BOEKEN
Voortreffelijk boek over
treden werk in Zeeland
Klassieke 'detectives'
weer rustige lezers
Snoecks
Helder boek over
archeologie
van de prehistorie
198i
Kurt Tucholsky na vijftig jaar nog actueel
ouiie
backen
^7
Bergse Jack Feenstra
schreef weer 3 boeken
Dansjaarboel
1984/1985
goedkope
uitgave
Welke
astroloog?
OVER
GESPROKEN
f
ZATERDAG 4 JANUAR11986
'DE KROON OP HET DELTAPLAN'
HET SPOOR DER BESCHAVING'
Dagboekenier
Heine
Gedicht over varn
iske en Wiske: Angl
rfl
?PLe Happie en Stiu
Door Piet de Bont
1981 WAS bij de
bouw van de door
laatbare pijlerdam
in de Oosterschelde-
monding -'Het werk
van de eeuw'- het
jaar van de waar
heid.
Wat veel bouwers allang
wisten en menig politicus
vermoedde, kwam dat jaar
naar buiten: het technisch
hoogstandje in één van de
lastigste zee-armen in het
Deltagebied zou honderden
miljoenen meer gaat kosten
dan geraamd en de bouwerij
zou aanzienlijk langer gaan
duren.
De eerste die daar in het
openbaar eerlijk voor uit
kwam was Ir. Tjebbe Visser,
in die dagen hoofd van de
afdeling Waterbouwkun
dige Werken-West van de
Deltadienst van Rijkswater
staat, nu behalve projectlei
der van de stormvloedke
ring grote baas van 'Sluizen
en Stuwen'. Op een bijeen
komst van de Maatschappij
Voor Nijverheid En Handel
in de Middelburgse stads
schouwburg zei hij zonder
omhaal van woorden niet
bereid te zijn te blijven belo
ven, dat de werken binnen
de 'door de Kamer bepaalde'
tij ds- en kostenlimiet uitge
voerd konden worden. Alom
opschudding. Kamerleden
stelden vragen, Water-
Het grootste waterbouwkundige project aller tijden: de dam in de Oosterschelde.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
staatsminister Danny Tuyn-
man sprak van 'indianen
verhalen' en directeur-gene
raal Tops van Rijkswater
staat ontbood Tjebbe Visser.
Als de eén-Topsstorm wat
is geluwd blijkt al snel dat
er, om de pijlerdambouw te
redden, op andere water
staatkundige werken in
Zuid-West-Nederland dras
tisch bezuinigd moet wor
den. Bergen op Zoom raakt
er de toegezegde liftsluis in
de Oesterdam door kwijt. In
zijn zojuist bij Elsevier ver
schenen boek 'De kroon op
het Deltaplan', besteedt de
Zeeuwse journalist Rinus
Antonisse alle aandacht aan
die roerige periode, die zelfs
een onderzoek door de Alge
mene Rekenkamer oplever
de.
Antonisse, die jarenlang
de bouwerij in de Ooster
schelde op de voet volgde,
beschrijft de totstandko
ming van de stormvloedke
ring en de compartimente-
ringswerken bij Bergen op
Zoom, Bath en St. Philips-
land tot in detail. Maar hij
behandelt ook alle facetten
die tot deze wijze van afslui
ting hebben geleid. De ge
schiedenis van Zeeland, alle
watersnoodrampen die de
provincie teisterden, de wer
ken die in het kader van het
Deltaplan al zijn uitgevoerd,
het milieu van de Ooster
schelde en de economische
belangen die er een rol spe
len.
'De kroon op het Delta
plan', schitterend geïllu
streerd, is een voortreffelijk
boek, dat ieder die belang
stelling heeft voor het groot
ste waterbouwkundige pro
ject aller tijden ongemeen
zal boeien. Het boek is voor
zien van een samenvatting
in het Duits, Engels en
Frans.
'De Kroon op het Deltaplan' door
Kinus Antonisse. Uitg. Elsevier,
prijs 69.50.
BltES 115, tweemaandelijks tijd-
schrijit. Prijs 9,95.
ASTROLOGEN doen goede
/.aken. Voor een paar flapjes
van honderd wordt je ziel
bloot gelegd, je toekomst voor
speld en krijg je er vaak nog
heel wat goede raad bovenop.
