Buitenland.
Binnenland.
•worden, aan deugnieten en vagebonden,
dan zouden we moeten zwijgen.
Inlusschen dit stelsel zal steeds zijne voor
standers blijven vinden en dit verschijnsel
pleit voor den edelen kern die in het
meusehelijk hart. ligt, het zal wellicht
soms armoede kunnen voorkomen maar is,
daarover zijn bijna allen het eens, als stelsel
geheel onbestaanbaar, zonder een geregeld
stelsel van armenverzorging naast zich.
Als de meest aanbevelenswaardige armen
verzorging wordt, door sommigen aangepre
zen, de liefdadigheid uitgeoefend door de
Kerk uit vrijwillig bijeengebrachte liefde
gaven, volgens de beginselen dus van het
tweede stelsel door ons aangehaald.
Zij blift het werk der liefde,maar kan de
klip vermijden waarop het eerste stelsel dik
wijls zal moeten stouten en bedeeling aan
onwaardigen vermijden omdat er overleg
orde en regelmaat, bij zal kunnen worden in
acht genomen. Tegen haar is aangevoerd
dat zij onpractiseli werken zal, daar de
regelen die voorgeschreven zijn ten einde de
bestuurders van de giften der Kerk onder
verantwoordelijkheid te stellen, dezen zul
len beletten om altijd de verscheidenheid der
behoeften te beoordeeleu cn daarnaar de be
deeling te regelen; bovendien vreest men
voor liefdeloosheid in de behandeling der
armen, men voorziet een streven om soms
teiuimtc bedeelen en daardoor bevordering
van luiheid en spilzuchtanderen wijzen er
niet zonder grond op, hoe instellingen van
liefdadigheid soms uit kleingeestigheid en
liefdeloosheid do grenzen barer werkzaam
heid zóó eng mogelijk beperken en hoe de
armen bet slachtoffer worden van den strijd
tusschen de bestuurders dier instellingen,
zij zijn bevreesd dat ook do Kerk in hare
bedeeling aan dat euvel mank zal gaan.
Men begrijpo ons wel, wij geven slechts
aan wat tegen de stelsels wordt aangevoerd
cn hoe men ze verdedigt, zóó willen we
op dezelfde wijze oenig breeder onderzoek
wijden aan het voornaamste stelsel dat
der Staats-armenzorg, eindelijk aan het
gemengde stelsel en besluiten met het aan
geven van eenige beginselen van armenzorg,
zooals die door onze bes'e Staathuishoud
kundigen als heilzaam en uitvoerbaar wor
den aangeprezen.
B e 1 g i e.
De Koning van Belgie heeft op 1 Jan.
hij de deputaties van den Senaat en de
Kamer er sterk op aangedrongen dat
men zich moest voorbereiden om in 1880
de 50e verjaring van de grondlegging
der nationale onafhankelijkheid schitterend
to vieren.
Het Journal de Bruxelles meldt, dat
revolutionaire liederen bij hoopen onder de
grèvisten in Henegouwen worden uitgedeeld.
Deze liederen worden overal gezongen.
Ouder de arbeiders der kolenmijnen
de la Louvióre in Henegouwen zijn onlus
ten uitgebroken Reeds zijn geweerschoten
gewisseld. Het garnizoen van Bergen is
onmiddelijk naar liet tooneel van de on
lusten uitgerukt.
F r a n k r ij k.
Te Havre, waar de bekende diereu-
temmer Bidel tegenwoordig voorstellingen
geeft, had Woensdag hij eene daarvan oen
treffend schouwspel plaats. Op liet oogen-
blik dat al de wilde beesten in liet groote
toonoelliok vcreenigd waren en Bidel een
schaap legdo op den rug zijner leeuwin,
sprong een leeuw uit het Atlas-gebergte,
niet lang geleden in een val gevangen,
onverhoeds op het onnoozele dier toe en
nam het in zijnen muil op, in woede te
midden der overige hokgenooten terug
springende. Er was geen seconde te ver
liezen. De geringste aarzeling, welke het
woest instinct der dieren tijd zou gunnen
om zich te verlevendigen, zou noodlottige
gevolgen hebben gehad. Bidel snelde naai
den oproerigen leeuw, bracht hem een
geweldigen slag op den muil toe, hem
aldus noodzakende zijne prooi te laten
vallen. Voorts, met blikken en gebaren
alles om zich heen in bedwang houdende,
herstelde hij de verbroken orde ouder de
daverende toejuichingen der aanschouwers,
die van angst den adem hadden ingehouden.
