gnfiDggiSI J E HEBT van die menswetenschappelijke onderzoeken, waarbij je niet alleen in de veelheid van resultaten kunt verdrinken, maar waarbij sommige uitkomsten elkaar ook nog Negen Westeuropese landen onderzocht ZATERDAG 11 FEBRUAR11984 lijken tegen te spreken. Zo'n type onderzoek is Normen en Waarden in West-Europa', in 1981 gehouden in negen West-Europese landen en vorige week vrijdag in Heerlen gepresenteerd door de Tilburg se hoogleraar R. de Moor die de leiding had van het Nederlandse aandeel in het ondezoek. Toch zijn de bevindingen veelal het weten waard. Breuklijn Geloof Verdraagzaam Koffie voor computers, hijskranen voor kopererts, hangars voor hout. Niets is ondenkbaar in de internationale ruilhandel. De automobielfabrikant Renault kreeg al een strop van 210 miljoen gulden via een koffie-deal. gulden. Het Nederlandse bedrijfsleven, vanouds wél goed ingevoerd in de internationale goederenhandel, ruikt kansen. In Rotterdam komt een eerste ruilhandelsbureau. Op 1 maart belegt het Nederlands Studie Centrum er een studiedag over. Een fenomeen uit het stenen tijdperk raakt weer in zwang. Liever niet Nota EZ Bemiddeling vloed is beperkt omdat ze hun invloed met vele andere invloeden moeten delen. De West-Europeaan is vervreemd van de meeste maatschappelijke in stituties. Men stelt niet zo veel ver trouwen meer in kerk, staat, vakbon den, massamedia en dergelijke. Al leen het gezin en de allernaaste om geving blijkt voor de mensen nog zin volle betekenis te hebben. De buurt, het dorp, de stad en zelfs het vereni gingsleven heeft dermate aan beteke nis verloren dat er tussen de kleine maatschappelijke kern als-het gezin en de staat een groot vacuüm is ont staan. Opmerkelijk is ook dat inzake nor men- en waarde-opvattingen de tra ditionele verschillen tussen sociale klassen, tussen mannen en vrouwen en tussen stad en platteland nagenoeg verdwenen zijn. Zelfs het opleidings niveau maakt niet veel meer uit. Even opmerkelijk is de uitkomst dat er nauwelijks nog algemene waarde patronen bestaan in West-Europa. Verrechtsing maatschappij meer schijn dan werkelijkheid Door Jan Bouwmans Algemeen bestaat de indruk dat de maatschappij aan het verrechtsen is. Gezichtsbe drog. Rechtse deugden als or de en gezag zijn aanmerkelijk in achting gedaald in West- Europa. Een linkse deugd als vrijheid in de zin van hele maal zelf je leven bepalen is daarentegen behoorlijk in aanzien gestegen. Deze waar- deverschuiving is zelfs een fundamentele onderstroom in de ontwikkeling van de he dendaagse Westeuropese cul tuur. Dit is een van de algemene conclu sies van het onderzoek 'Normen en Waarden in West-Europa'. Een grootscheeps onderzoek dat op deze schaal niet eerder is verricht. De voorbereidingen begonnen in 1977. Het werd daadwerkelijk uitgevoerd in 1981 in tegelijk negen Westeurope se landen: Italië, Spanje, Frankrijk, West-Duitsland, België, Nederland, Groot-Brittannië, Ierland en Dene marken. In Noord-Ierland werd nog een speciaal aanvullend onderzoek verricht gezien de bijzondere situatie ter plaatse. Bovendien werd in elk land naast een gewone doorsnede van de bevolking de groep jeudige extra bekeken. Het onderzoek werd ver richt door een groep wetenschappers die zich voor dit doel een samenwer kingsverband zijn aangegaan onder de noemer 'European Value Systems Study Group'. Het Nederlandse aan deel stond onder leiding van prof. dr. R. de Moor, hoogleraar empirische so ciologie in Tilburg. Een menswetenschappelijk onder zoek van dit kaliber levert een veel heid op van gegevens, waarvan de onderlinge samenhang makkelijk verloren loopt in de enorme hoeveel heid op zichzelf staande wetenswaar digheden. Volgens prof. De Moor kon den uit het onderzoek toch een viertal globale conclusies worden getrokken. Behalve de eerder genoemde conclu sie is gebleken dat dat de homogene Westeuropese cultuur aan het uiteen vallen is. Er is geen enkele institutie meer die de mensen nog moreel kan controleren. Kerk, school en dergelij ke instellingen hebben nog wel in vloed op de