Spaanse lelling
[Raymond Ceulemans
,Ik moet me
toch niet
blijven
waarmaken?"
Van de hemel naar de
v>
Maaskant:
„Ik ga het wat
rustiger aan doen"
Op weg
naar de
honderd
Winkelruimte
Terrein
inbegrepen
Sleutel
op deur
Gemeubileerd
LASHANDEL B.V.
.UUR
01140-2634
Voetbal
Kwart eeuw
Globetrotter
Aanbetaling 10.300 Fl
Het saldo
in 96 maandelijkse
termijnen
450 villa's reeds verkocht
dank zij de bewezen
hoge meerwaarde
en rentabiliteit.
Aan zee. bij Alicante,
met Club House
en sportcomplex
(olympisch zwembad)
ie weekends
luchten
prwaarden.
Beieren
DS 6
a Huur documentatie
of
j Villa's documentatie
loderne
gasrekening
maat
nax. 666.-
or vakmensen
intie
r hardhouten en alu-
ramen, kozijnen en
rastzegel nodig, Breda
-655650
atie over thermopane/
Tel.
tnd in Hulst
Raymond Ceulemans, de Belgische biljartvirtuoos aast op een uniek record. Hij
wil op korte termijn 100 titels (Belgische, Europese en wereldtitels) op zak hebben.
Nog drie titels scheiden hem van dat getal. Die 100 ziet Raymond Ceulemans min of
meer als afsluiting van zijn roemrijke carrière. Dan heeft hij op nummer 2 van die
titelranglijst, zijn landgenoot René Vingerhoedt een voorsprong van maar liefst 45
titels. Daarna wil Raymond Ceulemans het kalmer aan gaan doen. Vanaf komende
dinsdag acteert Ceulemans in Kopenhagen waar de Europese titelstrijd driebanden
wordt gehouden. In Denemarken wil Ceulemans de kloof naar de 100 weer wat
kleiner maken. In onderstaand artikel vertelt Raymond Ceulemans over zijn carriè
re, over het voetbal waaraan hij eveneens zijn hart verpand heeft, en over de te
geringe voorbereiding in de laatste jaren, waardoor hij volgens zijn zeggen „wat
heeft moeten inbinden".
Raymond Ceulemans, die
I zeker nier zou misstaan in een
I sterspotje dat het goede leven
I in België aanprijst, heeft het
I druk. De zaak eist heel wat van
r zijn aandacht op. De deur van
I de lokaliteit wordt veelvuldig
in werking gesteld. Enkele
scholieren benutten de mid-
dagpauze om op een van de zes
biljarts wat met de ivoren bal-
'en te stoeien. Aan diverse ta-
feitjes wordt hevig gedebat
teerd, bij een spelletje kaarten.
Tussen al die bedrijvigheid
door laveert Raymond Ceule
mans. Links en rechts handen
schuddend, een babbeltje met
het personeel, notities makend
achter het buffet. Als de Me-
chelaar zich een tijdje later aan
een tafeltje schaart, om wat te
babbelen over zijn schitte
rende carrière, blijft hij het ge
beuren rondom hem heen
waakzaam volgen. Raymond
Ceulemans raakte in het café
van zijn vader vertrouwt met
het spel op het biljart. „Ik was
toen een jaar of 10, 11, in de
zaak stond een krukkige tafel,
nog net te goed om weg te
gooien. Daar heb ik veel op ge
speeld. Op 14-jarige leeftijd
ben ik bij de bond gaan biljar
ten".
Biljarten was echter niet de
enige sport die een grote aan
trekkingskracht uitoefende op
Raymond Ceulemans. Want
ook het voetbal had een plekje
~ni["l—IT.-' T-T-TifiTnBj^ï'-rÉi
Waarde vrienden,
Uw Cor houdt niet zo van
boksen. Maar woensdag
avond nestelde ik me toch
maar voor de buis. Ik had nog
geen zin de warmte onder de
wol op te zoeken vandaar.