Afgezien van-dé vraag of er
uit de sterren wel zoveel af te
lezen is maken sommige astro
logen er zich, gezien het hono
rarium, vaak te goedkoop
vanaf.
In nummer 115 van het
tweemaandelijkse tijdschrijft
BRES wordt de lezer een
handreiking gegeven waarop
men kan letten alvorens met
zo'n sterrewichelaar in zee te
gaan. Auteur Martin Boot on
derscheidt daarbij acht soor
ten astrologen. De waarzeg
ger, voorspeller of party
astroloog, de goeroe-god/zie-
ner, de amateurpsycholoog, de
maniakale psychoanalist, de
karma-kakker, de zwijgende
angsthaas, de positieve zoe
thoutlikker en, natuurlijk, de
goede astroloog. Tevens publi
ceert hij een 'vragenlijst voor
het vinden van een goede
astroloog'.
In BRES 115 zijn zoals ge
bruikelijk weer heel wat inte
ressante artikelen te vinden
die een licht werpen op de 'we
reld in beweging'. Rick Fields
gaat op zoek naar Carlos Cas-
mneda, schepper van de he
dendaagse mythe Don Juan,
Timothy Wyllie vraagt zich af
wat er met de Maitreya ge
beurde en Robert Hartzema
beschrijft het boeiende levens
verhaal van de Frans-Afri
kaanse regenmaker Adrian
Boshier. Voorts aandacht voor
de opzienbarende ontdekkin
gen van twee Nederlandse
musicologen rond leven en
werk van Johann Sebastian
Bach. Ev
Door Wim Koek
KLASSIEKE speurders, daarvoor heb je
altijd bij Het Spectrum moeten zijn. De
Prisma-pocket lijkt nu, na al die jaren en
talloze lijken en even ontelbare opgeloste
raadsels, op z'n retour. Toch herbergt het
Prisma-fonds nog altijd de traditionele
'Whodunnit', van Dorothy Sayers tot Ruth
Rendell en van John Dickson Carr tot Mi
chael Inncs. Ook in zijn recente uitgaven
doet het fonds zijn reputatie eer aan.
Een nog betrekkelijk nieuwe ster in het
genre is Martha Grimes. Daarvan zijn twee
titels beschikbaar: 'De oude vos bedrogen'
en het 'Zeldzame halssnoer'. Beide myste
ries, met nogal gruwelijke moorden, zijn
gesitueerd op het Engelse platteland dat be
volkt is met stereotypen uit de Sayers- en
Christie-literatuur. Martha Grimes is ech
ter een Amerikaanse en dat is, ondanks de
verrassend goed beschreven sfeer van het
Engelse dorp, toch te merken. Het is net niet
helemaal echt. Een beetje teveel van wat
een Amerikaanse denkt dat typisch Engels
is. De 'Oude vos' is duidelijk beter dan het
'Halssnoer', hoewel beide verhalen onder
houdend genoeg zijn voor een regenachtige
zondagmiddag. In het 'Halssnoer' nemen de
dorpstypen soms karikaturale vormen aan
en dat was toch blijkbaar niet de bedoeling
van de schrijfster.
Ruth Rendell is goed. Traditioneel maar
'snel' genoeg voor deze tijd waarin de bol
van actie staande thriller overheerst. Zij
schrijft twee soorten verhalen. Klassieke
policiers die in een kleine stad spelen en
psychologisch getinte thrillers. In 'Inspec
teur Appleby en de Nachtegaaltjes' (ver
koopt zo'n titel eigenlijk wel? Oorspr.: 'A
guilty thing surprised') lijken beide genres
elkaar te ontmoeten, wat vooral wel enigs
zins tenkoste gaat van de Wexford-sfeer.
Toch aardig, maar niet helemaal verrasr
send op het eind.
Michael Innes heeft ook zijn vaste in
specteur: John Appleby, een hoge ome van
Scotland Yard, die steeds maar op het plat
teland verzeild raakt. De twee in een band
bijeengebrachte boeken spelen ook weer in
afgelegen hoeken van Engeland. Het zijn
trage verhalen. De personages van en rond
de familie Raven zijn aanvankelijk nogal
bizar en onwaarschijnlijk, maar gaande
weg steeds boeiender. De lezer moet wel
even volhouden.
