Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2428. Woensdag 22 Augustus 1888. DE BLINDE EN ZIJN RIND 28® Jaargang. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. IMt blad verschtjnt Dlnsdac- en Vrljdagavond bl| den nitgever P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. lAolitieli Overzicht. l)e grootste strategicus dezer eeuw, graaf Moltke, is als chef van den generalen staf afgetreden. Toch blijft hij voortgaan den keizer advies te geven als militair deskundige, en men mag rekenen dat Waldersee, zijn opvolger, door zijne oogen zal zien. De oude Wilhelm heeft hem nooit willen loslaten. Duitschland is aan den grijzen held zeer veel verplicht. In de 30 jaren, dat hij aan het lioofd van den staf stond, heelt hij alle landen van Europa in kaart gebracht, elke weg uitgelegd in dagmar- schen, van elke stad en elk dorp is de beteekenis voor de verdediging of voor de voorziening der troepen met levensmiddelen of andere beuoodigd- hedeu aangegeven, de middelen om bezwaren te overwinnen, rivieren te overbruggen, telegraaflijnen te repareeren werden dagelijks bijgehouden, en nog zijn officieren bezig iu vreemde landen om opne- mingen te doen. Moltke gmg oplettend hun werk na en duizenden officieren zijn door hem onder- wezenin hen spreekt de geest van Moltke. Eenigen tijd geleden werden in Belfort Duitsche studeuten op de straat door het volk mishandeld en deze zaak heeft een naspel. De mishandelden vroegen aan de gemeente Belfort schadevergoeding op groud van zeker artikel uit het Eransche wet- boek. In Belfort wilde zich echter geen advocaat ter hunner beschikking stellen, de president der rechtbank weigerde hun een rechtsgeleerde ter zijde te stellen en de Parijsche advocaten maakten zich eveneens van de zaak af. Dat de Duitsche pers hierover hard uitgaat, dat spreekt. Zoo ver gaat de nationale haat. In Duitschland vind men thans voor bijna alle betrekkingen, die een akadeinische opleiding ver- eischen, een grooten overvloed van beschikbare krachten. Het aantal studeuten in de godgeleerdheid was voor weinige jaren zoo klein geworden, dat honderden predikautsplaatsen niet bezet konden worden, evenals thans iu ons land. Nu zijn alle plaatsen bezet niet alleen, maar velen nemen de betrekking van gouverneur, omdat zij niet dadelijk een plaats kunnen vinden. Aan menige hooge- school bedraagt het aantal studenten in de theologie het vier- vijfvoudige van vroeger. Het aantal artsen, dat jaarlijks geexamineerd wordt, is in de laatste 6 jaren verdubbeld. Bij 't begin van 1888 komt reeds op elke 2750 zielen een arts. Doch weldra wordt de verhouding nog anders, want op 't oogenblik bedraagt het aantal studenten in de medicijnen het 2/s van het aantal artsen, die in Duitschland praktizeeren. Het aantal jonge rechts- geleerden is vervijfvoudigd. In 1887 waren er 1320 gepromoveerde juristen zonder betrekking en over vijf jaren zullen er wel 3000 zijn. Velen hunner zijn advocaat of uotaris geworden, doch ook hier is overvloed. In 1887 bedroeg het aantal studenten aan alle Duitsche hoogescholen FEUILLETON. Uit de metledeelingen van een Londenschen politie-beambte. „De duivel," zeide ik, »zoo was't niet gemeend, Blackmaar we zitten nu eenmaal in de muizeval en ingeval van nood zult gij het slot wel kunnen laten springen." Nauwelijks had ik deze woorden gesproken, toen ons schreden naderden, en ik was niet weinig verwonderd, toen Alberto Lista, de Portugees, voor ons stond. Wij zagen elkander wederkeerig een poos sprakeloos aan. „Zijt gij het, mijnheer Barel?" zoo sprak hij mij eindelijk aan. „Hoe komt gij hier Den naam Barel voerde ik uamelijk altijd, wanneer ergens incognito bevond en onder dezen ik mij naam had ook de Portugees mij leeren keunen. //En gij, mijnheer?" vroeg ik terug. //Nu, om dezelfde reden waarsehijnlijk, waardoor gij hier gekomen zijt. De blinde heeft mij hierheen gelokt." //Gij zijt hier dus tegen uw wil?" »Ja, mijnheer BarelWat ik gisterenavond in de club