi is hun nog niet uit de leden. De Czarevitch, de prins en de princes van Wales, de kroonprins van Griekenland, die van Zweden, aartsbertog Wilhelm van Oostenrijk en prins Heinrich van Pruisen doen mee aan 't gejubel, maar en dat is juist treurig FEUILLETON. 13) ,/Gij bewondert de eigenschappen uwer moeder te zeer, dan dat ge ze niet zoudt geerfd hebben." Ze lachte treurig. //Ik neem bet compliment aan," zeide ze, //maar ik twijfel of het mij toekomt Het wilde mij niet gelukken, hare kleederdracht ua te volgen. Sedert reeds eenige maanden beproef ik te vergeefs mij te kleeden zooals zij." ,/Dat zal wel komen, als gij minder bezorgd zult zijn." ^Bezorgd Zeg liever wanhopig. Toen mijne moeder leefde, kende men hier geene trauen. Alles was geluk en zonneschijn, elke dag was een feest dag in 't huis en in 't hart." ,/Maar uwe stiefmoeder," zeide de jonge man langzaam, die zijn doel in 't oog hield en na iedere wending er weer op terugkeerde, ,/Uwe stiefmoeder bemint u toch ook?" //Neen, ze was altijd onverschillig, ofschoon ik haar door mijn gedrag daartoe geene reden gaf, maar mij veeleer bereid tooude haar te beminnen. Mijn vader was te jong om alleen te 'olijven, en ik begreep zeer goed dat hij hertrouwde. Maar hij noch ik zijn daardoor gelukkig geworden en ik geloof, dat hij eene vrouw kon vinden, die beter in zijne wenschen tegemoet kwam dan deze. een groot deel van het Deensche volk niet. De president van het Folkething heeft in de zitting gezegd, dat onder regelmatige toestanden het Fol- kething natuurlijk „in corpore" den koning geluk zou hebben gewenscht, maar dat dit bij den partij- strijd onmogelijk was. De linkerzijde juichte deze verklaring toe en de rechterzijde verliet voor de sluiting der zitting de zaal. Deze ging nu met de Eerste kamer gezamenlijk hare gelukwenscben den koning aanbieden. De Deensche vorst heeft, bij de ontvangst van de leden der kamers, op de toespraak van den voorzitter van het Lanthing ge- antwoord,/Terwijl ik het vertrouwen koester, dat der vvaarheid gegeven zal worden wat haar toekomt, hoop ik op een vruchtdragend samenwer- ken der vertegenwoordiging met mij en mijne regee- ring tot heil van land en volk, welker welzijn ons alien in gelijke mate ter harte gaat." Samenwerking verwacliten wij echter vooreerst nog niet. Gedurende twaalf jaren heeft de Koning Estrup aan het bewind gelaten, niettegenstaande zijn regime telkens en telkens door het volk bij de verkiezingen en door de vertegenwoordiging in het Folkething is veroordeeld. Mocht er spoedig eene toenadering komen tusschen vorst en volk tot heil van het zoo ingekrompen Deensche vader- land. Wij hebben nog altijd zoo'n respect voor de natie, als we denken aan de Diippler—schausen en de roofzuchtige naburen als we denken aan de waarheid dat eenmaal tusschen de Gudan en de Elbe macht boven recht gold als we tegenover Christiaan zien twee Keizers, Wilhelm I en Frans Joseph dan ziedt ons bloed nog eens in de aderen, dappere Deuen, dan gevoelen we ook nog iets van de jaren 1830/31, toen ook macht ging boven recht bij een Europeesch congres van beschermeude mogendheden. Het is thans zeker, dat het Koninklijk gezin dezen winter op het paleis Het Loo zal blijven vertoeven. De gezondheidstoestand van Z. M. den Koning blijft voortdurend gunstig. Aan den Minister van Oorlog is een adres gezonden door de heeren M. van der Toorn, F. Varkevisser en H. A. van de Rovaart, reeders en koopliedeu te Scheveningen, in eene vergaderiug der Vereeniging ter bevordering der Nederiaudsche Zeevisscherij, afdeeling Scheveningen, in commissie benoemd om pogingen in het werk te stellen, ten einde visch als voedsel voor het leger te doen bezigen. Daartoe roepen zij de steun in van den Minister. Wegens het groote belang, dat ons land heeft bij het welvaren der visscherij, meenen zij dat Ach, hoeveel tranen heb ik sedert gestort! Hoe eenzaam schijnt mij dit huis z/Wellicht komt spoedig de dag, dat ge het verlaat." ,/Waar zou ik heengaan Hier ben ik ten minste beter dan op eene andere plaats." z/Als ge dan trouwt." z/Ik trouwen? Daar is geen sprake van," zeide ze levendig en voegde er langzaam en nadenkend bij»Ach, ik raad uwe gedachte. Gij meent met den heer Lachenal 1" Is hij niet uw verloofde?" vroeg