Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2405. Zaterdag 2 Juni 1888. 28e Jaargang. THANKFUL BLOSSOM. Binnenland. ABONNEMENT: FEUILLBTON. 3) TER MZEMSCHE COHABIT. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVEBTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van S00 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bit bind rcrschljnt Diusdag- en Vrijdngavond blj den attgever P. J. V i SI DE 8 A SI D E te Ter Neuzen. I^olitieli Overzicht. „Beter ten halve gekeerd dau ten heele gedwaald" heeft Clemenceau gedacht. Hij trekt thans te velde tegen het Boulangisme, waarvan hij eigeulijk de uitvinder is. Hij de leider der radicale partij, is het geweest, die He Freycinet, toen deze Minister- president was, generaal Boulanger als Minister van oorlog, opdrong en die Goblet na den val van dat Miuisterie, genoodzaakt heeft den generaal aan het hoofd van dit departement te laten. loen ook het Ministerie-Goblet moest aftreden, reed Clemenceau met den generaal in een rijtuig naar de Kamer om den volke te verkondigen dat de vriendschap tusschen hen beiden onverminderd was. Gedurende de eerste weken van het Ministerie-Bouvier was het Glemenceau's grootste grief, dat de generaal van zijn post was verwijderd. Thans heeft Clemenceau zich met het socialistisch lid van den Parijschen ge- meenteraad, Joffrin, en met den radicalen vriend van Floquet, Banc, vereenigd om eene anti-Boulan- gistische liga op te richten. Vier honderd en vijftig seuatoren, afgevaardigden, gemeenteraadsleden en journalisten gaveu aan de oproeping gehoor, en onderteekenden de verklaring, waardoor de „Societe des Droits de l'Homine et du Citoyen" werd ge- constitueerd. Men wil herziening der grondwet en verklaart zich tegen alle cesarisme en reactie. Bij de eerste zitting waren 26 leden tegenwoordig en werd Clemenceau tot voorzitter benoemd. Van de statuten der vereeniging zullen een millioen exem- plaren naar alle departementen van Frankrijk en Algiers worden verzonden. Het bestuur der Fransche patriottenliga heeft de regeenng aangespoord stappen te doen tegeii Duitsch- land's maatregelen aan de grenzen. 't Is koren op den molen. Misschien heeft de passen-historie invloed gehad op de Frausch-Italiaansche volksver- gadering te Marseille, waar veel geestdrift heerschte toen een Italiaansch afgevaardigde het verbond tusschen Italie en Duitschland eene anti-Italiaansche zaak noemde. 't Zaakje te Marseille echter beteekent niet veel, maar de nawerking op 't Fransche volk is wel van beteekenis. Eu de haat tegen alles wat Duitsch is of met Duitschland in verband staat wordt er door versterkt. De Franschen mogen echter in dezen wel een lesje nemen bij Uilenspiegel de menschen mogen me niet lijden," zei Thijl, „maar ik maak het er naar." Ziedend kwaad zullen ze zijn op den Hongaarschen Minister-president, Koloman Tisza, die den indus- trieelen de deelneming aan de in 1889 te Parijs te houden tentoonstelling ontraden heeft, daarbij aan- voerende de heerschende stemming in Frankrijk. Het kerkhof „PMe le Chaise" te Parijs was ook dezer dagen weder de verzamelplaats van socialisten, die de ouderdrukking van den opstand der commune in 1871 herdachten. De muur, waar 'tlaatste hoopje communards, die zich nog verdedigden is (Naar Bret Harte.) „En wanneer men daarbij ook aan mij heeft gedacht," voegde de cavalier er bij, terwijl zijne borst zicb licht verhief, „dan was dit, omdat mijne opoffering bekend is, omdat de grondbezitters van Nieuw-Engeland mijne toewijding voor de vader- lansche goede zaak kennenzij weten hoe ik strijd, hoe ik lijd." Het heldere vriendelijke gezichtje, dat hem warm en hartelijk aanzag, blonk plotseling van al de edele sympathie, waarvoor een beminnend vrouwenhart vatbaar kan zijn. De schoone wenkbrauwen smol- ten in een, en de vriendelijke oogen vloeiden over van teedere aandoening. „Vergeef mij, Allan. Ik vergat misschien liefste, misschien dierbaarste, zijt gij nu hongerig." hNeen thans niet," antwoordde kapitein Brewster met somber stoicisme „en toch is het bijna eene week geleden, dat ik geen vleesch over de lippen heb