A1 g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 1946. VOOF Woensdag 9 Januari 1884. 24( Jaargang. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlfiN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootcre letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer er jaar, tot veel verminderden prijs. Bit bind vcrscliijnt UiuNd.ig- cu Vrijdagavond bij den uitgever J(. 14. G. U O M T te Tep Aeiszen. f*olitielt Overziclit. De Transvaal-deputatie geraakt zoo langzamer- hand in het vergeetboek, of liever gezegd, de lieeren Kriiger, generaal Smits en Ds. du Toit worden in Eugeland mooi aan de praat gehouden. De gede- legeerden hebben in de laatste dagen een nota aan lord Derby gezonden, waarin zij omtrent do aan- hangige quaestien voorstellen doen, die het uiterste behelzen, wat zij kuunen toestaan. Zij verlangen, dat aan de hoofden en stammen van Bechuanaland de vrije keus zal worden gelaten, of zij in de Zuid-Afrikaansche republiek willen worden opge- nomen of er buiten willen blijven. De handelsweg door Bechuanaland verlangen zij, dat onzijdig zal worden verklaard. Men zegt, dat de Boereu zich met niets minder zullen tevreden stellen en in geval het Engelsche gouvernement hun dat niet toestond, de regeering van Transvaal zou doen, alsof het wel was toegestaan, het aan Eugeland over- latende, dat te beletten. Het besluit van het Engelsche gouvernement, op de aanvraag om bijstand, is aan de regeering van Egypte medegedeeld en heeft deze volstrekt niet voldaan. De bedreiging van de regeering van den Khedive, oostelijk Soedan aan Turkije over te laten, heeft hare uitwerking geinist op het Engelsch ministerie, dat verklaart, daar niets tegen te hebben, evenmin als tegen eene Turksche expeditie, om het te ver- overenmaar er worden twee voorwaarden bijge- voegd, die waarscliijulijk het geheele plan zoo het inderdaad ernstig was gemeend znllen doen in duigen vallen. Vooreerst zou Turkije zelf de kosten der expeditie moeten betalen en ten tweede zou deze geen voet mogeu zetten in het eigen- lijke Egypte. Engelands raad luidthet onhoudbaar gebied van Soedan prijs te geven. Het Egyptisch gou vernement weigert dit te doen, hetgeen, daar het zelf niet eens den marsch van den Mahdi kan stuiten, gelijk staat met het verlangen, dat Euge land de verloreu provincien zal heroverenmen verwacht nu, dat het Egyptisch Ministerie zal aftreden. In Zwitserland openbaart zich van conservatieve zijde eene beweging, om tot grondwetsherziening te geraken. Eenige aauvoerders der genoemde partij trachten thans het vereischte getal van 50,000 handteekeningen onder een adres te krijgen, waarin, ,/ten einde aan de geldverspillingen van de Bonds- vergaderiug paal en perk te stellen/' eenige maat- regelen verlangd worden, strekkende tot beperking van de bevoegdheid der Bondsvergadering, om over de opbreugst der belastingen te beschikken. De verwerping door het Hoogerhuis van het wetsontwerp over huwelijken van Israelieten heeft in Hongarije een Ministercrisis ten gevOlge gehad. De Minister-president Tisza dreigt met zijn out- FEUILLETQN. 3) Het kasteel Rothstein zyrStil, Hugo, ik bid uzei Elisabeth. „Uw woorden zijn zonderling en nog zonderlinger twij- fel komt bij mij op. Ik geloof," voegde zij er bij en streek met haar slanke vingers over haar voehtig voorhoofd, //mijn liersenen zijn bij na aangedaan door dit ongelukkige En tocli, het kan niet zijn, daar Een licht rood, dat over haar bleeke wangen vloog, verried, wat zij wilde zeggen, in een taal, die voor het hart van een minnaar vleiender is, dan alle kracht der woorden. //Maar doe mij geen verwijten," voer zij voort. #Wij zijn beide bedrogen geworden, door wien en waarom weet ik nietmaar dit is noch de tijd, noch de plaats om er over te spreken. Mijn breeder en de andere lieeren zoeken mij en zullen weldra hior zijn. Maar waarom ziet gij er zoo wild uit?" //Breeder noemt gij hem?" riep Hugo. //Noem hem niet zoohoudt hem niet voor een breeder. Hij is het, die uw dood voorgaf, hij is het, die