vernam, wekte mijn nieuwsgierigheidhet gelukte mij na lang omzwerven gedurende den nacht, bijna 30000. Bovendien komen nog de jongelieden die de polytechnische akademies, de boschcultuur- akademies en andere inrichtingen van hooger on- derwijs bezoeken. Bij de inrichtingen voor hooger onderwijs is het joodsche element percentsgewijze het sterkst vertegenwoordigd. Het aantal jodenleerlingen stijgt in enkele klassen tot 50 pet., namelijk op de meisjesscholen, want de dochters moeten eene beschaafde opvoeding genieten daar de ouders geld hebben. Evenwel zijn er ook scholen voor jon- gelingen, waar het procent der joodsche leerlingen tot 47 stijgt. A1 deze cijfers zijn genomen naar de opgave van Pastor Schneider te Lippspringe. Boulanger heeft aan eenige Parijzenaars ver- klaard, dat hij zou stemmen voor de vrijheid van godsdienst, van vereeniging en van onderwijslangs alle wegen zoekt hij een kamerzetel machtig te worden. Hij vindt het volstrekt niet vuil de kandidaat van alle mogelijke partijen te zijn, als hij er maar komt. Hij sjouwt de drie departementen Nord, Somme en Charente-inferieure af op zijn verkiezingsreis. Oploopjes aan de stations, optochten met rijtuigen door de stad worden kuustmatig voortgebracbt en daarvoor geeft de rebellieman diners en de straatvechtpartijen tusschen voor- en tegenstanders. Als de regeering zulk soort le- venmakers onschadelijk maakte, zou het voor de rust des lands heilzaam werken. Floquet heeft de werkstakers te kenuen gegeven, dat de regeering de werklieden in de voile uitoefening hunner rechten zal steunen en niet zal dulden, dat zij, die willen werken, op eenige wijze zullen worden verhinderd, maar dat deze tegen alle geweld, feitelijk of door bedreigingen, in bescherming zullen worden genomen. Met Italie kan Frankrijk het nog niet vinden. Eraukrijks antwoord op de laatste voorstellen van Italie betreffende het handelstraktaat, luidt weigerend Eraukrijks beklag omtrent de zaken te Massowah vindt bij de mogendheden geen gunstig gehoor; en terwijl de Eranschen beweren dat hun protectoraat gunstig voor Tunis werkt, schilderen de Italiaansche bladen den toestand van Tunis met de zwartste kleuren, openlijk verkondigende, dat het heel wat beter zou zijn als de Bey alleen regeerde. Crispi heeft eene nota gezonden aan de regeering van Griekenland waarin hij Griekenland's inconsequentie aantoont. De Hellenen hebben eerst Italie's rechten in Massowach erkend, vervolgens Frankrijk opge- dragen namens Griekenland te protesteeren, daarna den Griekschen onderdanen bevolen, de opgelegde belastingen te betalen, en eindelijk verklaard Frank- rijk's theorie omtrent de capitulatien te deelen. Uit Afrika is een depeche gekomen, behelzende: Een Eransch zendeling, uit Ahrur aangekomen, meldt dat de vier Italiaansche officieren zijn ge- sneuveld en dat Debeb beschikte over 700 man, waarvan 300 met geweren gewapend. Ook wordt mededeeling gedaan, dat Keren zonder tegenstand den blinde met zijn dochter in een lokaal der City te vinden. Daar ik van meening was met een rondtrekkenden muzikant niet veel complimenten te moeten maken, trad ik het meisje op zijde, omarmde en kuste haar." „Wat, die leelijke, oude bedelares ,/Och, wat praat ge daar, mijnheer Barel Zij is zoo schoon als Aphrodite." „Kondet gij dat in weerwil van de groote huif, die bijna haar gansche aangezicht omhulde, bemerken?" vroeg ik. ,/Zij droeg geen huif, mijnheer." ,/Werkelijk niet Nu vertel dan eens, als ik u verzoeken mag, hoe kwaamt gij hier en sedert wanneer zijt gij hier?" vNu, om kort te zijn, het meisje scheen mijne vrijpostigheid geenszins zoo kwalijk te nemen, als ik, na 't geen ik van haar gehoord had, had moeten vermoeden, en de blinde, die wel gemerkt had, wat er gebeurd was, noodigde mij uit, hem te bezoeken, terwijl hij mij zijn woning noemde. Aan deze uitnoodiging gaf ik dezen morgen gevolg. De blinde ontviug mij met de grootste vriendelijk- heid, verzocht mij hem te volgen, en liet mij dit