Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2020.
Woensda" 24 September 1884.
STUMMING PASSAGE BRUGGEN.
24e Jaargang.
EEN SI'ELEit.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit blad versctaljnt UiiiMtlag- en Vrijdagavond bij den nttgever P. J. VAN BE 8 A N D E te Ter Neuzen.
Voor de uitvoering van noodzakelijke herstel-
lingen, zal de gemeenschap voor voetgangers en
voertuigen zijn gestremd
a. over de twee bruggen buiten de Axelsche
poort van 39 September tot en met 11 October
a. s., en
b. over de brug bniten de Hoeksche poort
op 1« en 17 October a. s.,
en dan kunnen plaats hebben
in het eerste geval, over de waterstaatsbrug
naast den zuidbeer, en in het andere, over de brug
op den westbeer, en verder, in beide gevallen,
door de aansluitende bedekte wegen.
Ter Neuzen, 22 September 1884.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
folitieU Overzicht.
Voor eenige dagen is de President van den
Ministerraad naar Parijs teruggekeerd, om volgens
afspraak met de college's samen te komen, die
uit alle vier windstreken kwamen aanrukken, be-
lialve Waldeck Rousseau, die wegens rhumatisme
te Bretagne achter bleef. Wie nu de aankomst
van den jager wachtte, kon lang op den uitkijk
blijven staan, want nog is Grevy niet in de
modestad. Het bijeenroepen der Kamer schijnen
de Ministers nog niet noodig te vinden, te Mont-
sous-Vaudrey wordt doorgejaagd.
Of de Ministers het eens zijn ter zake der Chineesche
kwestie, men zegtneen. Eeuigen zeggen, dat
langzame operation noch uit Chineesch, noch uit
Fransch oogpunt aan te bevelen zijn. De porselein-
makers zijn geduldiger en listiger dan wij, onze
langzaamheid en gematigheid houden zij voor
zwakheid. Ook is de Fransche soldaat niet vol-
hardend of taai; korte beslissende slagen zijn hem
beter toevertrouwd. Volgens dezen zou het beter
zijn eene openlijke oorlogsverklaring van China
te verkrijgen om krachtig te kunnen doorgaan.
Anderen, en onder deze Jules Ferry, zien door
een anderen bril en willen een belangrijk pand
nemen, zich vastzetteu in Tongkin en op dat punt
nestelen, en zich om China niet meer bekommeren.
Iloogstwaarschijnlijk zal dit stelsel de meerderheid
in den Ministerraad voor zich hebben. Is het
besluit gevallen, dan gaat Ferry weer naar de
Vogeezen om zich wat te verademen. Courbet
kan intusschen op de Chineezen doorblazen, de
troepen uit Tunis zullen hem te pas komen. De
admiraal heeft geseind, dat de verliezen, door hem
aan het arsenaal te Foo-Chow toegebracht, door
FEUILL ETON.
i)
Wij zaten bij het knetterend vuur. De wind,
die dikke droppels van den pikzwarten hemel joeg,
blies in de vlammen en dreef ons den walm van
het vochtige hout in het gezicht.
Een vreesaanjagende, stormachtige nacht was het
men kon geen hand voor oogen zien. De Fran-
schen hadden ons best kunnen omsingelen, altijd,
wanneer er mogelijkheid had bestaan om langs andere
dan de hoofdwegeu tot ons te komendaarbij slechte
verpleging en nauwelijks een pijp tabak. Wij
zaten dicht opeen, met den rug tegen een haag,
die toch nog eenige beschutting gaf en lieten onze
gedachten naar ons vaderland en naar voorbijgegane,
onvergetelijke tijden terugdwalen. We hadden het
over alles wat prettig was, dansen, paardrijden, jagen
enz. en zeer begrijpelijk kwam toen ook het gesprek
op het spelen en wat voor genot daar toch in zat.
,/Nu, ik zat ook eens lastig in de klem," begon
eensklaps de kapitein Von X., die het kommando
over de artillerie—afdeeling had, met zijn diepe
basstem en ons met knippende oogen langs de rij
aanziende.
Op ons dringend verzoek nam hij zijn kort pijpje
uit den mond, staarde een oogenblik in den vuur-
gloed, als wilde hij zijne gedachten daardoor bij-
eenzamelen, en begon toen:
de Chineesche autoriteiten op 15 millioen en die
aan de vloot op 18 millioen geschat worden.
