Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2440. YVoensdag 3 October 1888. 28e Jaargang. AVONDSCHOOL en 1EBHALINGSKLASSE AAHBESTBDIMG VERGR00TING DER HAVEN DE BLINDE EN ZIJN KIND. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: V Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^ Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. Dit bind verschljnt Dinsdai* en Vrijdastavoud bij den uitffever P. Jl. VAN DE SANDE te Ter Neuzen. TE TER NEUZEN. Zij, die wenschen toegelaten te worden tot de AVONDSCHOOL en de HERHALINGSKLASSE aan school A, reeds begouuen op Maandag 1 October jl., kuunen zich alsnog in den loop dezer week aanmelden bij het hoofd dier school, den beer Vooren. In het belang der kiuderen wordt het getrouw bezoek dezer zeer nuttige inrichtiugen ten zeerste aanbevolen. Ter Neuzen, 2 October 1888. De Burgemeester, J. A. VAN BOVEN. TE PHILIPPINE. BURGEMEESTER en WETflOUDERS van PHILIPPINE zullen op Woensdng den 10 Octo ber 1888, des namiddags ten 3 ure, trachten ivm n te besteden Het VERGROOTEN der HAVEN van de gemeente, met bijievering der benoodigde materialen. Aanwijzing zal geschieden op Maandag den 8 October 1888, des voormiddags 10 ure. Het bestek met teekening ligt ter inzage-op het gemeentehuis van des voormiddags 912 uur. Philippine, den 1 October 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. B. DHOOGE, Burgemeester. L. N. STUBBfl, Secretaris. JPolitiels. Overzicht. De Duitsche bladen bevatten eeu uitvoerigschrijven van Von Bismarck aan Keizer Wilhelm, over het ffTagebuck." Hij dringt er op aan, dat den minister van justitie bevoleu wordt, om eene ver- volging in te stellen tegen het tijdschrift de Deutsche Rundschau en tegen hen, die als verspreiders bekend ziju. Hij acht de vervolging gewenscht voor den naam van Keizer Wilhelm en Keizer Friedrich beiden, wier gedachtenis een kostbaar bezit van volk en dynastie, voor verminking moet worden bewaard, eene verminking, die door deze anonyme, in het belang van revolutie en rust- verstoring ondernomen, openbaarmaking in de eerste plaats tegen de nagedachtenis van Keizer Friedrich gericht is. Men zegt, dat de Keizer, nog voor FEUILLETON. Uit de meiledeelingen van een Londenschen politie-bcambte. 16) »Goed, goed!" Tiep hij besloten uit. „Zij moet tot iederen prijs gered worden Maar voor mij is zij verlorenAan den verrader van haar vader zal zij nooit haar hand reiken. Doch wat doet het er ook toe? Ik heb met het leven afgerekend ,/Waarom spreekt gij zoo, Lista?" antwoordde ik hem. „Waarotn beschouwt gij u als offer? Ik ben overtuigd, dat Alice u dankbaar zal zijn en, hulpeloos als zij is, u gaarne tot echtgenoot zal aannemen." Hij schudde het hoofd en vroeg, terwijl hij mij onderzoekend aanzag: »Zou het niet mogelijk zijn, dat wij Brunsworth konden redden?" „Slechts in een geval," hernam ik, terwijl ik na- druk legde op ieder woord. ,,Wij moeten den blinde te voren verwittigen, dat hij verraden is, en hem beduiden, zoo spoedig mogelijk de vlucht te nemen. »En waarheen zal de blinde met zijne dochter zich wenden?" vroeg Lista. ffEn zal zij dan niet zijn vertrek naar Detmold, bevel heeft gegeven, dat met het proees onuaiddellijk een aanvang inoet worden geinaakt. De Rijkskauselier houdt de fragmenten niet voor echt, omdat de Kroonprins in 1870 geheel buiten de politieke handeling stond en dus onvolledig of onjuisl kon ingelicht zijn. Ook had Von Bismarck in last niet met den Kroonprins over intieme zaken te spreken, uit oorzake van de Fransche sympalhien van het Eugelsche hof, Bismarck noemt het verder onwaar, dat hij op 13 Juli 1870 den vrede verzekerd achtte en dus naar Varzin wilde terugkeeren, zooals het zoogenaamde Dagboek zegt. Z. K. H. wist toen reeds, dat ik