Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 1947.
Zaterdag 12 Januari 1884.
24e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Yoor
Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer er
jaar, tot veel verminderden prijs.
Slit bind vcrschijut Oiusdng- ca Vrijdngavoud bij den ulleevcr J. K. G. D II O W T te Ter Keazcn.
JPolitieli Overziclit.
De toestand in Egypte wordt meer en meer
verward; de beweging van den Malidi of profeet
beeft in de laatste tijden inerkbaar in beteekenis
en uitbreiding gewonnen en kan zeer ernstige
gevolgen hebben. Zijne zegepralen in Soedan be-
haald, hebben blijkbaar tengevolge gehad, datzoo
niet zijn macht dan toch zijn aanzien onder de
Mahomedanen merkelijk is gestegen, en meer en
meer de oogen aller Muzelmannen naar den nieuwen
verlosser opzien. Naar aanleiding hiervan lieeft er
een drukke briefwisseling plaats gehad tusschen
Frankrijk eenerzijds en de Egyptische en de Engel-
sche regeering anderzijds. Frankrijk wilde weten,
welke maatregelen er genomen worden om de
Fransche belangen in Afrika te beschermeu. Ook
andere mogendheden hebben zich met een soort-
gelijke vraag tot de Egyptische regeering gewend.
Be Egyptische regeering, buiten machte om daarop
te antwoorden en nagenoeg ten einde raad, zond
een krasse nota naar Engeland om te verklaren,
dat de tegenwoordige toestand niet kan voortduren
en om nogmaals aau te dringen op een afdoend
besluit van de zijde der Britsche regeering ten
opzichte van Soedan, onder bijvoeging, dat, indien
Engeland bijstand weigert, de Khedive en zijn
Ministers vast besloten zijn het oostelijke gedeelte
van Soedan aan zijn lot over te laten of liever
dit gewest Turkije terug te geven en de Egyptische
schatting aan de Turksche regeering met een daar-
tegen opwegende som te verminderen. De daar-
door vrijvallende Egyptische troepen zouden dan
een toereikende strijdmacht kunnen vormen tot
handhaving en bescherming der grenszonder
Engelsch bezettingsleger. Dit besluit van de
Egyptsclie regeering schijnt niet zonder uitwerking
te zijn gebleven, maar toch blijkt de regeering
van Gladstone met die verklaring van onmacht
van de Egyptische regeering haar voordeel te
willen doen. Althans de Engelsche regeering ant-
woordde na kort beraad, dat de regeering der
Koningiu zich niet verzet tegen den afstand van
oostelijk Soedan aan Turkije, noch tegen het uit-
zenden van een Turksch leger met het doel de
verloren gewesten van Soedan te heroveren, mits
Turkije zelf het geheele bedrag der kosten betale
en de veldtocht Soeakim tot uitgangspunt neme.
De Engelsche regeering is van oordeel, dat het
voor Egypte onmogelijk is Soedan met eigeu
krachten te herwinnen. Zij raadt der Egyptische
regeering aan den onmiddellijken terugtocht te
gelasten van al de troepen, die zich thans ten
Zuiden van Wadi Haifa of den tweeden Nijlval
bevinden.
Uit Spanje komt het ietwat vreemde en korte
bericht„ln het geheele land heerscht een vol-
maakte rust." De wijze waarop de Minister-
voorzitter Poseda-IIerrera zich in de Kamer bij de
FEU ILL ETON.
4) Het kasleel Rolhstein.
Zijn blikken zeiden, dat hij geen lang afscheid
in den zin had. Elisabeth antwoordde met een
diepe buiging, en terwijl zij zich met het gezel-
schap verwijderde, bleef hij staan en keek haar na,
tot zij verdwenen was.
Toen zij bij de rivier kwamen, maakte de veer-
man zijn boot los, en na twee of drie tochten
bracht het kleine vaartuig alien aan den oever
waarop zij weldra in het slot gingen.