vertrek binnentreden, terwijl hij buiteu bleef. De deur vloog toe, en ik was een gevangene, gelijk gij thans zijt." z/Sedert heden morgen?" #Zeer juist z/En men heeft u misschien laten honger lijden bezet is door Baram-Baras-Kafen, die daarbij voorgaf als gemachtigde van Italie te handelen. Van het Loo wordt gemeld Z. M. de Koning is, waarsehijnlijk door gevatte koude, ongesteld en moet reeds sedert een paar gen het bed niet verlaten hebben. Dr. Vink- huyzen is op het Loo aangekomen. Een later telegram meldt Eene vrij zware koude is de oorzaak dat de Koning het bed moet houden. De toestand is niet gevaarlijk, maar de leeftijd van den patient eischt bijzondere zorg bij deze ongesteldheid. De heer O. T. Bosgra, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het district Bergum, is overleden. De Duitsche bladen o. a. de Vossische Zeitung komen nu alweer met een nieuw huwe- lijksplan voor ons prinsesje. De candidaat voor het bijna 8jarige kind is volgens hen de 36jarige erfprins van Nassau, de zoon van hertog Adolf, den aanstaanden groothertog van Luxemburg. Aanleiding tot dit dwaze gerucht geeft het bezoek, dat dezer dagen door hertog Adolf op het Loo is gebracht. Waarom juist altijd een Duitsche prins genoemd wordt in deze belachelijke berichten zullen de Duitsche dagbladen wel weten. Men kan gerust al dit plannen maken nog een jaar of tien uitstellen. Tegen dien tijd zullen er wellicht ook in Engeland en elders wel edele koningszonen gevonden worden, die geen dertig jaar met ons dierbaar kind van Staat in leeftijd verschilleu, en die naar de hand zullen dingen van de schoone Prinses van T vrije Nederland. Een bij de regeering uit Indie ontvangen te legram meldt Op aanwijzing uit Solo, zijn aldaar, zoomede in de residentien Kediri, Pasoeroean en Madioen ette- lijke geestdrijvers met hunne aanhangers opgevat, als verdacht van onruststoken. Het bestuur is overal waakzaam. Rustverstoring onwaarschijnlijk. Wij lezen in het Bat. Nieuwsblad: „De onlangs hier aangekomen Hollandsche mail bracht o. m. aan de inteekenaren op den Staatsalmanak voor het Koninkrijk der Nederlanden, een suplement op den jaargang 1888, bevattende de lijst der nieuwe Ministers en van de leden der Staten Geueraal. Dit suplement van slechts enkele bladzijden werd te Emmerich aan het postkantoor afgegeven, en werd, versierd met Duitsche postzegels, met een Hollandschen mailstoomer via Marseille hier aan- gebracht. Kan het dwazer Wanneer het hooge port op Nederlandsch-Indie in Nederland gehandhaafd blijft dan zullen we het ,/Het schijnt ten minste, dat men zich niet haast, om mij spijs en drank te brengen." Ik begon wel eenigen twijfel te voeden met be trekking tot hetgeen Alberto Lista mij verhaalde; inmiddels in zeker opzicht kon hij de waarheid hebben gesproken. //Mijnheer Lista," vroeg ik, om mij ook hierin zekerheid te verschaffen, hebt gij den blinde en zijne dochter niet reeds vroeger gezieu //Nooit!" hernam hij bepaald. De waardin uit #De gouden Druif" moest mij op dit punt alzoo een valsch bericht hebben gegeven, of mijnheer Lista sprak onwaarheid. Het eerste scheen mij het waarschijnlijkst. jGij hebt ruim den tijd gehad, om hier rond te zien," ging ik voort; //heeft die verwenschte moordkuil geen uitweg?" HWij willen dit thans onderzoeken," hernam de Portugees; tfik was tot hiertoe toch volkomen in den donkerdit gewelf heeft geene ramen of vensters, maar vertel mij nu eens, hoe gij zelf hier gekomen zijt." »Het is dezelfde geschiedenis," zeide ik. „Maar ik meen, dat we allereerst aan onze bevrijding dienden te denken. 