T 0 L Ii I] F F I X G. In de zilling van de Stated van Zeelaiul, van den 9 November 1855is nitgtebi agt bet navolgend Algemeen Versing der Commissie van Rapporteurs nil de afdeelingen van de Provinciate Staten van Zealand, van het verhandelde met betrekking lot hct voorstel van Gedeputeerde Staten, tot aftvijzing van de adressen van eenige ingezelenen van het Adc en Me district derprovinciehoudende bczwaren tegen de heffing der tollen. In tie onderscheidene afdeelingen waarin 55 leden tegenwoordig waren zijn de drie punten van hel voorslel, naar aanleiding van het drieledig ver zoek opvolgend behandejd. In twee afdeelingen is men algemeen van oordcel geweestdal hel verzoek om een adres aan de hoogc regering in le dienen lot afschafling van alle rijks—tollen en dat om de provinciale tollen op le heffen voor het tegenwoordige voor geene inwilliging valhaar zijn hebbende echler£enlid der tweede afdeeling zich verklaard voor eene ophcffing der tollen in het algemeen doch even als in verschillende deelen der provincie reeds plants heeft alleen bij wijze van afkoop. Ook in de derde afdeeling was de grootc meer- derheid ongenegen om voor het tegenwoordige een adres lot afschaffing van rijks-tollen in te dienen. Twee leden echter van laatslvermeldc afdeeling hebben aangemerktdat de beweeggrond door gedeputeerde staten aangevoerd tegen zoodanig adres, in zooverre zulks afhankclijk werd gesleld van eene voorafgaande afschafling der provinciale tollen minder juist kon worden geachldaar hel in elk gcval voldoende scheen dal de afschafling van rijks-tollen werd gcvraagd en gplijktijdig l($ afschalTmg der provinciale tollen besloten voor hct geval dat de rijks-lollen werden opgeheven. Wat hel tweede punt aangaat, zulks is in de derde afdeeling nicer breedvoerig besproken en zes tegen vijf leden verklaarden zich ten slo.tte voor eene algemeene ophefTmg van provinciale tollen. De minderheid dier afdeeling die zich ook op dit punt met het voorstel van gedeputeerde staten vereenigde heeft hoofdzakelijk aangevoerd A. Dal hct onreglvaardig zou wezen met hel oog op den eigenaardigen loesland van Zeeland met betrekking lot den aanleg en hel onderhoud der meesle hoofdwegen om de provinciale tollen op le heflen daar zulks voornamelijk zou slrekkcn ten voordeele van de naasle belunghebhendcn bij de in de laatstcjarcn verbetcrde wegen in de kan- tons Oostburg Sluis Hidst en Axel. Men beriep zich op hel voorbeeld van Zuid-Be- veland waar een centraal bcsluur beslond be- schikkende over een middel voor slraten en wegen, door de grondeigenaars van dat eiland jaarlijks o|igebragtwaardoor de wegen in dat eiland wor den onderhouden, builcn liezwaar der provinciale kas en waaruit zelfs de tollen op den grooten rijksweg van Yersehendam naar hel Sloe jaarlijks worden afgekochl. Ook wees men op den jaarlijk- schen afkoop der tollen in Didvclandop den pro- vincialen weg van Zxerikzec naar Zijpe door by dragen van de helanghebbende gcmeenlen terwijl eindelijk werd herinnerd aan de geldlcening van f 220,000, groolendeels ten lasle van de provincie genomen als tcr goeder trouw aangegaan doch waarvan de opbrengsl heeft geslrekt uilsluitend voor wegen in opgeinelde kantons, meenende men, dal deze billijkheidshalve wel door middel van tollen mogten bijdragen om allhans gedeellelijk in het onderhoud van die verbetcrde wegen le voorzien. De minderheid voerde nog aan dal het gevolg van de inwilliging van het verzoek zoude wezen dat andere hoofdwegen zouden blijven ten Iaste van de naaste belanghebbenden en dat die in de ge- noemde kantons uilsluitend zouden komen ten lasle van de provincie. A1 gaf men toe merkle nog een lid aan, dat er vroeger beginselloos was gehan- deld men moest de gevolgen van den legenwoor- digen loestand dan toch dragen, en vieldaaraan niet meer te veranderen. Eindelijk gaf men in overweging om bijaldien de ingezelenen in de betrokken kantons zich zoo zcer bezwaard gevoelden door de heffing der tollen, de gemeenleraden zouden kunnen besluiten om even als in Duivelandde tollen jaarlijks af le koopen. B. Demeerderheid heeft die beweringen weder- sproken. Zij verzette zich ten stcrkste tegen de opvaltiug als zoude in meergenoemde kantons eene slrekking bestaan om eenen last van hunne schouders le wcrpen ten bezwarc van andere dee len der provincie. Zij betreurdc heldat enkele uitdrukkingen in hel voorslel van gedeputeerde staten aanleiding konden geven tot die opvatting. Wiuineer men Ir 11c op 1G der. memorie gevoegd bij het ondei havige adres, dan scheen zulks ook geenszins in de bedoeling van adrcssanten te liggen. Bij die loch werd voorgesleld om 1 opcenl le heffen op