Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 1932.
Woensdag 21 November 1883.
23e Jaargang
Binnenland.
4
ABONNEMENT:
Per drie mannden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Yoor Belgiii 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVEBTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Kit bind verschljnt IMnsdat- en Vrljdaffavoud blj den nttgcvcr Jl. K. C. D II O M T te Ter Neazen.
lr*olitiel£ Overzicht.
De Chineesclie gezant, markies Tseng, en diens
zaakgelastigde te Parijs verzekeren ieder, die het
hooren wil, zoo nadrukkelijk, dat de oorlog tusseken
China en Erankrijk weldra zal uitbreken, dat het
alien schijn heeft alsof de Chineesche staatslieden
werkelijk zelf niet ernstig aan zulk een gebeur-
tenis gelooven, omdat zij anders wel een meer
terughoudende houding zouden aannemen. Het
is hun blijkbaar te doen om de openbare meening
in Erankrijkdie voor een oorlog met China
terugdeiustte bewerken en zoodoende een
druk op de Fransche Begeering uit te oefenen.
Of Jules Ferry, die thans de buiteulandsche aan-
gelegenheden bestuurt, zich daardoor bevreesd zal
laten maken, zal nu spoedig moeten blijken. Of
de markies Tseng, naar dit plan handelende, de
aanstaande bespreking in de Kamer over de aan-
gevraagde gelden voor den Tongkin-veldtocht zich
wil ten nutte maken, dan of Waddington, de Fransche
gezant te Londen, hem tot een verzoenenden stap
heeft overgehaald, het bericht klonk na het voor-
gevallene vrij onwaarschijnlijk, dat de markies
werkelijk te Parijs was aangekomen met volmacht
om de onderhandelingen te hervatten. Toch heeft
het bericht zich bevestigd. De gezant woonde
dadelijk den dag na zijn aankomst de wekelijksche
ontvangst van de vreemde gezanten bij aan het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken en had
's avonds of den volgenden dag reeds een bijeen-
komst met den heer Ferry, om de grondslagen
eener minnelijke schikking met Frankrijk op te
sporen. Van den uitslag dezer gedachtenwisseling
moest het afhangen of Tseng te Parijs blijven, dan
wel naar Engeland terugkeeren zou. Daar de
Fransche Begeering enkel onderhandelen wil op
voorwaarde, dat China de vestingen in de delta
der Boode Bivier, met inbegrip van Bac-Ninh en
Sontay prijs geeft, China daarentegen een aanval
op laatstgenoemde vestingen als een oorlogsdaad
zal beschouwen, zoo was de uitslag der onderhan
delingen te voorzien. Zeer waarschijnlijk zijn zij
slechts voor den vorm ondernomen, want zoo is
het steeds, geen der partijen durft gewoonlijk de
verantwoordelijkheid aan van den laatsten stap,
die den vrede nog van den oorlog scheidt. Althans
afgaande op een bericht uit Londen, waar de beurs
in gedrukte stemming sloot, heeft Tseng Parijs
reeds verlaten. De Fransche Begeering zal nu in
staat zijn, bij de beraadslaging in de Kamer over
de aangevraagde gelden ten behoeve van den Tong
kin-veldtocht, om de meer volledige inlichtingen
omtrent den tegenwoordigen stand der zaken te
verschaffeu, die verlangd zullen worden, en op
welke voorwaarde de leden der uiterste richting
de gelden alleen willen toestaan.
In Spanje is de Begeering zelf maar matig
ingenomen met het bezoek van den Duitschen
FEUILLETON,
DE ZUSTERS.
Het was een zeer schoone morgen in Augustus.
Alles geurde in het woud. Juist begon boven de
boomtoppen van een nabijzijnde heuvelrij het licht
roodaclitig schijnsel te zweven, dat de naderende
zou aankondigt en een kleine smalle weide was
als met paarlen overstrooid. Die weide lag op een
sterke helling dalwaarts en werd doorslingerd door
een helder, murmelend beekje, dat zijn kristallen
golfjes over een bruinen ondergrond deed kabbelen.
