Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2407. Zaterdag 9 Juni 1888. 28® Jaargang. THANKFUL BLOSSOM. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. I»lt blad verschijjnt UiDsda;- en Vrljdagavond bij den nitgever P. J. VAN DE S A N D E te Ter Neuzen. Bij de/.e courant behoort ee» bijvoegsel. Jfolitieli Overzicht. De Pransclien zijn nog zeer gevoelig over de be- leedigeude woorden van den Hongaarschen premier. Een scherp artikel schrijft John Lemoinne in den Matin. „Wij zijn niet van plan," zoo schrijft hij, ,/eene ernstige kwestie te maken van de oratorische onbezonnenheid en de onbeleefde uitvallen van den eersten minister van Hongarije. Wij hadden geen uitnoodigingeu moeteu zenden aan slecht opgevoede lieden. Daarenboven kennen wij Hongarije niet; het is, zooals Von Metternich van Italic zeide, eene geographische uitdrukking. Officieel kennen wij alleen den minister van binnenlandsche zaken van den Keizer van Oostenrijk en den vertegen- woordiger des Keizers te Parijs. Wij hebben ous niet te bemoeien met de binnenlandsche keuken van dit rijk, dat uit stukken en brokken bestaat, waar men zooveel verschillende talen spreekt, dat men om zijnentwil het Volapiik had moeten uitvinden, en welks heterogene elementen een waar harlekijnspak vormen." Tamelijk scherp voorwaar; een pil voor Hongarije, Oostenrijk en Italie tegelijk. In de Hongaarsche Kamer bracht een interpellant hulde aan Goblet, door te getuigen dat het incident niet met meer tact en met meer inschikkelijkheid had kunneu behandeld worden dan door Goblet was geschied. Hij hield zich overtuigd, dat iedereen in Hongarije Goblets weusch tot handhaving der vrieudschappelijke betrekkingen met Frankrijk vol- komen zou deelen. De minister-president zeide bij deze gelegenheid openlijk, dat zijue bedoeling niet geweest was, eene natie te beleedigen met wie hij in vrede wenschte te leven. Onder de bladen, die gal blijven spuwen over Kolomeu's rede, behoort het officieuse Russische orgaan de. Nord. De heer Tisza heeft haat ge- kweekt, zegt het blad, door Parijs voor te stellen als een moordhol en eene toespeling te maken op de mogelijkheid eener wisseling van geweerschoten tusschen Oostenrijk en Frankrijk in den loop van het volgende jaar. Ook de Hongaarsche pers krijgt haar vet van de ,/Nord." De passen-historie is ook nog niet uit het ge- heugen. De Duitsche ambassade te Parijs heeft nader bekend gemaakt, dat de Fransche reizigers, die het //visum" van den gezant komen vragen, wel zullen doen, indien zij, onder overlegging van bewijs- stukken, de redenen van hunne reis vermeldeu, de plaatsen die zij willen bezoeken, en den waarschijn- lijken duur van bun verblijf. Het zal daarenboven gewenscht zijn, dat zij de namen opgeven van per- sonen, bij wien inlichtingen over hen kunnen worden ingewonnen. Voor den exprestrein naar het Oosten zal het voorschrift der passen minder streng zijn; reizigers met rechtstreeksche billetten van Parijs tot minstens Muuchen zullen geen pas behoeven, FEUILLKTON. (Naar Bret Harte.) 5) Eenige oogenblikken liet Thankful zwijgend hare voeten slingeren, zij sprong daarop eensklaps van de tafel, greep den oudeu man bij zijn rok, richte hare oogen vragend op de zijne en vroeg toen achter- dochtig //Waarorn hebt gij mij hier gebracht inplaats van mij de bezoekkamer te laten binnengaan?" De oude Blossom stond een oogenblik verlegen. //Oindat omdat de graaf ge weet immers '/Orndat de graaf misschien boos zou worden als hij vernam dat ik een miunaar heb Bestik zal naar binnen gaan en het hem zelf vertellen," nep zij en ging naar je ,jeur- II Waarom hebt gij het hem dan niet een uur ge- ecen gezegd, voor gij de deur uit geslopen zijt? ieg, kJein nest?" vroeg de oude en greep opnieuw )are hand. Maar dit is de zaak niet, Thankful; met om zijnentwil heb ik u tegengehouden. Maar er is nog een jong heer bij hem, die kwam kort nadat gij waart weggegaan, een knap, flink heer en beiden, hij en de graaf, zitten nu in hun eigen ooterwaalsch te