normen en waarden die mensen ontwikkelen, maar die in- Niet toegestane acties, zoals deze bij Dodewaard in september 1981, keurt het merendeel van de Euro peanen af. Demonstraties waarvoor een vergunning is, acht men wel geoorloofd. foto archief de stem Je kunt eigenlijk zeggen dat in West-Europa het individualisme hoogtij viert. De meeste Europeanen staan bijvoorbeeld ook vierkant ach ter het 'loon naar prestatie'. De mees ten hechten ook grotere waarde aan vrijheid, niet alleen in de zin dat iedereen moet kunnen doen en laten wat hij of zij wil, maar ook dat de vruchten van dat doen en laten ook geheel aan het individu moeten toe vallen. Gelijkheid komt duidelijk op de tweede plaats. In dit verband blijkt driekwart van de Nederlanders te vinden dat de uitkeringen van de bijstandswet voldoende of te hoog zijn. De negen Westeuropese landen zijn doorgelicht op een viertal gebieden: godsdienst en moraal, huwelijk en gezin, sociaal-politieke normen en waarden, arbeid. De onderzoekers gingen ervan uit dat de normen en waarden die mensen op deze vier ter reinen aanhangen, ook resulteren in een samenhangend moreel en ethisch gedrag. Dat nu blijkt niet het geval te zijn. De pluriformiteit heeft echt vas te voet gekregen. De breuklijn ligt overigens rond de 45-jarige leeftijd: de na-oorlogse generatie heeft de veranderingen in gang gezet en draagt ze. De opvattingen en maatstaven die in West-Europa op de afzonderlijke gebieden worden gehandteerd, zijn overigens best interessant. Ten aan zien van godsdienst en moraal heb ben we in eigen land niet zo lang ge leden het onderzoek 'Opnieuw God in Nederland' gehad. In Europees ver band blijkt Nederland nu het meest „ongodsdienstige" land te zijn, ge volgd door Frankrijk en op verdere afstand België; Ierland is het meest godsdienstige en kerkelijke land. Als het zo doorgaat, rekent de helft van de volwassen Nederlanders zich bin nen afzienbare tijd niet meer tot een godsdienst en/of kerk. Van alle West- Europeanen rekent rond 60% zich tot een godsdienst. Kijkt men echter naar het kerkbezoek, dan liggen de zaken toch anders. Van de Fransen bijvoor beeld komt 72% van de leeftijdsgroep 25-34 jaar nooit in de kerk; Nederland hoort dan met 52% tot de middenmoot. Waarin bestaat dat godsdienstige geloof in West-Europa? Van de ka tholieken gelooft 87% in God, 75% van de protestanten en 23% van de on- godsdienstigen. Geloven zij dan ook in een persoonlijke God? Nee, dat doet maar 39% van de katholieken, 26% van de protestanten en 7% van de ongodsdienstigen. Geloven in de ziel doet in dezelfde volgorde 66%, 56% en 24%, in de zonde 64%, 59% en 20%, in le ven na de dood 52%, 38% en 13%, in de duivel 30%, 20% en 5%, in de hel 30%, 16% en 3% en in reïncarnatie 23%, 21% en 12%. Heeft West-Europa nog vertrou wen in de kerken in de zin dat ze goed reageren op morele problemen en no den van afzonderlijke mensen, op ge zinsvraagstukken en geestelijke be hoeften? Nog slechts een minderheid heeft in deze zin in de kerken ver- Prof. dr. R. de Moor, hoogleraar in Tilburg, nam het Nederlandse aandeel in het onderzoek voor zijn rekening. - foto archief de stem trouwen, de Denen nog het minst. In Nederland varieert dat vertrouwen van een kwart tot een derde van de bevolking; de katholieken hebben nog het minste vertrouwen in hun kerk. De helft van Nederland behoort overigens nog tot de regelmatige kerkgangers. Zijn de tien geboden nog maatge vend voor de West-Europeanen? Beeld en werkelijkheid lopen op dit punt heel sterk uiteen. In groten geta le denkt de West-Europeaan dat zijn medeburger het met die geboden niet meer zo nauw neemt in tegenstelling tot hemzelf. 