No. 239.
Woensdag 15 November 1865. 5de Jaa
ALGEMEEN
ZEELJ wsch-v laanderen.
95 cents. Met atosmeerlJch ^jTlleBMkhJidelaren'^Pos'tdirecleum,"en^Briev^b"!"'—^s'J 8° franco per Pest
mtertij/c Di,^, det „onds 6ieprij,4 4Q
Bij de tweede kamer is ingekomen een ont-
werp van wet tot onteigening ten behoeve van
den spoorweg van Goes langs Middelburg naar
Vhssmgenen voor het kanaal van Vlissin^en
naar Middelburg, met daarbij behoorende werken.
De tweede kamer beeft de beraadslagingeii
over de staatsbegrooting voor 1866 op jl. maan-
dag aangevangen.
Naar men ons mededeelt, zijn thans bij
den raad van state voorstellen van wet aanhangig
in verband staande tot eene betere regeling van
de grondbelasting door het geheele rijk.
Op de door de regering overgelegde lijst
van 43 aankangige aanvragen om concessie voor
den aanleg van spoorwegenkornt Zeeland be-
treffende het volgende voor
Lancelotvan Neuzen naar Brugge. Blijft
in afwachting dat NeuzenSt.-Nicolaas worde
uitgevoerdaangehouden.
„de Bethisy c. s.van IJzendijke naar Bres-
kens. Blijft aangehouden.
„IIoyois Co.: van Roulers naar Selzaete
met zijtak naar IJzendijke. Niet voor beschik-
king vatbaar.
„Van Monskanaal en spoorwegvan Neuzen
langs Hulst naar de grenzen. Voorloopig onder-
zoclit.
Neuzen, 8 November. Door den kerke-
raad der Herv. gemeente albier is, door het
bedanken van Ds. de Wilde, thans tot leeraar
dezer gemeente beroependen W.-Ew. z. gel.
heer J. J. Gobius du Saripredikant teRaams-
donk.
Op het twaalftal waren geplaatst1 J J. Go
bius du Sarite Raamsdonk 2. J. F. van Bins-
bergen te Hoek 3. F. C. Magendans, te Eemnes
Buitendijks4. A. Keerste' Zaamslag5. J.
G. Blaaumte Axel; 6. J. G. OrmelteWest-
kapelle7. 11. D. Basliaansete Waarde8.
P. Hofmante Scherpenisse9. W. F. K.
Klinkenberq te Irnsum 10. J. AppelteNoor-
deloos en Overslingeland11. J. Westri/cte
Driebergen 12. K. II. Ter-Wink el, te Sas-van-
Gent.
ZestalJ. J. Gobius du SartJ. F. van
Binsbergcn, P. Hofman, J. G. Ormel, F. C.
Magendans en J. Weslrik.
Drietal i J.J. Gobius du SartJ. G. Ormel
en P. Hofman.
Oostburg, 8 November. Gisteren had
de stemming plaats voor een lid van den ge
meenteraad alhierwaarvan de uitslag was
dat de 40 uitgebragte stemmen waren verdeeld
als volgtop de heeren L. F. Mabesone 12
A. A. de Smel 11 en B. de Die 9; terwijl vijf
andere personen 32 of 6ene stem bekwamen.
Er moet dus tusschen de twee eerstgenoemden
worden overgestemd.
Als hulponderwijzer te Graauw is met het
begin dezer maand aangesteldde heer F. M.
Brandvan Hulst.
Men berigt uit Sluis, 7 NovemberAls een
bewijs hoe weinig nadenkend soms een eed ge-
teld wordt, diene het volgende: De tolgaarder
v. d. B. van den tol bij Middelburg, in Vlaan-
deren, legde onder eede eene verklaring af,
ten laste van den landbouwer v. D. aldaar.
Deze had een drietal getuigen ten zijnen
voordeeledie mede onder eede gehoord werden
en tusschen wiens verklaring en die des tol-
gaarders strijd bestond.
Daar v. d. B. bleef volhoudenwerd door den
kantonregter zijne voorloopige aanhouding be-
volen en hij onmiddellijk door de marechauss6e
van de openbare teregtzitting naar de kanton-
nale gevangenis geleid. De regter zal dus weldra
over dit feit te oordeelen hebben iets wat om
bijzondere rederendoor velen met gespannen
verwachting wordt te gemoet gezien.
