No. 1391
Woensdag 18 September 1878.
AI ge m een
Nieuws- en Advertentieblad
v o o r
Zeeuwsch-Vlaanderen.
B1NNENLAND.
18e Jaargang.
ABONNEMENT.
6
Ter Neuzen, 17 September.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Door het
geheele Rijk 1,10. Door geheel Belgie f 1,40.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec-
teuren en Brievenbushouders.
COLRANT
I
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
AdvertenRen gelieve men aan den Uitgever in te zenden
uiterlijk Dinsdag en Vrijdag nitmiddag DRIE nren.
Dit blad TcrHcbljnl Dinsdag- cii Vrijdagavond bij Jl< K. C. D II O N T te Ter Neuzen.
Politiek Overzicht.
De vorderingen der Oostenrijksche troepen in
Bosnie en Herzegowina blijven nog verre van
schitterend. Integendeel, is het bericht, dat besloten
zou zijn, verder voortdringen voor dit jaar te staken
en zich te bepalen tot bet bevestigen der genomene
stellingen, waarheid, dan kan dit geen andere
oorzaak hebben, dan de verbazende moeilijkheden,
welke de Oostenrijksche regeering in het oosten
van Bosnie ondervindt.
De onherbergzaainheid van deze streken, schijnt
dan ook alles van dien aard te overtreffen. „Nooit
zijn onze soldaten z6o op de proef gesteld
schrijft een Oostenrijksch officier aan een der Fran-
sche bladen. En zoo vervolgt bij ik denk
daarbij niet aan gevechten, ofschoon deze guerilla
voor Europeesche troepen altijd onaangenaam is,
maar reeds de vermoeienissen en de ontbering
gaan alle beschrijving te boven. Het land is onbe-
grijpelijk barbaarsch. Men kan veertien dagen
marcheeren, zonder iets te ontdekken, wat op eene
woning, laat staan op een dorp, gelijkt. Wegen
zijn er in het geheel niet. Onze levensiniddelen
kunnen ons niet altijd volgen. Van 20 Juli tot
9 Aug. heb ik geen bed gezien en natuurlijk
kwam ik niet uit de kleeren. Wij leefden van
scheepsbeschuit en koffie. Het is zoo erg, dat de
manschappen, na een marsch, als blokken neder-
vallen en er niet toe te bewegen zijn, hunne tenten
op, te slaan en voedsel te nuttigen. Komt men
ten laatste eens aan eene bewoonde plaats, dan
is het eerste, wat men ziet, eene collectie pieken,
waarop de hoofden zijn gestoken van de partij,
die er toevallig in de minderheid is. Kortom het
is een strijd van de barbaarschheid tegen de be-
schaving en deze kan lang duren."
De nota van Duitschland aan de mogendheden,
om gezamenlijk bij de porte aan te dringen op
uitvoering te geven aan de bepalingen van het
congres, heeft nog niets uitgewerkt. Engeland
verzet zich tegen dit voorstel en nu de porte dit
weet, zal ze hoogstwaarschijnlijk nog meer beginnen
te talmen met het voldoen aan hare verplichtingen,
waarmede trouwens Engeland misschien zijne be-
langen gediend acht. Of de mogendheden nu zonder
Engeland zullen optreden, is nog onzeker.
Voor Griekenland vooral wordt het verkrijgen
zijner wenschen bepaald onraogelijk, wanneer de
porte aan zich zelve wordt overgelaten. Wat dit
rijk doen zal, daarover besluit thans de minister-
raad, die bijeen geroepen is; maar voor het geval
de mogendheden hunne hulp ontzeggen, zal dit
rijkje wel best doen, zich in een noodzakelijk kwaad
te schikken, tot dat de tijden beter worden en
het verlangde uit het zich ontbindende Turksche
rijk als van zelf wordt toegedeeld.
