V
T
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
eWm
AANK0NP1G1NG.
Geldleeaing f 2000.
No. 2015.
Zaterdag 6 September 1884.
BE KEN DM A RING.
Wegen en Voetpaden
GELBLEENIH& dritn, pot f 2010,
24e Jaargang.
C K C I L I A.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Eranco per post: Yoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVEBTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
Dit blad verscbijnt Dinsdag- cn Vrijdagavand bij den nttgever P. J. VAN DE 8 A HI D E te Ter Neazen.
te TER NEUZEN van Maandag, 15 tot Zater-
dag, 20 September 1884.
Ter Neuzen, 28 Augustus 1884.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. YAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
geineente ZAAMSLAG, brengen ter kennis van
belanghebbenden, dat te beginnen op Dinsdag den
1« September 1884, vanwege de gemeente eene
algemeene opneming zal gehouden worden van de
met de Kunstwerken.
Zaamslag, den 2 September 1884.
L. VAN DIXHOORN, Burgemeester.
E. H. WORTMAN, Secretaris.
Het GEMEENTEBESTUUR van HENGST-
DIJK, als daartoe gemachtigd door Heeren Gede-
puteerde Staten van Zeeland, zal ten belioeve dier
gemeente eene
in aandeelen van f 100, die jaarlijks aflosbaar
zullen uitgegeven worden tegen 4 pCt. Gegadigden
worden verzocht hunne inschrijvingen in te leveren
voor of uiterlijk op den 20 September a. s. ter
secretarie der gemeente, alwaar verdere inlichtingen
ten deze verkrijgbaar zijn. Geldschieters, die voor
het geheele bedrag wenschen in te schrijven, zullen
de voorkeur genieten.
Hengstdijk, den 27 Augustus 1884.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
G. YAN TRAPPEN, Burgemeester.
Ch. E. HERMANS, Secretaris.
Politieli Overzieht.
De Engelsche bladen blijven nog immer piquant
tegenover Erankrijkaan berichten, die later weer-
sproken worden, ontbreekt het niet. Yan het
moorden voor Foo—Chow (Foetsjoe) is niets waar;
de plundering van het vreemdenkwartier op het
14)
FEUILLETQN.
Wanneer zij toen, terwijl hij aan liaar voeten
lag, hem toegesproken had met al het overwicht,
dat het recht op de zonde heeft, dan had zij hem
misschien kunnen redden en was zij nu niet ver-
antwoordelijk voor zijn toekomst? Bij deze ge-
daehten verduisterde zelfs de herinneriug aan Armed,
zoodat haar gevoel voor haar beminde, voor haar
levensredder verminderde. Het droombeeld, dat
haar hart zoolang bevangen had gehad, was eens-
klaps werkelijkheid gewordende ingebeelde nei-
ging werd waarheid. Met een vrij hart kon zij
niet meer aan Armed denken. Maar het was een
trek van haar karakter, die haar dikwijls koel deed
schijnen, dat zij haar hart nooit een gewichtige
beslissing liet nemer., voor zij alles bedaard en
bezonnen had overlegd. Daarom besloot zij nu
ook, dat zij aan haar neef zou schrijven. Tante's
advokaat kon dan den brief bezorgen. Zij stipte
de gebeurtenis, die zoo ongelukkig hun eerste ont-
moeting veroorzaakt had, maar even aan en schreef
dat alles nog een geheim was. Zij liet het voor-
komen, alsof zij beiden schuld hadden aan een on-
geluk, dat hem een balling maakte. lien openhartig
woord kon alles voorkomen hebben, kon misschien
een verzoening met de grootmoeder mogelijk en
zoo de geheele familie gelukkig gemaakt hebben.
eiland Nanha'i door de Chineezen is geheel bezijden
de waarheidhet protest van Duitschland, inhou-
dende de klacht, dat Courbet geen troepen aan wal
gezet zou hebben ter bescherming der Europeanen,
een grove leugen. Weet men in Engeland niet,
of wil men 't niet weten, dat Duitschland, met
het oog op de dingen die komen konden, reeds in
het vorige jaar met de Fransche regeering eene
schikking getroffen heeft, dat de Fransche macht
bij oorlogsverwikkelingen met China, wanneer geen
Duitsche troepen bij de hand zijn, de Duitsche
belangen zal behoeden en beschermen even als
haar eigene
Of Frankrijk Formosa of Hainan zal nemen,
daaro?er zijn de meeningen verschillend. Het eerste
eiland is zeer winstgevend wegens de onmetelijke
minerale rijkdommen en de vruchtbaarheid, het
andere ligt dichter bij Achter-Indie, tegenover
Tongkin, en is mede eene begeerlijke prooi. For
mosa schijnt thans eene wijkplaats te zijn voor
tallooze zwerversook meent men dat er honderden
Europeesche zeelieden gevangen zitten. De Britten
staan op hun achterste pooten, zoodra ze hooren
van annexatie, en toch, ze moeten T lijdelijk toe-
zien, vooral nu het hun duidelijk wordt, dat er
in het oosten tusschen de drie Keizrrs zaakjes
aanhangig zijn, der Britten minder aangenaam.