den oorlog voor noodzakelijk hield en slechts met 'ontslag uit mijn ambt naar Varzin terugkeeren wilde, in geval hij toch nog afgewend mocht worden en hierin was de Kroonprins het met mij eens, zoo schrijft Von Bismarck. Vervolgens toont hij aan, dat Kouing Wilhelm de mobiel verklaring tegen Fraukrijk nog niet wilde, terwijl de Kroonprins daarop aandrong; hij meende nog altijd den vrede te kunneu bewaren, doch na herhaalde voorlezing van Olivier's redevoering, zag hij daarin eene oorlogsverklaring. Bismarck erkent, dat tussclien hem en den kroonprins verschil van meening bestond over het tot stand komen van het Keizerschap, kort na den slag bij Sedan. Te Versailles is over dit onderwerp niet meer door hen getwist en later ook niet, integendeel de Kroonprins toonde instemming met zijne inzichten. Voorts ontkent Bismarck, dat de Kroonprins geweld heeft willen gebruiken tegen de Duitsche vorsten en eventueel de met bloed bezegelde verdragen tegenover hen heeft willen verbreken. Ook de vermelde feiten omtrent de onfeilbaarheidskwestie worden ontkend. De onfeilbaarheid, zegt Von Bismarck, was mij steeds onverschillig, den Kroon prins was zij dit minder. Ik voor mij hield haar voor eenen verkeerden schaakzet van den toenmaligen Paus, en ik verzocht Z. K. H. althans gedurende den oorlog deze zaak te laten rusten. Den indruk, dat ik haar na den oorlog zou hebben willen onderhanden nemen, kan de Kroonprins nooit ver- kregen en in een dagelijks bijgehouden dagboek opgeteekend hebben. Het pseudo Dagboek zal nog eenigen tijd het onderwerp der pers blijven. Over de besprekingen, die graaf Kalnoky te Friedrichsruhe met den rijkskanselier heeft gehad, laat de officieuse Russische Correspondenz zich aldus uitAls de regeering van Oostenrijk door dezelfde vredelievende gevoelens bezield is als die van Rus- land, en wanueer de Magyaren tot dezelfde stil- zwijgende berusting worden gedwongen als de Panslavisten in Rusland, dan zal de gerustheid terugkeeren, dan zullen de zaken van Bulgarije ophouden de twistappel der Europeesche mogendheden te wezen. Bismarck heeft een uitstapje naar Berlijn gemaakt des te zekerder voor mij verloren zijn?" „Dat schijnt mij ook zoo toe," antwoordde ik. „Overigens is het gansche blok huizen, dat aan Blaff toebehoort, reeds bezet, en niemand der bende zal kunnen ontvluchten." #En ik zou in uw gezelschap in Alice's woning verschijnen?" vroeg hij diep geschokt. „Ik zou voor haar staan als verrader?" tflk zal al het mogelijke doen," zoo stelde ik hem gerust, „om Alice te overtuigen, dat gij niet anders had kunnen en mogen handelen, als gij ge- handeld hebt. Doch, mijnheer Lista, wanneer gij er de voorkeur aan geeft, hier te blijven, dan wil ik uw gevoel geen dwang aandoen de vraag is echter, of het niet beter voor Alice zal zijn, wan neer gij haar in deze moeielijk stonde ter zijde staat." Hij vatte mijne handen en hield ze een poos krampachtig in de zijne; toen sprak hij met doffe stem: „Het zij zoo, ik ga mede." Wij stegen in een droschke, en ik ging aan het werk, dat beroep en plicht mij oplegden. VII. 't Was mij bereids bekend, dat het gebouw, waarin de valsche munters hun werkplaats hadden, verscheidene uitgangen in verschillende straten had. Blaff bezat eeu geheel blok huizen van grootere en kleinere gebouweu, en verscheidene, wellicht alle, waren op kunstige wijze met elkaar in ver- en is thans weer te Friedrichsruhe, maar zijn meester is nog reizende. Te Detmold werd de jonge Keizer met geestdrift ontvangen, de stad was in feestdos en de vorst dronk op de gezondheid van den gast. Wilhelm betuigde zijn dank voor de schitterende ontvangst en bracht in herinnering, dat hij als knaap voor het destijds nog onvoltooide Ilermann-gedenkteeken