1L G E M E E I\T
No. 432.
Woensdag 14 Julij 1869.
9de .1
•Jaanr.
Binnenlandsche berigten.
J. Donze,
Mr. J. P. Dronkers,
J. J. Fercken,
en J. C. Steenkanip,
ABONNEMENT.
VERSCIIIJNT
elken "Woensdag- en Zaturdag-morgen ten 8 ure
D II O 1 T COUP, te Neuzen.
ADVERTENTIEN.
hdrgemeester El
m—m- WETIIOIIDERS 1A1 KEIJ-
XEM brengcn ter kennis van de belanglieb-
benden, dat de verkiezing van vier Eeden
van den Gemeente-Raad voordeperio-
dieke aftreding in September a. s. van de heeren
zal plaats hebben te Neuzenop Dingsdagden
20e" Julij 1869, van des morgens 9 tot des
namiddags, ten 5 ure, in de raadzaal aldaar.
Neuzen, den 13 Julij 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. A. V A N B 0 V E N.
De Secretaris
J. DIELEMAN.
Neuzen, 13 Julij.
Nadat eerst tegen den Egyptischen onderko-
ning in de Turkscbe bladen sterk geprotesteerd is,
ziet thans eene brochure bet licht van den redac-
teur Bordeanowelke regtstreeks de afzetting
van Ismael Pacha verlangt. Ja de Porte zou
zelfs aan hare afgezanten een nota gezouden
hebben, waarin alle directe overeenkomsten met
den onderkouing als majesteitschennis jegens
den grooten beer gedoemd worden. De vice-
koning moet bier tegen opgekomen zijn en ver-
zekerd hebben, dat hij persoonlijk de bevestiging
zijner trouw aan de voeten des sultans zal komen
nederleggen. Wij kunnen gemakkelijk begrijpen
dat de sultan van Turkye met een naauwletten-
den en bespiedenden blik dien vasal wat uakijkt.
De plannen van den Pkarao zijn van hetuitge-
breidst belang voor hem zelf in de allereerste
plaats, maar niet minder voor de Porte. Wan
neer de opening van het kanaal van Suez de
onmiddelijke verbindtenis zal proclameeren van
twee werelddeelen, dan wordt bij voorbeeld Lan-
dia een eiland van gewigt.
Wie zal voorts kunnen berekenenwat de
groote handelplaatsen in de Middellandsche zee
at niet voor eene toekomst te gemoet gaan. Nu
verwondert het ons dan ook niet, dat de sultan
al last heeft gegeven, oin een groot arsenaal te
bouwen op Candia en de oorlogsckepen, die in
de Candisebe zeeen gestationeerd zijn te ver-
dubbelen. Meer verwondert bet ons dat we in
de buitenlandscbe bladen de reistogten van den
vice-koningals 't ware van stad tot stad ver-
nemen, zonder dat er iets uitlekt van den uitslag
der uitnoodigingen die Z. H. wel niet zal na-
laten te doen aan de Europescbe mogendkeden
om tegenwoordig te zijn bij de opening van bet
moderne reuzenwerk, de straat van Suez.
De keizerin van Frankrijk zal er verschijnen
met of zonder prins, daarover is men 't al een-
maal eens geweest, doch thans is men er weer
oneens over. Of de keizer er ook komen zal of
komen kan We vernemen van alle kanten dat
de vice-koning door de hoven schitterend wordt
verwelkomd. Jammer is het dat Z. H. ook ons
land niet heeft beweldadigd met zijne tegen woor-
di"heid. Ons Noord-Hollandsck kanaal, de door-
graving van Holland op zijn smalst en de wa
terweg van Rotterdam naar zeewaren anders
de Pharao's attentie wel waardig. Voor naar
Brussel te gaan heeft hij een andere waterpret
biigewoond te Londen, in den tuin van het Marl-
bourougb house, waar de brandblussckers der
lioofdstad voor hem brandblusscbertje hebben ge-
speeldin galop zijn ze komen aanetuiven met
hunne bluschmackinesze hebben heelo perken
pnder water gezet en den doorlucktigeu aan-
schouwcr met een overvloedigen stofregen over-
sproeidze zijn bij de paleizen opgeklouterd I
als katten, langs ladders en touwen, en ze zijn I
er afgeklouterd met kameraden op hun nek en
stukken meubels ouder de armennet als of
't meenens was. Die sympathie voor 't water
kenmerkt dien vorst wel van de andere vorsten,
in wier tegenwoordigheid gewoonlijk gebruik
gemaakt wordt van vuur om hen te amuseeren,
b. v. wat onschnldige armstrongs kanonncn of
monsterbrakers van vuur en dood in 't groot en
in 't kleiu en in alle andere soorten.