gehad." ,/Ik ik heb u wat meegebracht," ging het jqnge meisje schuchter voort. En daarop bukte zij en nam een tnandje van den grond, in de schaduw neergeschoten, werd behangen met kransen. Ook Joffrin was van de partij en sprak de menigte toe, rekenschap afleggende, waarom hij zich bij de radicalen had aangesloten. Slechts om de republiek te redden, omdat, zoo deze verloren ging, ook het socialisme op nieuw begraven zou worden, zeide de woordvoerder. ,,Weg met Boulanger, leve de Commune klonk het over 't kerkhof. Er had nog een oploopje plaats. Zekere Lucas een anarchist, zat op den muur en wilde den vertegenwoordiger van den Intransigeant, Bouillon, beletten, den krans, door dit blad gezonden, aan den muur te hechten. Toen Bouillon zijn gang ging, schoot Lucas vier malen met een revolver op hem en trof niet Bouillon maar een paar andere socialisten, waarop een hevig tumelt volgde. Lucas sprung van den zeven meter hoogen muur en ontkwam, doch vier anderen, die den sprong niet wagen durfden, werden naar beneden gehaald en deerlijk toegetakeld. Dit geval strekt alweder ten bewijze hoe noodig het is, dat derge- lijke demonstration door den sterken arm worden belet. Deze en dergelijke tumulten zijn niet bijzonder geschikt om de deelneming aan de wereldtentoon- stelliug in 1889 te bevorderen, een tijdstip, zooals Lord Salisbury eens bij gelegenheid zeide, gekozen als ,/gedachtenisviering van de Fransche revolutie," die buiten't goede, toch ook de hoofden van Lodewijk en Maria Antoinette heeft doen vallen. Men denkt in Petersburg toch nog aan uit- breiding der grenzen. Bij een feest verklaarde generaal Ignatieff zijn verlangen naar den dag, dat alle Slaven der wereld een geloof zullen belijden, onder den scepter van denzelfden vorst leven en den en dezelfde taal spreken zullen. Yerscheidene ministers waren tegenwoordig, ook grootvorst Wladimir, en hoopten zeker mee. Nu, zoo ver zijn we nog niet. De Duitsche rijks- kanselier is weer te Berlijn, misschien om met den Keizer te spreken over de onstuimige ver- gadering van de Pruisischen Landdag, tengevolge van de beslissing over de geldigheid der ver- kiezingen van de conservatieve afgevaardigden Yon PuttkamerPlauth (broeder des ministers) en Dohring. De commissie voor het onderzoek der geloofsbrieveu heeft de zaak drie jaren op sleep- touw gehouden en nu heeft de Landdag de keuze onwettig verklaard. En toch hebben de heeren al dien tijd zitting gehad. Bichter nam deze gelegenheid te baat om den conservatieven en nationaalliberalen eu de organen dezer partijen duchtig de les te lezen. De verlovings-kwestie en het aandringen op Bismarks blijven waren voor den spreker steenen des aanstoots. De zitting moest eindelijk van wege het tumult gesloten worden. Toch eindigde zij met een driemaal ,/Hoch!" op den Keizer, door de gansche vergadering aan- geheven. Dat zal den ziekeu Vorst tenminste goed doen. van den muur. „Daar, deze kuikentjes" en met deze woorden reikte zij hem een paar hoentjes toe heeft de opperbevelhebber niet kunnen koopen, Ik heb ze bewaard voor mijn bevelhebberEn dan deze pot confituren, waarvan mijn Allan zoo- veel houdthet is de zelfde, dien ik verleden zomer apart gezet heb. En ik heb ook gedacht" met innige teederheid dat dit spek, beste man, dat vroeger ook een lievelingskost van u was, u heel, heel lekker zou smaken. Ach, mijn beveling, zul len wij ooit eenmaal aan onzen eigen kleinen haard zitten? Zullen wij ooit het einde van dezen ramp- zaligen oorlog beleven? Denk gij niet, mijn dier baarste" met een teederen blik op hem #dat het beste zou zijn, de geheele zaak op te geven? Koning George is immers niet zoo'n kwaad man, niet waar? Zie mijn lieve" vol vertrou- wen tegen hem leunende „ik heb zoo bij mij zelve gedacht, dat gij en hij te zamen dat alles misschien heel spoedig in orde zoudt krijgen zonder al die Washington's en al die andere wijze heeren die niets anders kunnen, dau iemand laten dood- hongeren En als de Koning u maar eens kende, Allan, en u eens zag, mijn schat, juist zooals ik u zie, dau zou hij zeker alles doen wat gij hem zegt." Terwijl zij