ALGEMEEN No. 736. Woensdag 12 Junij 1872. 12de Jaarg. I5inncn!andsche beri^ten. ARONNEMENT. V E 11 S C IIIJ N T WOEN SDAG EN Z A TIT EI)A C> S> II 11 T COM P. te Eemen. ADVIi R T E N T I E N. Ongefrankeerde brieven worden niet aano-e- nomen. Wij blijven lief, liopen daf deze juichtoon niet weei" door andere toonea zal worden uitgedoofd, waai deze kvvestie tocb reeds zoovelc inomenten van heel't opgeleverd. Bij elken oorlog, bij elke gewigfige staatkun- dige gebeartenis hebben gewoonlijk van die han- delingen plaats waarvoor 'tgewoon menschen verstand geen redelijken grond kan vinden maar die toch blijken in ininuc gevolgen van gewi<di- gen en beslissenden invloed te zijn. Van dieu aard is ook de handeliug van Serrano, waai hij met rebel Ion in een verdrag is getreden waarbij deze niet alleen ongestraft blijven, maar zelfs in de respectieve ran gen vroeger in hot Spaansche leger beklecd, blijven gebaudhaafd. Geen wonder dat de eerste indruk van deze laadselachtige handeliug van een der getrouwste aanhangers van de bestaande orde van zaken was dat van verraad en gemecne zaak maken met de opstandelingen om welke te bestrijden hij uitgetogen was geen wonder dat een geest van verontwaardiging onder de edelst denkecde Spanjaarden was opgewekt. Serrano is dan ook Madrid niet binnen getogen als de overwinnaar van een gcvaarlijken en bloe- digen opstand maar als de man wiens eerste en onvermijdelijke taak het was zich over zijn bedrijf te verantwoorden. En de hertog heeft dat gedaan op eene wijze dat daardoor de eortesleden schijnen bevredigd te zijn en zelfs de kouing zijn ongenoegen niet heeft durven te kennen geven. Het hoofdmo- tief dier verdediging is, gij hebt mij de vrijheid gegeven deze menschen dood te schie'ten daaruit volgt ookdat ik de vrijheid had vergjffenis te schenken en ze geheel in hnnne eer te herstellen. Vieemde redenering voorzekerwanneer een enkel legerhoofd dns vrijmagtig kan beschikken over t geen niet zijne zaak alleen, maar die van tgansche land is; vreemde handeling tegenover oproerlitigendie ware hun pogen geslaagd dood en verdeif over het land gebragtde pas herstclde monarehie weer aan al de stonnen eeuer jammervolle bnrgeroorlog zonae hebben overge- geven en niet vreemd inderdaad dat over deze handeling menig Spanjaard de schouders ophaalt en de soldaat zich verbitterd gevoelt. Even als bij vroegere dergelijke daden en han- delingen zal misschien nooit het ware licht over dit leit opgaan maar de naast voor de hand liggende reden ofschoon 'taltijd slcchts raden blijft '8 dat de opstand inderdaad veel dreigen- der is geweest dau men dit wel deed voorkomen en men door omkooping der vooruaamste aan voerders de zaak heeft doen smoren. Don Carlos zou dan door zijne eigene lmurlingen verraden en het kind der rekening geworden zijn. De behaudeling der Fransche militie wet wordt door de nationale vergadering met meerdere nen en de misslagen van de Napoleons I en III zullen dus hetzelfde gevolg hebben n. 1. dat ze Europa te dieper in het harnas zullen steker. In de Vereenigde Slaten schijnt de emancipatie der vrouvv groote vorderingen te maken. Het opperste geregtshof van 't district Columbia heeft, zooals de New-York Sun berigthet woord ,,mannelijk" uit de bepalingen, waarbij bevoegd- heid tot het uitoefenen der regtspraktijk verleeud wordt, geschrapten miss Charlotte Ray, eene donkere Mulat met zeer schrauder voorkomen beeft zich, krachtens haar diploma van de Ho- ward-Universiteitte Washington als advocaat neergezet. Maar dit is nog het sterkste niet. Het is niet onmogeljjk dat het menschdom eer- lang in de gelegenheid zal zijn, om een krijgs overste in vrouwenrokken te bewonderen. Tennie Claflin namelijk staat naar den post van overste hij het 9e regemeut der nationale militie, door den moord van den befaamden James Fisk Jr. opengevallen. De dappere jonkvrouw grondt hare aanspraken op t precedent der maagd van Orleans. o JPolitielt Overzigt. Het belangrijke nienws dat de telegraaf mede- deelt, is de mededeeling aan de Engelsche volksvertegen woordiging, dat het Axnerikaansche gouvernement er in heeft toegestemd het supple- ment-tractaat te hesehouwen als de difinitieve oplossing van de kwestie der indirecte schatle- loosstelling. Deze