Aan den eenen kant werd de weide echter begrensd
door een prachtig hoogstainmig beukenwoud, terwijl
zij aan den tegenovergesteldeu oostelijken kant
afgesloten werd door ongeveer zevenjarig hakhout,
waartusschen maar enkele oude knoestige eiken
stonden. Wat leefde en kweelde het in de takken
en twijgen, wat werd er heen en weer gevlogen
Giuds, op den eenen beukentop kirde een wilde
duif, die door een tegenover haar zittende spreeuw
als spottend beantwoord werdde vinken sloegen
en de lijsters floten er tusschen en een weinig hooger
op graasde een slanke ree met haar jong, waarbij
zij dikwerf haar kop omhoog hief, alsof zij gevaar
rook of vreesde. Gevaar?Arm wezen Uw
scherpe zintuigen zouden u niet beschermd hebben,
toen gij onbekommerd met de morgenscliemering
de weide betraadt, want in het kreupelhout, op
Kroonprins, minder om het feit zelf dan wel om
den grooten ophef, die er in Duitschland van
gemaakt wordt en waardoor het bezoek inplaats
van een gewone beleefdheid een soort van staat-
kundig feit van groote beteekenis wordt. De
vrijzinninge, volksgezinde en republikeinsche bla-
den spreken onbewimpeld hun vrees uit, dat het
bezoek wel eens ongewenschte en onaangename
gevolgen, zoo niet voor het land, dan toch voor
den Koning zou kunnen hebben. Inmiddels blijft
het bezoek aan de bladen ook buiten Spanje stof
tot allerlei beschouwingen leveren en wordt het
vooral in Frankrijk met wantrouwen en ergernis
gade geslagen, wat zeer opmerkelijk is, omdat dit
samenvalt met de verzoening, die voor een paar
dagen tusschen de Fransche en Spaansche Begee-
ringen heeft plaats gehad over het voorgevallene
met Koning Alfonso te Parijs, welk feit met de
benoeming van den generaal Serrano tot Spaansch
gezant te Parijs bezegeld is geworden.
Portugeesche bladen deelen mede, dat de Prins
over Lissabon naar Duitschland zal terugkeeren;
een Duitsch oorlogsschip zou hem komen afhalen.
Van andere zijde verneemt men echter, dat hij
ook over Italie terugkeert en bij die gelegenheid
Koning Humbert een bezoek zal brengen. Hier-
aan worden echter geen staatkundige bedoelingen
vastgeknoopt, omdat het bekend is, dat de Prins
met den Koning van Italie reeds langen tijd door
nauwe vriendschapsbanden is verbonden en nooit
in Italie komt zonder eenigen tijd 's Konings
gast te zijn.
In Servie moet, ondanks de officieele betere
berichten der laatste dagen, alles nog lang niet
in orde zijn. De staat van beleg is thans verder
afgekondigd in drie districten, in de omstreken
van Alexinatz en Kraina en.te Kneschewaz.
Bij het voortgezet debat over de Indische
begrooting in de gisteren gehouden zitting der Tweede
Kamer, verklaarde de Minister Heemskerk namens
de regeering, de wettelijke regeling van hetmijn-
wezen in Indie te willen voorbereiden, maar niet
te kunnen verzekeren dat intusschen de onderhan
delingen met de Billiton-maatschappij zouden wor
den geschorst. Na uitvoerig debat trok de heer
Keuclienius zijne motie in en werd de motie-Cremers
verworpen met 47 tegen 20 stemmen. De alge-
meene beschouwingen over de Indische begrooting
zijn geeindigd.
Bij Kon. besluit is het besluit van den
gemeenteraad van Oud-Beierland, waarbij H. de
Koning is benoemd tot wethouder, vernietigd, op
grond dat geuoemde heer en de heer K. Schelling
deelnamen aan de herstemming tusschen hen beiden.
ruim honderd schreden afstands, loerde goed ver-
borgen een jager, die u met zijn kogel reeds lang
en zeker getroil'en zou hebben, als hij geen echte jager
geweest was, die geen moederwild wilde schieten.
In een zorgvuldig gemaakte opening, die hem vrije
beweging veroorloofde en hem toch ook geheel voor
den scherpen blik van het wild dekte, stond een
jonkman in een grijzen buis met een groenen kraag;
hij had een ronden jachthoed op met twee veeren,
terwijl een paar fijne, maar stevige jachtlaarzen zijn
beenen dekten. Wel had hij reeds langer dan een
half uur met genoegen naar de bewegingen van
de ree en naar het vroolijk dartelen van haar jong
gekeken, maar toch zweefde zijn blik dikwijls snel
en zoekend rond, want hij wachtte op ander en
edeler wild. Juist over deze weide kwam elken
morgen tegen zonsopgang een zeer groot hert, dat
hij reeds lang nagespoord en ook eenige malen
gezien hadmaar hij had het nog niet onder schot
kunnen krijgen. Daarom was hij heden zoo vroeg
op den loer. De morgen was allergunstigst. De
zwakke wind kwam juist van den kant, waar het
hert telkens een hoek van het beukenwoud verliet
om schuin over de weide naar het kreupelhout te
gaan. De lucht kon het dus niet van hem krijgen
en uit zijn scliuilhoek kon hij met zijn zeker schot
de geheele opene ruimte bestrijken. Daarbij de
heerlijke morgen, die steeds meer gespannen ver-
wachting, het geurige woud, ja, de ree zelfs, die
daar zoo gerust op en neer gingNu hief
De verkiezing voor een lid der Provinc. Staten
in het hoofdkiesdistrict Zierikzee, ter vervanging
van den heer Mr. J. Moolenburgh, is door Gedep.