Heden zal een aanvang gemaakt worden met
de behandeling der wet tegen de sociaal democra
tic, terwijl von Bismarck Zondag te Berlijn werd
verwacht, om aan de behandeling deel te nemen.
De wet is voorafgegaan door eene uitvoerige me-
morie van toelichting. De hoofdgedachte van dit
uitgebreide stuk, in de wetsartikelen in bijzonder-
heden uitgewerkt en toegepast, is ongeveer de
volgendede sociaal-democratie wil een geheelen
ommekeer van de maatschappelijke orde, teneinde
de verhouding tusschen kapitaal en arbeid zoo te
I wijzigen, dat de arbeid onafhankelijk worde van j
I het kapitaal. Deze ommekeer is evenwel onmoge- j
lijk zonder eene geheele omwenteling ook op staat-
kundig gebied, waarbij aan de arbeidende klasse de
regeering wordt toevertrouwd. Tot bereiking van
dit doel wil men de arbeiders in alle landen tot
een reusachtig leger vereenigen.
Beoogt de sociaal-democratie alzoo niets minder,
dan de omverwerping van staat en maatschappij,
dan is het de plicht van den staat, op tegenweer
bedac'nt te zijn, gelijk ook de maatschappij dit op
hare wijze moet doen. Wat nu het Duitsche rijk
aangaat, wordt in de ingediende wet voorgesteld,
den sociaal—democraten te beletten, zich verder
1 als eene den staat vijandige macht te organiseeren
en hare revolutionaire denkbeelden te verbreiden
onder de onontwikkelde volksmassa, die zij door de
voorspiegeling van eene gouden toekomst begoochelt
en meesleept. De rijksregeering wenscht in staat
te worden gesteld, om niet alleen repressief, maar
ook preventief te werk te gaan. Nu kan zij alleen
het eerste, doch dat is in hare schatting niet genoeg.
Naar men meent, zal de socialistenwet door den
rijksdag worden aangenomen, wanneer de regeering
zich op sommige punten met de nationaal—liberalen
wil verstaan. Vooral de vraag, of niet de gewone
rechter bevoegd zal zijn, om ten slotte eene uitspraak
te doen in hoogste beroep over vonnissen, door
de administratieve macht gewezen, eene vraag,
waarbij een diep ingrijpend rechtsbeginsel betrokken
is, zal het onderwerp van veel beraadslaging zijn.
De herhaalde pogingen der „Vereeniging tot
bevordering der belangen van Zeeuwsch-Vlaande
ren," bij de Hooge regeering aangewend, tot het
afschaffen der in- en uitklaring van de voor Ter
Neuzen bestemde en van daar vertrekkende schepen,
is eindelijk met een gunstigen uitslag bekroond,
doordien de minister van financien thans den pro-
vincialen inspecteur der directe belastingen te Mid-
delburg gemachtigd heeft, om voorloopig en bij
wijze van proef, evenals dit trouwens met de schepen
voor en van Rotterdam het geval is, de in- en
uitklaringen der voor Ter Neuzen bestemde schepen
hier te doen plaats hebben.
Zaamslag, 16 September. Op heden is benoemd
in den Zaamslagpolder, door de vergadering van
I ingelanden, tot gezworen de heer J. de Mul, ter
vervanging van den heer L. van Dixhoorn, be
noemd tot dijkgraaf, en door het polderbestuur,
tot dijkwachter-bode S. Deurwaarder, in plaats
van zijn vader J. Deurwaarder, op verzoek eervol
ontslagen.
Ilontenisse. In de vorige week ontstond in
de Noordstraat brand in de woning van den stroo-
dekker J. van Heeze. Hoezeer de aldaar gesta-
tioneerde brandspuit geen water gaf, was men
door vereende krac'nten den brand nog al spoedig
meester. 't Grootste gedeelte van het gebouw is
afgebrand, doch het onmiddelijk daaraan grenzende
behouden. Niets was tegen brandschade verzekerd.
Oorzaak onbekend.
