de stem Columbo stuntelt weer E R E DIT I El Tv-journalistiek als amusement 9 A Over Tao en Dow i A Patrick Hoolihan deste Wijnen v ZATERDAGI OI 13 AUGUSTUS 198810 Spion Columbo Schlemiel Afwijkend Eigen VIP liggen lezen Veelbelovend Nachtkaars losse flodders Madrigal Macaronique Het oog van de meester Cruche brisante, cruche éclatante Grafschrift Lieve lezers Eerst pit Suske en Wiske mm rrrr oes- Columbo, zowat de sjofelste antl-held die ooit op het kleine scherm Is verschenen foto archief de stem Van onze rtv-redactle De schlemielige tv-inspecteur Columbo stuntelt weer op het scherm. Op BRT 1 zijn deze week van dinsdag tot en met vrijdag elke dag om 16.00 uur afleveringen van Columbo te zien. Ongetwij feld tot genoegen van de vele fans van deze onhandige, maar uit eindelijk altijd slimme politieman, onsterfelijk gemaakt door de ac teur Peter Falk. Dank zij Columbo is Peter Falk een van de best betaalde televisie acteurs in de geschiedenis. Per 4 afleveringen kreeg hij de ronde som van 2 miljoen dollar. Toch heeft het er lang naar uit gezien dat voor Peter Falk geen loopbaan als acteur was weggelegd. Driejaar na zijn geboorte op 16 september 1927, werd zijn rech teroog verwijderd, wegens een kwaadaardige tumor. Op 16-jarige leeftijd stond hij nu en dan op de planken. Maar om geld te verdie nen het Falk zich aanmonsteren bij de koopvaardijvloot als kok en maakte twee wereldreizen. Terug aan wal besloot hij wat te studeren en behaalde graden in politieke en administratieve wetenschappen. In '52 solliciteerde Falk bij de CIA. Hij wou spion worden. De man die hem te woord stond ging een paar gegevens checken en barstte bij zijn terugkeer in een onbedaarlijk lachen uit. Falk bleek genoteerd te staan als »U: TJ" 1__ JyjJjau. Joegosla- olgens de CIA-man, alleen als jé lid was van de rode scheepsvakbond. Geen spionage dus voor Falk, die dan maar in de administratie ging wer ken. kans op Broadway. Hij maakte er zijn debuut in 'St.-Joan' van :apte koosde acteur van John Cassavetes en speelde hoofdrollen iridiens OP G.B. Shaw. Later stapte hij over naar de film. Hij werd de gelief- Zijn sluimerend acteertalent brak weer door en hij waagde zijn qt»c nn RrAQrltttott T-ïii ntoolrfo zljll 'Cl Tna«' ham aar de en spe 'Husbands' en 'A Woman under the influence'. Verder was hij nog te zien in 'A Pocketful of Miracles' van Ca- pra, 'Anzio' en "The Cheap Detective'. Spoedig begon Falk ook voor televisie en trad als gastacteur op in alle grote programma's. De tv-kijkers kennen Peter Falk in de eerste plaats als de poltiein- specteur Columbo, zowat de sjofelste anti-held die ooit op het ldeine scherm is verschenen. Columbo ziet er alles behalve snugger uit: zijn verfomfaaide kledij, waarvan het opvallendst slordige stuk een volkomen versleten en eeuwig gedragen regenjas is, onder streept die indruk van zieligheid. Columbo's tegenstanders, stuk voor stuk briljante misdaadgenieën, zijn door de aanblik van de weinig imponerende politieman meteen gerustgesteld. Ze weten dat deze man een sukkel is. Ze vergissen zich: onder het uiterlijk van de schlemiel schuilt de schitterendste geest die een politiekorps ooit tot de zijne heeft mo gen rekenen. Hoe ingewikkeld de misdadige plannen van de ver dorven breinen ook zijn - en ze zijn ingewikkeld, reken maar Co lumbo ontrafelt ze. Met schijnbaar argeloze en oerdomme vragen drijft Columbo de misdagers in het nauw, tot ze deemoedig tot be kentenissen overgaan. En hij maakt er een punt van nooit geweld, laat staan wapens te gebruiken: Columbo's kracht schuilt uitslui tend in zijn intellect. Door Jan Koesen HILVERSUM - De KRO heeft de ge dachte gehad om een programma te ma ken, waarin amateurs de kans krijgen om voor de televisie een bekend figuur te in terviewen, compleet met inleidend filmpje. 