mededeeling werd door de Engelsche lords, rneldt men, met gejnich ont kalmte voortgezet, dan men (lit van die verj dering gewoon is. Volgens deze wet zal elk Franschman fwintig jaren dienstpligtjg blijven, waarvan vijf jaren in weikelijke dienst, vier jaren in de reserve van het actieve leger, vjjfjaren in het territoriale leger en zes jaren i,i de reserve van het terri- toriale leger. De toekoinst zal leercn of Frankrijk bij zulk een collossale uitbreiding zijner krijgsmagt geltaat zal worden. I rankrijk dat geheel andere zaken tot zijne wederopheffiug voor de hand heeft en door niemand bedreigd wordt. Hebben dan de mannen die thans bet bewind van I rankrijk in hunrte hand liouden nn reeds de commnnetjjd vergeten en niet onthouden wat groot gevaar er in steekt zulk een rnsteloos en voor alle intrigues kneedbare nafie vvederom in alle mantschappelijkc rangen, van jongeliugen tot. mannen, te wnpenen. Dit blijft waar wordt deze leger organisatie in h raukrijk vastgesteld, dan zullen weldra andere groo.'erc en kleinere mogendheden bun voorbeeld volgen en dc Europesche wa|)Oning op groote schaal uitgebreid worden. De heerzneklige plan Z. M. de koning groothertog heeft benoemd tot grootkrnis der orde van de Eikenkroon den heer A. Thiers, president van de Fransche re- publiek. Gij beslnit van den minister van finantieG, dd. 6 Junij 1872is met ingang van 1 Julij a. s. benoemd tot adsistent aan het postkantoor te Neuzen de heer K. Willemsen, thans geagre- eerd klerk aldaar. Aan het voorloopig onderzoek van het wets on twerp op de nationale militie hebben slechts 49 van de 80 leden der volksvertegenwoordi°,int>' deel geuomen. Het wetsontwerp bepaalt dat het thans be staande jaarlijksche militie contingent zal worden gebragt van elf op dertien dukend man. ele leden oordeelden dat het verzwaren van dezen last voor de natie niet genoegzaam gere<rt- vaardigd en in de memorie van toelichting onvol doende werd opgehelderd. Men meende te kunnen beweren, dat van eene bepaalde bljjvende contingents verhooging geen sprake kou zijn omdat voor alles behoorde te worden nitgemaakt hoe groot de legersterkte voor ecno goede verdediging des lands behoort te zijn. Omtieut de afsehaffing der plaafsvervangin0- en nnmmerverwisseling waren de gevoelens zeer verdeeld onderscheidenc leden toonden zich zeer weinig ingenomen met de hepaling dat het de mi,Helensdaartoe door geldolijk vermogen in staatvrij zon staan huiten de kazerne televen, waardoor wederom eene bevoorregting van den cenen stand boven den anderen zou worden in het Ieven geroepen. Anderen best reden de meening dat door de afsehaffing der rcmplacering de beschaafde stand gunstig op de zedelijkheid der militaireu zou inwerken. Zij meenden veeleer dat juist het ongekeerde zou plaats hebben. De heer de Koo van Aldcrwcrelt geeft in eene afzondeilijke nota op, waarom hij zich met de voorgestelde verhooging van 't contingent voor s hands niet kan vereenigon. Naar zijn oordeel ontbreckt aan het verlaiigde cijfer van 13000 man elken redelijken grondslag. Over het algemeen wenscht men de militie- en schutterijwet in meer onderling verband en dus gelijktijdige rpgeling d.ezer in elkander grij- pende maatregelen terwijl tevens meer het^ooc wieid gehouden op eene plaatselijke oefening in den wapenhandeldan wel op eene uitbreiding van den miiitairen diensfpLigtterwijl deinvoe° ring van algemeene dieustpligtigheid hier te lande strijdig wordt gcaeht met de uitdrukkelijke he- paling der Nederlandsche grondwet. j De raad van onderzoek naar de gedia ;ingeu van den le luitenant der iufanterie G. S. R. v°. N. te Neuzen bestaat uit: den luitenant-kolonel J. Schraver5e regemeut infanterie te 's Bosch als voorzitfer; den majoor van der Schrieek 2e regemeut infanterie te Maastrichtde ka; iteins G. F. Zurich van het 6e regement infanterie te Breda en J. M. Boombergen van het 5e rege ment infanterie te Geertruiden'oergden le lui tenant F. Siemerikder mar6cbau-:see te's Bosch den offieier van gezondheid 2e klasse W. l! Hooreman te Breda, en den plaatselijken-adju- dant J. F. de Paauwte Vlissingen. De arrondissemeuts regtbank te Goes heeft volgens de G. Ct. den 3 dezer o. a. de navol- gende vonnissen uitgesproken lo. P. J. K., 32 jaar, koopman in blomge- boren te Kieldrecht (Belgie) detaillant vvoneude te Hulst, beklaagd van het moedwillig toebren- gen van slagenstooten en kwetsuren geene ziekte of beletsel van te werken van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, onder verzach- tende omstandigheden gepleegdbij verstek veroordeeld tot eene geldboete van /25.sub- sidiair in eene gevangenisstraf van 7 dagen en in de kosten van het regtsgeding desnoods ver- haalbaar bij lijfsdwang. 