Algemeen
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2403.
Zaterdog 26 Mei 1888.
28® Jaargang.
•If
THANKFUL BLOSSOM.
Binnenland.
I
ABONNEMENT:
FEUILLETON.
TER NE1JZE1VSCHE COIIRMT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
nit blad verschijnt Uinsda:. en Vrijdngavond bij den nttgever P. J. VAN DE g A N O E te Ter Neuzen.
F»olitieli Overzicht.
Duitschlands Keizer genoot dezer dagen van de
frissche buitenlucht. Het grootste deel van den
dag brengt de Vorst door in het park. In een
draagstoel wordt hij naar de schaduwrijke plekken
van den tuin geleid, tot dieht bij de voor hem
ingerichte tent. Na eenigen tijd gerust te hebben,
neemt Keizer Frederik dan, beschut door een grooten
strooien hoed, plaats in het hem wachtende driewielig
wagentje, dat bespaunen is met de ponny, die hij, nog
kroonprins zijnde, van Koningiu Victoria ten ge-
scheuke heeft bekomen. Rechts en links wandelen
Dr. Mackenzie en professor Wegener of een ander, de
hofmaarschalk of een adjudant, benevens eenige
lakeien, die deels den hit geleiden, deels met groote
waaiers den lijder een bestendige koelte toewuiven.
Een half uur of drie kwartier gaat deze zonderlinge
stoet stapvoets door eenige lanen en daarna treedt de
Keizer in de tent, waar zijn gemalin en dochters hem
wachten. Hij gebruikt zijn ontbijt, rust wat uit en
hervat zijn wandelrit vveer van voren af. Is het uur
voor de behandeling van staatszaken gekomen, dan
verwijderen zich de Keizerin en de prinsessen, om
eens naar Berlijn te rijden of elders bezig te zijn.
Keizer Frederik laat zich onderwijl de verslagen voor-
lezen en doet alle staatszaken af in genoemde tent,
waar hij vervolgens het middagmaal gebruikt, zoodat
hij eerst des avouds in zijn draagstoel naar het
kasteel terugkeert. De Vorst is, schoon uiteraard
nog bleek, steeds wel te inoede en verliest geen
oogenblik zijne onverstoorbare kahnte.
De internationale tentoonstelling te Barcelona is
geopend, - de eerste wereldtentoonstelling in Spanje. -
De stad heeft wellicht nitnmer een zoo groote vloot
aanschouwd als thans in haar haven is verzameld.
Alleen het Fransche eskader is niet minder dan
17 groote schepeu sterk. Ook onze vloot is ver-
tegenwoordigd. De Koningin-regentes heeft een
bezoek van de hertogin van Ediuburg met een
tegenbezoek aan boord van het jacht dezer laatste
beantwoord.
Keizer Frederik betert, maar zijn collega Pedro
vau Brazilie, thans te Milaan onder Italie's schoonen
hemel, gaat achteruit, hij heeft de H. Sacramenten
ontvangen, dus is de hoop der geneesheeren zwak.
In Belgie zijn de liberalen 't nog niet eens over
het program, de doctrinairen willen dadelijk geen
herziening van de grondwet, zooals de radicalen.
Ook is men het niet eens over de lijst der can-
didaten voor de aaustaande stemming, daarom is er
eene tusschenpartij gevormd, die pogingen aanwendt
om tot een vergelijk te komen. Dat van de een-
stemmigheid der anti—clericale partij allesafhangt
voor haar succes, dat is duidelijk. Misschien zijn
we spoedig in staat iets naders oratrent den uitslag
der pogingen tot vereeniging te verneinen.
Van de Fransche grens komt weder een bericht
van een conflict; een Duitsch reiziger zou zonder
(Naar Bret Harte.)
1)
Het was in het jaar des Heeren 1779, te Mor-
ristown, in den staat New-Jersey.
Het was bitter koud. Een felle Noordoostewind
had den vuilen modder, dien de sterke dooi des
morgens op den Baskingridger straatweg had te
weeg gebracht, tot een harden korst doen bevriezen,
die een trouw verhaal gaf van al het verkeer en
de beweging, welke dien dag hadden plaats gehad
de hoef indrukken der cavalerie, de diepe sporen van
de wielen der bagagewagens en de noch diepere
geulen, door de artillerie gevormd, zagen er in het
gebrekkige licht van een guren Aprildag koud en
naar uit. IJskegels hingen aan de hagende wind
had den knoestigen bast der ahornboomen, en hier
en daar ook de kale plekken van den rotsachtigen
weg met zilveren rijp bedekt, alsof de strijdende
natuur door lang wachten op de dralende lente,
haar winterpak aan knieen en ellebogen had door-
gesleteD. Eenige schaarsche blaadjes, door den dooi
uit hun wintergraf verlost, begonnen weder te krul-
leu en ritselden bang in den wind en wie ze aanzag
blijkbaren grond verhinderd zijn geworden zijne
reis naar Frankrijk voort te zetten.