Staten van Zeeland bepaald op 4 Dec. a. s., en
de herstemming zoo noodig op 18 Dec.
daaraanvolgende.
Jl. Zaterdagmiddag te 8 uren is van de werf
der Kon. maatschappij De Schelde te Vlissingen
met goed gevolg te water gelaten het voor reke-
ning der firma W. Buys Zonen, te Botterdam,
gebouwde ijzeren schroefstoomschip Soerabaja. Even-
als de Batavia, voor dezelfde firma gebouwd en 7
April jl. te water gelaten, meet het vaartuig 310
voet, tusschen de loodlijnen 800 voet; de grootste
wijdte is 36,9 voet, terwijl de holte 27 voet be-
draagt. Het schip heeft drie dekken, een draag-
vermogen van 3000 ton en is zoowel voor passa-
giers- als goederenvervoer ingericht. Een dekhut
van 90 voet lengte, ingericht voor 38 passagiers
le kl., biedt prachtige salon, rookkamer, buffet,
badkamer enzterwijl voor de 2e kl. passagiers
tusschendeks een eveneens uitstekende inrichting
is gemaakt. De heer S. Otto zal het schip
kommandeeren.
Dienzelfden dag werd op eene andere helling de
kiel gelegd voor een stoomschip voor Engelsche
rekening, terwijl op de plaats, waar de Soerabaja
stond, het naambord Moorcock" is opgericht voor
den aanbouw van eene boot, mede voor rekening
eener Engelsche firma.
Men schrijft uit St. Philipsland: Eindelijk
dan toch zullen wij hier onzen zin krijgen en
breekt de lang verbeide dag aan, waarop men de
handen uit de mouw gaat steken tot het leggen
van een dam door het Slaak. Met blijdschap be-
groetten wij in 1858 den eersten dam, die ons
eiland aan den vasten wal van Noord-Brabant
ketende, maar een en ander was van korten duur.
Yan het jaar zijner geboorte af werd hij bestookt
en beknabbeld door de onstuimige baren, die hem
in verloop van tijd als een ondragelijk juk nagenoeg
geheel van de schouders afwierpen. Gelukkig
droeg de bestendige aauslibbing zoTg, dat de ge-
meenschap tusschen St. Philipsland en den vasten
wal niet totaal verbroken werd. Maar uit den
aard der zaak kan die gemeenschap niet
anders dan gebrekkig zijn. Geen wonder alzoo
wanneer wij den tweeden dam met even groote
blijdschap te gemoet zien als zijn voorganger.
Een aantal eigenaren van koper-, food-,
zink— en ijzergieterijen verzoeken in een adres aan
den Koning, dat maatregelen genomen worden,
om de tegenwoordige buitenlandsche tariefwetten,
het Nederlandsche tarief van invoerrechten, zoo
te doen wijzigen, dat bij den invoer hier telande
alle producten van vreemde uijverheid belast worden
gelijk die van Nederland in de omliggende landen.
zij weer schuw den schoonen kop op met de ver-
standige oogenzij liet een zachten, bijna piepen-
den toon hooren en wendde zich, al werd zij ergens
bang voor, terwijl haar jong huppelend volgde, naar
het kreupelhout, waarin zij onmiddellijk verdween.
Had de ree misschien het hert hooren naderen?
De jonge schutter voelde dat hem het hart bijna
hoorbaar klopte en al was hij geen nieuweling ter
jacht, toch kon hij nu in koortsige spanning wezen.
Daar knapperde iets in de struiken. Onmiddellijk
had hij zijn buks gereed, den haan gespannen en
den vinger aan den trekkerdroge takken
knakten, het loof ritselde en
Vol vreugde ben ik en vol leed,
Gedachten heb ik bij de vleet;
Ik hoop, ik peins, ik zweef, ik lijd,
Ik juich ten hemel of heb spijt,
Omdat de liefde mij verblijdt,
zoug een luide stem jubelend in het woud. Ginds,
in het beukenwoud kwam nu leven, daar, tuS'
schen de stammen door, maar op zulk een afstand,
dat hij de lichte gestalte maar nu en dan een
oogenblik kon zien, vluchtte pijlsnel het groote
hert, zijn hert, zooals de jager al vast had
gemeend, bang door het kreupelhout. Een schot
zou nutteloos geweest zijn en het hert was ook
eensklaps als in den grond gezonken. Het was
naar een hollen weg gerend, die het beschutting
kon geven en bleef spoorloos verdwenen. De jonge
schutter behoorde naar het fijn laken van ziju
Te Groningen bestaat waarschijnlijk de
bloeiendste ijsvereeniging van geheel ons land.
