1. De Adviescommissie voor de Sociale culturele Infrastructuur houdt zich momen
teel voornamenlijk bezig met grote kapitaalwerken als zwembaden, sportvel
den e.d.
Door de watersnoodramp in 1953 moesten vele gemeenten geheel of gedeeltelijk
worden herbouwd. Met financiële medewerking van het Rampenfonds, gemeen
ten en particulier initiatief hebben toen vele kleinere plaatsen een redelijk
dorpshuis of verenigingsgebouw gekregen. Totaal werd 1.125.000,geïn
vesteerd.
2. Een van de voornaamste terreinen is wel de recreatie. Er is inmiddels een pro
vinciale recreatiecommissie ingesteld, die zal trachten een planmatige ontwikke
ling tot stand te doen komen. Dat deze commissie noodzakelijk is, blijkt uit de
vloedgolf van toeristen. Blijkens mededelingen van de V.V.V. was het aantal
overnachtingen in 1962 circa 2.700.000. Voor 1965 is het nu al bekend gezien
de vele binnengekomen aanvragen dat het aantal belangrijk hoger zal zijn.
Het is dan ook te verwachten, dat de prognose van 5.000.000 overnachtingen in
1972 achterhaald zal worden. Een aardig voorbeeld van elkander vinden op het
gebied van de recreatie vormen de protestantse samenwerkingsorganen. In
gezamenlijk verband hield een aantal gemeenten om het Veerse meer bespre
kingen. De plaatselijke gemeenschappen werden geattendeerd en geactiveerd.
Naar het voorbeeld in Zwitserland werd besloten om het kerkje van Wol-
phaartsdijk wit te verven, waardoor de toeristen 's zondags de kerk gemakkelijk
zouden vinden. Ook de Katholieke Raad is druk bezig met de toeristenzielzorg.
Deze Raad is nauw betrokken bij het plannen van de toeristenkerken langs
de kust.
3. Langs de grens worden de eerste contacten gelegd om te komen tot grotere
uitwisselingsmogelijkheden met België.
4. Welzijnsorganisaties zijn er in Zeeland nog niet. Een aanzet is er in de zak van
Zuid-Beveland. Onlangs is hier een socioloog benoemd, waardoor ook hier
nieuwe ontwikkelingen te verwachten zijn.
5. In Walcheren, Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen is men druk bezig met het
maken van plannen van herindeling van de gemeenten. Hier wreekt zich de
betrekkelijk kleine bestuurskracht van de gemeenten die zich met grote pro
jecten en ontwikkelingen moeten bezig houden.
6. Ook de organisatie en planning van de bejaardenzorg staan in het centrum van
de belangstelling. Met 12% bejaarden behoort Zeeland tot de hoogste percen
tages in Nederland. Verscheidene bejaardentehuizen zijn gebouwd of in aan
bouw. Met dienstencentra is men eveneens bezig. Te Axel en Souburg zullen
de eerste palen voor een dergelijk centrum worden geslagen.
7. Eveneens is de belangstelling bij de gemeentebesturen gewekt voor de bouw
van één of meerdere regionale woonwagenkampen in Zeeland. In Zeeuws-
Vlaanderen is uit de burgemeesters een studie-commissie benoemd ter bestu
dering van dit plan.
Uit het voorgaande blijkt dat Zeeland ook op sociaal terrein in beweging is.
De structurele veranderingen zullen ongetwijfeld ook van invloed zijn op de levens
stijl van de bevolking. De bevolking neemt over het algemeen een vrij afwachtende
houding aan. Er kan niet direct gesproken worden van enorm snelle veranderingen.
De ontwikkelingen op indusrieel en technisch gebied voltrekken zich geleidelijk.
Algehele planning en het aanwezig zijn van voldoende kader zal voorwaarde zijn
om Zeeland ook op maatschappelijk terrein verder te ontwikkelen. Veel aandacht
zal gegeven moeten worden aan de talrijke kleine gemeenschappen, die met moeite
de minimum leefbaarheid kunnen halen. Drs. M. C. Verburg, directeur van het
Zeeuwse Economisch Technisch Instituut, zegt in zijn publicatie „Het Deltaplan"
(1962): „Hoewel er een verlokkende tendens in de levensgewoonte zal komen, is er
een sterke kracht die tegenwerkt, n.l. dat het Deltagebied als platteland weinig
mensen van elders importeert of zal gaan importeren. Het provinciaal plattelands
type zal wel veranderen, maar geen product worden van de smeltkroes, zoals de
stedelijke bevolking."
10