Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Eene Anialnsische Yertellim.
No. 1904.
Woensdag 15 Augustus 1883.
23e Jaargang.
VEROORDEELD.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,82^.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVEBTENTlEN:
Yanltot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
nit blad verschljut Uinsdac- co Vrijdagavoud bij den uitgcver J. li. G. II HOST te Ter Neuzen.
Polities Overzicht.
Terwijl na bet bekend worden van het opstootje
te Badajoz in Spanje alle berichten luidden, dat
bet gedaan was met de oproerige beweging en
volgens veler meening in menig kluchtspel de
zaken nog minder spoedig bun beslag krijgen,
dan bier bet geval scheen geweest te zijn, zoo
moet toch volgens latere berichten de zaak niet
zoo onbeteekenend zijn als zij eerst werd voorgesteld.
Zoowel in Badajoz als in andere steden zijn opnieuw
regimenten in opstand gekomen en in den omtrek
van Barcelona zijn zelfs gewapende benden arbeiders
verschenen, die oproerige kreten aanhieveu. Het
beet nu wel weder, dat deze uiteengingen toen de
Koninklijke troepen kwamen en dat de opstande-
lingen in bet gebergte zijn gevlucbt, achtervolgd
door troepen, die op hen afgezonden zijn, maar
bet vermoeden ligt nu voor de hand, dat de be
richten omtrent bet in onderwerping komen van
oproerige soldaten en het herstellen der orde onder
alle voorbehoud aangenomen moeten worden. Dat
de regeering den toestand als hoogst ernstig be-
schouwt, blijkt overigens uit bet besluit door den
Koning geteekend, waarbij alle grondwettige waar-
borgen in het ganscbe land gescborst worden,
en waarbij den ministers volmacbt wordt gegeven
om overal waar zij bet raadzaam oordeelen den
staat van beleg af te kondigen.
Uit Fraukrijk komen geen gunstige berichten
over de ondernomen krijgstochten naar Tongkin en
Madagaskar. Men scbijnt den vijand te licht te
hebben geschat, en er zullen nieuwe bezendingen
troepen noodig zijn om de zaken tot een goed
einde te brengen. Dientengevolge moet de Fransche
Minister van marine en kolonien, de beer Charles
Brun, zijn ontslag gevraagd hebben en zal bij
vervangen worden door admiraal Peyron.
In Engeland heeft het jaarlijksch feestmaal in
het Mansion-House (stadhuis) weder plaats gebad.
Als gewoonlijk waren alle Ministers tegenwoordig
en voerde de eerste Minister het woord over de
staatkundige vraagstukken van den dag. Gladstone
had het nog eens over de ontruiming van Egypte
door de Engelsche troepen en zeide, dat al de
Ministers hopen op eene spoedige voltooiing van
het hervormingswerk in Egypte. De Begeering
vreesde echter dat overijling dit werk bederven zou.
Zoodra de taak vervuld is, zullen de Britsche
troepen uit het land verdwijnen. Gladstone wilde
hier blijkbaar zijne in het Lagerhuis gehouden
dubbelzinnige toespraak over dit onderwerp ver-
beteren. Het staat echter vooreerst vast, dat de
verwachting van zijn mede-Minister, Lord Har-
tington, omtrent een spoedige ontruiming, niet
zal verwezenlijkt worden. Gladstone had daarvan
gezegd dat eene verwachting geen toezegging was.
Beloften werden meer dan eens niet gehouden.
Hoeveel te eer kunnen dan verwachtingen bedrogen
FEUILLETON.
3)
il
In hare veronderstelling had zij zich niet be
drogen haar beminde, voor wiens redding zij zoo
innig gesmeekt en gebeden had, bevond zich werke-
lijk op het zwarte stoomschip, dat Afrika's kust
naderde. Twee uren geleden had „de Maria" van
Cadix, een oude wrakke schroefboot, het eenige
verkeermiddel tusschen Europa en Ceuta, de haven
van Algeciras verlaten. Het schip was vol passa-
giers, die sinds verscheidene dagen in de hotels
van Algeciras waren samengestroomdwant de
wrakke stoomkast had de loffelijke gewoonte om bij
het geringste stormachtig weer de overvaart uit
te stellen. Men had elk der passagiers de ver-
plichting opgelegd zijne papieren aan den Gober-
nador van Algeciras te toonen, alvorens schriftelijk
verlof voor de overvaart werd verleend. Deze
beperking van de individueele vrijheid, die men
anders in gansch Spanje nergens aantreft, is nood-
zakelijk, om volkomen zekerheid te hebben, dat
geen der gevangenen van Ceuta ooit zal beproeven
te ontvluchten.