Bovendien bokste er een Ne
derlander en een beetje
chauvinistisch ben ik wel. V
kent ongetwijfeld de afloop
van het gevecht. De spanning
droop van mijn
televisietoestel- dat heb ik
later keurig opgeruimd- en ik
zat op het laatst werkelijk op
het puntje van mijn stoel.
Onze Rudie met wilde kreten
aanmoedigend. Want zeg nou
eerlijk, dat was in die laatste
twee ronden wel nodig. Van
de frisse stoere Fries was niet
veel overgebleven. Goed, die
Traversaro zag er op het
laatst ook niet meer uit als
moeders mooiste, maar de
Italiaan bleef wel op zijn
benen staan. En dat kon van
Koopmans niet gezegd wor-
den. Maar onze landgenoot
hield het, zij het wankelend
en meer dood dan levend, vol.
Uitgeput strompelde hij na
15 ronden naar zijn hoekje
waar Frank Kramer meende
enige spitsvondige vragen te
moeten afvuren. Uiteraard
kreeg Kramer weinig respons
want zo te zien kon Koop-
mans zich nauwelijks herin
neren dat hij in het Rotter
dams sportpaleis Ahoy ver
toefde. Koopmans werd ech
ter op tijd opgelapt om naast
de „koppige" Spaanse arbi
ter plaats te nemen. En die
goeie man stak zowaar de
arm van Koopmans in de
hoogte. Nederland had weer
een Europees kampioen.
Vreugde alom. Frank Kra
mer probeerde nogmaals aan
de weet te komen hoe Koop
mans het allemaal ervaren
had. Nou, dat was gemakke
lijk te zien. Overbodige vraag
dus. Maar ei. De Spaanse
scheidsrechter heeft vast de
rekenlessen op school niet
goed gevolgd. Want tellen is
toch niet zo moeilijk. Voor
Perotti echter wel. En daar
kwam men wel wat laat ach
ter. De Italianen ontstaken in
dolle woede. En met succes.
Koopmans is zijn titel weer
kwijt. En dat vind ik nou
sneu voor die jongen. Want
hij heeft zich tot meerdere
glorie voor Nederland zowat
lam laten slaan. Bovendien
vond ik Koopmans heel wat
mooier boksen. Overigens
wil ik nog wel wat kwijt over
het commentaar dat de heren
van de desbetreffende om
roep de huiskamer inslinger-
de. Want wat het drietal Jos
Kuyer (ik hoop voor de brave
borst dat ik het goed schrijf).
Ben Bril en boksspecialist
Theo Gerritsen brouwden
was meer dan bar en boos.
Die Kuyer dacht dat het een
vriendschappelijke stoeipar
tij was. Ben Bril sprak steeds
over Koopmans en noemde
zelfs enkele malen Lubbers.
Nou, die heb ik heel die avond
nergens gezien. Theo Gerrit
sen zag het wel goed, maar
kwam steeds met dezelfde
zinnen op de proppen. Bo
vendien speakte hij regelma
tig bij het Franse jurylid.
Maar ja het is en blijft voor
Koopmans een trieste affaire.
Eerst de kurken van de
champagneflessen. Een dag
later mag je die kurken weer
gaan zoeken, om de flessen te
sluiten. Dat moet die Perotti
maar doen. Kan hij intussen
leren tellen.
Met dansende blijdschap
van COR HALFSPITS
PS. Aan een van mijn trouwe
fans: ik heb die kegelbanen
van hotel Cosmopolite niet
gekocht.
(Van onze sportredactie)
MECHELEN - Een van de gevels van de lokaliteiten die de entourage van de fraaie
Grote Markt in Mechelen vormen, vermeldt de naam Raymond Ceulemans. Geen opzich
tige letters, die het beeld rond de Grote Markt beheersen. Integendeel. Het zijn eenvou
dige letters, die uitstekend passen bij de uitbater van de zaak, de grootmeester van het
groene laken. Want Raymond Ceulemans oogt niet als een vedette. De Vlaming, die zowat
in alle landen van de wereld zijn kunsten op het biljart vertoond heeft, staat niet op een
voetstuk. Wil dat ook niet. Gewoon doen, is dan ook een van Ceulemans lijfspreuken".
espresso en een Spa naturel.