Landregarde op schijnbaar onverschilligen toon. Maar tegen wil en dank beefde zijne stem, en juffrouw De Fairieres bemerkte het. „De heer Lachenal? zeker niet!" Ze had bare oogen ter neer geslagen en durfde niet opzien. „Ik dacht het, dus heb ik mij vergist." Het gesprek wilde niet vlotten, doch Landre garde kwam weer op de gedachte terug. //Mijnheer Lachenal is dus alleen een vriend in de familie?" z/Hij is het langzamerhand geworden." Daar zij het onbepaalde van dit antwoord ge- voelde, voegde zij er bij: //Mijn God, het is iui mers geen geheim. De heer Lachenal heeft werkelijk voor drie maanden mijne hand gevraagd. z/En ze is hem geweigerd //Met uw verlof!" hernam Gabrielle lachende. z/Gij gaat te snel te werk. De zaak is slechts uitgesteld." de proef zou te nemen zijn, in hoever haring ook als voeding voor het leger dienstbaar zou kunnen worden gemaakt. Naar de berichten, die tot ons uit Indie komen, maakt de nieuwe Gouverneur-Generaal Mr. Pijuacker Hordijk een uitmuutenden indruk. Hij werkt voor driestelt zich van alles op de hoogteen heeft zich nu reeds alle bureaux te vriend gemaakt door zijn humane en tactvolle be- jegening zijner inferieuren. Pijnacker Hordijk blijkt even voorkomend, als Yan Rees hands off" en kort aangebonden was. Omtrent den ziektetoestand van den Minister van Marine meldt men ons, dat de patient nog hoogst zorgelijk is. Donderdagavond werd hij weder geopereerd, gelukkig met veel succes. Men hoopte dus dat, wanneer er geen koorts bijkwam, de ziekte (negenoog in den nek) een gunstiger loop zal hebben. Naar wij vernemen, zal de nieuwbenoemde Gouverneur van Suriname, de heer jhr. mr. M. A. de Savornin Lohman, met de boot van den Kon. W.-I. Maildienst, die den 12den December uit Amsterdam vertrekt, de reis naar de kolonie aanvaarden. Het bestuur van den Algemeenen Bond van Katholieke Kiesvereenigingen in Nederland is voornemens een algemeene vergadering te houden te Utrecht, ten einde een adres te richten aan den Paus. Tot die vergadering zal het uitnoodigen alle belangstellende Katholieke Nederlanders, al of niet leden van Katholieke vereenigingen. Om het algemeen karakter van deze bijeenkomst duidelijk te doen uitkomen, heeft het bestuur verschillende Nederlandsche Katholieken van naam uitgenoodigd tot het vormen van een comite. Men schrijft uit Tessel van Vrijdag: Heden morgen werden in de duinen bewesten Tessel vier Engelsche zeelieden in deerniswaardigen toestand aangetroffen, die volgens hun mededeeling in den afgeloopen nacht met het ijzeren Engelsche schip Horatio" kapitein Braugh, met een lading steenkool van Ardrossan (Schotland) naar Hamburg bestemd, vermoedelijk op de Haaks waren gestrand. De bemanning, bestaande uit 13 koppen, verliet 's nachts ten 2 ure het schip in twee booten. Hun boot landde te 6 uur bewesten Tessel. Van de overige bemanning, waaronder de kapitein, is tot heden avond niets vernomen, terwijl van het schip niets meer gezien is. Negen man hebben waarschijnlijk hun graf in de golven gevonden. In 1887 werden bij afwisseling opgenomen in de bijzondere strafgevangenissen 901, in de ge- wone strafgevangenissen 12015, in de huizen van bewaring in de arrondisseraents hoofdplaatsen 34862, in de huizen van bewaring buiten de arrondissements hoofdplaatsen 8455, in de Rijks opvoedingsgestichteri ,/Ah," zeide Landregarde, //dan kan de jonge man zich als uw verloofde beschouwen v Ik geloof het niet." z/Dan heeft hij miustens het recht om eenige hoop te koesteren." #Zeer weinig. Het uitstel dat mijn vader grondde op mijne jeugd, mijne ziekelijkheid, de smart eener scheiding van mij en op zijn hoogen ouderdom, is volgens mijne opvatting eene vriendelijke en bedekte weigering, die hare oorzaak heeft in het gebrek aan fortuin van den jongen man en eene vaste betrekking." „De heer Lachenal is toch advokaat z/Zeker, en in weinige jaren kan hij de eerste in de provincie zijn, wanneer hij voorspoedig is, want hij bezit aanleg genoeg. Maar toch blijft het eene onzekere berekening en een vader zal niet gauw zijne dochter daarop wagen. Lachenal is ook nog maar twee jaren in Caen en, geloof ik, maar achtentwintig jaar oud." ,Is hij hier geboren ,/0 neen. Niemand keut hier zijne afkomst en familie. Ik geloof dat hij in Parijs geboren