Een Russisch blad, zegt dat Frankrijk, ingeval
van nood, niet slechts op den gewapenden bijstand
van Rusland, maar ook van Duitschland en Japan
zal kunnen rekenen. Dit laatste rijk heeft de
Liou—Tchou archipel, een twistappel tusschen China
en Japan, nu maar geannexeerd. Onze geslepen
,/verlakkers" weten ook al, dat het in troebel water
goed visschen is. China moet, zegt het blad, ver-
slagen worden, wat het ook kosten moge. Is't niet
voor John Bull om duivelsch te worden?
De Gazatte d' Italia beweert, dat geheel Europa
de ingenomenheid deelt, waarmede de tijding van
Courbet's overwinning te Parijs ontvangen is, en
dat geheel Europa met Frankrijk solidair verbonden
is tegenover China's listen en trouweloosheid.
Zelfs de Madridsche Imparcial spreekt van de
z/beschavende zending" van de Fransche troepen.
De Duitsche bladen, vooral de Germania, laten
niet na schimpscheuten op Engeland af te vuren
en halen heel sacrastisch het bombardement van
Alexandria in het debat.
Men verbeelde zich den wrok van den grooten
koopman
Intusschen schijnt Courbet instruction te hebben
ontvangen om zich zuidwaarts naar Canton te bege-
ven, wegens ongeregeldheden, onder de Chineesche
bevolking uitgebroken, waarbij de veiligheid der
aldaar verblijf houdende vreemdelingen werd bedreigd.
Latere berichten zeggen, dat de Fransche amb-
tenaren der douane Canton hebben verlaten. Een
officieele proclamatie uit het Hemelsche Rijk stelt
Zij was zich volkomen van haar schuld bewust en
had die zooveel mogelijk weer goed willen maken,
toen zij aan haar verwanten een deel van haar
erfenis, waarover nog geprocedeerd werd, had willen
afstaan. Zijn weigering was even onrechtvaardig
als onverantwoordelijk, omdat hij daardoor de rech-
ten van zijn moeder en van zijn zuster krenkte.
De vriendschappelijke orngang, dien zij nu met beiden
pleegde, ontnam hem alle reden tot voortzetting
van een vijandschap, die ten minste tegenover haar
ongegrond was. Terwijl Cecilia over de inrichting
van haar brief nadacht, wat haar menigen dag
kostte en nadat de brief weg was, had zij niet
gemerkt, dat haar vriendin, de weduwe, zeer ge-
heimzinnig handelde en in groote spanning scheen
te wezen. Zij kreeg brieven, die zij in het oog-
loopend verborg, waarbij zij ongevraagd verzekerde
dat ze maar over onverschillige zaken handelden
en daarna sprak zij weer aanhoudend over de
familie van haar man in Zwitserland. Eindelijk
begon zij over het verblijf in Napels; zij noemde
Armeds naam en scheen te onderzoeken welken
indruk die naam op Cecilia maakte. Nu begon
deze haar bedoelingen te merken en zij gaf een
ontwijkend antwoord. Ten slotte vroeg de weduwe
ronaweg: //Hoe zoudt gij Armed ontvangen Ce
cilia, als hij hier kwam?" Het meisje schrok en
stamelde//Niet nu, niet hier zou ik hem gaarne
weerzien. Ik vertrouw op hem, ik verwacht hem
maar alles tusschen ons moet helder en duidelijk
een prijs op het hoofd van iederen Franschman.
Een Fransch oorlogschip is reeds te Hongkong
aangekomen ter bescherming van de koopvaardij.
Generaal Millot, opperbevelhebber in Tongkin is
op verzoek eervol ontslag verleend tot herstel zijner
verzwakte gezondheid, hoewel in zeker blad wordt
beweerd, dat de aanvraag om ontslag is gedaan uit
jaloerschheid vanwege het succes door Courbet
behaald.