mij in vreemde landen terughieldhij wil u, om zijn zelfzuclitige eerzucht te bevredigen, uw erfdeel ontrukken, hij wilde tusschen twee trouwe en eens zoo gelukkige harten treden, om zijn duister werk te verrichten." z/Gij doet hem onrecht, waarlijk onrechtant- slag, indien het Hoogerhuis bij eene tweede in- dieuing van het ontwerp, bij zijn verzet volhardt en dat zal het zeker doen, indien de Keizer niet tusschen beide komt. Bij de nieuwjaarsreceptie heeft de Duitsehe Keizer dezen keer geen politiek besproken. Het is echter van algemeene bekendheid, dat hij onvoorwaarde- lijk vrede wilde houden. Van welke zijde zou dan ook in den loop van het jaar de vrede ver- broken kunnen worden? Yoor Duitschland be- staat er eigeulijk maar een gevaar: een Franscli- Jtussisch verbond. De Franschen hebben op het oogenblik andere dingen te doen, dan aan revanche te denken. Zij voeren oorlog op Madagascar, in Achter-Indie en weldra misschieu met China. Ook Rusland's politiek helt tot vrede over. Nog kort geleden heeft Keizer Wilhelm officieel gezegd, dat Duitsohland's verhouding tegenover Rusland verrassend guustig is geworden. Dat wijst in leder geval daarop, dat een tijd geleden deze verhouding niet zoo erg vertrouwbaar was. Iutusschen heeft Keizer Alexander zijn oudoorn, den Duitschen Kei zer, op de uitdrukkelijkste wijze zijn vredelievend- heid verzekerd. De heer Yon Giers heeft Bismarck in 't bizonder nog de meest bevredigende mede- deelingen gedaan en de Russische Oorlogminister te Berlijn heeft van het samentrekken van Rus sische troepen aan de Duitsehe grenzen eene ver- klaring gegeven, volgens welke er geen sprake is van oorlogzuchtige bedoeliugen. Tegen Duitschland kan Rusland eigenlijk niets hebben; want de aanmerkingen, die van Russische zijde gemaakt zijn op Bismarck's houdiug op het Berlijnsche congres in 1878, zijn reeds lang schitterend weerlegd; Rusland kan op zijn hoogst er over klagen, dat Duitschland met Oosteurijk een vrede verbond gesloten heeft. Want slechts Oostenrijk's belangen zouden op het Balkanschier- eiland met die van Rusland in botsing kunnen komen; op het oogenblik echter zijn er in Tur kije geene nieuwe verwikkelingen te vreezen. Rusland heeft in den eersten tijd zelf den vrede noodig en dus kan de Duitsch-Oostenrijksche vredeboud, waar zich zoovele andere Staten bij aangesloten hebben, aan dit Rijk vooreerst eerder welkom zijn, dan dat het dit verbond afkeurt. Men acht het, volgens de Haagsche kout der Prov. Gr. Ct., te 's Hage zoo goed als zeker, dat de heer O. van Rees als Gouverueur-Gyne- raal naar Indie zal gaan. De heer s'Jacob, aftredend Gouverneur-Ge- neraal van Neerlandsch-Indie, is door den Koning- Groothertog benoemd tot Ridder-Grootkruis in de orde van de Eikenkroon. woordde Elisabeth. //Hij bernint mij broederlijk. Elk mijner wenschen, elke luim zou hij tot iederen prijs bevredigen. Hij mij beleedigen Liever zou hij al zijn rang en al zijn hoop opgeven, dan dat zijn Elisabeth, ja, zelfs de kleine vinger van deze hand zou lijden." z/Ach, Elisabeth, uw rein en argeloos hart kent geen argwaan. Zijn schijnbare goedheid verblind u. Maar de dag der vergelding zal komen," voer hij opgewonden voort„er zal een dag komen, waarop de bedrieger ziju loon outvangt, waarop de kren- kingen, die hij ons heeft aangedaan, met een dubbel gewicht op zijn hoofd zullen terugvallen, waarop z/Spreek niet zoo," viel Elisabeth hem in de rede. Wilt gij met bedreigingen tegen een breeder het oor der zuster bezighouden Ik weet niet wat uw duistere zinspelingen willen zeggen alleen weet ik, dat zijn liefde tegen mij onveranderlijk geweest is. Geef die wilde gedachten opnader mijn breeder niet vijandigroer hem niet aan krenk hem niet bij alle liefde, die gij ooit voor mij hebt gekoesterd, bij alles, wat wij hebben geleden, bij alles wat wij hopen, bezweer ik u, zoek geen strijd met hem." Hugo's antwoord bleef weg, daar er plotseling iemand in de hut kwarn. Elisabeth en haar redder richtten snel hun blikken naar den ingang en zagen een gestalte, die hen zeer verraste en tegelijk bezorgdheid verwekte. Ilet was een kleine, eenigs- Blijkens een op Zaterdagavond aan het Dep. van Kolonien ontvangen telegram van den Gouv.