Traag verloopt ook 'De dader lag op het
kerkhof' van Margery Allingham, begaafd
maar nooit meer op het niveau van haar
klassieker 'De Tijger in de mist'. Haar
speurder is Albert Campion en hij loopt ook
al tegen zo'n vreemde familie op het platte
land aan. Je geeuwt af en toe wel, maar de
satirische ondertoon houd je wakker en je
leest het toch uit.
Gene Thompson is ook Amerikaan. Zijn
advocaat-speurder Dade Cooley wordt door
een rijke cliënte naar Frankrijk ontboden.
Als hij daar aankomt is Kate vermoord.
Niet onaardig, maar hinderlijk is de manier
waarop de Franse politie wordt gekarika
turiseerd.
Klassieke whodunnits zijn voor de wat
rustiger ingestelde lezer, maar wie het ge
duld kan opbrengen kan er nog steeds ple
zier aan beleven.
Martha Grimes: 'De Oude vos bedrogen'
'Het zeldzame halssnoer'.
Ruth Rendell: 'Inspecteur Wexford en de Nachte
gaaltjes'.
Michael Innes: 'Inspecteur Appleby en de familie
Raven'.
'Inspecteur Appleby en het open huis' (dubbelpoc-
ket).
Margery Allingham: 'De dader lag op het kerk
hof'.
Gene Thompson: 'Niemand hield van Kate'.
Alle boeken uitgegeven door Het Spectrum
Utrecht.
Door Henk Egbers
JACK Fcenstra uit Bergen op
Zoom schrijft er wat af. Wel
geteld is Le Club zijn dertigste
boek. Een roman over een lou
che wereld vol drank, vrou
wen, drugs, spionage etc. in
het Franse Marseille. Gebon
den in roodlinnen en met gou
dopdruk al was het een klas
siek meesterwerk. Dat is het
zeker niet. Feenstra is een vlot
verteller en deze keer doet hij
dat met goed geschreven dia
logen, die beter lopen dan in
zijn vorige boeken. Alleen is
het jammer dat het zoveel
prietpraat is en het boek geen
echte goede plot heeft.
Wel schrijft hij nu in de ik
vorm (voorheen altijd vanuit
'hij'), zodat er minder afstan
delijkheid is. Maar hij han
teert een nogal formele taal,
met hier en daar wat chique
woorden, die wat houterig
haaks staat op het uit de losse
pols-leven van deze onderwe
reld.
Twee mannen van een wat
onduidelijke veiligheidsdienst
dringen daarin door. ,Het
drank- en sexleven van beide
heren blijkt in dienst te staan
van de Europese veiligheid.
Een onbetrouwbare arabier
zwaait de scepter en vindt op
een onheldere en niet zo inte
ressante manier de dood. Om
dat Jack Feenstra als het ware
een soort verslag schrijft over
deze ongure wereld 'gebeurt'
er niet écht iets; wordt niet
toegevoegd aan wat reeds be
kend is. Hij probeert wel hier
en daar het clubleven te ironi
seren door wat groteske con
touren te trekken, maar dat
lukt niet echt. Jammer genoeg
is het een wat vervelend boek
geworden; Jack Feenstra
heeft zich vertild aan een gen
re; 259 pagina's lang.
Veel beter is zijn novelle 'De
echo gaf het verkeerde ant
woord'. In kort bestek (68 pa
gina's) zegt hij méér dan in het
viervoudige van zijn vorige
boek. Het observeren van
mensen en de processen die
zich tussen hen afspelen is een
veel sterkere kant van zijn
schrijverschap. In dit boek is
het observeren zelf, het 'kijken
naar' mensen, ook nog het the
ma.
„Weet je, ik ben een tweede-
hands-kijker. Wat anderen
zien lees ik van hun gezichten.
Ook hoe ze mij zien, als ze al
zien; hoe ik mezelf zou moeten
zien. Ik confronteer mijzelf
met al het omringende zoals
anderen dat ervaren", zegt
Jim Forster. Hij is beeldend
kunstenaar en gebruikt ook
Jack Feenstra.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
dat medium om de werkelijk
heid te ontvluchten. Hij gaat
met name zichzelf uit de weg.
Zijn vriend Ton, die hem moet
interviewen, zit met het zelfde
probleem.