'Screentest' heeft, volgens KRO's televisie directeur Gerard Hulshof, „geen andere pretentie dan het bieden van amusement." Dat is niet helemaal juist. 'Screentest' biedt een kijkje in de keu ken van de tv-journalistiek en in het ach terhoofd van de omroep zetelt wel degelijk de bedoeling om op deze speelse manier talenten uit de maatschappij te plukken en die vervolgens in te üjven bij de eigen ac tualiteitenrubrieken, zoals 'Brandpunt.' Want waarlijk talent blijft ook in Hilver sum dun gezaaid. Een goede televisie-jour nalist is een witte raaf waar we het nog vele jaren mee moeten doen. Niet elke dag staat er een Koos Postema op, een Sonja Barend, Jaap van Mee'kren, Marga van Praag of Aad van den Heuvel. Naar dat talent moet gezocht worden, en vervolgens dient het liefdevol opgekweekt te worden. Dan heb je er nog jaren plezier van, tenzij de concurrentie het wegkoopt. Goed dan. 'Screentest' is een spelletje dat afwijkt van het gebruikelijke spul. In elk van de 4 afleveringen (start 15 augustus) verschijnen 3 kandidaten, tussen de 16 en 37 jaar. Ze zijn niet echt puur amateur; ve len hebben een journalistieke opleiding of functie, maar geen van hen heeft televisie- ervaring. Een vakjury en een publieksjury bepalen voorts wie van de drie het beste televisie-interview maakt. De 4 winnaars treden tegen elkaar in het strijdperk in de finale, die op 16 september gehouden wordt. De hoofdwinnaar krijgt als prijs het recht om de Brandpunt-uitzending van 16 september mede te presenteren en/of een reportage c.q. interview te maken voor deze actualiteitenrubriek. 'Screentest' is op lokatie opgenomen in Roosendaal, Doetinchem, Hoorn (2x) en Den Bosch (finale). De kandidaten zijn be paald niet uit het niets op komen dagen. De KRO kreeg 3000 reacties op haar op roep, nodigde 160 mensen uit voor een screening en koos daaruit de 12 kandida ten en 1 reserve. Bovendien kregen de kan didaten een stoomcursus van 1 dag in het opleidingscentrum 'Santbergen' van het NOB en werden ze natuurlijk bijgestaan door technici. Elke kandidaat kreeg een lijstje van 5 na men en mochten een eigen 'VIP' kiezen. In de finale gaat de strijd realistischer. Dan worden de 4 winnaars in de Bossche Bra banthallen verwacht op een redactiekamer Centrale presentator Han van der Meer Is zoals altijd luchtig en ontspannen aanwezig. Die man Is een weldaad voor het onrustige gemoed - foto anp Het is flauw om hier te vertellen wie de eerste winnaar is, maar vanaf de eerste se conde dat deze optreedt, staat al vast dat we hier met de onbetwiste beste tv-journa- list in spe hebben. De hele entourage van de show is er een van ontspanning. Joop van den Ende, ook hier ingeschakeld, werkt uitsluitend voor een miljoenenpu bliek. Het is moeilijk voor een journalist om een objectief oordeel over deze show te geven. Ik vind het ondanks het vele vertoon van ontspanning toch een onderonsje van journalisten over journalisten door journa listen voor journalisten en ik zie niet goed in, wat de aantrekkelijkheid van 'Screen test' voor een systeemmanager of een be- tonijzervlechter is, maar dat zal de tijd le ren. Wel neem ik nu al mijn pet af voor de sluwheid van de KRO die er toch maar in slaagt om een sollicitatieprocedure om te buigen tot een bikkelharde test voor nieuw personeel en dat in het jasje jan pep Jami- lieprogramma. En nieuwe gezichten op het scherm, dat alleen al zou een verademing zijn. met veel telefoons en diverse kranten. On der leiding van Han van der Meer, die ook de uitzendingen van 'Screentest' presen teert, kiezen de kandidaten een onderwerp dat 's avonds klaar moet zijn. In de eerste uitzending wordt de vakjury gevormd door Willibrord Frequin, Cathe rine Keyl en Frits Barend, die alle drie de nodige ervaring in tv-journalistiek bezit ten. Per uitzending zijn er verse juryleden. De 3 kandidaten van de eerste show heb ben als gast gekozen de