De Oostenrijksche bladen blijven nog de toe-
standen ongunstig beschouwen, maar wanneer men
in aanmerking neemt, dat eerstdaags de Hongaarsche
en Oostenrijksche delegation moeten bijeenkomen,
om credieten toe te staan, die voor behoorlijke
verdediging van de monarchie zullen worden ge-
vraagd, dan laat het zich verstaau. Er zijn er
zelfs, die een oorlog wenschelijk achten, om van
den toestand, tot de tanden toe gewapend te staan,
verlost te worden. Wij ijzen bij de gedachte dat
onze jongelingen daar op de slagvelden zullen liggen
als schoven gemaaid koren. Een Pruis zegt„zelfs
een zegevierende oorlog is een ongeluk En wie
dat gezegd heeft is geen poeet en geen kamerge
leerde, maar de met oorlogslauweren gekroonde chef
van den Duitschen generalen staf, graaf Moltke.
De regentes van Brazilie heeft de door het Par-
lemeut aangenomen wet goedgekeurd ter onmid-
dellijke en geheele afschaffing der slavernij in het
rijk, wat door de bevolking vau Rio Janeiro met
vreugde is begroet. Het wetgevend lichaam van
den Mexicaanschen staat Guanajuato heeft het
houden van stierengevechten verboden, welk voor-
beeld misschien door het Congres der republiek
zal worden gevolgd. Achtervolgt men in Mexico
nu ook op voldoeude wijze de zwervende roover-
benden, die zelfs brutaalweg de postwagens plum
deren, dan kan men zeggen dat het begin goed is
in staten die naar ontwikkeling streven.
Wij blijven maar hoop voeden, dat de Euro-
peesche ,/vredesliga," de triple alliantie, met of
zonder Engeland, den vrede zal weten te bewareu
en het beschaafd Europa moge brengen tot een
tijd, dat de zwaarden tot sikkels zijn gesmeed.
Dat zal zijn de welaangename tijd, een tijd, die de
malaise helpt aan kant doenwant wat kwaad de
zoo hoog opgevoerde weelde in onze burgermaat-
schappij doet aan onze lagere standen, dat doen de
oorlogsbudgetten voor de ruiueeriug der staats-
inkomsten, die voor 't grootste deel worden bijeen-
gebracht door een stand, welke, al of niet door
eigen toedoen, het minst tegen het opbrengen van
zware lasten opgewassen is, namelijk de middel-
stand.
Met de laatst aangekomen mail uit Indie wordt
in particuliere brieven van goede zijde medegcdeeld,
dat de gouverneur-generaal Van Rees aan Z. M.
den Koning ontslag heeft gevraagd, omdat tusschen
den minister van Kolonien Keuchenius en den
Landvoogd over een aantal punten van bestuur,
zulk een groot verschil van gevoelen bestaat, dat
zulks nadeelig op den gang van zaken moet werken.
Onder vele zaken, noemt men Tjiomas, vooral
voelde zich nog zoo ver, ver van den zomer af, dat
al zijn hoop en verwachting vervloog.
Hier en daar langs den weg waren schuttingen
en muren omver gehaald of afgebroken en door
de open plekken ontwaarde men groote sneeuw-
velden, platgetrapt en vuilgrijs van kleur, en letterlijk
bezaaid met ledergoed, zadeltuig, gereedschappen
en inonteeringstukken, welke bewezen dat kort te
voren een aantal manschappen hier gekampeerd
hadden. Een vos die langs een half gevulde sloot
voortsloop, of een wolf die achter een opgeworpen
aardhoop rotidluierde, deden de verlatenheid der
akelige plaats recht uitkomen.
Langzamerhand verdwenen de matte tin ten der
ondergaande zon van den hemel. De afgelegen
toppen der Oranje bergen werden donkerder; de
naburige dennenbosschen langs den Whatnong-berg
traden zwarter op den achtergrond, en een ijskoud
zwijgen, dat zelfs den fellen wind scheen te doen
verstijfen en vast te houden, verbreidde zich met
het aanbreken van den nacht over de geheele streek.