Het waarschijnlijkst is echter dat de reden moet
gezocht worden in de ontevredenheid der Fransche
regeering over Millot's onbekendheid met de aan-
wezigheid van een leger van 10000 Chineezen in
de onmiddellijke nabijheid.
Het drietal te Yarzin maakte elken dag's mor-
gens een wandelrit te paard in de bosschen en 's
middags een voetreisje. //Indieu dit boschje klap-
pen kon Het nieuwsgierige publiek werd
steeds buiten de grenzen van het Pommersehe land-
goed gehouden. „Daar steekt wat in!"
De Duitsch-conservatieven hebben een klinkend
manifest uitgevaardigd onder de leuze: vMet God
voor Keizer en Rijk!" om op de aanstaande ver-
kiezingen te werken. De vrijzinnige partij doet
evenzeer haar best en zoekt stemmen voor kandi-
daten, die tegen de nieuwe belastingen zijn.
In den Croatischen Landdag gaat het er Poolsch
toe, klappen worden er zelfs uitgedeeld, zoodat de
gendarmerie er bij te pas komt.
De Keizerlijke regeering heeft aan alle Duit
sche officieren verboden om gedurende het con
flict tusschen Frankrijk en China in Chineeschen
dienst over te gaan. De kommandant Sibbelin is
met het geheele officierspersoneel van de twee te
Stettin gebouwde pantserschepen vertrokken naar
China. Het scheepsvolk is afgemonsterd, maar
de schepen blijven. De Temps weet mee te deelen
dat Pruisen de geheele Oostzeekust in staat van
verdediging brengt. Pillau en Memel zullen ge-
pantserde forten ontvangen, terwijl de strategische
spoorlijn van Kiel tot Memel is voltooid.
Nam ens den Minister van waterstaat zijn
de spoorwegbesturen uitgenoodigd om, ter bevor-
dering van de Zondagsrust, het aamemen en af-
leveren van vrachtgoederen, zoomede het afhalen
en bestellen van ijl- en vrachtgoederen op Zondag
zoo min mogelijk te doen geschieden en het aau-
nemen en afleveren van bestel- en ijlgoed op dien
dag zooveel doenlijk te beperken.
Als bijvoegsel is bij de Staats-Courant van
4 September gevoegd het verslag omtrent den
dienst der Rijks-postspaarbank over 1883. De
uitkomsten worden //niet onbevredigend" genoemd.
Het getal inlagen bedroeg 216,691 (176,959
in 1882;) hun gezamenlijk bedrag 2,884,748,08
zijn voor ik hem tegemoet kan treden." De
weduwe werd verlegen en riep, terwijl zij de deur
opende„Hij is al hier!" Armed trad schuchter
eu toch bedaard binnen. Hij bleef bij de deur staan.
alsof hij een groet verwachtte. Cecilia was zoo ver-
baasd dat zij niet spreken, niet eens een hand geven
konde. Armed naderde haarhij was schooner dan
zijn beeld in haar herinnering en toch was hij haar
vreemder geworden, al was hij nu ook bij haar. De
jonkman wierp der weduwe een blik toe en deze
ging zacht de kamer uit. Toen beiden alleen waren,
stond Cecilia op. Blozend en met neergeslagen bli&»
ging zij haar levensredder te gemoet. Zij sprakVer-
geef mij, Armed, dat ik u wegens de verrassing niet
kon begroeten. Het grootste geluk en het diepste
ongeluk hebben gemeen, dat zij ons nooit bedaard
treffen, al hebben wij alles voorzien en al zijn wij
ook voorbereid. Gun mij tijd, opdat ik begrijpe,
dat gij er werkelijk zijt, dat gij voor mij staat."
Armed week een stap terug en sprak//Cecilia,
tusschen ons ligt nog een geheim dat wij moeten
oplossen, vd/r wij elkander de hand mogen geven.
Dikwijls heb ik u willen schrijven, maar steeds
heb ik miju brieven weer verscheurd. Er zijn
dingen, die men maar onder vier oogen kan af-
sluiten, die men moet durven zeggen, die men
niet vertrouwen moet aan een lafhartigen brief.
Dat is de reden waarom ik niet schreef, waarom
ik mij niet liet aanmelden." Cecilia staarde
hem aan en zeide//Gij hebt gelijk. Wanneer
(f 2,157,710,39^ in 1882.) Aan het einde van
1882 waren 67,922 boekjes in omloop.
Over 1883 bedroegen de terugbetalingen 85,7
pCt. van de som der inlagen over dat jaar, ver-
meerderd met het saldo te goed over de vorige
jaren. Het getal terugbetalingen was f 87,515,
het gezamenlijk bedrag 1,751,809,35 (in 1882
resp. 27,292 en 1,033,342,38.)