Amsterdamse bur gemeester Drs. Ed van Thijn, entertainer Ramses Shaffy en prostitué/schrijfster Xa- viera Hollander. Van meet af aan is duidelijk dat het om een wedstrijd gaat met enig amusements gehalte. Centrale presentator Han van der Meer is zoals altijd luchtig en ontspannen aanwezig. Die man is een weldaad voor het onrustige gemoed. De 3 juryleden stellen kort vragen aan de kandidaten en vergeten daarbij niet elkaar öp de 'hak te nemen. Dat de liefde tussen Frequin en Barend niet erg groot is, wordt duidelijk. Door Wlm van Leest Soms is er sprake van een klankovereen komst tussen twee woorden uit twee totaal verschillende talen. Die klankovereen komst kan toevallig zijn, maar het is leuk om die toevalligheid zo te analyseren en de beargumenteren dat er van toeval hele maal geen sprake meer is. Leuk wordt het wanneer je beweert (en staaft) dat het ene begrip in de ene taal hetzelfde is als het eender klinkende, totaal andere begip in de andere taal. David Payne probeert in zijn boek 'Een ta oïst in Wall Street' een koppeüng tot stand te brengen tussen het Chinese begrip Tao en het Amerikaanse begrip Dow, u weet wel van de Dow Jones-index. Tao is een begrip uit het boek 'Tao Teh Tjing' van Lao Tze. Tao wil zoveel zeggen ais „de kosmische weg die de dingen op aarde hebben te gaan". Die vertaling schiet schiet noodgedwongen te kort, want de eerste zin uit de Tao Teh Tjing luidt im mers: „Tao dat genoemd kan worden, is niet het eeuwige Tao". Met andere woor den, Tao is een met god te vergelijken grootheid die niet onder woorden te bren gen valt. Chinese taoïsten houden er min of meer dezelfde leer op na als de Chinese boeddhisten, al geloven ze niet in reïncar natie en hebben ze geen heiligen la Boed dha. In het Chinees en ook in de Ameri kaanse uitspraak ervan klinkt Tao min of meer als Dow. David Payne gooit er ver volgens zo'n 700 bladzijden (grote blad spiegel, iele letter en lange alinea's, een echte ouderwetse pil dus) tegenaan om het verband tussen Tao en Dow aan te geven. 'Een taoïst in Wall Street' begint in ieder geval veelbelovend: de Chinese weesjon gen Soen I, opgegroeid in een taoïstisch klooster, komt er op zijn 21e verjaardag achter dat zijn vader een Amerikaans pi loot was die aan het begin van de tweede wereldoorlog in China verbleef bij de be roemde 'Vliegende tijgers'. Bovendien was die vader niet zomaar een piloot, maar Ed die Love, enige zoon van Arthur E. Love, president-directeur van American Power Light, een van de allergrootste concerns van Amerika. Die onthulling is voor Soen I aanleiding om een lange, lange speurtocht naar zijn vader te ondernemen, een speurtocht die hem uiteindelijk op Wall Street moet bren gen. Wat volgt is in eerste instantie een mooie omschrijving van een tocht door het Chinese land naar de kust. Het leven in China en de Chinse levenshouding wordt daar redelijk in belicht. Vervolgens komt er een periode aan boord van schepen en David Payne: koppeling niet geslaagd ,een van die schepen voert Soen I uiteinde lijk naar New York. Eenmaal in New York aangekomen poogt Soen I zo snel mogelijk op Wall Street te geraken en dat lukt hem wonder wel. Hij leert er de joodse makelaar Kahn kennen die hem inwijdt in de geheimen van Dow. Tot zover is er weinig mis met het boek. Goed, je kunt er bezwaren tegen hebben dat Payne hier en daar beeldspraken ge bruikt die niet kloppen (zo laat hij Soen I die recht uit de binnenlanden van China komt een geluid horen „alsof je een blik tennisballen opentrekt") en het stereotiep dat hij van de joodse zakenman Kahn geeft is op het randje, maar er is zeker sprake van een toenemende spanning. David Payne slaagt er echter niet in om vervolgens de overeenkomst tussen Tao en Dow aan te tonen en op zo'n manier het intrigerende uitgangspunt van zijn boek waar te maken. Door het uitblijven van dat bewijs verwordt zijn boek van een mysterieuze, intrigerende roman tot een vlak verhaal met een voorspelbare afloop. 