In den avond van den 9 dezer had een
Belgisch douaanin de bosschen omtreeks de
Clinge op dienst zijnde, het ongeluk in den
donker te struikelenmet het noodlottig gevolg,
dat zijn geladen geweer in het vallen afging en
by doodelijk in het hoofd getroffen werd.
Naar men verneemt had dergelijk ongeval
donderdag 11. bij den landbouwer J. van Dom-
melenonder Creverhil (gemeente Hontenisse)
plaats. Een boerenknechtdie een haas in zijn
leger had ontdektspoedde zich naar huis om
een jagtgeweerdat steeds geladen is. Het
dier met een kolfslag trachtende te dooden,
ging het geweer af, en trof hem het schot in
het onderlijf, zoodat hij in bedenkelijken toe-
stand verkeerd.
Met betrekking tot het ontstaan der vee-
ziekte op Zuid-Beveland wordt van eene bevoegde
zijde het volgende medegedeeld
Den 4 November is door den veearts te Hein-
kenszand eene koe bij lijkopening onderzocht
welke, volgens verklaring van genoemden vee
arts aan de veepest had geleden. Een daarop
gevolgd onderzoek door den provineialen veearts
uit Middelburg, van de runderen in dezelfde
weidewaarujt het gestorven rund afkomstig
was, had tot resultaat, dat aan deze runderen
geene verdac-hte teekenen worden bespeurd.
Ten gevolge der verklaring van den veearts te
Heinkenszandzijn evenwel de beide runderen,
welke met het gestorven rund in dezelfde weide
liepen onteigend en geslagt.
Sedert dat rund is gestorven hebben er zich
geene gevallen van runderziekte voorgedaan.
Een allerbelangrijkst arrest heeft de hooge
raad op den 7 jl. gewezen. Men weet dat de
heer v. W.wethouder en ijzerfabrikant te
Dordrechtzoowel door de regtbank te 's Hage
als door het hot in Zuid-Holland is veroordeeld
tot clrie maanden cellulaire gevangenisstraf
nntsgaders onbekwaam verklaard om ooit eenigen
openbar en post te bekleeden of waar te nemen
omdat hij een aannemer van werken dier ge
meente ijzer heeft verkocht en geleverd voor
die gemeente-aanneming en zich alzoo zou heb
ben schuldig gemaakt aan het wanbedrijf ver
meld in art. 175 van het wetb. van strafre°"t
lnidende aldus
„AIle ambtenaren of die eenen openbaren post
bekleeden alle agenten van de hooge regering,
'"i^e Ae.tziJ °Pen'ijk_ hetzij door gesimuleerde
„kandehngenhetzij door tusschenkomst van
„andereneenig belang hoegenaamd genomen
„of aangenomen zullen hebben in verrigtingen
„aannemingen ondernemingen of beheeringen
waarvan of waarover zij ten tijde van de ver-
^lig.ing, in het geheel of ten deelehetbewind
„of het toezigt hadden, zullen gestraft worden
„enz."
De hooge raad heeft den requirant ter dezer
zake van alle regtsvervolging ontslagenomdat
het ten laste gelegde noch misdaad noch wan-
bedrijt oplevert. De hootdzakelijke grond, voor
de beslissing van den hoogen raad berust hierop
dat er tusschen den requirant en den aannemer
geen deelgenootschap bestonddat de requirant
geen werkdadig deel heeft genomen noch zich
beeft gemengd in de aanneming, dat hij noch
heeft bedongen noch hem was toegezegd eenig
aan deel in de kansen der aanneming maar dat
er alleenlijk heeft plaats gevonden een verkoop
van materialen en alzoo eene betrekking tus
schen een verkooper en kooper, welke betrek-
king ophield te bestaan na de aflevering dier
materialen.
De hooge raad was van oordeel dat het hof
in Zuid-Holland aan de woorden eenig belang
hoegenaamd eene te ruime uitlegging heeft ge-
geven en alzoo dat wetsartikel heeft geschonden.