De min. van binnen]. zaken heeft, bij be-
schikkiug van 28 Junij jl. eenige bepalingen ge
maakt tot uitvoering der wet van 10 April 1869,
tot vaststelling van bepalingen betrekkelijk het
begraven van lijken, de begraafplaatsen en de
begrafenisregten (Staatsblad no. 65.)
De eerste kamer der staten-generaal, heeft
jl. woensdag hare zittingen hervat.
Negentien door de tweede kamer goedgekeurde
wetsontwerpen zijn haar voorgelegd.
Na de aanneming van bet wetsontwerp tot
regeling van het onderwijs aan de koninklijke
mflitaire akademie, heeft de kamer nog, zonder
beraadslagingen onderscheidene conclusion van
rapporten goedgekeurd en ten slotte, in de comite-
generaalhare huisboudelijke begrooting voor
1870 vastgesteld.
Al het aan de orde gestelde nu afgedaan zijnde,
heeft de voorzitter tot de op het punt van uit-
een te gaan staande kamerde navolgende toe-
spraak gehouden
ilijne Heeren
Alrorens uiteen te gaan, wensch ik voor de
laatste maal van deze plaats nog een woord te
spreken. Ik heb gedurende tien jaren het voor-
zitterschap dezer kamer bekleeden dankbaar
herdenk ik de vele bewijzen van vertrouwen van
den koning, de opvolgende ministers en U, mijne
geachte medeleden, gedurende dit tijdperk onder-
vonden. Ileden avond, waarschijnlijk de laatste
bijeenkomst van dit zittingsjaarwensch ik u
alien mijnen dank te betuigen voor de betoonde
vroegere en tegenwoordige hulp en oudersteu-
ning en ook voor de getrouwe hulp van den
griffier. Die bewijzen van welwillendheid zullen
mij nooit uit het geheugen gaan en hebben mijne
taak zeer gemakkelijk gemaakt.
„Ik eindig met den opregten wensch, dat de
tweede kamer der staten-generaal nog lang nut-
tig werkzaam moge zijn voor bet vaderland en
ik smeek Gods besten zegen af voor den koning,
bet vaderland en u alien."
De tweede kamer is daarop tot nadere bijeen
roeping gescheiden.
Neuzen, 12 Julij. Volgens een schrijven
van den beer commissaris des konings in deze
provincie, zal, ten gevolge van bezwaren, onder-
vonden bij bet aanbrengen der ijzeren waaijer-
deuren aan de westelijke schutsluis van bet
kanaal van Neuzen, geen gebruik van die sluis
kunnen worden gemaakt tot oinstreeks den
20! dezer maanden zullen de sckepen tot dat
tijdstip door de oostelijke sluis geschut worden.
Naar wij vernemen heeft zich echter verleden
zaturdag den 10 dezer, door bet doorgaan van
den in eerstgenoemde sluis gemaakten dam
eene nieuwe moeijelijkheid opgedaanzoodat
men vermoed dat op gemeld tijdstip de weste
lijke sluis nog niet bruikbaar zal zijn.
Door de alhier uitgevoerd wordendewaterstaats-
werken, ten gevolge waarvan de voor Belgie
bestemde zeeschepen sedert geruimen tijd de
westsluis niet kunnen passerenworden ver-
scheidene dier schepen te Neuzen gelost, hetwelk
aan veler handen werk geeft en ook den nering-
doenden alhier aanraerkelijk voordeel aanbrengt.