De krullende bladeren ritselden niet meer, de be-
wegelijke takken van elzen- en wilgenboomen beefden
niet meer, de ijskegels vielen niet langer als be-
vroren vruchten uit de dorre takken en de
boomrijen langs den straatweg hernamen hare
onbewegelijke rust. Het geluid van paarde-
hoevenwelke de dunneflauw glanzeude ijs-
korstjes op den doorploegden weg met een dof
gekraak doorbrakeu, kon dan ook door de naast-
in verband met hetgeen de heer Keuchenis in de
zitting der Tweede Kamer van 22 December jl.
verklaard heeft, n 1. dat hij aan de Tweede Kamer
het voorstel zou doen, zich met een adres te wenden
tot den Koning, teneinde Zijne Majesteit te verzoeken,
als de minister van Kolonien voortging het onrecht
te handhaven tegenover de ingezetenen van Ned.-
Indie, met zijne souvereine macht tusschenbeide te
willen komen, opdat de belangen en rechteu der
ingezetenen van Ned.—Indie beter bleven gewaar-
borgd en verzekerd, dan onder den toenmaligen
minister van Kolonien het geval was.
In de Residentie worden verschillende
personen genoemd, die voor de betrekking van
gouverneur-generaal in aanmerking komen, zooals
Mr. W. baron van Goltstein, oud-Minister van
KolonienJhr. Mr. Van Asch van Wijk, lid van
de Tweede Kamer der Staten—GeneraalJhr. Mr.
\an Karnebeek, oud Minister van Binnenlandsche
Zaken; Jhr. Mr. Van der Wijck, secretaris-generaal
bij het departement van Kolonien, enz.
Tot op het oogenblik echter acht men het
waarschijnlijk, dat de gouverneur-generaal uitge-
noodigd is, voorloopig het bestuur te blijven voeren.
De Minister van Binnenlandschen Zaken brengt
ter kennis van belanghebhenden, dat dit jaar de
examens ter verkrijging van akten van bekwaamheid
tot het geven van: middelbaar onderwijs in de
Hoogduitsche en Engelsche taal en lager onderwijs
in de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche talen
zullen worden afgenomen in de maand Augustus,
des noodig ook in het laatst van Juli; die tot het
geven van lager onderwijs in de gymnastiek zullen
worden gehouden in de maand Juli; die tot het
geven van lager onderwijs in de landbouwkunde
en middelbaar onderwijs in de land- en tuinbouw-
kunde en houtteelt zullen plaats hebben in de
maand Augustus.
Zij, die zich aan deze examens wenschen te
onderwerpen, moeten zich voor 21 Juni eerstkomende
bij het Departement van Binnenlandsche Zaken aan-
melden bij schrijven op ongezegeld papier, met
nauwkeurige en duidelijke opgave van naam en
woonplaats, van de begeerde akte en, voor zooveel
noodig met overlegging van de reeds verkregen
akte van bekwaamheid, waaruit de wettelijke be-
voegdheid, om het examen af te leggen, of het
recht op de bij de wet verleende vrijstelling van
eenig deel van het onderzoek moet blijken.
Zij, wier aanvragen op 21 Juni eerstkomende het
Departement van Binnenlandsche Zaken niet hebben
bereikt kunnen onherroepelijk niet tot de examens
worden toegelaten.
Naar men aan de N. R. C. verzekert, moet
de heer Arie Smit zijn voornemen hebben kenbaar
gemaakt om binnenkort zijn ambt van bur<*emees-
ter van Vlissingen neer te leggen, en zich met
zijn gezin elders te vestigen.
bijzijnde continentalpatrouille wel een mill ver
worden gehoord.
Misschien in de bewustheid dezer mogelijkheid,
misschien ook uit ergernis over den moeielijken
weg, stiet een galloppeerend ruiter telkens half
onderdrukte verwenschingen uit tegen den weg,
het paard, het land en de bewoners. //Wakker,
oudje, opgepastKom, vooruit, rakkerDe
duivel hale den weg en al die schelmen van farmers,
die hem laten verrotten en verzuipen." Daarop
verhief zich plotseling de voortsnellende massa van
paard en ruiter boven den heuveltop, maakte een
wilde beweging, zoodat slijk en vuil in 't rond
vlogen, en was even plotseling verdwenen, terwijl
van het geklepper der hoefslagen niets meer werd
gehoord.
De vreemde had een eenzaam verlaten voetpad
ingeslageu, waar het zachte sneeuwbed nog niet
platgetreden was. Eeu steenen muur aan de eene
zijde, die in beteren toestand was dan de afschut-
tingen der akkers langs den straatweg, verried een
afgesloten en welbewaakte bezetting. Toen hij onge-
veer de helft van het voetpad achter zich had
deed de ruiter zijn paard stilstaan, steeg af en bond
het vermoeide dier aan een boompje ter zijde van
den weg. Vervolgens ging hij met voorzichtige
schreden naar het einde van het pad, in welke
.Continental" zoo werd het leger der Vereenigde Staten
in aen vrijneias-oorlog genoemd.
