SMMItJlLKS gKBffiBBIffl "Die VROUWEN voorzien in een grote maatschappelijke behoefte, maar tegelijk krijgen zij voél alle minachting van de samenleving op hun dak. Wat zou er gebeuren als zij er niet waren?" Deze woorden zijn des te opmerkelijker, omdat COMMISSARIS ANNEKE VISSER EN DE PROSTITUEE O 'Reis naar de revolutie' eindelijk in Nederlandse vertaling D< Hé wat stom ZATERDAG 11 FEBRUAR11984 zij uit de mond komen van een commissaris van politie. Een commissaris, die daarmee de nek ver durft uitsteken. Dat die commissaris van politie een vrouw is, maakt die woorden misschien begrijpelijker. Maar gedurfd blijven ze. Ondergeschikt Historisch fprl VER DE VOORGESCHIEDENIS van de Russische revolutie is al zoveel geschreven, dat men zich onwillekeurig afvraagt of het wel zin heeft aan de ontelbare boeken over dit onderwerp wéér een pil van bijna vierhonderd bladzijden toe te voegen. En toch: die voorgeschiedenis is, uiteraard door de rol die vooral een complexe figuur als Karl Marx erin gespeeld heeft, zó veelomvattend en zo vol tegenstrijdigheden (vaak schijnbaar onverklaarbaar), dat men toch ook weer moet constateren, dat het onderwerp eigenlijk onuitputtelijk is. Achtergrond Strategie Studeerkamer Lenin Wske en Wiske: En Door Rinze Brandsma Commissaris van politie mr. A.S.C. (Anneke) Visser van Den Haag haalde onlangs de kranten met opvallend frisse, onconventionele en doordach te uitlatingen over de prosti tutie en de plaats van de pros- tituée in onze samenleving. Dat deed ze in Amsterdam, in het kader van een studiecon ferentie over prostitutie en gemeentelijk beleid. Zij stelde er onder meer, dat een prosti- tutiebeleid dat alleen geba seerd is op de behoefte om de orde te handhaven, een slecht beleid is. Het - op basis van een verouderd strafrechtartikel - gevoerde beleid, zo vond de Haagse politiecommissaris, is ambivalent: het vak wordt tegelijk erkend en afgekeurd. „Hypocriet. Men weet niet goed met het ver schijnsel om te gaan: je kunt er niet omheen, maar tegelijkertijd zou het er niet horen te zijn; men wil het wel reguleren, maar tegelijkertijd de handen schoonhouden; men vindt het afkeurenswaardig, maar tegelijker tijd onmisbaar." Met de discussie, die op hoog ni veau losgebroken is over de prostitu tie, hoopt commissaris Anneke Visser dat overheden en hulpverleners ook op dat terrein meer vanuit de mens 'Waarom krijgt zij alle minachting op haar dak? Commissaris Anneke Visser. - FOTO HENDRIKSEN VALK bezig gaan. „Het zou best het inluiden van een nieuwe ontwikkeling kunnen zijn." Zij stelt voorop, dat de prostitutie op zich een afschuwelijk bedrijf is: „Het is rot, dat dat nodig is in onze sa menleving." Maar minstens zo be langrijk vindt zij, dat wij er oog voor hebben, hoe de prostituee in dat sche merduistere, geminachte wereldje te recht is gekomen. „Vaak uit economi sche noodzaak. En zelden of nooit uit eigen vrije wil. In het verleden zijn altijd oorzaken aan te wijzen waarom zij zichzelf en hun eigen lichaam on derwaarderen. Incest, verkrachting, een kinderbeschermingsleven. En eenmaal in het leven komen ze er niet gauw weer uit." Heel onverteerbaar vindt commis saris Visser het, dat al die vrouwen in een grote maatschappelijke behoefte voorzien maar geminacht worden, terwijl de prostituant wat dat betreft buiten schot blijft. Vanwaar ineens die aandacht voor de mens achter de prostituée? Mr. Anneke Visser: „Omdat de plek van de vrouwen in de maatschappij de laatste tijd meer aandacht krijgt. De problemen van de vrouw komen meer en meer in de openbaarheid. De posi tie van de prostituée staat niet los van de algemene problematiek van de vrouwen. Het sexueel ondergeschikt zijn, het machtselement, het steeds moeilijker werk vinden. In de vrou wenbeweging en daarbuiten is meer aandacht gekomen voor vrouwen mishandeling en verkrachting, ook binnen het gezin, voor kindermishan