had gestaan, toen Duitsch- land's eenheid nog moest bevochten worden. Hij gaf tevens zijne overtuiging te kennen (natuurlijk tot voeding van den nationalen trots,) dat de zonen des lands, die onder aanvoering van den vorst voor die eenheid hun bloed hadden gestort, in die edele gevoelens zouden volharden. De lui weten precies wat ze zeggen moeten, de groote diplomaat te Friedrichsruhe had het niet mooier kunnen doen. Wie weet of de speeches ook niet op dat slot zijn gemaakt. Ook te Stuttgart is Wilhelm met onbeschrijfelijke geestdrift ontvangen de Koning van Wurtemberg en al de prinsen waren aan het station. Wat op het quirinaal gezegd zal worden, daar ziet de wereld meer naar uit, want daar heeft men Salomon's wijsheid noodig, wij) de spanning tusschen de wereldlijke en geestelijke machten met den dag grooter wordt. Men weet, dat door de katholieke partij een besluit is genomen, om te Leuven eene manifestatie te organiseereu tegen Italie en Koning Umberto, terwijl deze laatste zijn Keizerlijken gast te Rome zal begroeten. Dit heeft in geheel Belgie aanleiding gegeven tot eene levendige agitatie. Blijkens een bij het Departement van Kolonien ontvangen telegram is de nieuw benoemde Gouver- neur-Generaal van Nederlandsch-Indie, Mr. C. Pijuacker Hordijk, op den 28 September jl. te Batavia aangekomen en heeft hij den volgenden dag het bestuur aanvaard. Tegen Donderdag, den 4 October, is verga- deriug der afdeelingen van de Tweede Katner uit- geschreven omtrentde staatsbegrooting voor 1889, de vestingbegrooting en de begrooting voor Staats- spoorwegeu. De z. g. postbladen worden den 15 Oct. a. s. ingevoerd en voor het publiek verkrijgbaar gesteld. Het is niet verboden in de postbladen iets in te sluiten mocht dientengevolge het gewicht 15 gram te boven gaan, dan is ook het hoogere port verschuldigd, voor de brieven van hetzelfde gewicht bepaald, welk port links van het opschrift Postblad door frankeerzegels is te verantwoorden. Op dezelfde wijze is te verantwoorden het hoogere port voor postbladen, naar het buitenland bestemd. Gewone aanteekening is toegelaten, wanneer de binding gebracht, die ten deele zoo goed bedekt was, dat men slechts door toeval daar achter kon komen. Een der vermoedelijke valsche munters dreef, natuurlijk slechts voor de leus. een koleuhandel en zijn bergplaats bevond zich in de naaste nabij- heid van de woning van den blinde. Daar ik vermoedde, dat deze bergplaats van kolen met de werkplaats der valsche munters in verbinding stond, begaf ik mij 't eerst daarheen, en was eenigermate verrast, Black achter een hoop kolen, neergehurkt, hier aan te treffen. Hij wenkte mij op geheimzinnige wijze toe, en terwijl ik mijne blikken wendde in de richting, die hij met den vinger aanduidde, scheen het mij toe, als begon een steen, die zich dwars over de opening van een vensterverdieping als toevallig daar neergelegd bevond, zich te bewegen. Het was intusschen tamelijk donker in dien hoek en ik diende mij voor gezichtsbedrog te wachten. Maar ik had mij niet bedrogen. 't Was nu de vraag maar, of hetgeen zich bewoog, een dier of een menschelijk wezen was. Het eerste scheen mij waarschijnlijker te zijn. „Misschien een rat," dacht ik; maar ik lachte in het volgende oogenblik om die zonderlinge ge- dachte. Een rat, zelfs een kat was niet in staat, zulk een grooten steen op te heffen of voort te schuiven. 