De vraag wie je eigenlijk
bent achter de schijnbare wer
kelijkheid en een terugblik op
je verleden, dat de bouwstenen
voor het heden leverde, bepa
len de benauwenis van beide
heren. Deze wordt verder uit
gespeeld in hun relaties met
vrouwen. Jack Feenstra doet
dat heel speels, direct en ter
zake; goed geconstrueerd. Hij
houdt de spanning niet altijd
vol en slipt soms, maar tochl
dit een van zijn betere boefef
Het thema wordt interess
belicht en goed geobservesj
beschreven.
En alsof het niet opkan: I
kwam ook nog een verhale)
bundel van zijn hand uit
de lange titel: 'Meisjes hebt
iets niet en andere oorzakel
Een niet zo gelukkige tiif
maar misschien doet deze
commercieel wel. Deze korl
verhalen lijken vingeroel)
ningen op het zelfde thema
herkent er namelijk veel ini;
eerder geschreven boeken.
eerste deel (Meisjes) gaat ovj
een jongetje met een 'vervl
lende' moeder, opgegroeid]
een gesticht en worstelend r
zijn puberteit. Goed gerej
streerde - soms wat onbehcl
wen - anecdotische verhalJ
objectiever en daardoor ml
der (aan)klagerig dan in ej
dere publikaties. Het twa
deel (Oorzaken) gaat over)
zelfde Janick (uit deel
maar dan als 'volwassen'
op zoek naar vrouwen. Rj
rende, banale, analyserende)
flauwe gebeurtenissen, ga
op de frustraties van de mi|
Over het algemeen goed
schreven en herkenbaar.
Jack Feenstra: Le Club. l'j
Heeffer prijs 49.50
Jack Feenstra: De echo gal)
verkeerde antwoord. Uitg. HceiiJ
prijs 39.75
Jack Feenstra: Meisjes hebbl
iets niet. Uitg. Heeffer, prijs 381
Snoecks 86, prijs 19,90.
DE Snoecks handhaaft weer
zijn formule: Culturele bijdra
gen - niet te moeilijk en niet te
simpel - verpakt in glamour;
of - als je wilt - in Avenue
stijl. Literaire informatie via
literaire kronieken over de
Nederlandse, Franse, Duitse
en Engelse literatuur, alsmede
een vermelding van de lite
raire prijzen zoals ze in het
voorbije jaar werden uitge
reikt.
Bovendien drie korte verha
len door Nobelprijswinnaar
Seufert en van Oscar de Wit
en Osborn.
In de rubriek 'Kunst' (beel
dende) onder meer bijdragen
over de roemruchte Gentse
museumdirecteur Jan Hoet, de
naleven van de Nijl en de
Weense duivelskunstenaar
Heinwein. Harrie Mulisch die
ge: vterviewd werd, houdt een
pleidooi voor de verdere ver
loedering van Amsterdam. De
toneelman Shaffer en de re
gisseur/filmer Spielberg wor
den in de schijnwerper gezet.
Geschiedschrijving wordt
gepleegd over het proces van
Neurenberg èn die van de
kookkunst. Je kunt niet zeg
gen dat Snoecks niet van alles
wat heeft! Uiteraard is design
als trend (interieurs) ook aan
de orde en wordt er gereisd
(België, Schotland, Schotland,
Florida).
De glamoursaus is weer
aangemaakt met vrouwen.
Zwarte vrouwen via de lens
van Uwe Ommer en roze
vrouwen gezien door Thomson
en Moore.
Alles bijeen 450 pagina's
voor een schappelijke prijs.
Cultuur als entertainment.
H.E.
Door Eugène Verstraeten
HET OUDSTE spoor dat de
mens op aarde heeft achter
gelaten, is 3,5 miljoen jaar
oud. Een voetafdruk bij het
Oostafrikaanse Laetoli.
De beschaving. Wanneer
is die begonnen? Hoe zag
die er uit? Vragen waarop
niet met zekerheid ant
woord kan worden gegeven.