Poen door het slechten van de vesting en het
dempen van de grachten de geschikte ijsbanen
voor hardrijderijen verdwenenheeft de ijsclub
daarin voorzien door een stuk land in de on-
middellijke nabijheid van het station aan te koopen,
hetwelk bij vriezend weder in korten tijd tot ijs-
jaan kan ingericht worden. Bij een ledeutal van
940, bedraagt het actief der kas 10,600, tegen
over f 6500 passief.
In Noord—Duitschland, waar op de wijze
als in Nederland thans krachtige pogingen worden
aangewend om door vereende krachten het mis-
jruik van sterken drank te bestrijden, worden hier
en daar lijsten opgemaakt, waarop worden gebracht
alle personen, die in de plaats bekend staan als
drinkebroers. De lijst heet „Zuiperslijst." Een
wordt gezonden aan elken herbergier enz., met
verbod aan de daarop vermelde personen drank
te schenken. Op die lijsten komen echter wel eens
ten onrechte zekere namen voor, gelijk o. a. onlangs
te Emden, alwaar 100 personen er op stonden,
docli nu een tweede uitgaaf verschenen is met
slechts 85 namen van mannen en vrouwen.
Het volgende geschil omtrent een huurcontract
zal weldra in rechten moeten beslist worden.
Het perceel, waarin het bekende sigareumagazijn
van den heer Th. A. Petit, te Amsterdam, is gc-
vestigd is namelijk van eigenaar veranderd en deze
heeft nu den bewoner de huur opgezegd, hoewel
deze, volgens huurcontract, het recht heeft in dat
perceel tot Mei 1894 te wouen.
Toen nu de eigenaar dezer dagen het ,/verhuur-
bordje" aan de deurpost liet aanslaan, hing de
bewoner onmiddellijk de volgende mededeeling
voor het venster:
Daar ingevolge het geregistreerde huurcontract
dit perceel is verhuurd tot primo Mei 1894, is
het perceel niet te bezichtigen."
Het is meer dan waarschijnlijk, datdebeide
mannen, die den 11 dezer den moord te Ileino
gepleegd hebben, over de Pruisische grenzen ont-
vlucht zijn. Zondag hebben zich twee vreemdeliugen
te Vroomshoop vertoond, die veel geld bij zich
hadden en trachtten dit te verwisselen tegen Duitsch
geld of bankpapier. Later op dien dag, 's avonds
omstreeks negen uur, hebben zij zich vertoond to
Sibculo en ook aldaar geld willen wisselen. In
het huis van zekeren Berkhuis hebben zij eene
poos vertoefd en o. a. koffie gedronken. Zij gaven
zich uit voor veehandelaars-, die in Pruisen koeien
wilden koopen. Een groot gedeelte van den nacht
van Zondag op Maandag hebben zij vertoefd in
de herberg van zekeren Veldhof in de Wieler-
bergen op Pruisisch grondgebied.
overigens eenvoudig jagerspak tot den hoogereu,
beschaafden stand, doch
Juichend begroet ik de bloemen en velden,
Jublend de dalen, in ceevTen gehuld,
Alles en alien moet ik het vermelden,
Liefde vindt loon en ook heil in geduld
zong de stem weer, maar nu dichter bij en nog
luider dan eerst. „En ik wou voor mijnpart,
dat het onweer den vervloekten stadschen keien-
vreter den grond insloeg," mompelde de schutter
toen hij den haan van zijn geweer met dubbelen
loop in rust zette en een toornigen blik wierp
naar den overkant van de kleine weide, waar juist
een zorgeloos gelukkige het bosch uit kwam, die
een oogenblik de wonderschoone wereld voor zich
overkeek, omdat hij daar juist een vrijen blik over het
woud en hetdieper gelegen land had, waarna hij eens
klaps een flinke buiteliug midden op de weide maakte,
zonder dat hij er schijnbaar de minste aanleiding
voor had. De gestoorde schutter mompelde weer:
„Als die vent niet stapelgek is, weet ik het niet.
Zou hij maar naar buiten gegaan zijn, om met
zonsopgang koordendanserskunsten op het natte
gras ze maken Dat de duivel hem haleWaar-
om laat men zulk volk, dat in een gekkenhuis
en niet in het woud thuis lioort, vrij hier buiten
rondloopen?" De jonge vreemdeling was geheel
steedsch, zelfs netjes gekleed en droeg nog wel
verlakten laarsjes, die echter in het natte gras
niet veel figuur sloegen. Hij bleef nog een oogen-
I
TER NElIZENSCiE (WIRAVT
Apr'