II. DOKTER SCHOTT.
Do levendige aandoening die in Elisabeth's borst
was ontstaan, toen zij in haar redder den man
vond, die, zooals zij meende, vcr weg was, zoo
diep met den vrede van haar gemoed verbonden
was, kon haar sleehts kort in staat stellen om
weerstand te bieden aan den sclirik en de afmatting,
die het ongeval bij haar hadden veroorzaaktmaar
de werking hiervan werd nu duidelijk, en nauwe-
lijks had men haar in haar kamer gebracht, toen
de huisarts haar bezocht. Hij verklaarde, dat het
ongeval haar heftig had aangegrepen, en hij ver
wijderde zich om den graaf met den bedenkelijken
toestand der freule bekend te maken. Toen hij de
groote trap afhing, die naar de slaapvertrekken
liep, ontmoette hem een bediende, die hem zei, dat
bespreking van het adres van antwoord op de
troonrede uitliet, doet vermoeden dat hij reeds vol-
macht van Koning Alfonso gekregeu heeft om tot
de Kamerontbinding over te gaan, voor het zeer
waarschijnlijke geval dat de meerderheid bij de
behandeling van het adres verklaren mocht, dat de
tijd om tot herziening der grontwet en invoering
van het algemeen stemrecht over te gaan, nog niet
gekomen is. Dit vooruitzicht heeft heel wat op
zien gebaard.
In Rusland is de herleving van het nihilisme
boven alien twijfel verheven. Het uitvoerend be-
wind heeft, toen deze Czaar den troon beklom,
beloofd, dat het hem een proeftijd zou toestaan.
Deze termijn schijnt thans geeindigd te zijn. Zoo
wil men dat Jablonski, de verklapte nihilist en
vertrouwd ambtenaar der geheime politie, die den
vermoorden hoofdambtenaar Sudeikin en zijn adjunct
Kock, in den val gelokt heeft, ook dienst gedaan
heeft als geheim politie-ambtenaar te Gatchina, toen
de Czaar het „ongeval" op de jacht overkomen is.
Natuurlijk wint daardoor het vermoeden weder veld
dat de Czaar niet door een ongeval getroffen werd,
maar het slachtoffer was van een raislukten aanslag.
De leden van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen
Maandag 14 Januari e. k., des avonds ten zeven
ure.
Blijkens een bij het departement van Kolonieu
ontvangen telegram van den Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Indie, zal de benoemde Minister
van Kolonien, de heer J. P. Sprenger van Eyk,
op 17 dezer per Fransche mailboot uit Batavia
naar Europa vertrekken.
Het regeerings-ontwerp tot wijziging der
wet op het lager onderwijs heeft naar men meldt
den Raad van State verlaten.
Jl. Woensdagavond is te Middelburg door
een 70tal ingezetenen aldaar eene Yereeniging
opgericht, die zal trachten eene onderlinge tele-
foonverbinding tot stand te brengen. Tot leden
van het voorloopig bestuur werden gekozen de
heeren J. W. de Raad, P. D. Koning, A. A. Mes,
D. G. Krober jr. en K. Baart. Volgens eene
door een der leden overgelegde berekening, zouden
bij deelneming door 250 ingezetenen de kosten
voor ieder, sleehts tusschen de f 20 a f 30
'sjaars behoeven te bedragen.
Met ingang van 9 dezer is te Groede een
Rijks-telegraafkantoor met beperkten dagdienst,
ingericht voor telefoondienst, voor het algemeen
verkeer geopend. Gewone regeling van dienstureu
en uniform tarief.
zijn meester hem wilde spreken. De trap liep
langs de voorkamer van de eetzaal, waar de graaf
zich bevond, en de arts stond binnen weinige
oogeablikken voor hem.
In de kamer ging de majoor graaf Lorischek
met snelle en onregelmatige schreden op en neer;
hij scheen aan vele hartstochten ten prooi. Zijn
van nature schoone trekken waren door woede
misvormd en zijn door een zonderling vuur brau-
dende oogen scheen een voorwerp te zoeken,
waarop zij den diepen en toornigen haat, die er in
gloeide, hadden kunnen uitstorten.
Hij was niet geheel alleen. In den hoek van
de kamer stond een man, wiens middelmatige,
eenigszins magere, maar gespierde gestalte in een
kleeding gehuld was, die half Europeesch, half
Afrikaanscli was. Zijn donkerbruine, bijua zwarte
gelaatskleur duidde aan, dat hij uit Noord—Afrika
kwam, uit dat gedeelte van Barbarije, waar de
kabylen op de hellingen van het Atlasgebergte
huizeu, dat wilde, moedige bergvolk, gevreesd
wegens zijn wreedheid tegen vijanden.
Graaf Lorischek had hem met zijn meester,
een Fransch officier, bij den aanval op de hoogte
van Chaumont gevangen genomen en zelf daardoor
de majoorsepauletten gekregen. Een vreeselijke
sabelhouw velde den Franschen officier ter neer;
zijn bediende echter kreeg een schot in den mond.
