No. 168. Woensdag 6 Julij 1864. 4de Jaarg. ALGEMEEN ZEEE WSCH-VIAANDEREI*. ll BERII uaerliji Di,gsda,j, des «o,is ,e„ 6 ure; J. pry, m. 1 M 4 regel, i. 40 ceuU, ,00,cite,, roget meer 10 Wij vernemen dat het Zijne Majesteit onzen geecrbiedigden koning, immer bereid om wel te doen, behaagd heeft, een sprekend be- wijs te geven van zijn levendige belangstelling in de Maatschappij van weldadigheid, door aan die instelling, uit HDz. particuliere fondsen, eene jaarlijkschc bijdrage van 500 toe te leggen. Waar de vorst zbo voorgaat in het ruim on- dersteunen eener hoogst nuttige instelling van algemeene liefdadigkeid, is het zeker te ver- wachtcndat ook vele anderen de helpende hand zullen bieden. Eene ruime ondersteuning wij kunnen het niet genoeg herhalen, is noodig^ wil de Maatschappij van weldadigheid in staat blijven voortdurend ten zegen te verstrekken voor de talrijke verpleegden in hare vrije kolonien. Men leest in den Antwerpschen Precur- seur het volgende uit 's Gravenliage geschreven berigt: „De concessie voor een spoorweg van Woensdrecht in eene regte lijn naar Antwerpen, aangevraagd door de heexen Alexandre Morten's <5* Comp., schijnt bij onze regering goed opge- nomen te worden. De minister heeft eckter gemeend, het verleenen van concessie te moeten uitstellen tot dat de lijn Vlissingen—Goes waaraan thans ijverig wordt gearbeid, voltooid zal zijn." Heg-eling der Schutterijen. Een daartoe strekkend wetsontwerp is thans door den minister van binnenlandsche zaken aan de tweede kamer ingezonden en den 1 dezer in druk verschenen. De hoofdbepalingen van dat wetsontwerp komen hierop neder: Alle mannelijke ingezetenen zijn tot de dienst der schutterijen verpligt van het jaar, volgende op dat, waarin zij hun 21ste jaar zijn ingetreden, tot den dagwaarop zij hun 30ste hebben volbragt. De sterkte der schutterijen bedraagt, in tijd van vrede3 man van elke 200 en, in tijden van gevaar en oorlog, 3 man van elke 100 in- woners in elke gemeente. Voor de ingelijfden bij de schutterijen duurt de diensttijd vijf jaren, en in geen geval langer dan tot het volbrengen van het 30ste jaar, be- houdens de uitzonderingen bij de wet gemaakt. De diensttijd wordt gerekend in te gaan op den 15 Augustus van het jaar der inlijving. Na het volbrengen van den diensttijd gaan zij, die hun 30stejaar nog niet hebben volbragt, naar de reserve over, en zijn zij in tijden van gevaar en oorlog weder oproepbaar. Vrijwillig volbragte dienst bij de schutterij komt in mindering van den verpligten diensttijd. Het staat aan elk vrijzich bij de schutterij volgens de bepalingen dezer wetdoor een ander te doen vervangen. Elk ingezeten, voor de dienst geschikt, doch niet verpligt om bij de schutterij te dienen, kan daarbij als vrijwilliger, doch voor geen korteren diensttijd dan van twee jaren, of, is de schut terij mobiel verklaard, voor zoo lang zij tot dienst ter verdediging des vaderlands is geroe- pen, worden toegelaten. Hij, die als vrijwilliger optreedt, verbindt zich tot alle diensten van de schutterij, waarbij hij als vrijwilliger optrad, gevorderd. De vrijwilligers bij de schutterijen tellen niet mede in de bepaalde sterkte der schutterijen. Voor de schutterij wordt niet ingeschreven: 1°. hij die zich in dienst bevindt bij 'srijks zee- of landmagt; 2°. hij die zich in hechtenis bevindt. Hij, die eerstnahet intreden van zijn 21ste, doch v66r het volbrengen van zijn 30ste jaar in gezeten wordt, is verpligt zich ter inschrijving aan te geven. Daartoe is, zoo het 21ste jaar ingetreden en het 30ste nog niet is volbragt, insgelijks verpligt: 1". hij, die uit de dienst bij 's rijks zee-of land magt ontslagen is; 2". de in vrijheid gestelde gevangene. Vrijstelling van de dienst bij de schutterijen wordt verleend aan: 1°. hem, die kleinerisdan 1,55 el; 