Daarop deed de temmer den bovenbedoel
den leeuw in zijne eigen kooi teruggaan,
maar op het oogenblik, dat hij de deur
sloot, deed hot dier een nieuwen sprong,
als wilde het hem te lijf. Bidel keerde
in het hok terug en diende hem cene ge
duchte kastijding toe. Wederom echter
sprong het dier toen hij zich verwijderde
op hem los; voor de tweede maal trad
de onverschrokken temmer op hem toe
en ditmaal kroop de leeuw sidderend in
een hoek, om zich niet meer te verroeren.
In eene bijeenkomst van werklieden
te Parijs is de gezel Godfrin (hij is kleer
makersgezel) vanwege de arbeiders candi-
daat gesteld voar den Senaat in het ar
rondissement der Seine. Een schoen- en
een sleutelmaker waren de mededingers
van Godfrin.
De wervingen voor het Nederl.-
Indisehe leger in Frankrijk trekken do
aandacht der Fransche Regeering. De po
litie heeft een onderzoek omtrent deze zaak
ingesteld en uit het rapport, door haar
ingediend, blijkt dal op de onbesehaamd-
ste wijs de lieden worden uitgelokt voor
Atchin te teekenen.
In publieke uitnoodigingen heet liet bv.
seen verzekering voor het leven, met hand
gift bij liet toekenen en een pensioen na
zes jaren dienst" of aan elk vrij, gezond
persoon wordt aangeboden een premie van
G00 frs., 300 a 500 frs. lijfrente, reis
geld heen en terug van Parijs naar Ba
tavia, kleeding en logies.
Inlichtingen zijn te verkrijgen bij den
lieer De Wampe, rue de Cléry te Parijs.
In andere oproepingen wordt gezegd,
dat liet Nederlandsche gouvernement hen,
die niet tegen het klimaat kunnen, terug
zal zenden op kosten van den Staat, enz.
Gedurende 18?5 hebben een dui
zendtal Fransclien voor den dienst in
Nederlandsch-Indië geteekend.
De Regeeritig heeft eindelijk een ver
volging tegen de wervers ingesteld. Een
hunner, de lieer Wampe beweerde uit
louter mensclilievendheid gehandeld te
hebben. Hij wilde de liedon, die geieed
stonden oen zelfmoord of misdaad te be
gaan, behoeden voor hun ondergang. Des
niettegenstaande werd hij veroordeeld tot
500 frs. en zijn beide helpers de een tot
300 frs. de ander tot 50 frs. boete.
Süsiiss, 6 Januari.
In het jaar 1875 werden door het tele
graafkantoor alhier behandeld 2533 tele
grammen tegen 2527 in 1874.
Den 28 December 1875 heeft de ar-
dissements rechtbank te Zierikzee de volgende
aanbevelingslijst opgemaakt voor de betrek
king van kantonrechter aldaar te weten
Jhr. mr. L. van Citters. substituut-griffier
bij die rechtbank; mr. E. A. E. v. d. Kemp,
kantonrechter te Sluis en mr. W. A. Dol
leman, griffier hij het kantongerecht te
Schagen.
De verpachting der tollen, die den 31
December 1875 te Oostburg ten overstaan van
den Notaris Le Nobel plaats had, kenmerkte
zich door eene niet onbelangrijke verliooging
van de pachtsommen.
De jaarlijksclie opbrengstbedroeg namelijk
bij de zesjaarsche verpachting van 1 Mei 1870
voor tol N". 1 te Groede 1250 tegen/1550
voor het tijdvak van 1 Mei 1876 tot 1 Mei
1882.
Die van tol N'. 2 te Schoondijke ƒ010 tegen
ƒ770 in 1875.
Die van tol N". 4 te Aardenburg 1200 te
gen ƒ1310.
Die van tol N". 5 te Eede 810 tegen ƒ990.
terwijl tol N". 3 te Oostburg tegen ƒ1230
bij de vorige gunning iu 1873 thans ƒ1620
opbracht.