'Een taoïst in Wall Street' gaat uit als een nachtkaars. - .foto pete parker Payne sleurt er nog wel de 'I Tjing', het Chinese 'Boek der veranderingen' bij. Dat is een Chinees orakelsysteem, dat aan de hand van cijfercombinaties cryptische ant woorden geeft. Soen I gebruikt de I Tjing om beursvoorspellingen te doen en in het boek komt er een aantal uit, maar daar is het dan ook een boek voor. Wie van plan was om afgaande op de titel of op de tekst om de omslag te kopen, is dus gewaarschuwd. 'Een taoïst in Wall Street' is beslist geen diepgravend boek ii la 'Zen of de kunst van motoronderhoud' van Robert Pirsig. Payne slaagt er alleen in het 'Chinese' deel van zijn boek in iets van het oosterse denken te onthullen. De rest van het boek bestaat uit westerse opper vlakkigheid en, zeker in Amerika, is die lang niet interessant genoeg om er dikke boeken mee te vullen. Je kunt daarbij nog bewondering heb ben voor het feit dat Payne bijna 700 blad zijden vol met kleine lettertjes heeft ge schreven, maar als je eventjes nadenkt dan besef je dat dat hooguit wat meer doorzet tingsvermogen heeft gevergd dan dat het voor de lezer kost om dit boek tot en met de laatste regel uit te lezen. David Payne - Een taoïst in Wall Street, uitgeverij Agathon, prijs 49,50. Het laatste van het nog altijd groeiend aantal Engelse woorden dat wortel schiet in de Nederlandse taaibodem is 'hooligan', Brits ekwivalent van het Amerikaanse woord 'hoodlum', dat Collins English Dic tionary omschrijft als: a wild, lawless young person, mostly member of a gang'. Deze hoodlums heten - etymologisch ge zien - af te stammen van het Duitse dialekt woord 'Hudilump' Niet zo het woord 'hooligan'. Dat komt uit Ierland. In 1898 vestigde zich de Ier Patrick Hoolihan in Zuid Oost Londen tot verdriet van de Londenaars van dat stadskwartier. Patrick was namelijk een aarts nabouw en zijn zoons hadden een aardje naar hun vaartje. Ze schopten zo'n lawaai, herrie, heibel en rellen, deze Ierse vandalen dat de Zuid Oost Londenaren algauw kreunden en ba den in hun kerken: Lord, protect us from these Hooligans. In de enige katholieke kerk die Zuid Oost Londen toen nog telde, bad men metrisch en berijmd: Domine, defende nos.contra hos Hooliganos! Taalkundig bekeken zijn de hoolihans of hooligans het zoveelste voorbeeld van mensen wier namen zelfstandige naam woorden werden, zoals dat het geval is ge weest met Fordjes, Gilletjes, Haagse Hop jes en Brabantse Hubkes (van de heilige Hubertus). Vaak ook zijn de namen van roemrijke en of ruchte sinjeuren naast zelf standig naamwoord ook nog werkwoord geworden, zoals lynchen en boycotten. Captain William Lynch, in 1782 onthe ven uit zijn ambt van wege het onwettig met de dood straffen van schuldige en on schuldige mensen was geen Ier maar Ame- De Engelsen schamen er zich niet voor dat het hooliganisme uit Ierland stamt. Dat achten zij vanzelfsprekend; schamen doen ze zich voor de export van het verschijnsel door Engelse voetbalsupporters. - fotoanp rikaan. Dat was wel het geval met de rent meester en makelaar in landerijen Captain C. C. Boycott die ook nog tijdgenoot was van Patrick Hoolihan of Hooligan. Wat Captain Boycotts illegaal specialisme was is bel ken. bekend en te vinden in alle naslagwer- Van Patrick Hooligan - zo ontdekte ik - had The Encyclopaedia Brittanica nog nooit gehoord. De Encyclopaedia Ameri cana ook niet, maar dat mag geen verwon dering wekken. De Amerikanen hebben zelf zo veel reuzen op het gebied van de misdaad dat ze zich niet kunnen bemoeien met criminele kabouters als Pat Hooligan. De Engelsen schamen er zich niet voor dat het hooliganisme uit Ierland stamt. Dat achten zij vanzelfsprekend; schamen doen ze zich voor de export van het ver