de hoofdsom der directe belastingen, veel nicer opbrengende dan de f 5500, waarop de tollen voor 1855 zijn geraamd en met hct blijk- barc doe)om een evenredig aandeel in die meer- dere opbrengsl als subsidie toe te kennen voor het onderhoud van andere hoofdwegen in de overigo gedeelten van Zeeland. Nimmer zou men mogen loeslemmen in eene on- reglvaardigheid zoo als zou zijn gelegen in hel fiezwaren van het eene deel der provincie ten voor deele van hel andere dan menineendo, dat, bij eene vervanging der provinciale tollen op den aan- gegeven voetdaaraan dan ook niet viel te denken, en dat het toch zeer hard moest worden geacht dat een overigens goed beginsel (dal van vrij ver- voer geene toepassing zou kunnen erlangen omdat in somtnige deelen der provincie zich een historische tocsland had onlwikkeld die, uit hel oogpunl van pns tegenwoordig slaatsregl, niet ge- heel wel tig mogl worden genoemd. Het voorbeeld van Zuid-Beveland loch kon niet elders worden nagevolgd daar de heffing van het middel van slraten en wegen aldaar niet zonder zcer gegronde bedenking scheen. Ook verkeerden de leden die zich met gedepu teerde staten beriepen opdeleening van/^(bOOO, in eene dwaling als zij meenden dal een soorl- gelijke maalregel niet meermalen had [ilaats gehad. In 1823 of daaromtrenl is loch eene leening van ^290,000 aangegaan groolendeels besteed voor wegen op de eilanden en de aflossing en renten daarvan waren deslijds ook beslreden zooals be- hoorde door provinciale belastingen opgebragt door alle ingezelenen van Zeeland. Later waren dcrgelijke maalregelen op kleiner schaal herhaald, en er scheen alzoo niets exceplionneels plaats te hebben wanneer men nu denzelfden weg be- wandelde. De leden, wier gevoelen thans word t ontwikkeld, en die slechts verlangen, om, zonder bezwaar van anderen, aan de ingezetenen in de betrokken kan tons hel voorregt van vrij vervoer over de wegen le zien verzekerd, in gelijkheid met die in de overige gedeelten van dit gewesl, hebben voorls te kennen gegeven, dat hel middel van jaarlijkschen afkoop der provinciale tollen, door bijdragen van al de ge- meentcn in de kantons Oostburg SitusHulsl en Axel, in den gegeven' loestand niet zou baten, daar dezelfde strijd over meer en minder belang bij dien afkoop tusschen de gemeenlen onderling zou be staan, en niet ligt een gemeeulebesluur zich zou opwerpen, om het iniliatief lot dergelijken alge- meenen maalregel te nemcn. Men durfde naau- welijks hopen, dat een gezamcnlijk overleg van de vele betrokken gemeenlebesluren lot eene ge- wensclite uilkomsl zou leiden zelfs al werd door gedeputeerde staten daarloe eene uitnoodiging aan de onderscheidene gemeentebesturen gerigt. Het middel van afkoop scheen der meerderheid alzoo toe, in den gegeven loestand, niet uitvoerlijk le zijn. Ten opzigte van de leening van /"290,000, voerde een lid der minderheid nog aan, dat gedurende die leening de tollen werden afgekochl even als nu, uit bijzondere middelen, daartoe plaatselijk aanwezig, en dat alzoo nu slechts hetzelfde van de gemeenten in de betrokken kantons zou worden gevorderd. Wat het derde punt aangaat, heeft alleen de tweede afdeeling geene bedenking tegen hel voor slel van gedeputeerde staten. In de eersle afdeeling was de meerderheid van oordceldat heeren gedeputeerde staten moeslen worden uitgenoodigd, tot hel instellen van een na- der onderzoek in hoe verre hel tarief voor alge meene vermindering vatbaar is, en daarvan in de eerslkomende zomer-vergadering verslag uit le brengen, milsgaders zoodanige voorslellen, daar loe belrekkelijk, ledoen, als zij zullen oordeelen te behooren. In de derde afdeeling verzette zich dezelfde min derheid van vijf leden die zich voor het voorslel van gedeputeerde staler) tot afwijzing ook van hel tweede lid van hel adres heeft verklaard, tegen eene herziening van het lollarief, wanneer die herzieningzou moelen geschieden met het nu reeds uitgedrukle doelom de tollen le verminderen. Die minderheid kon dan alleen het gevoelen der meerderheid dezer afdeeling om hel toltarief le herzien met het doel om de tollen le verminderen, deelen wanneer een nader onderzoek door ge deputeerde staten in le stellen lot uitkomst mogt hebben dal zoodanige vermindering werd gevor derd door de billijkheid en hel provinciaal belang, wat haar nog niet voldingend bewezen loescheen, Bleef die meerderheid hechten aan eene herziening, met hel verklaarde doel om do tollen le verlagen danhechltede minderheid zich aan het voorstel van gedeputeerde staten, om ook het derde deel van hel drieledig verzoek af te wijzen doch begeerde men een nader onderzoek naar bczwaren door de meerderheid