2°. P. v. d. W34 jaarwoneude op het gehucht Margarctha onder Axel beklaagd van het moedwillig toebrengen van een slag geenerlei ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, onder verzach tende omstandigheden gepleegd. Veroordeeld tot eene geldboete van 1.— subsidiair in eene ge vangenisstraf van 66n dag en in de kosten van 't regtsgeding desnoods invorderbaar bij lijfs dwang. 3°. L. M., 37 jaar, workman vvonende te Selzaete (Belgie) defaillant beklaagd van het moedwillig toebrengen van slagen geene ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende. Veroordeeld hij verstek tot eene eellulaire gevangenisstraf van "eSne maand en tot eene geldboete van f 8.— subsidair in eene eellulaire gevangenistraf van een dag en in de kosten van 't regtsgeding desnoods ver- haalbaar bij lijfs Uvang. Bij bevelscbrift der arrondissements regt bank te Goes is naar den procurear generaal bij het provinciaal geregtshof in Zeeland verwezen Clarisse Piefssens, huisvrouw van Petrus Polfliet, oud 49 jaren wonende te St. Jan Steen. Deze vrouw is thans te Goes gedetineerdter zake dat zij in den avond van 7 April jl. op de hofstcde van A. Pierssenste St. Jau Steen een lont gemaakt heeft van voddenen die gemengd met kruit, met ecu lucifer aangestoken en gelegd zou hebben in de sehuur op den dorsch- vloer op een hoop afval van vlas, alsmede een soortgelijke lont, op dezelfde wijze aangestoken, in het woonhuis op den solder onder het dak. Het hier mede beoogde doel was die gebouwen in brand te steken. In deu daaropvolgenden nacht zijn zij ook in brand geraaktbenevens de schunr met wagenliuis koestalvarkeushok, een hoop stroovan de aangrenzende hofstede van F. A. Staliaart, totaal afgebrand. J Piers- sens, die in geuoemd verbraud huis, en K. L. Staliaart en A. van Goethemdie in genoemde verbraude schanr van Staliaart t.jjdens het uit- barsten van den brand te bed iagenhebben ternaanwernood deu tijd gehadhun leven to redden. In 1867 is aan den heer D. Dronkcrs ti Middelburg, coucessie verleent tot het aanlegge i van een dnin-waterleiding. In 1872 was me i eehter met de zaak niet verder dan in 1867. Er is thans aan den coucessionaris verlengia van deu termiju verleend maar onder eeni :e nieuwe voorwaarden waaron ler deze dat de prijs van het drinkwater voir de ingezetenm niet hoogcr dau 16 cent per 100 liters ma-'be- dragen. Per drie mnanden binnen Neuzenf 1,— franco door hot gehccle Iiijlc 1,10 a 1, V n geheel Belgie. 1,40 Enkele nommers0,05 Men aboimeert zich bij alle BoekhandelaarsPostdirecteurcn en Brievenbushouders. BIJ Van 1 tot 4 regels0 40 Voor elke regel meerq' jq Advertentien gelievt men aan de Uitgevers in te zeuden uiteriijk Dmgsdag en Vrijdag namiddags DllIE ure. DE LAATSTB EEB. Jl. Zaturdag morgen ten 11 ure beeft de plegtigheid der begrafenis van bet stolfclijk overschot van wiilen mr. J. K. Thorbecke plaats gehad. De lijkstatie was zeer eenvoudig; vier bedienaren der begrafenissen gingen voorop; daarna volgde de zeer eenvoudige rouwwagen, waarop de even eenvoudige lijkkist. Vier departemeuts-boden waren de slippendragers en zestien boden de dragers. De zoon des overledenen en zijn neef en pupil, luitenant bij de marine, wiens smartelijke aan- doening aau bet graf bewees hoe ook bij in den heer Thorbecke een vader verliest, volgden het lijk in een rijtuig, waarbij zich aansloteu rijtuigen, vvaariu dc ministers, de leden van den raad van state en de presidenten der beide kamel-s zich bevonden. Zietdaar de geheele lijkstoet. Maar onafzienbaar was de stoet die reeds vooraf zich op de begraafplaats had vereenigd en die te voet het lijk volgde. Tal van leden der beide kamers, de secretaris-generaal en referendarissen bij het dep. van binnenl. zaken, Leidsche en Delftsche studenten en duizenden vereerders