is, dat hij daar studeerde, weet ik. Daar hij echter weinig succes in de hoofdstad had, verruilde hij deze voor de provincie." //Zijne geschiedenis heeft veel overeenkomst met de mijne," zeide Landregarde. z/Inderdaad, hij is ongeveer op dezelfde wijze als u in Caen aangekomen. Niemand kende hem, 526, totaal 56810. Aanwezig op ultimo Decem ber 1887, in de bijzondere strafgevangenissen 618, in de gewone strafgevaugenisseu 1499, in de hui zen van bewaring in de arrondissements-hoofdplaatsen 529, in de huizen van bewaring buiten de arron dissements-hoofdplaatsen 515, in de rijksopvoedings- gestichten 393, totaal 3084. Het einde der feestviering te Rotterdam was geenszins zoo schoon als het begin. De illuminatie, waaraan men zooveel kosten en moeite had besteed, moet totaal mislukt genoemd worden, want in plaats van in een zee van licht, verkeerde de stad voor het grootste gedeelte in het donker. De oorzaak hiervan was wind en regen, welke het ontsteken der lampion-verlichtingen onmogelijk maakten. Enkele gasverlichtingen, zooals die van den inuziek- tempel en vooral die van het Yan Hogendorpsplein, alsmede enkele verlichtingen van nieuwe vinding, zooals het Welsch licht aan het gebouw van het Rotterdamsch Nieuwsblad en het Dotylicht aan het gebouw van de firma Van Meurs Stufkens, vol- deden daarentegen zeer goed. Ook het vuurwerk slaagde naar wensch, maar overigens zag men zich algemeen teleurgesteld. Het plan om Zondag de illuminatie te ontsteken viel eveneens in duigen, daar het weder, hoewel zeer schoon begonnen, al spoedig omkeerde en voor stortregens plaats maakte welke den geheelen dag aanhielden. Op de feestelijke stemming had dit echter geen invloed, want duizeuden bewogen zich zingende langs de straten tot laat in den nacht. Anderen vonden meer vermaak er in gebruik te maken van de gelegenheid, door verschillende vereenigingen en de beide schouwburgen aangeboden om uitvoeringen tot eene gerhgen prijs bij te wouen. Bij deze voorstellingen ging het recht vroolijk en opgewekt toe. In den kleinen schouwburg op den Coolsingel waren o. a. vele oud-strijders tegenwoordig. Het /Purfschip van Breda" werd gegeven en na afloop daarvan kwam de tooneelspeler van Nieuwland als schipper van Bergen met een oranjevlag op het tooneel en zong het lied van den dichter N. Beets Alles zong mede, jubelde, de oud-gedienden zwaaiden met hoeden of petten, en men ging niet uiteen voor het orchest de volksliederen gespeeld had, en deze door het geheele publiek staande en met geestdrift waren gezongen. Ten 10 ure werd op de Nieuwe Veemarkt ten aanschouwe van een talrijke menigte een groot vuurwerk ontstoken, dat zeer goed voldeed, vooral het slotnummer, dat een *Oranje Boven" te lezen gaf met de jaartallen 1813 en 1888. of wist van waar hij kwam. Ik zie hem nog bij ons binnentreden. Het was op een Zondagmorgen. Mijn vader ontving hem in zijn studeervertrek, waar de jonge man hem onderscheidene brieven van aanbeveling voorlegde, die door oude collega's en vrienden mijns vaders onderteekend waren. Zij praatten ongeveer een kwartier samen, en toen stelde vader hem als toekomstig advokaat onzer stad voor, en verzekerde hem zijnen geheelen invloed. vEn bezocht hij sedert dien dag steeds uw huis //Ongeveer ja. Mijn vader stelde veel belang in hem en noodigde hem zoo vaak mogelijk in onzen familiekriug." z/Dan kan ik me niet verklaren, dat uw vader den advokaat uwe hand weigerde." „Deze weigering is immers maar een uitstel, vergeet dat niet. Ik heb u de zaak vroeger ver klaard." z/En is u dat voldoende? De heer Lachenal is advokaat in de stad. Hij is jong, werkzaam wel- levend, wel opgevoedge zegt, dat hij talent heeft, hij zal dus zeker succes hebben; in elk geval is zijne toekomst verzekerd. Ik meen een andere oorzaak voor dit uitstel te weten." Gabrielle zag Landregarde verwonderd aan, als wilde ze zijne gedachten raden. z/Deze oorzaak is zeer eenvoudig," ging hij voort, ,uw vader kan slechts uw geluk op't oog hebben en wil u zeker zelf laten beslissen." NEHZENSClE COIRAIT. Blijf een, blijf een, mijn vaderland Blijf een en ongeschonden, Geen Staatspartij, geen Godsdienattwist Verscheure door geweld of list, Wat God heeft saamverbonden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1