Wat ons rest uit de prehis
torie zijn incidentele vind
plaatsen. De overblijfselen
van een nederzetting of
stukken gereedschap. Meer
vertellen de wandschilde
ringen in grotten, zoals die
vooral zijn aangetroffen in
Frankrijk en Spanje. Maar
dan nog blijft de recon
structie van de oudheid een
onzekere bezigheid. Een
legpuzzel waarvan nog
maar weinig stukjes voor
handen zijn. Stukjes, die bo
vendien op velerlei wijze
geïnterpreteerd kunnen
worden. Misschien dat juist
daarom de belangstelling
voor de archeologie zo toe
neemt. De vele geheimen en
raadselen maken het moge
lijk weg te dromen in een
eigen voorstelling over het
leven van onze verre voor
ouders. Tevens vormen ze
een uitdaging voor onder
zoekende geesten.
Steeds meer mensen voe
len zich opgaan in de grijze
massa van de moderne
maatschappij. In die sfeer
zoekt de mens zichzelf in
het verleden, de wortels van
de eigen beschaving. De
pre-historie is al lang geen
terrein meer dat louter is
voorbehouden aan geleerde
professoren die daarover
berichten in schier onbe
grijpelijke vakliteratuur.
De archeoloog John Gow-
lett heeft aan de vele boek
werken over de oudheid een
uitstekende bijdrage toege
voegd. 'Het spoor der be
schaving' is het verhaal
over de 'kinderjaren' van de
mens, de archeologie van de
prehistorie. Eindelijk eens
een helder en begrijpelijk
boekwerk over de omwikke
lingen vanaf het gebruik
van het vuur, de eerste ge
reedschappen, jachtmetho-
den, verzamelen van voed
sel en mysterieuze grot
schilderingen, tot de uit
bouw van de technologie, de
vroegste zeevaart en het
ontstaan van stedelijke be
schavingen. Gowlett vertelt
zijn verhaal aan de hand
van de verschillende vind
plaatsen van menselijke
sporen. En niet aleen dat.
Ook de archeologische on
derzoeksmethoden worden
duidelijk uiteengezet. Op
gravingen, datering en in
terpretatie van voorwerpen.
De verklarende woorden
lijst is een nuttig geheugen
steuntje bij het lezen.
'Het spoor van de bescha
ving' is een samenhangend
verhaal. Om dat te bereiken
heeft Gowlett, wellicht be
wust, concessies moeten
doen. Tientallen tegenstrij
digheden en zaken waar
over archeologen compleet
in het duister tasten heeft
hij links laten liggen. Het
doet geen afbreuk aan het
boek, maar de lezer moet
wel bedenken dat het boek
heel wat wezenlijke zaken
onbesproken laat. Dat
neemt niet weg dat het een
uitstekend begin is voor
iedereen die het spoor der
•beschaving wil bewandelen.
'Het spoor der beschaving', door
John A.J. Gowlett. Uitg. Else
vier, prijs 39,50.
HOE meer prijzen en ondJ
scheidingen in het leven wif
den geroepen des te beter l
bewijs, dat een kunstvorm)
belangrijk wordt beschouw!
Dat is tegenwoordig zeil
het geval met dans en ball
ooit in Nederland onder|
waardeerd, maar tegenw#
dig goed voor een zevenl
prijzen. Aan wie die het afl
lopen jaar zijn uitgereikt,;)
te lezen in het Dansjaarb
1984/1985.
Het is voor de tweede rr|
als zelfstandige uitgave
schenen, nadat het voorhj
was ondergebracht in
Theaterjaarboek. De nieul
en fraaie uitgave is zelfs i)
iets dikker dan die van vei(
den jaar. Ondanks
groeiende waardering
dans blijven de (financié)
omstandigheden zorgen 1
aldus de redactie van dit jal
boek. Een gegeven, dat il
derop door Ger van Leeu«|
nader wordt uitgewerkt.
Janmaat, de nieuwe direct!
brengt het onlangs opgerkl
Nederlands Instituut voorf
Dans (NID) onder de aa
dacht, dat sinds kort naastl
Theaterinstituut en het Mil
Centrum aan de Amsterdarf
Herengracht is gevestigd. 1
worden alle landelijke, proll
sionele activiteiten en bell
gen gecoördineerd en bevi)
zich ook een bibliotheek.