begaven zich mede grafwaarts. Een groot aantal autoriteiten bevond zich reeds vroegtijdig p den doodenakker. Men merkte op het corps diplomatique, den burgemeester der residentie, den connnissaris des konings, en voorts de volgende deputatieen: het bestuur van het I.eidsehc studenten-corpsdrie leden van den senaat van het Delfschc corpsde vcrtcgcnwoordigers van de volgende kiesvereenigingcn: Vrijheid en Orde, te Deventer; Arnhem, te Arnhem; Burgerpjieht, te Amsterdam; Burgerplicht en Orde, te Rotterdameen kiesverecuiging uit Tiel en duizenden vrien den en belangstellenden. Aau de geopendo groeve wcrd hot woord gevoerd, eerst door den minister van Bosse, die er op wees hoe de ontzettende indruk, door de mare van Thorbecke's ovei-lijden in den lande gemaakt, hoe de talrijke blijken van deelnemiug in het geleden verlies, hoe dc breede schare die hem de laatste eer kwam be- wijzeit, genoegzaam aauduiden wat er in Thorbecke verloren was. „Een groot man is heengegaanj een groot burger; een wijze en trouwe vriend van het Iluis van Oranje, steeds met onbezweken ijver en ijzeren volharding voor 't algemeen belang werkzaam, tot dat liij magteloos was en de ligchaamskrachten hem begaven. Thorbecke's nnam zal onafscheidelijk aan Nederlands geschie- denis verbonden blijven. Zij die achter blijven moeten traehten zijn voorbeeld te volgen voor zoover dit kan, zouder zijn zeld- zame gaven, zondcr zij it ee'nige talcnten. De zoon van dezen vader heeft een zware taak te vervullcn: hij heeft een naam, in eere te houden, die in Ncderland zoo hoog staat aange- schrcven. „Moge weldra, dus bcsloot de spreker, een gedenkteeken op zijn graf verrijzen dat den nazaat kan verkondigen hoe zijn tijd- genooten Thorbecke een eereplaats toekenden in de l'ij der grootste staatslieden van Ncderland." Daarna sprak de heer Jolles, minister van justitie, een kort en krachtig woord. „Werk ijverig en tracht wat af te doen." Met die woorden had Thorbecke hem eenmaal ingeleid in de maatschappij. Die woorden waren hem steeds bijgebleven; en diep getrotfen was hij ook door de woorden die Thorbecke hem vddr weinige maanden sehreef toen er weder hoop op herstel bestond: „Het schijnt God te bphagen sehreef hij toen - dat ik hier bencden nog wat blijf arbeidenlaten wij dan traeh ten nog wat goeds tot stand te brengen." Uit die woorden blijkt duidelijk hoe ook de groote Thorbecke aan een hoogere magt, aan een wcrkkring daarboven geloofde. Moge men een maal van ous zeggen wat men van Thorbecke kan zeggen: „niet vergeten als een doode, want hij leeft voort ook nadat hij gestorven is." Eindelijk vatte d* heer Dnllert het woord op. De aandoening, zeide hij, belette hem sehier het spreken. Ook hij wees op de algemeene deelneming, als het schoonste getuigenis van de 'grootte van het geleden verlies in Thorbecke die een eerlijk vriend was van zijn vaderland, van zijn vorst van zijn vrienden; die steeds het algemeen belang voor oogen had; die een ver- draagzaam en billijk man was, vrij van partijzucht in den kwaden zin van het woord; trouw voor zijne vrienden; een uitstekend cchtgenoot en vader, groot bovenal in den huiselijken kring. Hij rustte zacht, diep hetreurt door zijn vrienden en door een volk, waarvoor hij zijn beste krachten over had.** De kist daalde nu langzaam ten grave, in de groeve waarin ook de gade van den overlcden staatsman rust en toen werden er nog een zestiental woorden gesproken, die het diepst van alien het hart roerden. De zoon van den overledenen, mr. W. Thorbecke, had met bewonderenswaardige kalmte de treurige I plegtigheid bijgewoond, maar wat er in hem omging, getuigde de diepe aandoening, die hem sehier belette deze eenvoudige woorden uit te spreken „lk dank U, ik dank U alien voor de laatste eer, bewezen aan mijr. best en vader!" Zoo sprak hij en ontlokte menigen omstander een mannelijken traan van opregte deelneming. En daarop verwijderde zich de schare. De plegtigheid was afgeloopen, even statig als eenvoudig, maar plegtig vooral daarom, omdat zij zoovelen, zonder ondcr- scheid van politieke denkwijze, had vereenigd in de hulde en vereering van een staatsman, die bovenal was een waarlijk groot man.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1872 | | pagina 1