Een bij de regeering ontvangen tele
gram nit Atchin van den 27 Decb. jl. meldt,
dat de operaties tegen de 6 Moekims een aan
vang hebben genomen. Drie colonnes waren
tegen den vijand uitgerukt en hadden de vij
andelijke stellingen Mibauw genomen. De
operaties werden voortgezet.
Volgens een bij de regeering ontvan
gen telegram uit Atchin van den 31 De
cember jl. zijn Keta-pandoea, Looiig en
Djempit met weinig of geen weerstand ge
nomen en door onze troepen bezet. Te Lam-
haran echter hebben zij ernstigen tegenstand
ontmoet. De geest onder onze troepen is uit
muntend en de gezondheidstoestand gunstig,
behalve onder de Barissans. Vier man zijnge-
sneuveld, de luitenants Ailkema, Verliofsta-
den en Alm werden gewond. Simpangolim en
Tandjong hellen tot onderwerping over.
(St. Ct.)
Wij vernemen, dat in eene in de af-
geloopene week te Oostburg gehoudene al-
gemeene vergadering van afgevaardigden
der polders, deelmakende van het waterschap
der Sluis aan de Wielingen, aan het uit
voerend bestuur van dat waterschap met
algemeene stemmen de machtiging is ver
leend, om van den Staat der Nederlanden
in beheer en onderhoud, met zijne voor-
en nadeelen, over te nemen de zeesluis aan
de Wielingen, met liet kanaal daarheen,
dat aan Bakkersdam begint, en voorts alle
de met dit een en ander in verband staande
kunstwerken, dijken en wegen.
Men bericht ons tegelijkertijd, dat door
het bestuur reeds eenige waterschaps-be-
ambten zijn benoemd, namelijk tot dijks-
opzichter 1. van de Velde opzichter van
werken thans te Middelburg woonachtig, en
tot sluiswachter I. van den Broecke, to
Kadzand woonachtig.
Gedurende het afgeloopen jaar zijn
van het koloniaal werfdepot naar Oost-In-
die geëxpedieerd 21 detachementen supple
tietroepen der gezamelijke sterkte van 4350'
man, waaronder 167 onderofficieren. Het
buitengewoon contingent was bepaald op
3000 man. Naar West-Indie twee detache
menten waarvan één naar Suriname,
sterk 51 man waaronder een onderofficier en
één naar Curasao, sterk 79 man insgelijks
met begrip van een onderofficier.
Het contingent suppletietroepen, dat in
1876 naar Nederlandsch-Indië zal worden
uitgezonden, is vastgesteld op 2000 man
naar Oost- en 106 man naar West-Indië.
Met liet oog op de oorlogzuchtige geruchten
uit 'Venuezuela dat namelijk Venezuela de
vordering van Nederland heeft van de hand
gewezen, zich versterkt en ten oorlog toerust
en zelfc Curasao bedreigt, zon dit laatste cij
fer wel eens wijzigingen kunnen ondergaan.
Naar men verneemt wordt ook voor
de portefeuille van oorlog genoemd de ko
lonel N. Van Willes, kommandant van het
7e reg. inf. te Amsterdam, die hoven en
behalve dat hij uitgebreide militaire kun
digheden bezit, gedurende acht jaren aan
het Departement van Oorlog werkzaam was
en derhalve met de gebreken van het ad
ministratief raderwerk volkomen bekend is.
Geen politiek persoon zijnde en niet van
redenaarstalent ontbloot, zonde deze keuze
misschien wel eindelijk eene goede kun
nen zijn. UD.)
De gepensioneerde majoor van hei
Indische leger Steek, te Dresden, beschul
digd van het aanmoedigen tot dienstneming
in hetNedeiiandseh-Indische leger heeft zich
door de vlucht aan verdere vervolging ont
trokken. Zijn medebeschuldigde Schwarz,
bevindt zich in handen der politie.
De majoor zal zich waarschijnlijk in Ne
derland vestigen.
Z. M. heeft bij het wapen der inf. van
het leger in Ned. Indie benoemd tot 2n luit.
de serg. H. P. Willemstijn én C. T. Von Geu-
sau, beiden van het iristructiebat.; G. D. Van
Epen, van het 5e, en G. P. Wijnmalen bene
vens H. M. Sloot, beiden van bet 6e reg. inf.;
M. F. Blaanw en F. J. Erdtsiek, beiden van