Lorescliek nam den bediende tot zich en gaf hem
geneeskundige hulp, die hij zelf in het vaderland
Onder de ingezetenen van Veere gaat een
adres rond aan den gemeenteraad, dat schier alge
meen en bij val vindt, en waarin adressanlen liun
volkomen instemming betuigeu met de poging door
den raad aaugewend om den »beker" te gelde te
maken, als eenig redmiddel in de treurige toekomst,
die de gemeente te gemoet gaat.
De vier werkstakende leden van den ge
meenteraad van Goes hebben besloten zich aan de
werkzaamheden van den raad te blijven onttrekken,
tot zij op een nieuw request aan Z. M. in zake de
toelating van twee leden van den raad na aflegging
van eene belofte een meer beslist antwoord zullen
hebben ontvangen.
Maandagmiddag had ten Hove eene matinee
dansante ter eere van het kleine Prinsesje plaats.
Er waren ruim honderd jeugdige gasten uit de
voornaamste kringen der stad uitgenoodigd.
H1I. MM. de Koning en de Koningin verwijlden
geruimen tijd in het keurig gedecoreerde danszaaltje
met vele van de ouders der kleinen.
Op uitnoodiging van den burgemeester van
Amsterdam, daartoe aangezocht door het voorloo
pig comite voor het stichten van een gedenkteeken
ter nagedachtenis van Z. K. II. Prins Hendrik,
werd Diusdag jl. ten raadhuize aldaar een ver
gadering gehouden van belangstellenden, ter be
spreking van enkele voor genoemd doel noodige
maatregelen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
eenige tabellen aan de Tweede Kamer verstrekt,
houdende statistieke opgaven omtrent de bevolkiug
der geneeskuudige gestichten voor krankzinnigen,
over de jaren 1875 tot en met 1881.
Daaruit blijkt dat in alle gestichten te zameu
verpleegd zijn geworden in die jaren respectievelijk
3856, 3916, 4054, 4135, 4216, 4298, 4458,
lijders.
Een andere tabel wijst aan, dat op het einde
van 1881 nog 1738 lijders werden verpleegd
buiten de gestichten. Het aantal bekende krank
zinnigen op het einde van 1881 was alzoo 6170;
dat is drie per 2000 zielen.
In April a. s. zullen te's Gravenhage de
vergelijkende examens plaats hebben van personen,
die wensehen te dingen naar de betrekking van
klerk bij den rijkstelegraaf, en evenzoo van aspi-
ranten naar de betrekking van surnumerair bij de
posterijen; voor de laatste betrekking zijn 20
plaatsen ter vervulling opengesteld, van eerstge-
noemde is het aantal onbepaald. Nadere inlich-
tingen bevat de Staatscourant van 8 Januari 1884.
Y olgens bericht van den Nederlandschen
consul te Pillau, is een naambord aangespoeld waarop
stond Louisevoorts het deksel eener kist van
den stuurman en een cognossement over de lading
moest zoeken, daar ook hij gewond was. Hersteld,
maar volkomen en voor altijd van de spraak beroofd,
wilde de Afrikaan zich niet van zijn redder scheiden
en gaf door alle mogelijke teekens te kennen,
dat hij hem bij zich moest houden, hetgeen ook
gebeurde. Sedert was Alam—Assum op het kasteel
Rothsteiu en deed dienst als kamerdienaar bij den
graaf; de spot, dien hij echter van alle kanten
van de overige bedieuden had te lijden, en de
boon, die dokter Schott hem van tijd tot tijd
liet voelen, hadden bij hem een vreeselijken haat
verwekt, die zich zelfs tot den graaf uitstrekte,
die hem dikwijls heftig en ruw behandelde.
Alam-Assum droeg een donkerroode fez met
kleine kwast en een scharlaken rood wambuis;
in de overige kleeding onderscheidde hij zich niet
van de andere bedienden. Hij kruiste de armen
op de borst; zijn blikken waren op den grond
gericht en hij stond zoo oubeweeglijk, dat men
hem voor een standbeeld had kunnen houden, als
hij soms niet, zonder het hoofd te bewegen, een
onrustigen blik om zich heen had geworpen
waarin zich haat en verborgen hartstocht tot een
huiveriugwekkende uitdrukking verbonden. De-
zelfde blikmaar nog hatelijker en duivelach-
tigerrichtte zich op den artsdie nu bin-
nentrad. Een rood fluweelen, smal lint omgaf
als een bloedige streep zijn hals, die naakt
was en evenals zijn overige ledematen een bui-
tengewone lichaamskracht aanduidde. In de rech-
van genoemd schip, zoodat als zeker is aan te
nemen dat het nog in de nabijheid van Pillau drij-
vende wrak is dat van de Louise, kapt. J. C. Bruin.