Zoo ooit, dan weder dit jaar wordt zeer de
behoefte aan een entrepot-gebouw te dezer plaatse
gevoeld alwaarindien het thans bestond
ongetwijfeld vele scbeepsladingen zouden worden
gedeponeerd, waardoor Neuzen de voordeeleu
kon hebben genoten van velen, welke tijdeus
de laatste aftapping van bet kanaal weken lang
in onze haven de herstelling van den gewonen
waterstand bleven afwachten en alstoen naar
hunne bestemming vertrokken.
Het plan, dat volgens geruckten onlangs
bestond om alhier tot bedoeld einde een
entrepot te vestigen sehijnt tot ons leedwezen
te zijn opgegeven of uitgesteld. Aithans er wordt
noch met zekerheid nock vermoedelijk meer iets
van vernomen.
Het wenschelijke van de spoedige vestiging
eener zoodanige inrigting zoo voor het belang
van den onlangs geexploiteerden spoorweg
Neuzen— Gentals voor bet individueel belang
van Neuzen, springt nogthans duidelijk genoeg
in 't oog, te meer daar de verbetering der mid
delen tot bevordering der zeevaart op Gent, bij
den gemeenteraad dier stad een punt van ernstige
overweging uitmaakt. Dezer dagen toch werd
in eene zitting van dien raad bij de bespreking-
der tot dat einde aan te wenden pogingen, de
uitdieping en verbreeding van het kanaal als de
eerste en voornaamste maatregel aangewezen
om het gewenschte resultaat te verkrijgen.
Wauneer dit laatste tot werkelijkheid mogt
komen, zou een entrepot nutteloos en de sebeep
vaart alhier enkel transitoir zijn, zonder eenige
noemenswaardige voordeelen af te werpen.
Neuzen13 Julij. Gedurende de
vorige maand zijn het kanaal alhier opgevaren
60 zeeschepen, meteude 8252 tonnen en 349 bin
nensckepeu, m. 22374 t.: en afgevaren 30 zee
schepenin. 4823 t. en 328 binnenschcpen, m.
17334 t. Totaal sedert 1 January .1869 zijn
het kanaal opgevaren 111 zeeschepen m. 17556
t. en 1509 binnenscbepenm. 71596 t.en
afgevaren106 zeeschepen m. 19555 t. en
1494 binnenscbepenm. 67726 t. In de 6
eerste maanden van 1868 zijn het kanaal op
gevaren 184 zeeschepen, m. 27124 t. en 1169
binnenscbepen, m. 79921 t.en afgevaren:
170 zeeschepen, m. 30747 t. en 1135 binnen
scbepen m. 79407 t.
De leden van den raad der gemeente
St. Jan Steenwelke in deze maand moeten
aftreden, zijn de heeren Carolus Ludovicus van
Putte, Pieter Cornelis Reijus en Jacobus Scbout.
Nliddeltmrgr, 11 Julij. In den vroegen
morgen van heden had hier een droevig onge-
luk plaatswaardoor eene geheele faiuilie in
diepen rouw werd gebragt. Een oppassend jon-
geling ging met eenige zijner vrienden uit het
wandelen hetgeen werd gevolgd met zich te ba-
deu in de Arnemuidsche haven daarmede bezig
zijnde krijgt een hunuer een hevige kramp in
zijne beeuen, waardoor hij alle krachten verliest
en niettegenstaande alle aangewende pogingen,
in de diepte wegzouk. Zijn lijk werd eenige
tijd later opgevischt en naar het gasthuis alhier
overgebragt.
Men meldt uit Vlissingen, 9 Julij. Een
Engelschman die met zijne familie in het hotel
Wellington alhier gelogeerd wasis gisteren
morgen op verzoek van een zijner landgeuooten,
bijgestaan door den vice consul alhier, onder
toezigt der politie gesteld en heeft een huis-
zoekiug moeten ondergaan. Volgens gerucht zou
hij zich schuldig gemaakt hebben aan frauduleas
bankroet en is hij in het bezit gevonden van
een zeer aanzienlijke som, waarvan een groot
gedeelte, in baukpapier, onder de kleedereu van
een der dames verborgen was. Hij is heden
morgen onder bewaking der politie naar Rot
terdam vertrokken.