77% Van de West-Euro peanen zegt van het gebod 'Eer uw vader en moeder' dat het voor hen volledig geldt, maar slechts 39% denkt dat dit voor de meeste medeburgers geldt. Ten aanzien van het gebod 'Gij zult niet doden' zijn die cijfers respec tievelijk 87% en 50%, voor het gebod 'Gij zult niet echtbreken' 62% en 18%, voor het gebod 'Gij zult niet stelen' 82% en 32%, voor 'Gij zult niet kwaad spreken' 73% en 25% en voor 'Gij zult de vrouw van uw naaste niet begeren' 65% en 19%. De Fransen, Duitsers en Nederlanders zijn overigens het minst strikt in hun opvattingen, de Engelsen het meest strikt. De grootste verschuivingen hebben zich voorge daan rond het bekende zesde en ne gende gebod (echtbreuk en overspel): 29% en 28% verwerpen deze twee ge boden. West-Europa staat verrassend ver draagzaam tegenover homosexuali- teit (80%), prostitutie (77%), echtschei ding (66%), abortus (66%), euthanasie (60%) en zelfmoord (60%). Maar in al die zaken niet onvoorwaardelijk. Abortus bijvoorbeeld is voor 88% geen punt als de gezondheid van de moeder wordt bedreigd en voor 77% vraag indien het kind waarschijnii lichamelijk gehandicapt is; indil ongehuwd moederschap in het >1 ding, dan vindt slechts 26% aborf geoorloofd en 32% vindt dat indil een getrouwd stel geen kinder! meer wil. pe Nederlanders, Frans] en Denen zijn het meest verdra:! zaam, waarbij Nederland nog bot] de anderen uitsteekt. Het zal overigens niemand wj wonderen dat op sexueel gebied zii de meeste verschuivingen heb! voorgedaan in West-Europa, blijkt uit de vraag in hoeverre k nog dezelfde opvattingen als ri ouders huldigt. In Spanje zegt ij van de 18-24-jarigen op sexgeJ nog hetzelfde te denken en - heel vallend - nog maar 21% van de 55 jarigen. In Engeland zijn die cij/e respectievelijk 31% en 34%. Het huwelijk wordt in West-Euij pa nog altijd hoog aangeslagen. Nederland vindt maar 14% dit verouderde instelling. In ons li leeft ook maar 4% van de daarvoor| aanmerking komende individuen men als waren ze gehuwd, in der; van Europa is dat nog veel mini met uitzodnering van Denemartj waar het 11% is. Kinderen hebben vader en moeder nodig, vindt grote meerderheid in Nederlat| maar slechts 39% keurt het B0) moederschap af. Opvallend is dat van de 60-jarigen maar 45% tegen wust Ongehuwde Moeders is De normen en waarden van ij burgerlijke fatsoen scoren in West-Europa nog altijd hoog. gaat dan om zaken als gestolen tfi bewust kopen, zwart rijden irj openbaar vervoer, ten onrechte sot; le uitkeringen aanvragen, anon een geparkeerde auto beschadigen Bestaat er verband tussen rel en morele waardepatronen? Ja, nu veel minder dan men zou verend stellen. Lees verder op pagina Weeke» Door Louis van de Geijn DEN HAAG - Misschien lig gen er in de kantines van Phi lips of DAF soms wat erg veel bananen op de fruitschalen. Dat komt dan omdat een klant-zonder-deviezen vrachtwagens of tekstver werkers heeft gekocht in ruil voor een scheepsvracht bana nen. Het stenen tijdperk is weer een beetje terug in de wereldhandel anno 1984. Op de wereldmarkt is de primi tieve ruil van een baal wol voor een zak aardappelen opnieuw in zwang. Het personeel van Mc Donell Douglas schijnt jarenlang Joegoslavische ham op het menu te hebben gehad na zo'n transactie. Spraakmakend was ook het aanbod van Spanje om een mil jard paar schoenen te leveren in ruil voor gevechtsvliegtuigen. Is niet ooit zoiets als geld uitgevonden om de handel wat gemakkelijker te maken? Ruilhandel (of beter: compensatie- handel) is vooral bekend van de be trekkingen tussen westerse export landen en het Oostblok. Sinds jaar en dag is het in de handel met die landen HOEVEEL BANANEN KOST 1 TV? gebruik dat de buitenlandse leveran cier zich verplicht tot het afnemen van een hoeveelheid ruilgoederen. De laatste jaren is er echter naast deze oost-west-connectie een noord zuid-lijn ontstaan. Landen in het Verre Oosten, Midden- en Zuid-Ame rika en Afrika zijn in een financiële crisis terecht gekomen. Ook armere, olielanden als Nigeria, Mexico en In donesië zien blijkbaar alleen kans om goederen te importeren in ruil voor eigen produkten, zoals olie en ertsen, hout en landbouwprodukten. Indone sië heeft zelfs de compensatie van im porten wettelijk voorgeschreven. Over de betekenis van de compen- satiehandel lopen de taxaties ver uit een. De voormalige staatssecretaris van buitenlandse handel mr. K. Beyen raamde de omvang van de ruilhandel vorig jaar op