De le luit.-kwartiermeester J. F. Moggen-
storm, van het 4e reg. huzaren, is bij het 2e reg.
van dat wapen, in garnizoen te 's Bosch, overgeplaatst.
Het tractement van den hoofdonderwijzer te
Cadzand zal, behoudens goedkeuring van Gedepu-
teerde Staten, met 100 's jaars verhoogd worden.
De heer A. Meskes, sedert 1837 aldaar als zoo-
danig werkzaam, heeft op verzoek van den gemeen-
teraad zijn aanvraag om pensioen ingetrokken.
De heer Dunkler, inspecteur van de militaire
muziekkorpsen, is gisteren overleden. De droeve
mare bracht eene groote verslagenheid teweeg.
De slag voor zijne kapel, die hare ontwikkeling,
titels en haien roem aan den talentvollen directeur
verschuldigd is, is schier onherstelbaar. De mu-
j ziekuitvoering van die kapel in den zoologischen
tuin werd onmiddelijk bij het vernemen der treu-
rige tijding, gestaakt.
De schrijver der Haagsche kroniek in de
Gron. Ct. schrijft over de huwelijksplannen van Z. M.
den koningRet is waar, dat Z. M. ter gelegen-
heid van het diner ter cere van het jonge paar
aan eenige heeren, aan den feestdisch, zijn voor-
nemen om te huwen heeft te kennen gegeven. Ik
kan u zelfs zeggen, in welke bewoordingen „Mes-
sieurs," zei de koning, ,/dans six semaines vous
verrez la Reine." Wie de koningin zijn zal, voegde
Z. M. er niet bij; maar men weet zeker, dat hij
het oog had op de 20jarige dochter Emma van
den vorst van Waldeck—Pyrmont. Even bekend
is het evenwel, dat er moeielijkheden bestaan, die
's konings plannen wel eens zouden kunnen dwars-
boomen. Men beweert nl., dat van de zijde van
het Duitsche' hof bezwaar zou zijn gemaakt toe-
stemming te geven voor een huwelijk, waardoor
de Waldecksche prinses het hoofd der familie zou
worden, waarvan ook prinses Marie van Pruisen
thans deel uitmaakt. De daardoor in T leven ge
roepen verhouding tusschen de koningin en prinses
Hendrik schijnt tot ernstige bedenking aanleiding
te geven, die sommige leden van het Nederlandsche
hof niet trachten uit den weg te ruimen.
„Niettemin houdt Z. M. zich overtirgd, dat hij
de moeielijkheden zal overwinnen en men wist dan
ook, dat reeds nu besloten was, dat de huwelijks-
voltrekking van den koning in "November en zonder
praal te Arolsen zou plaats hebben."
Gisteren is op de gebruikelijke wijze de nieuwe
zitting der staten-generaal geopend. De koning was
vergezeld van de prinsen Hendrik en Frederik. H. K. H.
prinses Marianne woonde met hare kleindochter prinses
Marie van Saksen-Meiningen, in de presidentsloge,
de opening bij. Daarbij heeft Z. M. de koning de
navolgende troonrede uitgesproken
Mijne heeren!
Het verheugt mij bij de opening dezer zitting aan
de staten-generaal gunstige mededeelingen te kunnen
doen aangaande den toestand des lands. Ik waardeer
de levendige belangstelling in het geluk van mijnen
beminden broeder, allerwege betoond, en de ontvangst,
door de liefde der natie voor mijn huis, aan zijne ge-
malin bij hare komst op den Nederlandschen bodem
bereid Mijne betrekkingen met de buitenlandsche
mogendheden zijn van den meest vriendschappelijken
aard Zee- en landmacht onderscheiden zioh bij voort-
during door ijverige pliehtsbetrachting. De inspanning
verdient alien lof, waarmede onze krijgslieden in het
Noorden van Sumatra zich kwijten van hunne moeielijke
taak. De meeste takken van volksbedrijf leveren stof