De nadruk van het jaarfe
ligt weer op de vermeld)
van alle in Nederland gal
den dans- en balletpremie|
En dat zijn er heel wat, dek
tenlandse gezelschappen i
gerekend. Deze gegevens
den geïllustreerd met mij
zwart-witfoto's van beke)
dansfotografen onder
Hans Gerritsen en Jorge j
tauros. Verder maakt Isab
Lanz in een artikel duide!|
dat de Nederlandse dat
tuur toch vooral leunt op t
tenlandse invloeden,
name uit Amerika en I
Europa door Pina Bausckl
Anne Teresa de Keersmaef
Klakkeloze imitatie komt o
rigens zelden voor in de oij
vloed van Nederlandse
creativiteit.
Dansjaarboek 1984/1985
scheen bij Uitgeverij J.H. j
in Bloemendaal en kost, dw
een subsidie van WVC, si»
29,50. De eindredactie was
,Ine Rietstap.
o Kurt Tucholsky, „een
respectabele man..".
- FOTO ARCHIEF DE STEM
„Als alles voorbij is, wan
neer dat allemaal is doodge
lopen, de waanzinnige hor
den, de verrukking om in
massa's op te treden, in mas
sa's te brullen en in groepen
met vaandels te zwaaien,
wanneer deze ziekte van de
tijd voorbij is, ....wanneer de
strijd om het fascisme is uit
gevochten..., dan zal er
iemand komen die de over
weldigende ontdekking doet,
dat de eenling, de mens be
staat.
Er bestaat een organisme,
mens geheten en om hem al
leen is het te doen. En of hij
gelukkig is, dat is maar de
vraag. Zijn vrijheid is het
grote doel. Groepen vormen
een secundair iets, de Staat
is eveneens iets secundairs.
Het komt er niet op aan dat
de Staat leeft, het komt er
vooral op aan dat de mens
leeft".
De Duitse satyricus, jour
nalist en romanschrijver
Kurt Tucholsky, schreef dat
in 1930, vijf jaar voordat hij
op 21'december 1935 in Hin-
das (Zweden) een einde aan
zijn leven maakte. In 1935,
toen Hitier al twee jaar aan
de macht was, wist Tu-
cholsky zeker dat de wijze
leider, die de mens als indi
vidu boven de macht van de
staat zou stellen, in Duits
land het niet voor het zeggen
had gekregen.
In 1935 weet Kurt Tu
cholsky zeker dat er een oor
log komt en hij voorziet dat
dit op de ondergang van
Duitsland zal uitlopen. Ver
antwoordelijk voor die oor
log acht hij op de eerste
plaats nazi-Duitsland, maar
op de tweede plaats zeker
ook Engeland, dat Duitsland
'klipp und klar' te verstaan
had moeten geven, dat het
bij iedere overval op een an
der land aan Duitsland de
oorlog zou verklaren. In 'de
Nachsommer' van 1933, de
periode die Tucholsky zelf
eens 'het vijfde jaargetijde'
heeft genoemd, trok Kurt
Tucholsky uit Duitsland
weg en nam hij definitief
zijn intrek in de Villa Neds-
jölund in Hindas bij Go-
thenborg.
'Ein aufgehörter Deut-
scher und Schriftsteller'
voelde hij zich. Voortaan be
hoorde hij tot de vele ausge-
bürgerte Duitse schrijvers,
wier boeken in hun eigen
vaderland werden verbrand
en die in het buitenland
vaak onbekenden waren.
Niet alle exil-schrijvers uit
de Weimar-republiek had
den dezelfde reputatie ver
worven als Thomas Mann.
Tucholsky koos voor de plek
waar hij zo vaak de zomers
had doorgebracht, vlakbij
het Schlosz Gripsholm, dat
hij luchtig en verliefd in de
gelijknamige novelle heeft
beschreven.
Kurt Tucholsky kreeg
voor zijn vertrek in Duits
land vooral bekendheid als
scherpzinnig essayist en als
satirisch dagboekenier in
weekbladen als 'Schaubüh-
ne', later voortgezet in 'Die
Weltbühne'. Hij heeft onder
vele pseudoniemen geschre
ven. Peter Panter en Theo
bald Tiger waren de be
roemdste. Andere beroemde
Duitse journalisten uit de
nadagen van Weimar Duits
land waren Siegfried Jacob-
sohn en Carl von Ossietzky.