Door sommige Noordzeevisschers wordt ernstig
geklaagd, dat velen hunner vakgenooten zooveel
kleine tarhotten en tongen opvisschen, en die ter
markt brengen, ofschoon het stellig VGor alien
zeer voordeelig zou zijn, 't kleine goedje weer in
vrijheid te laten. De zoogenaamde groei wordt op
die wijze weggenomen, en het gevolg is, dat de
voorraad tarbot en tong van jaar tot jaar schaarscher
wordt. De zaak is stellig belangrijk genoeg om
in de algemeene vergadering der „Vereeniging tot
bevordering der Visscherijen" ter sprake te worden
gebracht.
Naar de Maasbode verneemt, hebben de hoofden
der verschillende departementen een roudschrijven
verzonden aan alle ambtenaren, zoowel burgerlijke
als militaire, waarin wordt bepaald, dat alien, wien
van Rijkswege vrije woning is gegeven, voortaan
zullen verplicht zijn, de onderhoudskosten der hun
verstrekte woningen zelfs te betalen, en dat zulks
niet langer meer ten koste van het Rijk zal mogen
worden gebracht.
Uit Rozendaal schrijft men aan de Prov.
Nbr. Ct.Zaterdag zijn door de douanen aan het
station alhier van verschillende kooplieden eene
vracht Belgische centen in beslag genomen, die,
als zij er door gekomen waren, weder voor goede
munt in onze gemeente dienst hadden moeten doen.
Deze lieden, die geregeld een paar keer per week
boter en kaas naar Antwerpen brengeu, koopen
aldaar die centen met 6 pet. winst op en geven
die later in onze gemeente evenals Hollandsch geld
in betaling. Gelukkig dat er thans aan dit grove
misbruik een einde zal komen, daar men alhier
anders geen raad meer weet wat met die vreemde
centen aan te vangen. Hollandsche centen ziet
men hier niet, doch Belgische treft men aan bij
duizenden.
Bezield met den wensch, om de namen van
de dapperen, die op Atjeh's grond door 's vijands
lood of staal den dood vonden, aan de vergetelheid
te outrukken en aldus eene eereschuld aan de
gevallen krijgsmakkers te delgen, heeft zich te
Kotta-Radja eene commissie gevormd, welke zich
ten doel heeft gesteld, ter verwezenlijking van dezen
wensch, op Kotta-Petjoet, Kotta-Radja's doodenakker,
een algemeen gedenkteeken te doen verrijzen, waarop
de namen staan gebeiteld van alien, onverschillig
van welken rang of landaard, die in den Atjeh-krhA
sneuvelden of aan hunne daar bekomen wonden
bezweken. lerwijl die commissie zich reeds tot
het bekomen van geldelijke bijdragen voor gerneld
doel heeft gewend tot het leger, de zeemacht en
de civiele ambtenaren in Ned.-Indie, bij wie haar
denkbeeld levendigen bijval heeft gevonden, heeft
zich op hare uitnoodiging thans ook hier te lande
eene commissie gevormd, om voor dit doel gelden
in te zamelen, zoowel bij het leger in Nederland
als bij hen die, hier te lande vertoevende, aan het
richting zich de donkere omtrek van een bouw-
hoeve vertoonde. Uit het bovenraam straalde het
schijnsel eener kaars. Eensklaps stond hij beslui-
teloos stil en deed een uitroep van ongeduld hooren
Het licht was verdwenen. Hij keerde op zijne
schreden, terug tot hij tegenover eene schuur was,
welke op korten afstand van den steenen muur
stond. Daar stond een olm, die met zijne ontbladerde
takken een karige schaduw over den muur en over
den besneeuwden grond wierp. De onbekende ging
in deze schaduw staan en scheen onmiddellijk te
verdwijnen.
Op dit uur was deze plek zeker al zeer koud en
naar voor de ontmoeting van een paar gelieven.
De stam van den boom was nog met sneeuw be
dekt en een ijskorst omringde zijn bastde muur
daarnaast was spiegelglad bevroren en het bovenste
gedeelte met ijskegels omzoorad. Doch over dit
alles lag een sentimenteel waas uit het verledene
dat volstrekt niet in overeenstemming was met het
strakke wintersche tafereel en het ijzige jaargetij
en derhalve onwillekeurig aanleiding gaf tot scherts
en spot. Enkele steenen namelijk waren uit hun
plaats gerukt en zoodanig opgestapeld, dat zij een
zitplaats yormden, en onder de ijskorst, die den
olm bedekte, zag men nog duidelijk in den bast
gesneden een hart, met verscheidene naamletters
en het devies: „Voor eeuwig de uwe."
Doch de onbekende hield zijn blik alleen gevestigd
op de schuur en op het open veld daarnaast. Vijf