deling, incest. Het was een logische ontwikkeling dat nu de aandacht ook gaat naar de prostitutie." Het was ook de persoonlijke ont wikkeling van de commissaris. „Als je je in die wereld verdiept, dan ga je zien hoe betrekkelijk alles is. Voor mij is het geen verdienste, dat ik niet in dat bedrijf terechtgekomen ben, maar hier." Maar wat dan, moet prostitutie maar kunnen? De Haagse commissa ris van kinder- en zedenpolitie vindt, dat we voorzichtig moeten zijn met het opjagen van prostituées. Er vallen best afspraken mee te maken, opdat zij bijvoorbeeld geen overlast veroor zaken. Zoals in Den Haag tijden afge sproken zijn, waarbinnen tippelen mag, straten waarbinnen de prostitu tie moet blijven. „De politie als raad gever, beschermer. De overheid moet stimuleren dat er plekken zijn, waar binnen zij hun werk kunnen uitoefe nen. Zodat het niet in een auto hoeft of zo. Geen geschreeuw op straat. En binnen die regels moet het kunnen, ia." Denkt commissaris Visser dat de samenleving dat pikt? Hoeren zijn immers historische outcasts, paria's? „Zeker, maar daar moet dan maar eens een eind aan komen. Het is nu toch zo, dat wij steeds verder onder kennen wat de positie van de vrouw in de samenleving is? Wel, die kan in het extreme tot prostitutie leiden." Anneke Visser (46) heeft al een glanzende loopbaan achter zich. Zon der specifieke politie-opleiding na haar rechtenstudie in 1962 begonnen bij de kinderpolitie in VkardingJ In '70 hoofdinspecteur van (e kmof en zedenpolitie in Utrecht, h '81 naj Den Haag, als commissaris weer kinder- en zedenpolitie. 3e derf vrouw als commissaris var poli|| door pensionering van de vjorgatJ sters nu de enige. En ook in Den Haag vu'ige p]J dooien voor 'liever hulpverlming c,ï straffen', 'strafrecht hanteren uiterste middel'. Geen uitlatngen.jj haar binnen de politiewerell me te] in dank afgenomen werden. „Nee. Ik heb vanaf het begin dj gen gezegd, die bij de politie vond-) lijk gevonden werden. Zo venderI het gek, dat ik over iemand (ie gel had, kon praten als over eer leuk J gevoelig mens. 'Wat een schtje', ik dan wel eens. Want dan redi.set-I ik me, dat als ik in de omstaidigj den was opgegroeid van zo ienanó net zo zou zijn. Of nog erger." De politie je beste kamerard? r agent als welzijnswerker? Enievl gende dag als knuppelende MEer? f Commissaris Anneke Visser is niet erg, dat dat botst. Dat zijn j verschillende kanten van het ljvn Ik vind ook, dat van tijd tot tijd i de hersteld moet worden. Vanuitcl orde moet het systeem kunnen fel tioneren. Maar het mag niet zo ij dat je de maatschappij of het svsttf moet beschermen tegen mensen J daaraan kapot gaan Het systd moet de mens dienen, het mag mens geen schade doet." Ik las in de krant dat ze er gens alleen op hele dure perken sportschoenen mochten sporten. Andere merken en blote voeten ge ven strepen die er heel moeilijk afgaan. Dat is idioot. Ik denk dat de vere nigingen die zo sporten veel leden zullen verliezen. Ik heb hierover een versje gemaakt: Ué wat stom, wat idioot, Sporten mag ik niet op mijn blote poot. Pan komen er strepen die I moeilijk weggaan pn ik moet dure schoenen of kousen aan. Als ze nou mensen die stre pen er af lieten halen, Zijn er minder werklozen en hoefik geen dure schoe nen te betalen. In de Kleine Stem stond wat je leuke programma's vindt. Nou: familie Knots, 1 Niels Holgersson, Zeg 'ns Aaa, Klassewerk, 1-2-3- show, Tom en Jerry, Belfi en Lillibit en reclame vind ik ook wel leuk. Tobia Potters Oosterhout ALICE Mtn i\\., 'i zebrwas. beeld komt bij hem in een ander en onthullender licht te staan, doordat hij niet abstraheert van de concrete situatie waarin zij naar voren trad, maar de beschrijving van haar optre den lardeert met een aantal details, die voor het leven van het Franse volk in die tijd wezenlijk en van niet weg te cijferen belang waren. Wilson zegt van mening te zijn, dat er