gcopperd, en eene geheele herziening van de zaak der provinciale tollen in het alge meen, dan zouden ook verscheidene leden der min derheid zich daartcgen niet verzellen. De meerderheid der derde afdeeling heeft hare redenen tol eene herziening van hel loltarief, met aanhouding van eene beschikking op hct adres tot eene volgende vergadering, doen gelden op de volgende wijze Z,ij herinnerde daarloe de beweeggronden, aan gevoerd in de memoriebij het ingeleverdc adres gevoegd en wees vooral op drie punten die iiiderdaad onderzoek schenen le vorderen. a. De wetligheid van do helling der tollen scheen aan de meerderheid toe boven alle beden king te moeten worden gesleld en de gronden voor de onregelmatige wijze van heffing aange voerd, in vergelijking met die der steigergelden door gedeputeerde staten zelve met tollen gelijk- gesleid waren niet wedersproken. b. Het tarief der tollen, zooals het nu bestond, gaf aanleiding tot onbillijkheid. De toepassing daarvan veroorzaakle toch eene builengewono hoogle op somtnige wegen van mindere lengte, en eene onevenredigheid, die dagelijkscho klagten le weeg bragt. Zoo betaalde men een gelijk bedrag van tollen op eenen weg van 2280 el van Groede naar Nicitwvlielals op den weg van Oostburg naar Zuidzande lang 5100 el. Men scheen iederen afstand van minder dan 1125 el te hebben gerekend voor en gelijk gesleld met eenen afstand van 1125 el, en de billijkheid loch scheen mede te brengen, om in mindere lengte dan bij voorbeeld de helfl van 1125 el, geene reden lot verhooging te zoeken. Ook merkle een lid aan, dat vrijdom bestond voor landbouw-voorlbrengselen van den laalslen tol nabij eene marktplaats, inuners op den markt- dag en dat die vrijdom elders genolen, slechts zelden in vele gedeelten van Zeeland kon worden verkregen, omdat zeer vele producten le water moeslen worden vervoerd naar eene der groote markten in A'edcrland terwijl alsdan geen vrijdom werd genolen van den tol nabij hel naastgelegen veer. c. Een derde punt, waarop zeer werd gewezen, en dat nader onderzoek schijnt le verdienen, was het beweren dat men zich bij de vaslslelling van het tegenwoordig tarief zou hebben vergist in zoo verre men had beoogd het bedrag der pro vinciale tollen le stellen beneden dat der rijks- tollen. Men wees opeene mededeeling van gedeputeerde staten, te vinden in eene bijlage F, bladz. 27 der nolulen van 1852 volgens welke de regel voor den afstand van rijks-lolpalen 5555 el of een uur gaans is, doch dat in Zeeland die lolpalen slechts op 4000 el afslands zouden staan. Men heeft gevonden een koninklijk besluit van den 15 February 1S1G, n.° 46 voor de wegen in de zuidelijke provincien, op- genomen in het bijvoegscl van hct Slaatsblad van 1816lste stuk bladz. 12 dalnaar verzekering in de bureaux der provinciale griflie gegeven bij besluit van den 16 Maarl 1816, n.° 55, zou loepas- selijk zijn verklaard op de wegen der noordelijke provincien bij welk besluit van 13 February 1816 is vastgesleld een afstand tusschen de lolpalen on derling van een uur, omlrent 5000 el, zooals in dat besluit staal uitgedrukl. Naar dien maatstafzijn de provinciale tollen, die tclkens op 4500 el worden geheven, alzoo hooger dan de rijks-tollen, terwijl men bij de vaststelling heeft verklaard een eenig- zins lager tarief le bedoelen. Builendieu vond men hel onbillijk, wanneer de rijks-lollen in Zeeland op 4000 el afslands werden geheven en in andere provincien op 5000 a 5555 el, en schenen er alsdan termen te zijn, om op het verkrijgen van gelijkslelling aan te dringen to meer daar de tollen thans hooger zijn dan in het naburige Belgie, zoodat, wanneer men uit Zeeland in dal rijk langs straalwegen binnenkomlhel ver- schil lelkens in het oog valt. Is de regelzeide men eindelijk dat de lolpalen op rijkswegen staan op 5555 elen dal dezelve in Zeeland, bij uilzondering, op 4000 el zijn geplaalst, dan leverde zoodanige voor dit gewest nadeelige uitzondering geenen geschiklen maalslafop, om daarnaar de provinciale tollen le regelen, en scheen het veeleer gepast, die regeling te gronden op den maalstaf, elders voor de rijkstollen aangenomen. Aldus vastgesleld door de Commissie van Rap porteurs voornoemd den 8 November 1855. {get.) HAMMACHER. BOEIJE. BACIIIENE. In ovcrcenslemming met dit verslag is, onder afwijzing van de adressen, zooals zij liggen, even- wel besloten tot een nader onderzoek, door gedepu teerde staten into stellen, ten einde ten opzigte van de geopperde bezwaren een nader voorstel to doen in de zomer-vergadering van 1856. TE NEUZEN, TER DRUKKERIJ VAN C. W. OVERBEEKE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1855 | | pagina 4