Er is sprake vau bet aauuemen eeucr inunt,
die ettigen koers zal hebben in Nederlaml, Bel
gie en Frankrijk. Dit is zeer zeker in/.ouderheid
boogst belangrijk voor den kleiuhandel.
Door de afscbafling van bet dagbladzegel
worden de postkantoren tbaus overstelpt met
Belgiscbe dagbladendie door de uitgevers
meestal als proefbladen worden loegeioudeu.
1.25
1.40
ft
Enkele nommers
Men abonneert jich bij alle Boekhaodelaars, Postdirecteuven en
Brievenbuahouders.
Per drio maanden binnen Neuzen.
franco door liet geheele Rijk.
gehee.l Belgie
BIJ
Van 1 tot 4 rcgels 0»*Q
Voor elke regel ineerDJO
Adverteutien gelieve men aan de Uitgevers in te zenden uiterlijk
Dingsdag en Vrijdag avond 6 ure.
Het Utrcchtsch Dagblad bespreekt mede de werkstaking,
te Amsterdam, voornamelijk die der drukkersgezelleo, van welke,
naar men meldt, een 170 tal hebben opgehoudeu hunuen ge
wonen arbeid te verrigten, en levert eene beschouwing over
het groote kwaad, 't welk daardoor wordt teweeggebragt voor
het publiek, voor de hoofden van nijverheidszaken en voor de
werklieden zelven. Het genoemde blad breugt te dezer zake
in 't midden, dat het strafwetboek in art. 145 het volgende
bepaalt: ,,Alle onderlinge zameii9panning of vereeniging van
de zijde der werklieden om te gelijker tijd het werk te doen
ophouden, het werk in eene fabriek of werkplaats te verbieden
het te werk komen en blijven voor of na zeker uur te beletten,
en in 't algemeen om den arbeid te doen staken, te beletten of,
duurder te maken, wanneer er eenige poging in 't werk gesteld
of een aanvang met de uitvoering gemaakt is, zal gestraft
worden: met eene gevangenis van ten minste eene maand en
ten hoogste drie maanden. De hoofden of aanleggers zullen
gestraft worden met eene gevangenzetting van twee tot vijf jaren."
„Het pnbliek gezag (aldus vervolgt die courant) is echter
bij de werkstaking der scheepstimmerlieden niet tusschenbeide
getreden en daar het kwaad altijd gemakkelijk om zich heen
grijpt, zien wij nu eene nieuwe greve in de hoofdstad en
kan men welligt meerderen krijgen.
„Strafbaar moge de zamenspanning zijn, of niet, zeker is het
eene soort van brandbrief, door de werklieden hunnen
patroons voor de voeten geworpenze heeft daarom stellig
iets zeer o n z e d e 1 ij k s. De verhouding van den fabri-
kant of uijverheidsondernemer is tegenover zijne werklieden
eene geheel vrijwillige ze is alleen geregeld door de gewone
beginselen van vraag en a an bod, en de loonen worden
door dezelfde beginselen bepaald. Waar men nu den patroon,
door plotseling gezamenlijk het werk te staken, wil d w i n-
g e n tot verhoogiug van loon, daar brengt men hem in de
positie vanof in strijd met zijn belang toe te geven, en
dan met nadeel zijne oudernemiug voort te zetten, omdat alle
prijzen van te leveren werk vastgesteld zijn en niet in eens
zoo verhoogi kunnen worden, of het kapitaal, 't welk in zijne
zaak is gevestigd, renteloos te laten staan.
„Hem zulk een keus te stellen, bijna met de pistool op de
borst, is onzedclijk. De Amsterdamsche typografen hebben dit
niet begrepen, dunkt ons maar hunne hoofden, de opruqers
zeker wel. Zij leiden de zaak; zij hebben den typografen-
bond opgerigtmet bet vooraf geopenbaard voornemen ora de
loonen des nood9 door werkstaking op te drijven. Zij hebben
met dat doel ook onlangs vergaderiDgen gehouden en door
geheel het land circulaires verspreid om verdubbeling van loou
en verhooging der drukprijzen te vorderen. En de werklieden,
ze volgen, helaas 1 te gemakkelijk het door opruijers gegeven
parool. Die bestnurders hebben overigens reeds bij de oprigting
van eene zoogenaamde bonds-drukkerij te Amsterdam 't best voor
zich zelven gezorgd, en zich als bestunrders, zegt men ons, een
goed weekgeld en aandeel boveudieu toegelegd. Dat doet al da-
delijk zien, wat de eerste drijfveer is van die leiders.