De som der uitgekeerde en bijgeschreven renten
bedroeg 65,711,10 (in 1882 35,984,69;)
met inbegrip van die som bedroeg het gezamen
lijk te goed der inleggers aan het einde van 1883
3,217,605,39. In den loop van dat jaar ver-
meerderde het met 1,198,629,83.
Gedurende het 2de kwartaal 1884 heeft
de weezeninrichting te Neerbosch, behalve vele
goederen, ontvangen de aanzienlijke som van
14,120,13.
Door schipper Dirk Spanjersberg van den logger
Hoop op Zegen, Zaterdag te Maassluis binnenge-
komen, is bij de justitie aangifte gedaan van het
volgende:
In den nacht van 7 op 8 Augustus jl. werd hij
door een Franschman van zijne vleet gekapt op 51
netten; toen hij zijne overige netten had ingehaald,
vermiste hij acht netten met reepen en toebehooren.
Daarna heeft hij het Fransche schip opgespoord.
't welk bleek te zijn een vischlogger van Bologne,
genaamd Catherine, merk B 1053. Spanjersberg
zag zijne netten en breils bij den Franschman op
het dek liggen. Twee uur lang heeft hij getracht
zijne netten enz. te krijgen. De Franschman
wilde echter van niets weten en ten slotte zei de
Fransche schipper: //Ik wil niets met het gespuis
te doen hebben." Den volgenden dag, 11 Aug.,
kwam een Nederlandsch oorlogschip, zijnde een
driemast barkje met de Nederlandsche vlag op,
door de visschersvloot. Schipper Spanjersberg heesch
dadelijk zijne vlaggen en zeilde het oorlogschip na.
Dit echter zette nog meer zeil bij en ging door,
Omstreeks vier uur later kwam genoemd oorlog
schip weer door de vloot; opnieuw deed Spanjers
berg al het mogelijke met seinen en vlaggen, ten
teekendat hij den kommandant wenschte te
spreken. Ook andere Hollandsche schippers, die
van het geval wisten, heschen hunne vlaggen, doch
alles te vergeefs. Met voile zeilen ging het oor
logschip er al weer van door, tot groote teleur-
stelling van de Hollandsche visschers, die gaarne
gezien hadden, dat de Fransche roover, J;e nog
in de nabijheid was, door het oorlogschip tot zijn
plicht gebracht was.
Yan een en ander is door de justitie proces-ver-
baal opgemaakt. Ook is het college voor de zee-
visscherijen met deze feiten in kennis gesteld.
De heer Jan Kol, van Utrecht, ten wiens
nadeele de f 55000 werden ontvreemd door twee
gij zelf tegenwoordig zijt, zijn er niet veel woorden
noodig, omdat uw verschijning overtuigt. Wat
hebt ge mij te zeggen?" //Vooreerst iets van
een derden persoon," antwoordde hij aarzelend.
z/Een derden persoon vroeg Cecilia. //Ik ben
vrij en onafhankelijk en heb geen vreemden noodig."
Armed ging bedaard voort: //Ik moet u een
antwoord overbrengen van een vriend, van een
makker. Ik heb beloofd, dat ik het zou doen voor ik
van mij zelf sprak. Hij nam nu den brief dien
Cecilia aan haar neef had geschreven en gaf dien
over. Een toornige uitdrukking vloog over het gelaat
van het jonge meisje dat den brief weigerde. Na
eenige aarzeling sprak zij//Die ongelukkige kon
geen beteren voorspreker hebben dan gij, Armed,
maar past het met uw waardigheid dat gij zijn schuld
goed maakt?" //Ik kom niet om hem te veront-
schuldigen," zei Armed. vIk moet dezen brief maar
voor hem beantwoorden en daarmede kan ik kort
zijn, al loopt mijn antwoord ook over jaren. Ik weet
alles even goed als gij het weet. Ik moet u aan den
nacht herinueren toen gij tegenover elkander stondt,
door een misdaad gescheiden." /,Moet die herinne
ring mijn geheele leven, ook ons weerzien verpesten?"
vroeg Cecilia. Armed ging voortYoor hem werd
die nacht een keerpunt in zijn leven. Uw beeld
Cecilia, was hem onvergetelijk, evenals het bewustzijn
zijner schuld, want hij beminde u, al verachtet gij
hem, want gij hadt hem immers lafhartig en eer-
loos genoemd. Zijn lot, zijn geluk hingen aan uw
TEI A'ElZEXSCiE (MRANT