naast Michelet's 'Geschiedenis van Frank rijk' wellicht geen tweede boek is, dat na lezing zó sterk het gevoel nalaat dat wij het verleden en de mensen, die toen leefden, echt hebben leren kennen en begrijpen. Men moet deze constatering vast houden, wanneer de auteur over de na-revolutionaire periode van Frankrijk heen, met een indringende analyse van de filosofen die toen naam maakten, een brug slaat naar de figuur van Marx en diens (letter lijk) wereldschokkende theorieën. Geen losse theorieën, maar een com pact wetenschappelijk bouwwerk, dat weliswaar onaf is gebleven, maar KARL MARX: EIGENZINNIGE REUS DIE ZICH OVERTILDE Door Jan Verdie sen 'Reis naar de revolutie' van de Amerikaan Edmund Wilson werd al in 1940 geschreven, maar is nu eerst in een Neder-, landse vertaling op de markt gebracht. Het vooroordeel 'waarschijnlijk niets nieuws' wordt al weggenomen wan neer men zo'n vijftig pagina's van het boek gelezen heeft. De manier waarop Wilson zijn onderwerp behandelt, de wij ze waarop hij historische ver banden legt en het werk van Markx en Engels - en later Lenin - plaatst tegen wat er aan voorafging en wat erop volgde, is zo indringend en met zo'n meeslepende literai re kracht geschreven, dat men het boek veel meer moet toe kennen dan zomaar een plaatsje in de rij van eerdere studies, waarmee men enkele bibliotheken zou gunnen vul len. Wilson begint zijn werk met een beschrijving van de Franse historicus Jules Michelet, een exponent van de Franse revolutie, die op zoek was naar beginselen waarop een nieuwe wetenschap der geschiedenis ge grondvest zou kunnen worden. Dit bracht hem ertoe geen genoegen te nemen met het beschrijven en ontle den van een historisch tijdperk als een geïnteresseerde buitenstaander, maar als iemand die zelf in zo'n tijd perk geleefd had. Hij trachtte in de huid te kruipen van, bijvoorbeeld, een middeleeuwer en op die manier diens situatie, zijn wijze van denken en doen mee te be leven. Wat hij daarmee bereikte was, dat zijn werk een veel grotere span kracht kreeg dan de geschriften van zijn illustere voorgangers, voor wie de Middeleeuwen gedomineerd wer den door de noblesse van riddertoer- nooien en hoofse festijnen, maar die zich nooit schenen af te vragen hoe het gewone volk zich had gevoeld, dat zich in armoe en slaafse onderdanig heid alleen aan de rijkdom en spil zucht van kerk en adel mocht verga pen en zelfs de brandstapels moest waarderen als een middel tot loute ring van mismaakte zielen. De grote Middeleeuwse verhalen, zegt Wilson, vinden we ook bij Miche let en die verhalen krijgen zelfs een bijzonder reliëf door de intensiteit van zijn stijl, maar de schrijver ziet het toch als zijn taak het waas van verdichtsel dat er omheen hangt te verdrijven. De feiten komen te staan tegen een achtergrond van sociale en economische processen, die de schrij vers van de romantische school niet kenden of veronachtzaamden. Een figuur als Jeane d'Arc bijvoor- niettemin degelijk genoeg is gebleken om heel wat stormen te doorstaan. De marxistische bijbel leent zich voor zoveel interpretaties, dat iedereen die zich marxist wenst te noemen, er een schijnbaar overtuigende rechtvaardi ging in kan vinden voor zijn eerzame of verre van eerzame doelstellingen. Karl Marx, die in 1835 voor het eerst als student van zich deed horen, heeft nooit uigemund door beschei denheid. Hij wilde de hele geschiede nis van de maatschappij in zijn greep krijgen en van daaruit een politieke filosofie en strategie ontwerpen, die de wereld drastisch zou veranderen en definitief een vrijere en betere mens zou voortbrengen dan de eeu wen tot dan toe hadden opgeleverd. Het resultaat was een theorie, die het proletariaat een messiaanse zending toedacht. Het kapitalisme zou door zijn innerlijke verrotting ineenstor ten en de proletariërs in staat stellen de macht te grijpen en een samenle ving te