Blijft handen schudden van
binnenkomende gasten en ver
telt dan verder: „Een biljarter
moet taleMt hebben. Dat is een
eerste vereiste. Hij moet zelfdi
scipline hebben en karakter.
Dat moet je trouwens in iedere
sport hebben. Ik heb altijd veel
bewondering gehad voor Hans
Posthumus. Je kon aan hem
zien dat hij voor zijn sport
leefde. Deed er veel voor. Toen
hij nog hier voetbalde, ging ik
met hem wel eens een uurtje
trainen. Balletje hoog houden,
koppen, wat lopen, je kent dat
wel. Heerlijk was dat. Daar
hunker ik nu naar. Hopelijk
krijg ik er straks meer tijd
voor. Dan moeten de anderen
het maar doen". Het is opval
lend, dat België heel wat grote
biljarters heeft voortgebracht,
René Vingerhoedt, Ludo Die
lis, Tonny Schrauwen en uiter
aard Raymond Ceulemans. De
Mechelaar haakt daarop in
met: „België is een klein land.
Nederland ook. Dat is een
voordeel. Want de topbiljar-
ters ontmoeten elkaar rege
lmatig. Spelen veel tegen el
kaar. Dat heb je in die andere
landen veel minder. Daar zijn
de afstanden veel te groot. En
kijk maar, de top in Nederland
en België is veel breder. In die
andere landen heb je meestal
maar één topper, soms twee.
Maar zeker niet meer. Ik heb
trouwens de biljartsport zien
groeien. De evolutie meege
maakt. De biljartsport is veel
gegroeid. Maar ik ga het straks
wat minder aan doen. En ja,
„Ik ga het wat rustiger aan
doen"
eens, hè, moet dat nou. Vroeger
stond ik daar niet bij stil".
Raymond Ceulemans pauzeert
even en komt dan nog eens op
de proppen met het voetbal.
Lachend: „Als ik daar maar
wereldkampioen mee gewor
den was. Want veel verdienen
in de biljartsport is er niet bij.
Goed, ik heb baat gehad met
mijn bekende naam. Maar be
kend of niet bekend, je moet
het zelf doen. Een ander doet
het niet voor jou. Ik heb nu
bijna 100 titels op zak. Een
mooi getal, maar ik heb kei
hard moeten werken om deze
zaak op te bouwen. Ondanks
die 100 titels. Maar ik heb een
mooie tijd gehad, en nog. Die
100 wil ik halen. Dan moet ik
eerst in Kopenhagen winnen.
v 1 .r
Raymond Ceulemans: „Ik let tegenwoordig meer op de entourageDaar krijg ik nu meer oog voor.
Vroeger lette ik daar nooit op"
veroverd in Ceulemans' sport-
hA t. Raymond Ceulemans en
thousiast: „Ik voetbalde in
Nijlen. Een plaatsje bij Heren
tals. Daar kom ik vandaan.
'Nijlen speelt vierde nationaal.
Ik heb zowat op alle plaatsen
in het elftal gestaan. Behalve
in het doel. Doelwachter ben ik
nooit geweest. Ik was allround,
zoals op het biljart. Toen ik 21
was, heb ik echter definitief
gekozen voor het biljarten. In
het begin had ik daar wel spijt
van. Maar in het biljarten kon
ik titels behalen. In het voetbal
niet. Voetballen blijft echter
een van mijn favoriete sporten.
Als ik tijd heb ga ik kijken. Het
maakt mij niet zoveel uit of dat
nou Racing of KV Mechelen. Ik
ga voor het voetbal".