minder dan 2% van de totale Nederlandse buiten landse handel. Dat zou toch al zo'n ƒ3,5 miljard zijn. Hij haalde toen voorspellingen aan van een toename tot 25 a 30%. Volgens gespecialiseerde handels huizen in de Verenigde Staten was vorig jaar al 30 tot 40% van de wereld handel als ruilhandel aan te merken. Maar er zijn ook deskundigen, zoals directeur H. van Buren van het op Oost-Europa gespecialiseerde han delshuis Peja Holding in Arnhem. Op een studiedag over ruilhandel in Rot terdam kwam deze niet verder dan 3 tot 5% van de wereldhandel. De indruk is echter algemeen dat de ruilhandel in betekenis toeneemt. Het Nederlandse bedrijfsleven en het ministerie van Economische Zaken zijn daarom vorig jaar gaan naden ken over de Nederlandse reactie op dit verschijnsel. Ruilhandel maakt het exporteren niet gemakkelijker. Een vrachtwagenfabrikant heeft meestal.weinig verstand van bana nen of koffie en zelfs met een meestal goed te verhandelen ruilprodukt als ruwe olie kan van alles scheef gaan. DAF-directeur C. Baan heeft eens verteld dat zijn firma met een keur van 'betaalmiddelen' wordt gecon fronteerd, zoals olie en olieprodukten, gips, fosfaat, hout en gas. Uit zijn branche was hem een voorbeeld be kend van een gecompliceerde ruil- transactie met een bouwonderne ming. Die firma wilde 300 trucks heb ben en betaalde met olie. Deze olie vormde de betaling voor diens bouw activiteiten. Het is duidelijk dat in zulke zaken een financieel ongeluk in een klein hoekje zit. Verstandige exporteurs van machines e.d. laten de complica ties van de ruilhandel dan ook liever over aan terzake kundige handels huizen. Daarom is het ook niet zó waarschijnlijk dat een ruilpartij ba nanen ook werkelijk in de kantines van Philips of DAF belandt. De houding van het bedrijfsleven is ongeveer te typeren als: liever niet maar als we er toch voor komen te staan kunnen we er maar beter actief op inspelen. Het ministerie van Eco nomische Zaken heeft het daar wat moeilijker mee. Nederland is een vu rig pleitbezorger van internationale vrijhandel, al spreekt de Nederlandse regering met name als het om mili taire leveranties gaat regelmatig over compensatie-orders. De onderhande lingen over de Patriot-raket en Amerikaanse tegenorders zij n ee(i cent voorbeeld. Het ministerie van Economis Zaken heeft vorig jaar naar aani ding van vragen uit de Tweedel mer een onderzoek ingesteld naar betekenis van de ruilhandel voor Nederlandse exporterende bedrijf ven. De resultaten daarvan woit opgenomen in een nota die in maand februari naar de Tweedel mer wordt gezonden. De ruilhandf eind februari onderwerp van gesp: in de vaste Kamercommissie vi buitenlandse handel. Tussen het ministerie en het drijfsleven is ook overleg gevo over een 'nationaal instituut compensatie arrangementen' (NIC Dat moest een initiatief worden de bedrijven zelf, met steun van overheid. De bestaande handelsl zen maakten echter bezwaar vaii ge mogelijke concurrentie. Intussen komt er toch een pari lier initiatief van de grond: de terdamse Kamer van Koopha: heeft in samenwerking met een tigtal bedrijven (banken, handels dernemingen e.d.) een bemiddel: bureau opgericht waar met narrt kleinere exporteurs zich met coml satie-problemen kunnen melden kunnen zich daar laten informed in contact laten brengen met gesel te handelspartners. Drs. G. Vaandrager van de Ka van Koophandel in Rotterdam, K betrokken bij dit initiatief, meet' het bedrijfsleven weinig keus „We kunnen weer ons vingertje steken of eenvoudig constateren er ruilhandel is en proberen de alt Nederlandse handelsgeest te be ten" In de nieuwe noord-zuid gef ruilhandelsrelatie spelen vl landbouwgrondstoffen als K thee, rubber, copra en tapioca eer Traditioneel heeft Nederland vee varing in de handel in dergelijke .dukten. „Wij zijn daar ijzerstet en we zouden internationaal diensten moeten aanbieden", n hij. Ruilhandel kan voor de han! bedrijven en de gespecialiseerde ken op die manier interessante spectieven bieden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 24