scheppen, waarin uitbuiting, onvrijheid en brute onderdrukking voorgoed zouden zijn uitgebannen. Wie nu de portretten van Marx en Lenin, als waren het halfgoden, op het Rode Plein ziet meedragen, kan de illusie krijgen, dat Marx zelf al een beetje leek op die nieuwe mens en een aantal van de stralende eigenschap pen die hij hem toeschreef bij voor baat in zich verenigd had. Marx was een intellectuele gigant, maar hij had zeker niets van een supermens. Hij was een kamergeleerde, met een aan tal zeer tegenstrijdige eigenschappen. Tegenspraak en twijfel aan zijn uit spraken kon hij onmogelijk verdra gen. Wie hem trotseerden stampte hij, populair gezegd, ongenadig te grond in. Hij liet zijn vriend en strijdmak ker Friedrich Engels tot het eind van zijn leven opdraaien voor zijn schul den en hij liet zijn gezin verkomme ren, omdat hij nederig betaald werk nu eenmaal beschouwde als onnuttig gedoe, dat zijn intellectuele en poli tieke ambities alleen maar zou kun nen schaden. In tegenstelling tot Engels is Marx geneigd, ondanks het morele realisme en de karakteristieke beeldspraak die zijn werk kenmerken, de maatschap pelijke processen te beschrijven als ging het om het lot van mythologi sche figuren; gewone mensen treffen we in zijn werk bijna niet aan. Als het gecompliceerde leven van alledag hem te moeilijk werd, trok hij zich maar het liefst terug in zijn studeer kamer. Het was Friedrich Engels, die Marx' abstracte en theoretische pro letariër moest vervangen door een mens van vlees en bloed. Hij kende het lot van de arbeiders in de textiel fabrieken van zijn vader namelijk uit eigen ervaring. Marx had een dominerend karak ter. Hij tiranniseerde zijn omgeving, was arrogant, abnormaal wantrou wig en jaloers, wraakgierig en soms kwaadaardig en fel. Maar zonder zijn onhebbelijke eigenzinnigheid zou hij de taak die hij zich door de geschiede nis zag opgelegd, nooit hebben kun nen volbrengen. Armoe, verbanning en verguizing zag hij als de prijs die hij voor zijn historische zending nu eenmaal moest betalen. Hij aan vaardde die prijs, al ging dit ten koste van de mensen die het dichtst bij hem stonden en bereid waren hem onvoor waardelijk te steunen. Hoe dan ook, zijn 'proletariërs aller landen verenigt u' (1848) zou een uit werking hebben die in de wereld van wetenschap en politiek nog altijd na- davert. Wilson toont aan dat het mar- PU - 'y 'ff, xisme, vooral in zijn gematigde vor men, de mens inderdaad tot meer rechtvaardigheid heeft geïnspireerd, maar door zijn onwrikbare en onver draagzame dogmatisme (Marx wist bijvoorbeeld met de inpassing van zoiets als een objectieve moraal in zijn systeem geen raad) de weg kon vrijmaken voor latere vormen van terreur en onderdrukking, die door niets en niemand zouden kunnen worden gerechtvaardigd. Wilson zegt hierover, en ik vind het de belangrijkste passage uit zijn boek: „Karl Marx, gedreven door zijn rigoreuze moraal en zijn internatio nale denktrant, had de primitieve Duitse wil tot een machtsfactor in een wereld omspannende strijd voor wel vaart, geluk en vrijheid willen sme den. Maar in zoverre de beweging, die hij op gang bracht, een element van semi-metafysische aard met zich meedraagt, onder het mom van dia lectiek, kan de mens zijn verantwoor delijkheid voor zijn daden en denken altijd hierop afschuiven; in zoverre leent het marxisme, waarvan wij de periode van verval meemaken, zich steeds voor het optreden van de tiran. De verwante stroming der Duitse filosofie, welke zich eveneens baseer de op de Wil, en in Duitsland zelf tot bloei kwam en patriottische trekken ging vertonen, werd alras de filosofie waarop zich het Duitse imperialisme en later de nazi-beweging baseerde. Zowel de Russische als de Duitse ver sie verwierpen met alles wat slecht, alles wat goed was in het christen dom. De demiurg (wereldbouwer) van de Duitse fisolofie was nooit een God