deze woorden sprak, reikte zij hem de verschillende dingen toe, waarover zij had gesproken, en hij nam ze aan en stopte ze in alle zakken van zijn uniform, die daarvoor geschikt waren, waarbij Het verblijf van 't Koninklijk gezin op 't Loo kenmerkt zich in de omgeving weer door de gewone bedrijvigheid. De Koningin en het Prinsesje rijden dagelijks uit, en de Koning neemt een aantal be- schikiingen, die bewijzen dat Z. M. zich opgewekt en gezond gevoelt. Dat is dan ook inderdaad het geval. Het eenige, waarin de Koning van zijn gewone doen en laten afwijkt, is het verkeer in de nog altijd onvriende- lijke buitenlucht. Kort na zijn aankomst heeft de Koning zich een paar maal in het park bewogen, doch daarbij is het gebleven. En nu moge Z. M. in 't paleis wat meer een zittend leven leiden dan vroeger, hij wandelt toch door zijne vertrekken, van tijd tot tijd ook in de vestibule, en zijne werk- zaamheid is in geen enkel opzicht verminderd. Zoowel alle staatszaken als bijzondere aangelegen- heden worden behandeld op de gewone uitvoerige en nauwgezette manier. Wat de huishoudelijke ouderwerpen betreft, men kent's Konings eigenaardige stiptheid dienaangaaude. Hij bestiert alles persoonlijkvan alles wordt aan- teekening gehouden in de „dagrapporten," en door ouderlinge vergelijking overtuigt de Koning zich van de onberispelijke naleving zijner bevelen. De algem. syn. comm. der Ned. Herv. kerk heeft toegestaan het ingekomen verzoek om dispen- satie van artikel 23 van het regelement voor de vacaturen, in betrekking tot de vervulling van den predikdienstin vacante gemeenten," van den ring •vxel voor de vacante gemeenten en van den ring Vlissingen van dito te Zoutelande van den ring Axel op grond dat er voor de vervulling van den predikdienst in die 4 vacante gemeenten slechts drie predikanten overgebleven waren, terwijl de hulp van een naburigen ring niet kon worden ingeroepen wegens verren afstand, en het verzoek zeer bescheiden was, daar de ring in ieder der vacante gemeenten slechts eenmaal in de 4 weken van den predikdienst wenscht vrijgesteld te worden. Z. K. H. de prins van Wales, die op zijne terugreis van Berlijn naar Londen weder gebruik maakte van den dienst der maatschappij Zeeland, en Zondag jl. met de dagmailboot Engeland van Vlissingen naar Queenboro' vertrok, betuigde, al- vorens zich aldaar aan wal te begeven, den com mandant van die boot, den heer H. L. Stasse, zijne bijzondere tevredenheid en bood hem, als blijvend aandenken, eigenhandig een in lederen armband gevat prachtig gouden remontoir-horloge met geemailleerde wijzerplaat ten geschenke aan. De heer Stasse, die reeds menig kostbaar souvernir van voorname passagiers der mailbooten mocht out- vangen, werd, bij eene vroegere gelegenheid, door den prins van Wales met een rijk met edelgesteenten bezette gouden dasspeld vereerd. zich echter het volgende opmerkelijke onderscheid voordeed, dat bij haar de handeling vol bevalligheid en gevoel was, ja, als het ware met een roman- tischen tint gekleurd, terwijl daarentegen bij hem de comische zijde dezer proviandeering in het oog viel, welke tengevolge had, dat zijne breede schouders onder de uniform nog sterker te voor- schijn kwamen. „Ik denk hierbij niet aan mijzelf kindlief," zeide hij terwijl hij de gekookte eieren in zijn zak stopte en zijne uniform over de tegen zijne fiere borst rustende kuikentjes dichtknoopte,/neen, waarachtig niet. Maar ik heb plichten tegenover mijne sol- daten, tegenover Connecticut." Bij deze woor den knoopte bij den pot confituren in zijn zakdoek. ,/Ik beken, dat ik dikwijls heb gedacht, hoe licht ik, wanneer ik werd geprovoceerd, tot de uiterste maatregelen voor het heil en de welvaart onzer goede zaak zou kunnen worden gedreven. Ik maak geen aanspraak op den post van aanvoerder, maar Wanneer gij aan het hoofd van het leger stondt," viel Thankful hem vol geestdrift in de rede, „zou de vrede gesloten zijn, voor er een veertien dagen waren verloopen Er is geen vleierij, zelfs al ware zij in strijd met plicht en eer, die een man niet aanneemt van de vrouw, door wie hij meent te worden