„Maar de poging is dubbel onbillijk, omdat de typografen
niet alleen verhooging van loon willen, eene verhoogiug, die
wenschelijk is, maar die alleen door den natuurlijken loop, dat
is van lieverlede, kan verkregen of behouden worden, maar
bijna verdubbeling eischeu. Zulk eeo schok, die alle bereke-
ningen van oodernemers geheel in verwarring zou brengea, zou
stellig ten gevolge hebbendat onderscheidene patroons voor
goed hunne ondernemingen staken moesten, of dat zij hunnen
undergaug tegemoet liepeu en met hunne inkomsten tevens hun
in hunne zaken geplaatst kapitaal op 't spcl zetten. En is er
klagte over loon, de tvpografen hebben dan zeker wel 't minst
regt tot klagen; zij, die geene werktuigen bijna behoeven aan-
tesohaffen, gelijk timmerlieden en anderenzij, die 's zomers
en 'a winters altijd vast werk hebben, en werk in overvloed
zij, die pas door de uitbreidiug der dagbladpers hunce loonen;
juist dezer dagen nog, niet oubelangrijk zageu vermeerderd.
„De werkstakingen zijn echter 't kwaadst voor de werklieden
zelven. Zij voeden eigenwaan, oubehoorlijke houding tegenover
de patroous, luiheid; 't zullen meestal de minst bekwame, ou-
geschikste werklieden zijn, die tot zulke uitersten drijven, die
't gemakkelijk vinden om door anderer bijeengebragte spaarpen -
ningen in de gelegenheid te worden gesteld in vadsigheid eenige
weken doortebrengen. Het vertrouwen en de goede verhouding
tusschen patroons en werklieden gaat verloren. Werden de
loonen door dvvang oogenblikkelijk verboogd, ze zouden weder
moeten dalenmaar de werklieden inmiddels aan 't meerdere
geweud, zouden het verlies dan dubbel gevoelen; of de loouen
worden niet verboogd, en na weken in lediggang roudgeloopen
te hebben, met toelagen uit huune bonds-kas ten bedrage van
de helft of van 't loou, dat zij anders ontvingeu zullen ze
weder moeten komen vragen om voor 't oude loon te mogen
werkenen zal dat hun dan nog worden toegestaau Zal zulk
drijven den ondernemers er niot toe nopeu naar zetmachiues
omtezien, die in sommige plaatseu, zoo als te Kopenhugeu ge
regeld in werking zijn
,,'t Is dus wel te betreuren, dat de epidemie der verderfelijke
greves van 'tmuitzieke Parijs tot het kalme Nederlaud is ovcr-
geslagen't is te bejammercn, dat onze trouwe werklieden zich
door opruijers laten verleideu tot even onzedelijke als onwettige
handeliugen. Wij vertrouwen dat te Utrecht het voorbeeld
van Amsterdam niet zal gevolgd worden. Mogt dit onverhoopt
het geval zijn, wij waarschuwen dan bij voorbaut ouze lezers, er
op voorbereid te zijn, dat in de uitgaaf van ons blad belemme-
ring zou kuuuen ontstaau; want de uitgevers verklareu 't vooraf,
zij zulleu zich geeue onzedelijke en ouwettige vorderiugeu laten
afpersen zij zullen alleen tot billijken vooruitgang medewerken,
maar doof blijven voor onbezonnen eischen van opgeruide dol-
zinuigec, slagtoffers, helaas van anderen eigenbelang. Zij hou-
den zich overtuigd, dat de abonues en lezers het zulleu goed-
keurendat zij voornemens ziju eeu kwaad te weerstreveu
't welk de maalschappelijke toestandeu in hun begiusel aau-
randt, en slechts eene verdorvea vrucht is van eeu ziekelijken
stand van zaken."