Twee jaar na zijn besluit om
de voetballerij alleen nog maar
passief te volgen, behaalde
Raymond Ceulemans zijn eer
ste wereldtitel. Er volgden er
heel wat meer. Raymond Ceu
lemans somt op: „Belgische ti
tels, 41. Europese, 31 en 23 we
reldtitels. Hoeveel zijn er dat?
95? Dan klopt het niet". Ray
mond Ceulemans graait in zijn
polstasje en legt een zakage
nda waarin alle titels keurig
vermeld staan op het tafeltje.
Dan blijkt dat hij twee recent
behaalde titels nog niet heeft
ingeschreven. Het totaal komt
dan op 97. Nog drie van het
getal dat de sympathieke Belg
vol wil maken. Daarna wil hij
het wat rustiger aan gaan
doen. „Dan is het genoeg ge
weest", meldt hij, „ik moet me
toch niet blijven waar maken,
hè? Dat begin ik toch goed te
voelen. Het is altijd maar Ceu
lemans, Ceulemans. Ceule
mans moet winnen. De druk is
groot. Wordt eigenlijk wat te
groot. Bovendien heb ik nu ei
genlijk te weinig tijd om me
goed voor te bereiden. Te druk
met de zaak. Want dit is niet
zomaar een caféke, dit is een
bedrijf waar erg veel werk in
gaat zitten. Eigenlijk had ik al
naar Kopenhagen waar de Eu
ropese titelstrijd driebanden
wordt gehouden, moeten afrei
zen. Maar dat was niet moge
lijk. Nu ga ik maandag pas".
Raymond Ceulemans, 40 nu
en reeds een kwart eeuw in
wedstrijdverband achter de
groene tafel, hoopt dit jaar nog
het magische getal 100 te be
reiken. Om dat te realiseren
moet de maestro wel alle drie
de titeltoernooien waaraan hij
deelneemt, winnen. „Dat zou
mooi zijn", filosofeert hij,
„maar als ik op 99 uitkom, ga
ik daar ook niet wakker van
liggen. Daarna dus wat kalmer
aandoen. Wel blijf ik dan het
driebanden spelen. Daar kun
je wat langer in mee. Dat spel is
niet zo zenuwslopend als de
kaderspelen en het libre. Als je
in het kader mist, kan het afge
lopen zijn. Bij het driebanden
krijg je meer mogelijkheden.
En ja, waarom beheers ik het
driebanden zo goed. Luister,
iedere topbiljarter kan de figu
ren in het driebandenspel ma
ken. Je ziet ze liggen. Maar
misschien ben ik wat sterker in
de uitvoering. Want dat blijft
natuurlijk altijd een belang
rijke zaak".
Raymond Ceulemans bestelt
bij een van zijn obers een
mijn opvolger. Hier in België
zie ik ze niet zo vlug. In Neder
land heb je Christ van der
Smissen. Die heeft alles in zich
om een grote te worden. Hij is
nog jong. Heeft karakter en ta
lent. Volgens mij wordt hij de
grootste uit zijn tijd".
Globetrotter Ceulemans -
„in Australië en Zuid-Afrika
ben ik nog nooit geweest, de
rest van de wereld heb ik ge
zien" - zal de biljartsport
uiteraard nooit definitief de
rug toekeren. Daarvoor is het
biljarten hem te lief. „Maar",
verklaart hij, „een functie in de
bond zie ik niet zo zitten. Mis
schien het begeleiden van de
jeugd. Dat lijkt me wel een
leuke job. Wat bezig zijn met
het biljarten, maar niet meer
zo intensief. Het wordt wat te
veel, hè. Dat merk ik aan be
paalde dingen. Vroeger lette je
bijvoorbeeld niet zo op de en
tourage. Je ging naar een toer
nooi om te spelen. Maar nu let
ik meer op die dingen. Vallen
meer op. Als nu in een zaal het
wat al te koud is, denk ik wel
Scherz, Dielis, en Bitalis zie ik
daar als mijn grootste concur-
renten. Met Thörgersen en -an
der Smissen als gevaarlijke
outsiders. Ja, hetzoumooi zijn,
die 100. En dan wat meer tijd
voor andere zaken. Ik heb bij
voorbeeld alles, wat in de
kranten over mij geschreven is,
uitgeknipt en geselecteerd.