schijnsel door Engelse voetbalsupporters. Doodschamen doen ze zich voor de jong ste vorm van hooliganisme Yelling Barba rism genaamd, die daarom zo ondragelijk beschamend is omdat die zich manifesteert in Den Heiligen Hallen Wimbledons, waar men bewondering voor een prachtig 'shot' tennis tot uiting placht te brengen door een beheerst applausje. Tijdens de finales Heren Enkel werden dit jaar dwars over het Centre Court kreten geslaakt in de geest van Hup Boris en Hup Stefan en wel in zoveel toonaarden en decibellen dat Ste phen Fry die er bij was dit 'yelling barba rism' beschreef in The Listener als 'barba rian ulutations and pithecanthropoic bel lows of brain-damanged Home Counties hooligans. Gespierde taal, zelfs in de nederlandse vertaüng: barbaars gekrijs en half-apen ge brul van de hersenbeschadigde hooligans uit de Home Counties (oftewel Graaf schappen rondom Londen). Het wordt met dit alles wat moeiüjk de Engelsen nog langer te zien zoals onze vaderen deden: the gentleman of Europe. Een gentleman hooligan is zo iets als een rioolaristocraat. What'll we do when you feel droof ter moo, Marilou, feeling blue, what '11 we do? Ring up a Zoo cockatoo to ask what to do? Marilou, entre nous, whatt'll we do? Should he say: „Do, d'oii ter ni tout, rendez-vous, you silly two' Marilou, mon frou-frou, What '11 we do? Should he say: „Vous, vous êtes fou, juist screw the shrew!" Marilou, mon bijou, What shall I do? „Zulke bomen heb ik in 't bos nog nooit zien staan", sprak laatdunkend een dame tot Piet Mondriaan. „Blijven hopen, Mevrouw" zei kunstzinnige Piet, dat u z'ooit nog een keer als kunstschilder ziet. Mijn kruik gaat even lang te water als een geheelonthouderskater, maar ook als hij niet hoorbaar klatert gaat hij te barsten tot hij watert. Hier ligt een aap, een baviaan, die alles ons heeft nagedaan, maar wat hij hier heeft voorgedaan doen wij hem na, de baviaan. Noemt gij mij niet: „Beste John", na al wat ik voor u verzon, noem mij dan minstens toch „Mijn Waarde", voor alles wat ik u bespaarde. P.S. Please begrudge me not your blessing, for stealing this farewell from Lessing. Door Heln Sluljter Bij een barbecue drink je bij voork eenvoudige en dus nooit dure wijn uitgaande dat het te roosteren h reent uit behoorlijk gekruid vlees bestaat, lijkt de beste keus een rode zijn, die weliswaar niet al te ge ceerd in elkaar moet zitten, maar stevig op de tong moet overkomen. Hij zal weerstand moeten biedt smaakmakers als knoflook, peper, r rijn, tijm, ketjap, tomatenketchup munt en licht verschroeide vleesoi len. Gelukkig zijn er zeer veel wijnei wassen tegen dit aromageweld. Ik noem een Corbières of een Mi uit het Franse zuiden, die beide no kort tot het ereveld van de Ap Contrölêe zijn toegelaten. Een goet simpele Beaujolais of een Beaujolai: rieur (met wat meer alcohol) is oo goede maatjes met alles wat de ba biedt. Zo ook een Cótes de Roussillc Door Emlel van Kessel Mango's zijn de vruchten van de boom, die in tientallen variëteiten komt. De officiële naam van de Mangifera indica, duidt erop dat di oorspronkelijk uit India stamt, land kwam de mangoboom terecht pische en subtropische gebieden. V oo iroi De vrucht is inmiddels voor een tal mensen een heel belangrijke vitamine A. Na de banaan is de niet voor niets de meest gegeten vru het tropische deel van de wereld. W betreft is hij te vergelijken met de ap Westeuropa. Een mangoboom kan wel 25 meter worden en de vruchten kunnen in L uiteenlopen van 10 cm tot het forma.' een meloen. Vruchten met een gewicl twee kilo zijn geen zeldzaamheid. Ma met dergelijke afmetingen zouden de niet aantrekkelijk maken voor de ment. De mango's die wij kennen, lijke ovaalvormige appelen. De taaie sc Het rerrasnnptffeit Heeft hen uit pbraihtp/s op voorde straal B, CTttcM

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 26