De stoomboot had drie zeilen geheschen, om
door de hulp van den zachten westenwind wat
uitkomen Er hebben onvoorziene gebeurtenissen
plaats gehad. De cholera heeft alle berekeningen
in de war gebracht. De heffing der belastingen
gaat dientengevolge zeer langzaam en slecht. Een
sterker en duurzamer bewind moet in het Nijl-
delta worden gevestigd ter vervanging der Begee
ring die ophield te bestaan, voor en aleer de troepen
kunnen vertrekken. Deze verklaring heeft veel
teleurstelling verwekt en doet velen zeggen, heden
is het de cholera die dienst doet om de lang-
durige bezetting in Egypte te verbloemen, morgen
zal het weder wat anders wezen. De Begeering
zou beter doen eenvoudig te zeggenwe zullen
ad callendas graecas uit Egypte vertrekken; dat
is onze tijdrekening. Zoo is de opvatting van de
Echo, die steeds tegen den Egyptischen veldtocht
uitgevaren heeft, en ontkent dat deze eenig heil,
eenige baat heeft aangebracht.
Over Egypte wordt intusschen in het Engelsch
Lagerhuis dagelijks gesproken. Gladstone deelde
daar in de laatste zitting nog mede dat de Egyp-
tische Begeeringeen belasting op den vreemdeling
zou leggen. Hij wist nog niet hoe de rnogend-
heden over dit plan dachten. Voor de inrichting
der rechtsspraak over vreemdelingen was nog geen
plan gereed. De rechtbank der gezworenen te
Liverpool heeft de vijf Ieren, die dynamiet ver-
vaardigden om de openbare gebouwen in de lucht
te laten springen, schuldig verklaard aan land-
verraad en hen veroordeeld tot levenslangen dwang-
arbeid. Met de Iersche verklikkers zit de Begee
ring verlegen. Hun leven is nergens veilig. Pas
met de stoomboot Pathan van Plymouth te Adelaide
in Australia aangekomen, heeft men ze niet aan
wal durven laten gaan, daar dit de zekerste manier
was om hen alle vier ter dood te veroordeelen.
Zij zijn thans van de Pathan aan boord van het
pantserschip Nelson overgebracht, tot dat de Begee
ring over hen beschikt zal hebben. Een ander
verklikker in het Fenikspark-geding, Mottley, is
te Philadelphia op geheimzinnige manier vermoord.
Ziedaar dus twee verklikkers, reeds door dezelfde
geheimzinnige hand gedood!
Z. M. heeft benoemd tot burgemeester van
Zuidzande Jlir. Mr. Yan Doom, burgemeester van
Cadzand; tot plaatsvervangend dijkgraaf van den
Sluispolder J. Zandee.
De nieuwe stoombarge ,/Luctor etEmergo,"
gebouwd voor rekening der firma Alberts Co.,
te Middelburg, bij de Koninklijke Maatschappij
ffDe Schelde," is gisteren middag met goed gevolg
te water gelaten. Het scheepje ziet er keuriguit
en komt over 14 dagen in de vaart.
Het dezer dagen in verschillende bladenge-
sneller te varen of beter gezegd, om van de ma
chines wat minder inspanning te vorderen. Maar
de wind blies zoo zacht, dat de zeilen er nauwe-
lijks gevoelig voor waren en de vloot van zeil-
schepen, die sinds eene week en langer in de golf
van Gibraltar op dezen wind hadden moeten wachten
en nu eindelijk hunne reis in de Middellandsche
zee hadden kunnen voortzetten, schenen niet voor-
uit te komen, want zij waren bijna alle nog in zicht.
Opvallend waren bij deze bijna totale windstilte,
de geweldige baren van den overigens gladden
zeespiegel. Meu noemt ze grondbaren, wijl zij
niet door den wind veroorzaakt worden, maar
van den bodem der zee komen. Daar de Atlanti-
sche Oceaan zes uren lang, gedurende den vloed
zijne buitengewone watermassa's door de vele
mijlen breede en vele duizenden voet diepe zee-
engte naar binnen drijft en gedurende de zes
volgende uren insgelijks uit de Middellandsche
zee weer terug ontvangt, veroorzaakt het samen-
treffen van deze onberekenbaar groote watermassa's
in den regel zeer hooge baren. Gansch rustig is
echter de zeespiegel in de zeeengte nooit. De
golven, welke ,/de Maria" moest, doorklieven onder-
scheidden zich slechts voor den uiterlijken blik
van die, welken door een geweldigon storm ver
oorzaakt worden; zij brachten geen schuim voort,
haar rug was niet eens door den wind gebroken,
hij scheen met olie overgoten te zijn. De kracht
der baren was er niet te geriuger om; nu eens
melde bericht, dat Z. M. de Koning de aanstaande
manoeuvres in Noord—Brabant zou bijwonen en
bij die gelegenlieid tijdelijk zijn verblijf te Oos-
terhout vestigen, mag, zooals nader wordt gemeld,
minstens voorbarig genoemd worden. Bij demili-
taire autoriteiten te Breda is althans tot dusver
niets officieel daaromtrent bekend.