2°. hem, die door ziekelijke gesteld- heid of gebreken, voor genezing niet vatbaar, ongeschikt is voor de dienst; 3°. de geestelijken en de bedienaren van de godsdienst bij de kerk- genootschappen; 4°. de lioofden der departemen- ten van algemeen bestuur; 5°. de commissarissen in de provincien; 6°. de burgemeesters der ge- meenten; 7°. de auditeurs bij de schuttersraden 8". de van overheidswege aangestelde loodsen, kulploodsen en loodskweekelingen. Eervol ontslagen officieren van 's rijks zee- en landmagt en der schutterijen, zijn ten alien tijde van de dienst bij de schutterij voorloopig ont- heven, zoolang zij niet in hunnen vorigen of tot hoogeren rang worden benoemd. Beboudens inlijving bij de schutterij zijn van de dienst, in tijd van vrede, ontheven: 1°. zij, die hun diensttijd bij de zeemilitie hebben vol bragt en een behoorlijk paspoort hebben beko- men2°. de leeraren bij de inrigtingen van hooger en middelbaar onderwijs en de hoofdonderwij- zers bij het lager onderwijs; 3°. de vaste ambte- naren en bedienden bij de actieve dienst der posterijen en der telegrapkcn4". (le vaste ambte- naren en bedienden bij de exploitatie der spoor- vvegen; 5°. de directeurs, de commissarissen en de agenten van policie, de geregtsdienaars, de lijks- en gemeente-veldwachters en de van over- heidswege aangestelde nachtwachters in vaste dienst; 6°. de commandanten, de cipiers en de bewaarders in de gevangenissen7°. de binnen- cn buitenvaarders en zeevissckers van beroep; 8°. de studenten in de godgeleerdheidaan erkende inrigtingen van onderwijs tot geeste lijken of bedienaren van de godsdienst bij de kerkgenootschappen opgeleid wordende; 9". zij, die verpleegd worden in eene kolonie van wel dadigheid of in een bedelaarsgestickt zijn opge- nomen. Er zijn twee klassen van oproeping. De eerste klasse is zamenges(eld uit de tot de dienst aan- gewezen schutterpligtigen, die ongehuwd of kin - derloos weduwnaar zijn. De tweede klasse uit de voor de dienst aau- gewezen schutterpligtigen, die geliuwd of we- duwnaars met een of rneer wettige kinderen zijn. De uniformkleeding der schutterijen wordt door den koning bepaald. De rangsteekenen zijn gelijk aan die van het leger. Behalve de leden der mobiele schutterijen, voorziet ieder lid der schutterij zich op eigen kosten van zijne uniformkleeding. In geval van erkend onvermogen om zich, hetzij geheel of gedeeltelijk, de uniformkleeding aan teschaffcn, wordt daarin van wege de gemeente voorzien. De schutterijen worden jaarlijks zestien maal in de krijgsdienst geoefeud. Bovendien worden de niet genoegzaam geoefenden, gedurende hun eerste dienstjaar nog ten hoogste achtmaal gc- oefend. In gemeenten van geringe bevolking kunnen de oefeningen tot acht en de wapenschouwingen tot een in het jaar worden beperkt. Die ge meenten worden door ons aangewezen. De oefeningen worden niet meer dan eenmaal 's weeks, zooveel mogelijk in vereeniging met die der militaire bezetting, in de gemeente aan- wezig, gehouden. Elke oefening duurt niet langer dan twee uren. Behalve de oefeningen, worden over de schut terijen twee wapenschouwingen in het jaar ge houden, waarbij de schutterij eene proef barer bedrevenheid in de krijgsdienst geeft. Officieren, onderofficieren en korporaals der schutterij kunnen tot het kouden van theore- tische oefeningen worden verpligt. Deze oefeningen, door den commandant der schutterij te regelen, worden tusschen den 1 October en den 31 Maart, niet meer dan twee- maal in de maand, telkens niet langer dan twee uren, gclioudcn. Een gedeelte der schutterij in elke gemeente kan voor een bepaaldcn tijd, bij afwisseling, door den commandant tot het brandpiket worden aan gewezen. Hij regclt de verpligtingeu van hen, die tot het brandpiket behooren en houdt bij elke afwisseling over hen eene