- Generanl van Ned.-Indie was den 30 December besloten tot een militaire expeditie naar Tenom (westkust van Atjeh) en zou een bataljon iufan- terie, onder bevel van den militaireu kommandant van Atjeh en onderhoorigheden den 6 Januari aldaar landen. De aanleiding tot deze expeditie is, dat in dcu loop der inaand Nov. jl. het grootste gedeelte der beinanning van het bij Tenom gestrande Engelsche stoomschip Nisero door den radja van dat land- schap word gevangeu genomen en dat deze, niet- tegenstaande verschillende daartoe aangewende po- gingen, de uitlevering van de schipbreukelingen blijft weigeren. De lieeren Van Sloten, burgemeester, Baars, voormalig wethouder, en Pateer, gemeente-secre- taris te Hoofdplaat, zijn gedagvaard om voor den rechter-commissaris te Middelburg te verschijnen, ten einde getuigenis af te leggen in een zaak, waarvan hun nader zal worden kenuis gegeven. Vermoedelijk heeft dit verhoor betrekking op de vervvijdering van den wethouder Cammaert uit de zaal waar het dagel. bestuur vergaderde eene vervvijdering die, op last van den burgemees ter, door tnsschcnkomst van den sterken arm ge- schiedde. lloewel de Vlissingsche duinwaterleiding nog niet officieel gcopend is en ook de datum niet bekend is, waarop dat zal geschieden, is alles reeds zoover gevorderd, dat Zaterdag voor het eerst door een schip, dat naar Indie is bestemd het fregat ,/Butavier" de benoodigde hoeveelheid waterzijnde ongeveer 30 kub. meter zal in ont- vangst worden genomen. Het stoomschip ,/Soerabaja," kapitein Otto, door de Kon. Maatsch. „de Schelde" gebouwd voor rekening der firina Ruijs Zoon te Rotterdam vertrok Zondagmorgen 10 uren van Ylissingen om zijnen proeftocht te doen. De leden der tirma Ruijs benevens die der Schelde en vele genoodigden maakten den tocht mede. Het schip voldeed in alle opzichten uitmuntend, keerde ten ongeveer 3 uren hier terug en ankerde op de rede. De sleep- boot, aangenomen om de passagiers af te halen, bekwam hierbij averij en keerde onverrichter zake terug. Een sloep, bemand met '6 roeiers, werd door stroom en hevigen wind naar Rammekens gedreven en bleef daar achter. Het schip vertrok 's nachts half twaalf naar den waterweg en komt reeds 19 Januari in de vaart. Yrijdagmorgeu is te Breda plotseling in den ouderdom van 71 jaar overleden de heer C. C. Kanneinans, leeraar, hoofd van onderwijs voor het handteekenen aan de Kon. Milit. Academic. De overledene was ook als zeescliilder zeer zins dikke man, in een jas van ruwe stof gehuld en met kousen van vuile bruine wol. Plompe laarzen van een ongelooide runderhuid beschutten zijn eveneens plompe voeteneen vuile muts bedekte zijn hoofd, terwijl aan een breede Iederen gordel naast een buidel een dubbelzinnig wapen liing, half mes, half dolk. Hij hield in de hand een grooten stok, die aan het boveneinde een sterke ijzeren haak en onder een ijzeren ring had. De trekken van dezen man pasten bij zijn ge stalte en kleeding. Zijn zwart haar hing van onder de muts op het voorhoofd, dat door een vreeselijk litteeken misvormd was, dat tusschen de slapen boven de wenkbrauwen liep en bijna het voorhoofds- been ontblootte. Zijn diep liggende oogen schoten bliksems vol knorrige boosheid en in zijn geheele wezen lag de uitdrukking van misdaad. De duistere blik van den hutbewoner riclitte zich op Elisabeth en haar geliefde en verried verrassing, die echter spoedig in een uitdrukking van doffe onverschilligheid overging, die hem aangeboren was of die hij aannam, om zijn gedachten te verbergen. Elisabeth trad achteruit, toen zij hem zag, en vatte onbewust den arm van Hugo, die zich terstond tot den afschuwelijken man wendde. z/Ik heb mij van uw brandhout bediend, mijn vriend," sprak hij, toen hij bemerkte, dat de pas aangekomeue zijn blikken op de gloeiende asch richtte. z/Ilebt gij