't Zou er mooi uitzien, als wij met ons dieen, wie weet hoe lang, in dit akelig gat moesten doorbrengen." //Zoo erg zal 't wel niet worden," antwoordde de Portugees, die mij kalmer en voorkomender toescheen, dan men van een mensch in dien toestand waarsehijnlijk spoedig zien gebeuren dat de corres pondence tusschen den Nederlandschen Minister van Kolonien in Den Haag en den Gouverneur Generaal vau Nederlandsch-Iudie te Buitenzorg, ook ter doorzending aan een postkantoor in Duitsch land wordt afgegeven. Men schrijft uit Limburg aan de N. R. Ct. In De Tijd en andere bladen werd onlangs gewag gemaakt van een voorval aan het grenskantoor te Eijsden, waarbij de rijksontvanger aldaar van den bisschop van Luik inkomende rechten zou hebben gevorderd van de kerkelijke utensilien, die deze kerkvoogd medevoerde. Wij zijn thans in staat gesteld de juiste toedracht van het gebeurde mede te deelen, welke op het volgende nederkomt. De bisschop was op reis naar eene gemeente in zijne diocese, om aldaar eene kerk in te wijden, en voerde te dien einde mede den bisschopsstaf en mijter, zilveren ampoules en kom. Aan het grenskantoor te Eijsden gekomen, werd de bisschop ontvangen door den graaf De Geloes aldaar, bij wien hij dien dag zou diueeren en met wien hij onmiddellijk wegreed. Door een der volgelingen van den bisschop werd nu aan de douanen getoond eene kist, waarin zich de bisschopsstaf en mijter bevonden en die onmiddellijk werd doorgelaten. Na deze kist werd nog eene andere getoond met de zilveren ampoules en het bassin. De ontvanger vermeende, deze voorwerpeu niet anders te mogen laten volgen dan tegen eene borgstelling, die bij den uitvoer weder zou teruggegeven worden. De bisschop, hiermede in kennis gesteld, schreef een beleefd briefje aan den ontvanger, waarin hij hem te kennen gaf, dat deze voorwerpeu overal vrij mochten worden ingevoerd. De ontvanger bleef nochtans bij zijn gevoelen, wat hij in een even beleefd schrijven aan den bisschop mededeelde. Deze laatste, die niet in strijd met de wetten des lands wenschte te handelen, liet door den graaf De Geloes de verlangde borgstelling geven, waar- mede die zaak geeindigd was. Dit is de juiste toedracht van het gebeurde. Er zijn derhalve geene inkomende rechten gevorderd evenmin heeft er, wat ook werd beweerd, eene onheusche bejegening plaats gehad. De bisschop heeft zich dan ook geenszins over het voorgevallene beklaagd, wel echter de graaf De Geloes, die er den minister van justitie (tot wien zich de Lim- burgers thans met hunne klachten wenden) mede in kennis stelde, welke de klacht naar zijnen ambt- genoot van Financien verzond. Men weet, dat de Amerikauen, die thans Nederland bezoeken, er een groote eer in stellen, van Nederlandsche afkomst te zijn. Men moet echter niet meenen, dat elk Nederlander, die iu Amerika is gevestigd of genaturaliseerd, lid van de Holland Society kan worden. Om tot die ver eeniging te kunnen toetreden, moet men eerst kunnen mocht verwacbten. Gedurende het gesprek, dat ik met Lista voerde, was Black niet ledig geweest; hij had een ijzeren deur bemerkt en was daaraan beginnen te werken plolseling slaakte hij een kreet van verrassing. Ik zag op en ook mij outvoer even spoedig een uitroep van verwondering. Inderdaad een jong meisje van buitengewone schoonheid stond voor ons. Het was zonder twijfel de dochter van den blindemaar zij droeg geen huif en haar prachtig haar viel ongedwongen om hals en schouders. Op haar gelaat lag zulk een volheid van onschuld en aanvalligheid, dat ik wel begrijpen kon, met welke angstige en pijnlijke zorgvuldigheid de blinde voor de onschuld zijner dochter moest hebben ge- waakt, als die uitdrukking op het gelaat van een meisje had kunnen behouden worden, 't welk dag en nacht met een blinden bedelaar door de straten van Londen trok. Ik was verrast in weerwil van al, wat ik van het meisje had gehoord, in weerwil van al, wat ik mij van haar voorgesteld had. Voor de eerste maal mijns levens maakte zich een gevoel van mij meester, 't welk mij bijna ambtenplicht had doen vergeten. Doch dit duurde slechts eenige oogenblikken ik vermande mij en onttrok mij aan de betoovering, die mij in hare strikken dreigde te vangen. Zonder verschooning vatte ik het meisje bij den arm en sprak op bevelenden, barschen toon TER MENSCHE C011ANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1