Een min welkom soort schadevergoeding voor de
Fransche oorlogsschatkistVerder zegt Courbet,
dat de Chineezen van de hoogten aan weerszijde
van den Kimpai-pas vuurden op het Fransche
oorlogsschip, dat in den geregelden dienst voorziet
tusschen de vloot en het telegraafstation van Pic-
Aigu. Het /Journal des Debats" wil de operation
tot noordelijk China bepalen, het wil de provincien
aan de Yang-tse-Kiang verwoest hebben, de steden
plat schieten en in brand steken, de handelsvloten
doen zinken, China's rijkdom vernieleu en na een
paar weken, op de uitgemoorde puinhoopen van
Nankin en de andere groote steden wijzend, China
vragen of het genoeg gestraft is. Dat was nog
al een stuk voor eene natie, die pretendeert aan
de spits der beschaving te staan. Ook is het
eerder gezegd dan gedaan.
De drie Keizers hebben 't zich op het Poolsche
slot goed laten smaken en veel pret gemaakt bij
de intieme ontmoetingen. Het Poolsche blad
Dziennik Poznanski, te Posen verschijnende, meent
dat de bijeenkomst de geschikte gelegenheid ware
geweest om aan te dringen op Polens onafhanke-
lijkheid.
Arme Polen wier Rijk van de kaart verdwenen
is, schept u geene illusien. Wat in 1772, 1793
en 1795 is geschied door het voorgeslacht dezer
Potentaten, zouden ze te Skierniwicz niet ongedaan
maken. Het klaverblad heeft aan niets minder
gedacht dan aan Polens herstelling, weest daarvan
verzekerd.
Wat hebben die drie gekroonde hoofden met
hunne geslepen ,/politiekers" dan toch uitgevoerd
Zij hebben maatregelen beraamd, zegt de een, om
het asylrecht in Zwitserland te doen beperken of
opheffen, met het oog op eene internationale re-
volutiezij nemen politie-maatregelen tot beteuge-
ling der anarchisten, zegt een ander. Het afscheid
der Hoogheden was even hartelijk als de ontmoeting,
toen de Duitsche monarchen achtereenvolgens weer
vertrokken.
De berichten omtrent de versterking van het
Engelsche leger in Egypte schijnen wel waar te
wezen, als ook die omtrent een leening van 8
millioen p. s., waarin de Engelsche en Egyptische
regeeringen zijn overeengekomen. De helft daar
van zou bestemd zijn voor de afbetaling der
vlottende schuld, drie millioen voor de schade-
loosstellingen wegens Alexandria en een millioen
voor aanleg van irrigatie- (besproeiing) werken.
Sir Stafford Northcote is ook te Edinburgh geweest
en heeft daar een warm onthaal gevonden, volgens
de conservatieve bladen. Hij heeft daar de stelling
verdedigd, dat de conservatieven zeer ten onrechte
beschuldigd worden van verzet tegen de uitbreiding
der kiesbevoegdheid. Volgens hem is dit juist
vJa, jonkers!.... God weet, waar ik nu wel
gezeten zou hebben, indien de hemel toen niet
gunstig over mij beschikt had. Dat stond destijds
tusschen hangen en worgen. Het was namelijk
in '48, tijdens de "campagne in Baden, toen ik nog
een piepjong luitenantje was zonder baard, maar
het hoofd vol kuren en grillen en pas van de ar-
tillerieschool gekomen. Ik lag te C. in garnizoen.
Op een middag hadden wij een vroolijk diner
gehad, waarbij de wijn ferm was aangesproken.
Wanneer wij bij zulke gelegenheden dan zoo'n
beetje opgewonden waren geraakt, was door den
regel het eind van het lied, dat wij onze paarden
lieten zadelen en een avontuurlijken rit in de oin-
streken ondernamen, die gewoonlijk met lamme
paarden of gekneusde beenen eindigde.
Nu, op dien dag was het eveneens zoo, maar
het liep toen niet zoo gemakkelijk af, het had bijna
mijne uieuwe epauletten gekost.
Wij hadden toen bij de brigade nog zoo'n ouden
woesten luitenant, Strunk genaamd, (God zij zijne
ziel genadig!) dat was er nog een van die zoo-
genaamde „ijzervreters," die nu gelukkig alien zijn
opgeruimd Brood met rum Gij begrijpt mij
wel, heeren P Zijn koffie werd 's morgens in
spiritus gekookt."
,/Hm! jawel!" riepen eenige stemmon.
//Nu, diezelfde Strunk nam mij dien namiddag,
na afloop van tafel, geheimzinnig ter zijde en zijne
hand op mijn schonder leggende, zeide hij: „Jon-
hun zielswensch, maar zij willen geen halven
maatregel, zooals Gladstone.