In de provincie Limburg heerscht tegen
woordig eene hooge opgewondenheid tegen de
regeringzoo zelfs dat men beweertdat som-
rnigen de tusschenkomst van het buitenland en
wel van keizer Napoleon zouden inroepen. Of
dit laatste nu een soort van bombast isom der
regering schrik aan te jagendan wel eene
hulde aan het makelaarstalent van Napoleon
weten wij niet, doch achtdn het nietondienstig
de toedragt dezer zaak eens in het licht te
stellen.
De grondbelasting is in Limburg lager dan in
andere provincienten gevolge waarvan bij de
regering des lands sedert lsng bet voomemen
Nieuws- en Advertentieblad
V< »R
Op hetgeen door de afdeelingen der tweede kamerin haar
voorloopig verslag betrekkelijk de begrooting van binnenlandsche
zaken, omtrent de qaaestie der calamiteuse polders in Zeeland
is in het midden gebragtantwoordt de minister van binnen
landsche zaken het volgende:
Ook den minister is hetleed, dat door het provinciaal bestuur
van Zeeland tot nn nog geene regeling ten opzigte der calamiteuse
polders werd vastgesteld, waaraan de koninkiijke goedkeuring
kon worden verleend. Die regeling behoortalthans in de eerste
plaats, by den provmcialenniet bij den rijkswetgever te huis
Ter verdutdelijking zoo noodig van het standpoint door de
regermg hierbij aangenomenwordt als bijlage overgelegd het
rapport, door den minister den 17 November 1864 aau den
koning uitgebragt, nadat de provinciale staten bij Z M te»en
de afkeuring van hun besluit waren opgekomen.
I)e koning vereenigde zich met dat rapport, hetwelk vervolgens
in zijn geheel aan het gewestelijk bestuur werd medegedeeld.
Gedeputeerde staten hebben, gelijk het voorloopig verslag
hermnert, nader een voorstel gedaan, waarvan de strekkiug
was dat het rijk de oeververdediging te zijnen laste nam; het
ovenge zou voor rekening der belanghebbenden blijven.
De minister weet niet beter te doen dan als bijlage afschrift
over te leggen van hetgeen hij daarop heeft geantwoord. Men
zal uit dat antwoord gelieven te ontvvaren, dat de minister het
geheel eens is met de leden die, blijkens het verslag, van oordeel
zijn, dat strenge afscheiding van oever- en dijksdefensie zich
niet wcl laat denken.
Overigens, zoolang geene regeling van de zaak der calamiteuse
polders heeft plaats gehadblijft het fonds, indien men dit zoo
noemen wil, zamengesteld uit de dijkgeschoten der calamiteuse en
de subsidien der achterliggende polders, benevens de provinciale
opcenteu voor zoover die geheven worden onder beheer van
den commissaris des konings.
Omtrent de voorgedragen subsidien voor uitwalerings- en
wegsverbetering in Zeeland, lezen wij in de memorie van be-
antwoording betrekkelijk hoofdstuk V der staatsbegrootin<* het
volgende:
„Het heeft bevreemding gewekt, dat ook ditmaal eene sora
van 51,500 is uitgetrokken als laatste jaarlijksche termijn
eener bijdrage voor de verbetering van de uitwatering in het
4e district van Zeeland, terwijl uit het verslag der openbare
werken over 18b4 blijkt, dat met het werk nog geen aanvang
is gemaakt. Deze bevreemding zal wjjkeD, wanneer men gelieft
in aanmerking te neraen, dat de termijnen wel, volgens den
regel, achtereenvolgens op de begrooting worden nitgelrokken
rnaar dat de betaling eerst volgt naarmate het werk in orde
wordt opgeleverd. Inderdaad is dan ook voor dit uitwaterings-
kanaal tot du9ver niets van het subsidie uitgekeerd.
„De redenen, die den minister hebben bewogen om, bij uit-
londering, het tekort in de kosten voor den'weg van Sluis
naar Nieuwvliet voor rekening van het rijk te nemenzijn in
den toelichtenden staat ontwikkeld. De commissie heeft zich
tot uitgaven verpligt gezienwaarop zij aanvankelijk niet had
gerekend, en de kosten van het werk liepen tevens hooger, dan
bij het opmaken der begrooting was geraamd. Het spreekt van
zelf, dat eene verhooging van subsidie, als voor dit werk wordt
voorgedragen, nooit regel kan worden, maar slechts in enkele
gevallen in aanmerking komen, De minister vond tot het voorstel
grond ook in de omstandigheid dat, zonder zoodanige bijdrage,
van de voltooijing van het werk, wanrbij het rijksbelang regt-
itreeks betrokken is, had moeten afgezien worden.