Het verblijf van de Koninklijke familie op
Oranje Nassau-Oord moet zeer naar haar genoegen
zijn. Voor het Prinsesje wordt alles gedaan om het
haar zoo aangenaam mogelijk te maken, en wel
door de kleine zooveel mogelijk vrij te laten.
Het bevallige kind loopt en stoeit met haar Konink
lijke ouders in het park, welke laatsten zich door
geen nieuwsgierige blikken laten storen in hun
oudervreugde. Dan weer ziet men de kleine
Prinses geheel alleen, onder toezicht van een be-
diende, met haar lievelingspop onder den arm of
aan een handdie pop is er dan ook een om een
kinderliart te stelen't is een groote grenadier,
die zich ondanks 's Konings uniform, welke hij
draagt, moet laten sollen en ringelooren door
zijn kleine gebiedster, van tijd tot tijd ook in
ongenade valt en dan, tegen een boom geleund
of in het gras geworpen, wachten moet tot zijn
kleine meesteres genoeg gespeeld heeft met haar
jonge geit of met de konijnen, die vrij in het
gras rondhuppelen en door haar met peentjes en
loof worden gevoed. Als de Prinses in 't park
is, kan men er zeker van zijn overal, verscholen
zooveel mogelijk om de kleine niet te storen, toe-
schouwers te zien staan, die het bevallige spel van
het gelukkige Koningskind gadeslaan.
De Minister vau Waterstaat heeft aan de
Commissarissen des Konings de volgende aan-
schrijving gericht:
Op grond van door hen gedane waarnemingen
en onderzoekingen hebben de inspecteurs van het
geneeskundig staatstoezicht de aandacht gevestigd
op het gevaar van overbrenging of verbreiding
van besmettelijke ziekten door de lompenmagazijnen
en het vervoer van lompen.
Naar aanleiding daarvan werd aan de vergade-
ring van geneeskundige inspecteurs gevraagd, welke
voorwaarden naar haar oordeel aan de krachtens de
wet van 2 Juni 1875 (Stbl. no. 95) te verleenen
vergunningen tot het oprichten van bewaarplaatsen
van lompen moeten worden verbonden, om het
terecht gevreesde gevaar zooveel mogelijk te voor-
komen.
Op die vraag heeft de vergadering in haar des-
wege uitgebracht verslag o. a. medegedeeld, dat
het naar haar oordeel wenschelijk ware1. dat
het aanleggen van bewaarplaatsen, van lompen in
den regel slechts plaats hebbe buiten de bebouwde
kom der gemeente, of wel op plaatsen door den
betrokken inspecteur van het geneeskundig staats-
rustte het schip op den rug eener reusachtige golf
in evenwicht en gleed dan met den voorsteven
naar de dieptedan eens legde het zich op bak-
boordzijde, om onmiddelijk daarna weer door een
tegenovergestelden stoot op de stuurboordzijde ge
worpen te worden, zoodat alleen de geoefende
matrozen het evenwicht niet verloren. Wat de
uitwerking van dit heen- en weerschommelen, op
al de passagiers zoowel mannen, vrouwen als kinde-
ren, welke niet gewoon zijn op zee te reizen, moest
uitoefenen, kan men zich licht voorstellen. Daar
men met den besten wil der wereld in dezen
physieken en moreelen toestand, die men in het
dagelijksch leven met den naam zeeziekte bestem-
pelt, geen poezie vinden kan, oordeelen wij het
passender daarover niet verder uit te weiden.
De passagiers, welke aan de zeereizen gewoon
waren, zaten in de groote kajuit bij den boegvan
het stoomschip en waren in een levendig gesprek
gewikkeld; zij bekommerden zich geenszins over
het lijden hunner natuurgenooien. Het onderwerp
van hun gesprek scheen een jonge Andaluzier te
zijn, die op het midden van het schip, naast de
openstaande deur der kajuit vlak bij het luchtgat
der in werking zijnde machine zat. Ofschoon in
zittende houding, kon meu dadelijk bespeuren, dat
het een jongmensch was van slanke, hoog opge-
schoten gestaltemet een open, bruinachtig gezicht,
zwarte levendige oogen, zacht gebogen adelaars-
ueus, fijne lippen, door een zwaren, donkeren knevel
toezicht goed te keuren2. dat het vervoer van
lompen niet anders plaats hebbe, dan in goed
gesloten, met een vochtig zeil gedekte zakken.