babbelen, eene soort van Itali- aansch, denk ik, niet waar, Thankful?" als zij op het gebied van Elzas—Lotharingen den trein niet verlaten. In de Fransche Kamer werd door Laur aangedrongen, dat de regeering op eene strook grondgebied, grenzende aan en in oppervlakte gelijk staande met Elzas-Lotharingen, dezelfde maatregelen tegen de Duitschers zou nemen, die de Duitsche regeering op de Franschen heeft toegepast. De Minister Goblet echter verzette zich hiertegen; volgens hem moest de republiek het zich tot eene eer rekenen, hare grenzen voor iedereen open te stellen, en iedereen te laten weten, hoe gemakkelijk men in Frankrijk het verkeer voor buitenlanders wilde maken. Het voorstel-Laur werd daarna met 509 tegen 7 stemmeu verworpen, waarop de Cas- sagnac opmerkte, dat de tegenstemmers zeker niet de zeven wijzen waren. Dat gematigd besluit mag verstandig genoemd worden. 't Was prachtig weder, toen de Duitsche Keizer Zondag te 11 ure van Charlottenburg afvoer. In een kleinen ziekenwagen, die met een ponny was bespannen, werd hij aan boord van het stoomjacht gebracht. alwaar op het dek een tent was geplaatst, waarin de vorst aan den eenen kant in een leuning- stoel kon liggen, met het uitzicht op den tegen- overgestelden oever. Aan de Spree, die aldaar vrij nauw is, stonden duizenden menschen, die reeds zeer spoedig door de politie heeudrongen en den Keizer met geestdrift toejuichten. Langzaam voer het stoomschip voort en op de vaart werd het voortdurend langs de oevers door de bijeengestroomde menigte begroet, hetgeen de Keizer door wenken met de hand beantwoordde. Tegen 10 uur begon het weder te veranderener kwam regen en er dreigde sterke wind. Doch de vaart ging goed en zonder ongevallen kwam het schip te Potsdam, waar de vorst een goeden nacht heeft doorgebracht, ofschoon bij zich wel wat vermoeid van de reis gevoelde. In Berlijn vertoeft thans de zesjarige Peccy Dresel, die aan dezelfde kwaal als de Keizer lijdt en eveneens onder behandeling van Dr. Mackenzie is. Deze jeugdige lijder, die ook een „canule" draagt, is met zijne moeder te Charlottenburg geweest in het vertrek des Keizers. Bij het biunentreden kwam de Keizer hen tegemoet, reikte haar vriendelijk de hand en vroeg met veel belangstelling naar den toestand van het kind. Mevrouw Dresel, reeds gewoou aan de toonlooze stem van haar zoon, verklaarde, dat zij elk woord van den Keizer zelfs op eenigen afstand verstaan kon. De Keizer verzocht mevrouw Dresel plaats te nemen en nam, in een leunstoel gezeten, den kleine tusschen de knieen, sprak het kind nu en dan schertsend toe en onderhield zich een uur lang met Dr. Mackenzie en mevrouw Dresel over de ziekte van den knaap. Toen mevrouw Dresel eindelijk heen zou gaan, noteerde de Keizer haar adres en liet zich nog het een en ander vertellen omtrent de omstandigheden in welke ,/Ik weet het niet," zeide zij peinzend. „Van welken kant kwam die ander?" Zij begon bang te worden, dat de vreemde ge- tuige had kunnen zijn van de teedere omhelzing van den kapitein. „Van de kant van de stad, kind." Thankful wendde zich weer tot haar vaderalsof zij antwoord wachtte op een reeds lang gedane vraag. „Welnu." vWelnu, zou 't niet goed zijn, als gij eerst aan uw toilet nog een weinig zorg ging besteden?" vroeg Blossom. ,/Hij is een voornaam jong heer, niet een van onze gewone landslui. „Neen," zeide Thankful, met de beslistheid van eene jonge vrouw, die weet dat zij er op 't voor- deeligst nitziet zooals zij is. De oude man mon- sterde haar met zijn blik en nam genoegen met hare beslissing. Daarop bracht hij haar, zonder verder een woord te spreken, naar de deur van het salon, opende deze en zeide kortaf Mij tie dochtor, Thankful Blossom!" Toen de deur geopend werd, liet zich het geluid van ernstige stemmen hooren, dat evenwel bij haar binnentreden terstond ophield. Twee heeren, die bij den haard hadden gezeten, stonden op, en een van hen trad haar te gemoet, om haar als een oude bekende maar toch vol eerbied te begroeten. „Dat geluk is