De laatstgenoemde verwierf
de Nobelprijs voor de vrede,
maar dat verhinderde de
nazi's niet om Von Ossietzky
in een concentratiekamp te
stoppen en uiteindelijk te
vermoorden. Tucholsky, die
veel met Von Ossietzky cor
respondeerde, heeft alles in
het werk gesteld om zijn
vriend vrij te krijgen, maar
dat is nooit gelukt. Tuchols-
ky's positie in het neutrale
Zweden was niet zo
rooskleurig.
De Zweden
vonden hem wel weliswaar
een respectabel man, maar
hij mocht niets ondernemen
wat de neutraliteit van
Zweden in gevaar kon bren
gen.
Het boek dat een goed
beeld geeft van Tucholsky's
journalistieke arbeid tot aan
zijn gedwongen vertrek uit
Duitsland, is 'Zwischen Ge-
stern und Morgen', een
bloemlezing uit zijn proza en
poëzie, uitgekozen door Tu
cholsky's tweede vrouw,
Mary Gerold-Tucholsky.
Het boekje is een Rororo-
pocket uit 1983.
Annie M.G. Schmidt
schreef onlangs in een her
innering aan Tucholsky dat
zij ooit een voorgelezen ge
dicht van Tucholsky aan
Heinrich Heine had toege
schreven. Zo vreemd is die
verwisseling ook niet. Er is
bij Tucholsky in de satiri
sche benadering van Duits
land als vaderlands begrip
veel dat aan die andere
Duitse joodse dichter, Hein
rich Heine, doet denken. Ook
hij-werd door zijn vaderland
tot ongewenst burger ver
klaard. Van beide dichters
hebben de Duitsers te laat
begrepen, dat er een subtiel
verschil is tussen patriot
tisme en vaderlandsliefde.
Tucholsky en Heine voelden
zich internationalen, maar
in' liefde voor het vaderland
lieten zij zich door niemand
overtreffen.
„Wir haben das Reel
Deutschland zu hassen, wl
wir es lieben". schrijft
cholsky in zijn cursiel
'Heimat'. „Ja, wir lieben di<
sesLand",
Deze bloemlezing uit
werk van Tucholsky roe,
ook meteen enkele tragisel
vergelijkingen op. De Oo
tenrijker Stefan Zweig naj
in 1942 in Brazilië afschi
van het leven met een t
drukwekkend essay
Welt von Gestern" en di<
al even briljante landgem
Joseph Roth bleef in Pa'
schrijven voor allerlei E:
bladen. Hij ontsnapte aan
Duitsers, door zich een ji
voordat deze triomfante!!
onder de Are de Triom]
marcheerden, het graf in
zuipen.
Tucholsky, Zweig
Roth. Hun namen noei
wij na vijftig jaar nog
eerbied en belangrijker
eerbied is de constater#
dat zij een halve eeuw la1
door de jongeren nog grel
worden gelezen en verstal
Deze tekening laat zien wat het bela
kranten van 1985 was: de besprekii
Gorbatsjov in Genève. Kinderen uit
tekeningen en brieven om de beide re
doordringen dat hun toekomst voor
besprekingen afhing. Voor Nederlar
jaar van de kruisraketten en het vo
begonnen het jaar sportief met de F
keek ernaar en kluunde in gedachten
den de kranten vol over de aanslag ojl
die door Franse geheime agenten wj
Afrika vielen meer dan duizend dod
apartheid die nog lang niet voorbij i
Er waren veel vliegtuigongelu
gekaapt. Verder waren er in 1985 twl
de aardbeving in Mexico en de
j lumbia.
1986 beginnen we met omhoog te j
komeet van Halley misschien te zien
Dit 14
stre
Kleir
wens
Kom
watl
kranl
horb
oogt
één i
stre
Niet omdat het leuk is,
niet omdat het moet.
Enkel en alleen,
omdat iedereen het doei
Eentje die begint,
en dan komt nummer tl
maar af en toe dan is er\
die zegt: „Ik doe niet i
Niet omdat ik bang ben
ik durf het net zo goed,
ik wil alleen maar wet
waarom dat nou toch 1
ïemarie Peeters uit Etten-Leu
laar De Kleine Stem.
li", wilt dame randt |Lft wist met cfefi
ine /f heeft me ontdiht f ?$-» 1
|W
deer n een indrinSerl
K y
^P/tA4«U£SAW(iSX!J