In het belang van de openbare gezondheid kan
het nuttig zijn de gemeentebesturen, door wie
krachtens art. 1, in verband met art 2, der boven-
genoemde wet, de bedoelde vergunningen worden
verleend, op deze wenken van het geneeskundig
staatstoezicht te wijzen.
Een voorstel van 12 leden uit de classi*
Goes en van de classis Bommel, om den studen-
ten van de vrije universiteit op Gereformeerden
grondslag dezelfde rechten toe te kennen als aan
die der universiteitenis door de Synode van de
Ned. Herv. Kerk met 15 tegen 2 stemmen
verworpen.
De nestor der notarissen in Noord-Brabant,
de heer W. Huysmans te Eindhoven, die wegens
zijn hoog gevorderden leeftijd (82 jaren) dezer
dagen zijn eervol ontslag aan Z. M. gevraagd en
verkregen heeft, bekleedde die eervolle betrekking
ruim 49 jaren met goed gevolg. Zijne loopbaan
als candidaat begon in 1823, toen hij elf jaren
later als notaris benoemd werd.
In de jl. Zaterdag te Amsterdam gehouden
vergadering van de Utrechtsche heeren, die mid-
delen wenschen te beramen ter opsporing van de
Yarna, deelde de heer Volck mede, dat te Ham-
merfest een stoomer tot charteren gereed ligt, voor
200,000 kronen, behalve een waarborgsom van
150,000 kr. voor het geval het schip verging.
Vrijdag was met de Ministers van Marine en
Waterstaat gecoufereerd en in een daarna gehouden
Ministerraad was besloten het charteren van een
schip gemakkelijk te makendoch daarvoor moest
de toestemming der Kamers volgen. Voor het
oogenblik was echter geen geld beschikbaar. ,/Wat
moet nu gedaan worden?" vroeg de heer Volck.
,/De tijd dringt." Alvorens verschillende voor
stellen werden besproken, waarvan vele onuitvoer-
baar bleken, werd den Utrechtschen heeren ver-
weten, dat zij zoo laat met voorstellen kwamen,
aangezien voor 20 Augustus, een schip zee moest
kiezen. Na langdurige bespreking werd een com-
missie benoemd met recht van assumtie, die heden
nog zou overleggen, opdat morgen aan Nederland
kon gezegd worden: „Dat moet gedaan worden,
help onsBedoelde commissie bestaat uit kolonel
Janssen, kapitein ter zee De Bruijne, luitenantter
zee Broekman, Jules van Hasselt, Kraaienhof
en Kranz.
Staande de vergadering, werd voor f 3000 aan
bijdragen geteekend en verklaarde de heer De
Bruijne zich bereidals kommandant van een
stoomer de opsporing te leiden.
Door den hoofdcommies De Backere te Nij-
megen en eenige andere commiezen van 's Bijks
overschaduwd en gitzwart hoofdhaar, dat, als het
wollige haar des negers, gekruld was. Zijne klee-
ding was half burgerlijk, half uniform; zijne broek
en vest waren die van een Spaanschen grensbe-
waker, waarover hij de zwarte, korte Andalusische
jas droeg; een bruine Andalusische vilten hoed
bedekte het steeds op eenen schouder leunende
hoofd, terwijl, zonderling genoeg, een bonte doek
om zijnen hals geslingerd was. Een zware, ijzeren
ketting daalde van af zijne lendenen tot aan zijne
voetenkels, welke daardoor aan elkaar bevestigd
waren; de banden waren met handboeien samen
verbonden. Twee Guardias Civiles, in hunne sier-
lijke uniform, zaten ter weerszijde van hem en
hielden in hunne, met witte handschoenen bedekte
lianden hunne geweren tusschen de kuieen overeind.
Een derde boog zich over de leuning van het
schip, terwijl een vierde, een Sargento, tegen den
deurstijl der kajuit leunde.
,/Gij zult er mij nooit of nimmer van over-
tuigen," zeide een der binnen gezeten jongelieden,
een officier in burgerkleeding, die met twee ins
gelijks als burger gekleede kameraden, welke na
verstreken verloftijd naar hun regiment terugkeerden,
,/wie eens dood is, blijft dood en is nooit weer
schadelijk voor de maatschappij. Stopt gij een
misdadiger in de gevangenis, dan moet gij hem,
voor het gunstige- geval, zijn leven lang onder-
houdeu, dat is, een of twee arme drommels, in
't een of ander afgelegen dorp, moeten in het zweet
TER NEUZEIMSCIIE HHIIVVI
V