„Het is in Zeeland een vaste regel, dat voor wegsverbetering
geen subsidie, maar een renteloos voorschot door de provincie
wordt verstrekt. /ooals in de toelichting is gezegd heeft de
commissie evenwel bezwaar gemaakt, een nader voorschot uit
de provinciale kas te vragenomdat zij geen kans zag aan de
daaraan verbonden verpligtiug tot terngbetaling te voldoen. Dat
de staat door de provincie wanneer deze alleen rentelooze voor-
schotten geeftzou worden gedwongen de hand ruimer te openeu
kan intusschen niet worden toegegeveu. Behalve wanneer, gelijk
hier, bepaalde redenen voor het toekennen van een hooger rijks-
subsidie pleiten wordt dit tot zoodanig bedrag verleend als
overeenkomt met de rente van het voorschot, dat de provin
cie geeft.
Voor de verlaging van het binnenlandsch tarief tot de helft
van het tegenwoordig bedrag schijnt de tijd nog niet gekomen
zoolang de __opbrengsten van den rijkstelegraaph naauwelijks
toereikend zijn om de ko9ten van de instandhondin°' en bedie-
ning te dekken.
In de najaarsvergadering der staten van ZeelandgeopeDd
den 7 en gesloten den 10 dezeris o. a. behandeld
Het voorstel van gedeputeerde staten ten aanzien van de
stoombootdienst op de Wester-Schelde.
Het lste punt is aangenomen met 34 tegen 3 stemmeni het
2de punt aangenomen met 34 tegen 3 steiumenhet 3de punt
aangenomen met 32 tegen 4 stemmen; het 4de punt is door
gedeputeerde staten naar aanleiding der in het algemeen verslag
der afdeelingen gemaakte opmerkingen aldus gewijzigd „om na
„gedane oproepingonder goedkeuring der staten, des noods
„na verkregen magtiging des konings daartoe buitengewoon bij-
„een te roepeneene overeenkomst aan te gaanwaarbij van
„de provincie een jaarlijksch subsidie wordt toegezegd voor de
„uitvoering eener stoombootdienst op de Wester-Scheldevan
„dien omvang en onder die bepalingenwelke zij in hetmeeste
belang van de provincie zullen achteodit gewijzigde punt
is aangenomen met algemeene stemmen; het 5de punt is mede
met algemeene stemmen aangenomenhet geheele voorstel is
ten slotte goedgekeurd met 34 tegen 2 stemmen.
De aanvragen om rentelooze voorschotten tot verbetering van
wegen, in ods vorig nummer vermeldzijn alien toegestaan.
De aanvrage van het gemeentebestnur van Hoek om een rente
loos voorschot van 1475, is niet ingewilligd als geldende
de herbestrating der dorpstraat.
Ten aanzien der regeling van de zaken der calamiteuse polders
in Zeeland isnaar aanleiding van het verslag der afdeelingen
door gedeputeerde staten voorgesteld: ten eerste hen te mag.'
tigen aan de regering als het gevoelen der staten te kennen te
Sevenonder toezending van het verslag der afdeelingen dat
in de regeling van de zaken der calamiteuse polders op dewijze
door den minister gewildniet kan getredeu wordenen ten
tweede dat de staten geen vrijheid vinden mede te werken tot
de keffing der provinciale opcenten op de calamiteuse polders
over 1.166, daar naar hun inzien daarvoor geen gegronde ter-
men bestaau en zulks ondanks alles wat in de gevoerde corres-
pondentie is aangevoerd.
Dit voorstel is met 33 tegen 4 stemmen aangenomen.
Het voorstel van gedeputeerde staten omtrent het verzoek van
den gemeenteraad van Philippineom toepassing van art 36 der
wet op het lager onderwijs, voor den bouw van een nieuw
schoollokaal met onderwijzerswoning, strekkende om der regering
als het gevoelen der vergadering te kennen te geven dat de
gemeente Philippine in de kosten van bedoelden bouw, geraamd
op een bedrag van 6377 eene som van 4000 zal kunnen
bijdragen.
Dit voorstel is met algemeene stemmen aangenomen.