De Zwitsersche Bondsraad heeft zich tot de
Italiaansche regeering gewend, met het verzoek
om den cousul Grecchi te Lugano in het kanton
Tessin terug te roepen. Men vermoedt, dat deze
consul de schrijver is van eene brochure, ,/Zwitsers
of Italianen" getiteld, waarin de inlijving van het
kanton Tessin bij Italie wordt bepleit. Moge ook
al dit vermoeden onjuist zijn, zeker is het, dat de
Italiaansche consul aan de verspreiding dezer bro
chure een werkzaam aandeel heeft genomen.
Zulk een overdreven ijver is bij een consul
misplaatst en de Bondsraad heeft gelijk met zoo
iemand over de grenzen te zien gezet.
De Minister van Oorlog brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat tegen den 4 November e. k.
weder pupillen op de pupillenschool te Nieuwersluis
zullen worden geplaatst.
Een oudheidkundige, die dezer dagen te
Borculoo het gemeente-archief bezoc'nt, heeft daar
een belangrijke vondst gedaan, een geschreven boek,
bijna zoo groot als een folio bijbel, gebonden in
houten schutbladen, met leder overtrokken, waarvan
de hoeken met dikke hoornen belegsels voorzien
zijn. Het schrift is zdo oud, dat er maar zeer
weinigen zullen zijn, die het kunnen ontcijferen.
De inhoud moet zijn een verzameling vonnissen
en uitspraken volgens den //Spieghel der Sassen,"
een codex der middeleeuwen.
Uit Wageningen wordt omtrent de Grebbe-
oefeningen gemeld:
Zaterdag omstreeks 8,30 u. traden de te Wage-
geningen gelegerde troepen aan en begaven zich
grootendeels op weg naar Dorenweerd om van
daar uit aanvallen op de Grebbe te doen. Bij
heerlijk mooi weder en heeten zonneschijn was
eene menigte belangstellenden rondom de Grebbe
verzameld tot bijwoning der militaire oefeningen.
De onderstelling was dat de Grebbe-batterijen
door infanterie waren bezet, waartoe dan ook
werkelijk afgezeten cavalerie hier en daar in de
verdedigingswerken had pest gevat.
Op den rand van den Grebbeberg gezeten had
men een prachtig schouwspel over een ruim terrein
en op de verschillende bewegingen. Op een uur
afstand tot nabij Wageningen was het steeds aan
de stofwolken te bespeuren, dat de vijandelijke
cavalerie naderde. Kanonschoten die elkander vlug
opvolgden, trachtten die troepen te hinderen. Om
streeks 11 uur naderde cavalerie op den dijk, doch
werd door infanterievuur afgeschrikt. Ook de
vijand verschool zich achter het struikgewas en
opende eveneens een geweervuur op de batterijen.
ker, wij laten onze paarden zadelen en rijden straks
naar Ems maar mond dicht
Ik gevoelde mij met deze vriendelijke inschik-
kelijkheid van den oudsten luitenant der brigade
natuurlijk zeer vereerd en stemde gereedelijk toe, I
alhoewel ik zeer goed wist, dat het streng ver-
boden was. Goed wij verwijderden ons uit
het gewoel en aanvaardden op onze dienstpaarden
de reis naar Ems. Wij draafden en galoppeerden
langs den met populieren bezetten straatweg en
het zacht ruischend riviertje de Lahnik geheel
vervuld van het geluk, om daar in den glans
mijner nieuwe epauletten te kunnen schitteren;
hij gedreven door de zucht, aan de groene tafel te
kunnen spelen.
Met onze snuivende en schuimbekkende paarden
hielden wij onzen intocht, reden majestueus den
Kurgarten voorbij en stapten in het logement //De
Druif" af.
Ems was in die dagen nog in zijn kinderjaren en
niet te vergelijken met wat het later werd; het
badhuis met den tuin en de speelzalen, het steenen
gebouw, het postkantoor en //De Druif," benevens
eenige armzalige logementendaarna kwam het
dorp en aan de overzijde der rivier, waar nu al
die prachtige villa's staan, een enkel huis.
Ik dacht dat wij nu rechtstreeks naar het badhuis
zouden gaan, om daar de leden der schoone sexe
wat te gaan opnemen, die toen in menigte onder
de groene boomen zaten of rondwandeldenmaar
Te 11,15 verkondigde het geweervuur op de
Haar, dat ook daar de strijd was aangegord.