Daar vul ik grote plakboeken
mee. Een mooi souvenir. Maar
ik heb nog maar een plakboek
klaar. En dat gaat tot 1961.
Kun je nagaan, dat ik nog heel
wat te plakken heb".
Er is telefoon voor Raymond
Ceulemans. De superblijarter
vraagt of er voldoende stof om
te schrijven is. Een handdruk
en een tot kijk. Raymond Ceu
lemans spoedt zich naar de te
lefoon. De zaak slokt hem weer
op. Wellicht blijven de plak
boeken voorlopig onaange
roerd. Raymond Ceulemans
heeft het druk, te druk om zich
nog intensief bezig te houden
met zijn geliefde sport. Op zijn
routine en spelinzicht probeert
hij de door hem zo fel begeerde
100 vol te maken.
ROMAIN VAN DAMME
(Van onze sportredactie)
DEVENTER ,,Ik ben van de hemel in de hel geraakt". Met
ie woorden karakteriseert Rotterdammer Bob Maaskant zijn
overgang van het Bredase NAC naar het Deventer Go Ahead
es'^even maanden vertoeft Bob Maaskant als manager
ln e "Adelaarshorst". Beslist geen zonnige zeven maanden,
maar maanden vol teleurstellingen. Hij zegt dan ook: „Ik heb
jn aie zeven maanden heel wat meegemaakt. Veel teleurstel-
mgen moeten verwerken. Maar dat ga ik niet uit de weg. Dan
ga ik vechten. En ik heb me er doorheen geslagen. Ik heb nu
gevoel dat ermij niets meer kan gebeuren."
maanden geleden zag het er overigens niet naar uit
hnii Maaskant werkzaam zou blijven in de betaalde voet-
Ji,™.'. NAC' waarmee hij in zijn tweede „Breda-
heel wat succes boekte, kwam hij financieel niet tot
liiiro °?r °k Maaskant stelde daarom zijn maatschappe-
®u" ff" ujtetekende baan bij het Amerikaanse leger
tprrifkt n j ^aaskant kwam weer in het amateurwereldje
rnpq nvc fer delde lange tijd met het Schiedamse Her-
ikwoV verWaart ^3n". ..toen voelde ik al meteen dat
M^an missen' Maar ëoed ik had toen mijn keus
rond konH^u 51118 niet maer dPor omdat we financieel niet
ona kontien komen. Toen Go Ahead later met een goed aan-
d kwam was het voor mij toch niet zo moeilijk om ja te
zeggen. Want in principe wilde ik in het betaalde voetbal
blijven. Ik wilde bij NAC blijven, maar dat ging om bovenge
noemde reden niet door. Via het aanbod van Go Ahead kon ik
wel in die betaalde voetballerij blijven."
Bob Maaskant keerde dus na een wel erg kortstondig ver
blijf in het amateurwereldje terug. Echter niet als trainer,
maar als manager. Hij werd bij de Go Ahead Eagles de opvol
ger van de naar Feyenoord vertrokken Peter Stephan. Bob
Maaskant ziet het als een promotie maar voegt er in een adem
aan toe dat hij wel aan zijn nieuwe functie moest wennen. Hij
„Ik mis de band met de spelers, het publiek. Ik heb geen
invloed meer op het directe resultaat. Okay, de eindverant
woording ligt bij mij. Met trainer Van Brussel heb ik het ook
wel eens over de tactiek, over de trainingen en meer van
dergelijke zaken. Die veldtraining, die begeleiding, ja dat mis
ik wel. Maar ik wist van tevoren dat ik het daar wel eens
moeilijk mee zou hebben."