't Had dus wel een dier met buitenge- wone kracht moeten zijn. De steen bewoog zich postbladen, blijkens eene verklaring van den afzen- der op den omslag, geen waarde aan toonder be vatten. De bedoelde verklaring moet van de hand- teekening of paraaf van den afzender voorzien zijn. De Nederlandsche consul te Londen deelt mede, dat, wegens de slechte resultaten van den oogst, Engeland in het aanstaande seizoen een groote hoeveelheid aardappelen zal moeten invoeren. Op de Londensche markt wordt een aardappel van flinke groote gevraagd, en de soort, die als Magnum Bonum bekend staat, wordt vooral ge wenscht. In elk geval zal het natuurlijk veel van hoedanigheid en grootte afhangen of eene Neder landsche soort hier goed kan geplaatst worden. Naar hij verneemt, zoude op het oogenblik niet meer dan 55/- (ongeveer f 33) kunnen verkregen worden voor Nederlandsche aardappelen. Binnen eene maand zal die prijs waarschijnlijk tot 60/- h 65/- 36 a f 39) per ton stijgen, aangenomen natuurlijkdat de aanvoeren gesehikt voor de markt zijn. Tegen den schutterij-officier en den student, die dezer dagen in de duinen, tusschen den water- toren en het Rijnspoorstation te Scheveningen, eene gewapende ontmoeting hebben gehad, waarbij de officier aan de hand gekwetst werd, is door de politie proces-verbaal opgemaakt. De regeering van de Transvaalsche republiek heeft opnieuw een oproeping van Nederlandsche telegraaf-ambtenaren gedaan, van welken zij nog een tiental wenscht te engageeren. De bezoldiging bedraagt thans 250 pond sterling, of ongeveer f 3000. Bij de oproeping is de mededeeling ge- voegd, dat de meesten der tot nu toe uitgezonden ambtenaren voor de hoofdlijnen onbruikbaar waren wegens mindere bedrevenheid in den toesteldienst en de kennis der Engelsche taal. De aanmelding moet plaats vindeu door het hoofdbestuur te's Hage. De eerste dag, dat het anders kermis zou geweest zijn te Yerseke, is voor bij. Wat voorspeld werd, is gescbieder is veel meer geschreeuw en rumoer geweest dan anders. In 't begin was dat van onschuldigen aard, maar later op den avond kreeg de beweging, dank zij den drank, die naar men algemeen zegt kosteloos getapt werd, een oproerigen aard. Blijkbaar had men het op de vier raadsleden gemunl, die voor de afscbaffing der kermis gestemd hebben. Een troep van een paar honderd zingende en joelende lieden bracht beur- telings een bezoek aan deze vier raadsledenzij smeten met steenen tegen deuren en vensters en wierpen bij een hunner een 8tal ruiten stuk. Het is licbt te begrijpen, dat de politie daar weinig aan doen kon, terwijl een duistere lucht en de omstandigheid dat enkele lantarens waren uitgegaan, de handhaving der orde op straat nog moeielijker maakten. echter slechts met rukken; soms bleef hij een heele poos, zonder van plaats te veranderen, weer liggen, en hieruit maakte ik het besluit op, dat degene, die dit zonderlinge spelletje speelde, met onvoorzichtigheid te werk ging. Nadat de steen nog wel een half dozijn malen bewogen en voortgeschoven was, zag ik plotseling een menschenhoofd, en daarna het geheele boven- lijf uit de diepte opduiken. Al had Black's tegenwoordigheid mij ook niet dadelijk op het juiste vermoeden gebracht, ik zou in weerwil van het schemerlicht den man toch herkend hebben. Het was geen ander dan Blaff. Was het nu, dat Black zich verraadde, of dat ik zelf een onvoorzichtige beweging maakte de man verdween weder plotseling, en in hetzelfde oogenblik sprong Black uit zijn schuilhoek te voorschijn, mij voorbij en naar de geheimvolle plaats toe. Black," sprak ik, terwijl ik nu ook te voor schijn kwam, »dat was te vroeg. Gij hadt nog eenigen tijd moeten wachten. Thans is hij ont- snapt. Nu helpt het niets. Voorwaarts hij zit in het verwenschte nest, en wij moeten langs denzelfden weg als hij binnenkomeu." Met een dievenlantaarn en licht voorzien en goed gewapend, klommen wij thans een ladder af en kwamen in eeu kelder, die met een kleine sehuur in verbinding stond, waardoor wij weder in een kelder kwamen. - 1 11 11 -1

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1