werkelijk haast te groot, Mistress Thankful," sprak hij met en sterk vreemd accent en nog meer in 'toog vallende vreemde manier. haar gezin leefde. Bij het afscheid legde Keizer Frederik de hand op het hoofd van Peccy en sprak „Ach, mijn lieve arme jongen, hoe doet het mij leed, dat ge nu reeds aan deze ziekte lijdtmaar we willen hopen, dat ge spoedig genezen zult zijn." Dr. Mackenzie beweert, dat hij zeker was het kind te zullen genezen, wanneer men hem slechts bij de geringste ongesteldheid van den knaap kennis gaf. De Keizer verzocht mevrouw Dresel het bezoek te herhalen, om den kleine aan de Keizerin voor te stellen. Thans is het afdeelingsverslag der Tweede Kamer over het voorstel van de heeren De Savornin Lohman en Schaepman, betrekkelijk het reglement van orde, in aantochtde commissie van rapporteurs kwam gisteren bijeen tot vaststelling er van. Het plan is om de Kamer tot hervatting van hare werkzaamheden tegen den 19 Juni op te roepen; de juiste dag is echter afhankelijk van het tijdstip waarop de memorie van antwoord van de voor- stellers zal verschijnen. Uit Bergen op Zoom schrijft men De ansjovisvangst, welke aanvankelijk buitenge- woon groot was, doordien er visschers met 12 ton per getij biunenkwamen, begint van dag tot dag te miuderen. Over het geheel rekent men tot heden ruim de helft meer te hebben gevangen dan het vorige jaar. De prijs is nog onbekend. In de afgeloopen week is er veel versche viscb aan de markt geweest. De prijzen waren hierdoor zeer laag. Omtrent den brief van den heer Keuchenius aan de Zendingsvereenigingen deelt de Haagsche briefschrijver van het D. v. Z.-H. mede, dat de Minister van Kolonien geen recht had om uit naam der regeering te spreken, daar de zaak niet in den ministerraad ter sprake kwam. Men schrijft uit Steenwijk: De veenbazen hebben Dinsdag met de onwilligen afgerekend, wat hunnen arbeid betreft. De veen, die door hen op het land was gespreid, is opge- meten en hiervoor hebben zij het gestelde loon ontvangen. Op het oogenblik werkt wel het drie- vierde der arbeiders, terwijl het audere vierde deel afgedankt of onwillig is. De punten in Steenwijk, waar de arbeiders gewoon waren dagelijks te ver- gaderen zijn als het ware uitgestorven. Politie en soldaten zijn altijd nog in de venen aanwezig doch hebben nog geene onaangename conflicten ondervonden. Slechts enkele verveners hebben hooger loon toegezegd om den ongunstigen toestand van het arbeidsveld. Op het noordelijk terras te Windsor Castle is dezer dagen een reliek uit zee, een oud kanon, //Ik was al wanhopig, en mijn vriend hier, baron Pomposo, evenzeer." Een nauwelijks merkbare glimlach en een korte verwijtende blik vlogen over het donkere glaat van den aldus voorgestelden baron, terwijl hij eene diepe buiging maakte. Thankful boog naar de mode van dien tijd, dat wil zeggenzij beschreef met den rechtervoet een halven cirkel. Doch deze rechtervoet was zoo sierlijk en hare kleine gestalte zoo beminnelijk lief, dat de baron spoedig zijne oogen vol ernstige bewondering van den voet op- hief naar het gezicht. De eerste blik, dien haar vrouwelijk oog op hem sloeg, leerde haar dat hij een schoon man was. De twede blik, dien zij niet kon nalaten op den zwijgenden vreemdeling te werpen, deed haar zien dat zijne schoonheid voornamelijk was gelegen in een paar meisjesach- tige, donkere reeoogen. #De baron," sprak Mr. Blossom, zijne handen tegen elkaar wrijlende, alsof hij op deze wijzeaan de begroeting de warmte wilde bijzetten, welke zijn onvriendelijk gezicht tegensprak, #de baron bezoekt ons onder ongunstige tijdsomstandigheden. Hij komt uit verre landen. Het is het gebruik bij voor- name lieden in het buitenland, verre landen te be- reizen om de zeden en gewoonten der bewoners te leeren kennen. Hier in Jersey," ging de heer Blos som voort, schijnbaar tot Thankful, hoe wel hij haar spottenden blik zorgvuldig ontweek, „hier in Jersey vindt hij eene nijverige bevolking van eigengeerfde geplaatst, als gedenkteeken aan een