wapenschouwing In geval van oproerige beweging, van zamen- scholmg of andere stoornis der openbare orde is de schutterij verpligt, op vordering van den ourgemeester, hulp te verleenen. De krachtens de wet van den 11 April 1827 (Slaalsblad no. 17) opgerigte schutterijen, blijven bestaan tot dat de schutterijen, volgens deze wet op te rigten, zijn zamengesteld. Ieder ingezetene, die op den 1 Januarij van net jaar waarin deze wet in werking treedt zijn 21 ste jaar was ingetreden en zijn 29steniet heeft volbragt, geeft zich overeenkomstig art. 13 ter inschrijving aan, onverschillig of hij reeds overeenkomstig de wet van den 11 April 1827 Slaatshlad no. 17) voor de schutterij al dan met ingeschreven of daarbij ingelijfd was. Tot die aangifte is niet gehouden hij, die krachtens de wet van den 11 April 1827 (Slaals- blcd no. 17) onvoormaardelijk is vrijgesteld. Dp alle eerstbedoelde ingeschrevenen zijn de bepalingen dezer wet van toepassing. De reeds bij de schutterij volbragte diensttijd komt in mindering van den diensttijd, krachtens deze wet te volbrengen. Deze wet treedt in werking den 1 Meil865. .A-xel 9 29 Junij. De vierde jaarlijkschc keunngrmgstekingwedren en karddraverij an paaidcn door het bestuur der alhier geves- tigdc Zeeuwsche 1 ereemcjincj tot verbelerinfj van het paaidenrasonder beschermheerschap van Z. M. den Koning uitgesckrevenhad heden alhier in de beste orde plants. Het weder, dat zich eerst ongunstig voor- deederbeterde aldra en het schoone fcest dat door ruim lien duizend van wijd en zijd toegestroomde aanschouwers word bezochtmogt tot aller genoegen gunstig afloopen. Niet wei nig werd het feest geanimeerd door de vereerende tegenwoordigheid van den beer corumissaris des konings in deze provincie, die welwillend het door het bestuur hem aangeboden eere-voorzitter- schap der vereeniging had aangenomenterwijl door een tal van prachtige rijtuigen en schoone dames en door zeven muzijkgezelschappen(die van Axel, Neuzen, Zaamslag, KoewachtStop- pcldijkSelzaete en Moerbeke waren opgeko men), hetzelve luister en vrolijkheid werd bij gezet. I en 12 ure nam het fcest een aanvang met de keuring van paarden De eerste pry s van /'25 voor de schoonste merrie methaar veulen afkomstig van den hengst der vereenigingWil- lem werd toegekend aan Dominicus van Putlc landbouwer te Koewachtde tweede prijs van f 15 voor de schoonste door denzelven gedekte merrie, aan Josephus van Had silandbouwer te Philippinede derde prijs van f 15 voor het grootste aantal merrien met kunne veulens, af komstig van gemelden hengst, aan G. G. Galle landbouwer te Axel. Bij de daarop gevolgde ringsteking werd de eerste prijseen zilveren horlogiebehaald door Eduardus Morraslandbouwersknecht te Hon- tenissede tweede prijseen zilveren korlogie- ketting, door/'7. Machielsen, landbouwer te Hulst de derde prijseen zilveren cachet en sleutel door L. de Guijlenaerclandbouwersknecht te Westdorpe, en de vierde prijs, een zilveren si- garenpijpdoor Felix Heijmanlandbouwers knecht te Hontenisse. Bij den wedren voor paarden van alien 011- derdom, (raspaarden en zoogenaamde heeren- paarden uitgeslotenwerd de prijs van f 80, geschonken door heeren commissarissen der ver eeniging behaald door Dominicus Casleelsbe- rijdende het paard van den heer A. A. van Ilaelstte Zuiddorpe(de baan van 1000 ellen werd in 1 minuut 22 sec. afgelegd.) Bij de harddraverij voor bereden paarden, (raspaarden en zoogenaamde heerenpaarden uit geslotenwerd de eerste prijs van f 30 behaald door het paard van Petriis de Viiegherte Koe wacht door hem zelven bcrcdende tweede vallen en te vervangen door het volgende: vallcn zijn. verboden is, iets anders bij de vervaardigfng te Nieuws- en Advertentieblad X./MC VI -0 I

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1864 | | pagina 1