mij ooit gezien, dat gij mij vriend gunstig bekend, en zijne stukken werden meer- malen bekroond, o. a. die van de spoorwegbrug over den Moerdijk, op de intern, tentoonstelling te Philadelphia, waarvan hem de vervaardiging door ons Rijk was opgedragen, terwijl Keizer Na poleon III en Koning Leopold I van Belgie hem zilveren medailles voor verdiensteu toezonden. Het bestuur van den Nederlandschen schaats- rijdersbond heeft de twee bekende Friesche hard- rijders, Okke van den Berg, te Hardegarijp, en Pieter Bruinsma, te Sneek, overgehaaldom Nederland te vertegenwoordigen bij de aanstaande internationale harddraverij te Cambridge, Engeland. In Juli 1879 reden eenige studenten, bij een rijjool, de winkelkast met stokken en pijpen van den heer Hassoldt, Gasthuismolensteeg te Amsterdam, stuk. Yandaar proces om schadever- goeding, door den eischer gesteld op f 400. De rechtbank ontzegde echter dien eisch, op groml dat de schade was veroorzaakt door een ongeluk bij het wilde rijden, dus door bewezen overmacht, en veroordeelde eischer in de kosten. De advocaat der tegenpartij kwam nu met zijn rekening: de rechtsgeleerde had voor het zaakje f 2100 te vorderen! Doch ook een advocaat kan een schappelijk man zijn; na overleg met de col- legas die den eisch verdedigd hadden liet hij 1250 vallen; maar aan de overige f 850 hield hij toch vast en heeft nu daarvoor zelfs exeeuto- rialen verkoop gelast, met weigering van het aan- bod om de som in jaarlijksclie termijnen van f 10 te innen. De heer II., die f 400 schade leed en f 350 aan zijn advocaten heeft te betalen, wordt door de executie voor de f 850 natuurlijk geheel ge- ru'ineerd. Is het wonder dat men in Nederland niet spoe dig recht zoekt? Uit Tiel schrijft menWe hebben hier enkele straten, in de laatste jaren aangelegd, die geen naam hebben. Voor het publiek is echter een straat zonder naam geen straat. Buiten een naam kan men niet. Daarom deed het publiek wat de raad niet deedvoor een straat kwam de naam Wethouderskade in gebruik. Een onzer raadsleden acht dien naam, reeds in openbare aankondigingeu gebruikt, ongepast en gaf in de laatste raadsver- gadering te kennen, dat aan dit sarcasme een einde moest gemaakt worden. De voorzitter scheen minder boos over het spelend vernuft der raenigte en gaf den iuterpellant te verstaan, dat de burge meester, die wegens ongesteldheid afwezig was, hem en de overige leden wel binnen kort de ge- legenheid zou geven, de straten te doopen. De gemeenteraad van Kampen heeft besloten in de leening van 127 mille, die onlaugs werd uitgeschreven, geen lagere inschrijvingen aan te noemt?" zei de man op een zonderling ruwen toon. 4 Geen toorn!" ant woordde Hugo met strengeu ernst. Wie gij ook moogt zijn, neem dit, het zal uw hout betalen." z/Ik heb geen betaling noodig," bromde de man ,/inaar brandt u uw geld, jonge heer, hier zijn vingers, die het vaster kunnen houden." Bij deze woorden opende hij den buidel aan zijn gordel en stak het geldstuk er in. Ilij giug toen in een lioek van de hut en scheen op zijn gasten niet meer te letten. ,/Laat ons gaan," sprak Elisabeth; ,,de lucht is hier te zwnar en bedompt. Zij zullen spoedig hier zijn. Luister! Ik hoor paarden." Toen zij buiten de hut traden, zagen zij werkelijk op korteu afstand de ruiters van Lorischek's ge- zelschap. Elisabeth keek Hugo bezorgd aan. ,/Hugo," sprak zij. //Gij zult kalm zijn, voor- zichtig zijn, gij zult niet ,/Elisabeth," antwoordde hij, //wees onbevreesd. Ik zal geen geweld gebruiken, zoolang het niet tot mijn zelfverdedigiug noodig is. Uwe wenschen offer ik op aan mijn wraak en de herinnering aan de krenkingen, die wij hebben ondergaan. En als ik wist, dat Hugo nog de plaats van het hart van Elisabeth heeft, die hij eens meende te be- zitten, zou ik mij bij het afscheiil van u gelukkig gevoelen." Bedroog hij zich, toen hij geloofde, dat een nauwlijks merkbare beantwoording zij ner handdruk, TER \EIZEVM'IE («IUA\T

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1884 | | pagina 1