gebeurtenis, waarbij ook Nederland betrokken is. Op een bordje staat de geschiedenis er van te lezen. ,/Dit kanon maakte deel uit van het geschut van H. M. „Lutine", die op den 9den October 1799 op de Hollandsche kust met man en muis verging. Bij het sluiten des vredes werd het wrak, dat groote schatten bevatte, door de Nederlandsche regeering aan de Vereeniging van assuradeuren, bij wie de lading verzekerd was, afgestaan. Het schip woelde in T zand, negen vademen beneden den zeespiegel. In 1886 werd dit kanon uit de diepte opgedolven, waar het bijna honderd jaren gelegen had, en werd het door de Vereeniging van assuradeuren der Koningin ten geschenke aangeboden, die het minzaam aanvaardde." In de Heerenveensche bladen komt de vol gende, door 25 verveners geteekende „Uitnoodi- ging" voor „Ondergeteekenden, Verveners in het Kiesdistrict Schoterland, kennis genomen hebbende van hetgeen door den afgevaardigde uit dat district bij zijne interpellatie in de Tweede Kamer betrekkelijk de werkstaking in de venen is gezegd, zijn zoo vrij hunnen medeburger, den heer Domela Nieuwenhuis, beleefd uit te noodigen tot het bijwonen eener vergadering te Heeren veen, teueinde den interpellant in de gelegenheid te stellen, voor hen als vak- mannen duidelijk te maken, hoe een vervener in dezen tijd met 60 man werkende, per dag f 98,40 kan verdieneu. Bepaling van den tijd wordt gaarne aan den heer D. Nieuwenhuis overgelaten. Zij twijfelen niet of de heer D. N. zal zoo be leefd zijn aan deze uitnoodiging te voldoen of publiek te erkennen, dat hij althans van hun vak klaar- blijkelijk weinig af weet en daardoor in meer dan een opzicht zeer onjuist is geweest." Dr. van Hamel Roos wijst in zijn laatste Maandblad op een afschuwelijk bedrijf en tevens op de ziektegevallen (zelfs een sterfgeval), te Oldeber- koop in Friesland voorgekomen door het gebruik van rogge uit Stettin, waarin bij onderzoek 30 pet. loodglit een zwaar vergif werd ontdekt. In een monster van rijstmeel uit Italie ingevoerd vond Dr. R. niet minder dan ongeveer 30 pet. marmergruis! Hij dringt opnieuw aan op een strenge scheikundige controle of het vertoonen van behoorlijk gedateerde en gelegaliseerde certificaten van analyse der in te voeren levensmiddelen, hetzij aan de grenzen, hetzij in entrepotdoks. Betreffende de wijnvergiftiging te Hyeres, waar- door een groot aantal inwoners ernstig ziek zijn geworden, schrijft de heer Van Hamel Roos het volgende Indien de graaf De Villeneuve zijn vergiftigden wijn b.v. naar Holland gezouden had zouden mis schien honderden slachtoffers in verschillende plaatsen gemaakt zijn, zonder dat de oorzaak, zooals te boeren, welke steeds bereid is den vreemdeling wel- kom te heeten, en hem tot op een stuiver reken- schap te geven van alles, wat hij noodig heeft. Daarom zal hij in deze onrustige tijden verstandig handelen, door zich te voorzien van goud of een betaalmiddel, dat niet afhankelijk is van plaatse- lijke stoornissen in den handel." vGij vindt hier een goeden vriend Blossom," zeide de baron met eene aangename radheid van tong, welke met den zachten, rustigen ernst zijner oogen in tegenspraak was „en hij vindt schoon heid, lieftalligheid fijne manieren en O, Santa Maria hoe heet het ook zoo wendde hij zich vragend tot den graaf. ,/Deugd," vulde deze aan. „Juist, en deugd, alles vindt hij vereenigd in de dames van dit land. O, geloof mij, mijn geeerde vriend Blossom, dat alles vindt men hier meer dan ginds." Van deze rede was een groot deel aan ThankfuFs adres gericht, zoodat zij bij wijze van antwoord ten minste een van hare wangenkuiltjes moest toonen, hoewel hare wenkbrauwen zich een weinig samen- trokken en zij haar eerlijk oog uitvorschend op den spreker richtte. z/Bovendien was generaal Washington zoo vrien delijk, zijne bescherming aan te bieden," voegde de graaf er bij. ,/Ieder gek iedereen," verbeterde Thankful zich schielijk, met een lichten bios, *kan van den TEl MZENSCIE COURAIVT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1