van liefde gewees en hij hado nooit veel oog gehad \oor menselijl onvolmaaktheden: rescheidenhj noch naastenliefde sbnden op programma. Kar] Marx met zijn iud-testame| tische gestrengheid makte die heid niet humaner. lij verlam! eenheid en geluk voor d> ganse men] heid; maar de vervuling van zip wensen stelde hij op wrtenschappf lijke gronden uit. En tot ret zover im zijn, geloofde hij niet n menselij broederliefde. Hij stond n feite dit ter bij de Duitse imperiaisten die zo verachtte dan hij zich ealiseerdi De auteur besteedt uiteraard alle aandacht aan de figmr van 1 nin, die onvoorwaardelijk n Marx het marxisme geloofde, nruar dee ge en ware leer zo intellgent ix zijn hand wist te zetten, dalzij al w 1917 een praktische handleiiingop verde voor wat hij meende dat ei Rusland gebeuren moest. Als 1 marxisme inhield, dat zijnland» niet rijp zou zijn voor de {roteo wenteling, des te erger dan voort marxisme. De feiten vond hi belai rijker dan de koude en abstnctelef stelligheid. Als die om ande:e int pretaties vroeg om de werktlijkls van nu aan te kunnen, dan aocsi die interpretaties er maar kopen, tegenstrijdigheden in de bijliel i Marx lieten daar ruimte genoa>v# De onbaatzuchtige, maar dit» zame agitator maakte op die fcai de weg vrij voor wat er na de ipvo tie ook verder gebeuren zou: h«i nipuleren van staat en partij mm gans die uit de marxistische üj waren gelicht, maar waarvan dé passing even ver van de werkt intenties van Marx was verwijt als de inquisitie van de idealen eerste christenen. Dat dit gevaa zij n pretentieuze denksysteem ingebouwd, kan Markx zich onrt lijk gerealiseerd hebben. De tragiek van dit alles illustr Edmund Wilson in de laatste ali» van zijn boek, waarin hij besct hoe, in de dagen van de re volute belangrijkste toespraak van Lent aanleiding gaf tot een bescham'] en onheilspellende ruzie tussen volgelingen. „Toen hij die avond zijn vrouw Kroepskaja naar ging, had een goedwillend farm'1 een spandoek boven hun bed gen met de laatste woorden vai Communistisch Manifest: 'Arbei aller landen verenigt U'. Kroep: schreef later dat zij nauwelijks, tegen elkaar gezegd hadden werd begrepen, zonder woorden' Het boek van Wilson is, kor] een meeslepend relaas van wat erj de revolutie in Rusland vooraf! Het geeft vanzelfsprekend ook volle pond aan een figuur als Tto' die door zijn consequente opvatti' omtrent de noodzakelijkheid vanl manente en mondiale revolutie'1 acties, later een der meest traf' slachtoffers zou worden van kwaadaardige verminking va» marxistische idealen. Marx zou nü hebben kunnen gen, dat hij het zo niet gezien e» wild had. Maar de geschiedenis- eenmaal ook in dat opzicht noga-, herroepelijk. Edmund Wilson: Reis naar de Van Holkema Sc Warendorl, /L'l f27.50). *5 De illustraties bij 'Alice in Wonderland' zijn van John Tenniel. Ze zijn net zo beroemd geworden als het boek zelf. Dit is het l witte konijn. j Lewis Carroll, die eigenlijk Charles L Dodgson heette, vond het leuk om spelletjes te bedenken. Een rebus, doolhof of een raadsel. Hij vond het ook leuk om brieven in ge heimschrift te schrijven en een gedicht in de vorm van een j muizestaart. Hij was daar heel goed in, net als in schaken. Dat kwam misschien door zijn wiskundeknobbel. Lewis was de zoon van een dominee en hij had nog elf j broertjes en zusjes. Samen be dachten ze toneelstukjes en verhaaltjes. Lewis heeft zelfs een eigen tijdschriftje uitgege ten! Later ging hij wiskunde studeren en werd hij profes sor Hij heeft veel over wiskun de geschreven Dt is vast niet zo leuk om te lezen als 'Alice', Ik hetj auto - Daar J over i scher] datze hard I zelf o| WeT vrésel licht e inhal! beerq als je tond^ zijn. De| ook hoorcj leuk. boek dinne gekst| reld al me steed over 'n Hel zusje| er op met r| ik kor zijn vl konijf een l| met waarfl past timet! IÜI

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 26