Omtrent de equipage was niets vernomenook
waren nog geen lijken aangespoeld.
I, oeil> eenigen tijd geleden, in de gemeente
Besoijen de pokken in vrij hevige mate heerschten,
werden gewoonlijk kleederen en beddegoed der
aangetasten op een weiland verbrandeen twin-
tigtal varkens graasde in de nabijheid; zij zijn
zeer waarschijnlijk in aanraking gekomen met die
besmette goederen, want alien kregen de pokziekte.
Yolgens een bericht aan De Tijd is toen het
vleesch dezer dieren verkocht aan een soort slager
te Tilburg, die daardoor het leven en de gezondheid
zijner klanten in de waagschaal stelde. Te recht
wordt die daad schandelijk en onverantwoordeliik
genoemd.
Hoe afschuwelijk de Leidsche vergiftigings-
zaak zicn in den beginne ook liet aanzien, toch
kon memand de omvangrijkheid van deze ontzet-
tende reeks van misdaden vermoeden. Het onderzoek
heeft aan het licht gebracht, dat het aantal slacht-
oilers, die de schijnbare bereidwilligheid der vrouw
mettlen. dooJ moesten bekoopen, 24 bedraagt,
teiwijl zij, die met ziekte of levenslange verlam-
ming het in dit wezen gestelde vertrouwen hebben
beboet, ongeveerhetzelfde bedraagt. Niettegenstaande
de meest verpletterende bewijzen harer schuld aan-
wezig zijn, blijft zij deze steeds ontkennen, zoodat
de bestanddeelen van het vergif tot op heden toe
nog onbekend zijn gebleven.
Had Amsterdam op 31 December 1882
een bevolking van 350,202 zielen, sedert nam zij
gemiddeld met 31 per dag toe en bedroeg alzoo
ultimo December jl. 361,429. De aanwas was
verdeeld als volgt: a. meerdere geboorten dan
sterften 3723 b. meerdere vestiging dan ver-
trek 7504. In de hoofdstad zijn op elke 100
vrouwen sleehts 89 mannen, welke verhouding »p
31 December 1882 nog iets ongunstiger was.
De medaille, bestemd om namens Noord—
Brabant's ingezetenen der regeering te worden
aangeboden als huldeblijk voor het tot stand komen
der wet tot verlegging van den Maasmond, is
gereed. De uitvoering is meesterlijk en doetzoo-
wel den ontwerper, den heer L. Junger, te Amster
dam, als den graveur, den heer F. Baites, te
Antwerpen, alle eer aan.
I let album nadert zijne voltooiing, ei\ vennoede-
lijk zal de aanbieding van een en ander nu spoedig
kunnen plaats hebben.
Naar aanleiding van de in den lande zoo
geruchtmakende zaak der Leidsche giftmengster,
vrouw Van der Linden, wordt een ander geval
medegedeeld, dat in den afgeloopen zomer veler
terhaud hield hij het gevest van eeu versierde
dolk, die in zijn gordel stak.
„Ik was reeds op weg hierheen, toen de bediende
mij aautrof," sprak de arts, „om u bericht te
brengen van
//Van Heldorf, van wien anders," viel de graaf
hem heftig in de rede.
//Van gravin Elisabeth," antwoordde de arts.
//Nu, wat is er met haar? Heeft zij gezien
heeft die ellendeling zich weer aan haar vertoond
En toch, hoe kan ik vragen naar hetgeen ik
weet. Was hij toch binned deze muren, dreef hij
zijn onbescliaamde, dolle koenheid maar zoo ver
om met mij te worstelenO," voegde hij er bij,
van woede stampvoetend, /mocht de poel der hel
zich tusschen ons opeuen en ons voor eeuwig
scheiden en haar Maar hoe is het met haar?
Hoe is het met Elisabeth?"
//Oogcnschijnlijk is de freule gevaarlijk ziek,"
antwoordde de arts. //Er moet iets gebeurd zijn,
waardoor haar rust gestoord is."
vGij weet dus niet, wat er gebeurd is?" riep
Lorischek. „Er moet iets gebeurd zijn, zegt gij
Ha ha, er is iets gebeurd. Ik zeg u, dokter, ik
zeg u in waarheid, Hugo von Helldorf heeft zij
gezien, hij heeft met haar gesproken, ja, hij heeft
heden morgen haar leven gered. Gij ziet er
verrast uit, maar het is zoo. Helldorf trok haar
uit de rivier, waarin het paard met haar was ge-
sprongen, en droeg haar naar Kaspsr's hut. Ik
TER \EtZE\SCHE <01111VI