Bob Maaskant had zijn entree in de koekstad heel wat
fleuriger voorgesteld dan tot nu toe uitgekomen is. De toe
nmalige trainer Wiel Coerver werd ziek en dat hield onder
andere in dat Bob Maaskant een deel van de veldtraining op
zijn schouders moest nemen. Leo Halkes (ex-SVV) kwam nog
een tijdje assisteren en nu heeft Henk van Brussel tot aan het
eind van het seizoen de paars-witte selectie onder zijn hoede.
Bob Maaskant: „Toen ik hier kwam was er een goed contact
met Wiel Coerver. Voldoende materiaal om mee te draaien in
cte middenmoot. Maar de ellende liet niet lang op zich wach
ten. De trainer ziek, en de blessures volgden elkaar in een
ijzingwekkend tempo op. Ik hoor wel eens trainers zeggen dat
ze vijf, zes geblesseerden in hun selectiegroep hebben. Nou,
bij ons was dat aantal 14, 15. Overigens vond ik hier bij de
spelers dezelfde mentaliteit als in mijn beginperiode bij NAC.
Daar ben ik aan gaan werken. Hen duidelijk gemaakt dat er
alleen resultaten komen als er geknokt wordt. Het resultaat is
immers allesbepalend. Moet je keihard voor werken. Dat idee
moet je overbrengen op de spelersgroep."
Breda
Die naam wekt bij Bob Maaskant uiteraard prettige herinne-
ringenop. Hij merkt op:Ik heb daareen heerlijke tijdgehad.
Erg prettig gewerkt. Vooral het tweede jaar. Dat publiek in
Breda hè, dat is uniek. Maak je nergens meer mee.
Je verlangde met de spelers naar die zaterdagavond. Dat
was een happening. En met dat idee ben ik naa» Deventer
gegaan. Hier wil ik iets dergelijks opbouwen. Spektakel voet
bal, dat eigenlijk in heel Nederland gespeeld zou moeten wor
den. Dan komen die tribunes wel weer vol. Je moet risico's
durven nemen. Heb ik in Breda ook gedaan. Heb daar ook
altijd gezegd dat we op eigen terrein wel eens met grote cijfers
zouden verliezen. Maar dat is nooit gebeurd. Als je risico's
neemt, moet je dat echter wel incalculeren."
Voorlopig zal de Go Ahead Eagles echter niet al te veel
risico's kunnen nemen. De punten zijn immers goud waard
voor de Deventer club. De voornaamste zorg is momenteel de
Overijsselse ploeg in de eredivisie te houden. „En dat lukt
wel", meent Bob Maaskant, „de geblesseerden zijn voor het
grootste gedeelte terug. Het keepersprobleem is opgelost. Als
we in de eredivisie blijven is het diepste dal waar Go Ahead
ooit doorheen gemoeten is voorbij, Dan kunnen we gaan bou
wen. Met de middelen die we nu hebben. Moet kunnen. Op de
transfermarkt zullen we aan het eind van het seizoen niet veel
kunnen doen. Financieel staan we er niet zo best voor. Er is
destijds veel geld binnengekomen, maar ook veel uitgegaan.
Er zijn fouten gemaakt. Verder wil ik daar niet over uitwijden.
Maar Go Ahead Eagles moet weer een gezonde vereniging
worden. En daar wil ik graag aan meewerken. Met de ge
meente wordt er onderhandeld. Het bedrijfsleven wil het een
en ander doen. Ik werk hier met enthousiaste mensen. Van
daar dat ik hier ook wil blijven. Aan het eind van het seizoen
kunnen we wellicht Kristiansen met Schneider ruilen. Dat
levert geld op. Bovendien doe ik deze functie met plezier. Als
trainer zie ik mezelf niet meer terugkomen. Dat zou een stap
terug betekenen. Maar dat contact met de groep, die binding,
ja die zal ik altijd blijven missen".
ROMAIN VAN DAMME