bemind. Misschien zal hij, bij de in het mannelijk karakter liggende koele berekening, haren invloed en betee- In een Zaterdag jl. gehouden samenkomst van verveners in Schoterland is een schrijven op- gesteld aan den heer F. Domela Nieuwenhuis, waarin deze wordt uitgenoodigd in eene door hen te beleggen vergadering de opgaven te staven, door hem verstrekc in de zitting der Tweede Kamer van 14 Mei jl. Dit schrijven, dat ooit aan andere verveners in Schoterland ter onderteekening gezon den is, zal den afgevaardigde van Schoterland binnen een paar dagen worden ter hand gesteld. In het plan der 328e Staatsloterij waarschuwt de directeur der instelling het publiek tegen be- schadiging der loten, daar weigering van uitbetaling der prijzen en premien hiervan het gevolg kan zijn. Tegen den gevangenbewaarder in de cellulaire gevangenis nabij Scheveningen, die knoeierijen pleegde met gevangenen, door brieven van gevangenen aan familieleden te bezorgen en geld of versnaperingen van familieleden aan verschillende gevangenen te doen toekomeu, een en ander buiten medeweten van den directeur der gevangenis, is eergisteren voor de rechtbank in den Haag een gevangenisstraf van 4 jaar geeischt. Men herinnert zich dat de afgetreden Minister van oorlog, generaal Weitzel, eenigen tijd geleden een commissie benoemde, onder voorzitterscbap van den secret.-gen., belast met het onderzoek naar de militaire berichtgevers van de verschillende dag- bladen. Men wilde eens voor goed een einde maken aan dat klappen uit de school, aan dat aan de groote klok hangen van alles wat de Ministers liever zoolang mogelijk stilhouden of bij verrassing willen doen voor den dag komen. Niets scheen gemakkelijker. Men ging zoeken wie de indiscrete berichtgevers waren Maar men heeft moeten opgevende commissie heeft haar taak neergelegd, daar zij niets anders heeft kunnen ontdekken dan dat de onvindbare correspondenten vlugge en in den regel goed inge- lichte personen zijn. Te Wageningen zal heden 1 Juni een der oudste ingezetenen haar 93" verjaardag vieren. Deze vrouw, Elsje ten Hondijk genaamd, is nog een der weinigen, die ons herinneren aan den veldslag bij Waterloo. Zij maakte dezen mede in hoedanigheid als marketenster, waarom wij gaarne melding maken van haar feest. Zij toch, die daar hun leven feil hadden om onze onafhankelijkheid te verdedigen, verdienen steeds eene warme plaats in ons hart. Wij moeten hierbij tevens melden, dat het nog wakkere oudje in niet te weelderige omstandigheden verkeert, eene mededeeling, die mogelijk velen zal bewegen, haar een aangenamen dag te verschaffen. De heeren Van Welderen baron Bengers en H. G. Stumpf hebben zich bereid verklaard, voor haar elke bijdrage in dank aan te nemen. kenis in twijfel trekken; doch eveneens zal hij overwegen, dat dit arme zwakke wezen hem al- thans begrijpt en, al zij het ook op onvoldoende wijze, voor de eeuwige doch niet erkende waarheden in de bres springt. En wanneer hij dit verneemt van lippen, die jong zijn en vol en warm en rood, dan werkt dit op hem bijna altijd evenzoo onweer- staanbaar overtuigend, als de strenge, hem uit de verte toewenkende beoordeeling der nakomelingschap. Dit was de reden, waarom de dappere ruiter met zwierig gebaar den laatsten knoop over borst en hoentjes sloot zonder verder een woord van dank te uiten. „lk geloof dat gij nu moet vertrekken, Allan," zeide zij, terwijl zij haar blik met die pseudo-moe- derlijke uitdrukking op hem hield gericht, die zelfs de jongste meisjes zoo dikwijls tegenover hare min- naars aannemen, alsof het tengere popje plotseling van geslacht veranderd en tot den rang en vorm des mans ware opgewassen. ffNu moet gij gaan, lieve, want het zou heel gemakkelijk kunnen ge- beuren, dat vader mijn reeds ongewoon lange af- wezigheid bemerktGij komt Woensdag weer, niet waar, beste en gij zult niet naar de con- gresbals gaan, en Mistress Judith niet bezoeken, en geen vreemde meisjes weer bij u op het paard nemen, niet waar? En als gij honger hebt, dan moet gij 't mij eerlijk zeggen, hoort gij (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1