Hier en daar waren veldstukken opgesteld, welke
door het afvuren aan het geheel uitgestrekte ter
rein eene bizondere aantrekkelijkheid gaven. Op
den Haarweg werd een harde strijd gestreden te
oordeelen aan het veelvuldige geweervuur. De
straatweg van Wageningen werd door infanterie
vuur voor de ruiterij ontoegankelijk gehouden.
Te 11,40 rukte reserve en infanterie aan om
den vijand, van den Haarweg komende, beter te
kunnen weerstaan. Het werd nu een zeer heet
gevecht. Het terrein was in rookwolken gehuld.
Signal en werden gewisseld, terwijl inmiddels het
vuren plotseling allerwege werd gestaakt, zoodat
de aanvaller bleek teruggeslagen te zijn, terwijl
de batterijverdedigers rust namen.
Te 12,20 kwamen de troepen terug en brachten
het vaandel bij den generaal terug.
Zondag was een groote menigte menschen
aan de beide zijden van het Spaarne en op de
bruggen te Haarlem bij een om het schouwspel te
genieten van watermuziek met verlichte booten,
zooals was aangekondigd. Toen het echter bleek
dat dit een loos gerucht was geweest, misschien
wel verbreid door eenige herbergiers, die gaarne
ieder hun deel van de wandelaars begeerden, ging
de menigte uit een, en juist toen gebeurde het,
dat een dronken polderwerker langs dien weg
door een paar agenten werd opgebracht naar </het
bureau." Op de oude groenmarkt gekomen begon
de patient zich hevig te verzetten, en het volk
op de agenten aan te dringen. Een hunner trok
zijn sabel en trachtte daarmede den wederspannige
tot meerdere lijdzaamheid aan te sporen. Het
middel werkte echter verkeerd, en in het tumult
schijnt de polderwerker een houw op het hoofd
te hebben bekomeu, waarvan bloedstorting het
gevolg is geweest. De overbrenging had eindelijk
plaats, maar den geheelen avond van zes tot elf
uur werd het politiebureau in de Zijlstraat door
eene groote menigte menschen als belegerd, die
de uitlevering van de bedoelde agenten vorderden,
terwijl zich het gerucht verspreidde, dat inmiddels
de geslagene aan de bekomen wonden was over-
leden. Eene charge door agenten uit het bureau
ondernomen, waarbij wederom van de sabel moest
gebruik gemaakt worden, kon niet verhindereu dat
de samenscholingen tot laat in den avond voort-
duurde. Een onderofficier der infanterie die bij
de overbrenging de behulpzame hand had geboden
had het ook nog eenige oogenblikken met het
publiek te kwaad, en een paar kameraads van den
beschonkene moesten wegens huu verzet tegen de
politie mede worden ingerukt.
Het standbeeld van Koning Willem II, voor
Luxemburg bestemd, is in de werkplaats van den
Parijschen beeldhouwer Antonio Mercie gereed ge-
dat kwam verkeerd uit; in den stal verhaalde mij
althans Strunk, dat hij dien dag gelukkig zou zijn,
dat wij zouden spelen en de bank laten springen.
Het hart bonsde mij hevig; het spel was ons
namelijk streng verboden en vooral in uniform.
„Maar, geachte luitenant!" waagde ikschuchter
in te brengen.
,/Bedaard blijven, jonker!mond houden
was het barsche antwoord, waarop hij met groote
stappen den stal uitliep en het huis binnentrad.
Met loome schreden volgde ik hem. Hij bestelde
eene kamer en riep den kellner. Stel u den schrik
en mijne grenzelooze verwondering voor, toen
Strunk voor twee personen burgerkleeren verzocht.
Met open mond stond ik daar en maar om
het kort te maken een kwartier later, (Strunk
scheen daar een goede bekende te zijn) staken
wij in het derde en vierde pakje van den kellner
uit den //Druif": smerige jassen, opgepoetste en
en gelapte laarzen, het heele boeltje vol vetvlekken
en saus; mij alles een uur te wijd, hem, alles veel
te nauw. Daarbij sporen en militaire handschoe-
nen, verkreukte boordjes, die met een twijfelach-
tigen band vastgeknoopt, van achteren hoog uit-
staken en Strunk met den hoed van den kellner,
terwijl ik met zijn zijden huispet werd versierd.
//Iloeveel geld hebt gij?" vroeg Strunk, zonder
op mijn zuur gezicht te letten.
,/Twaalf thaler en vijftien Silbergroschen," stot-
terde ik. Het was de eerste Maandag in de maand.
I
TEI IEUZEISCHE (01R4NT
PMMHMBMMBMBMBBMB—U