E Koperwieken en kramsvogels DE GEDENKWAARDIGHEID VAN EEN WINTER KAN Supersneeuwman IJspret „Aandelen-opties": verleidelijk maar riskan Is Kanaaltunnel meer dan een Europese droom EVEN UITBLAZEN door Wessel B. Brouwer binnenland buitenland MET WIM KOCK Moord Honger Hausse en baisse Rectificatie NA 175 JAAR „BOUW Maagd 1978 Europees geld DE STEM VAN ZATERDAG 18 FEBRUARI 1978 Koperwieken en kramsvoge ls, hele gewone verschijnin gen in winters Nederland, hebben de laatste dagen nogal wat pennen in beroe ring gebracht. Een inwoner van Alphen vond „dat ze vroeg waren dit jaar". Een inwoner van Etten-Leur meldde met trots dat hij ze drie weken geleden al had gesignaleerd en op de een of andere manier werd dai al lemaal krantenieuws Verbaasd reageerde dan ook de 12-jarige Erik Lol- cama uit Breda: „In het meest eenvoudige voge- lboekje kan men namelijk vinden dat beide vogelsoor ten wintergasten zijn en reeds vanaf de herfst in grote aantallen in ons land aange troffen worden. Ik zie ze tel kens in de herfst en winter, als ik naar vogels ga kijken, bij honderden in de weilan den", aldus Erik. Ook de deskundige mengde zich in de discussie. De heer W.D. Veenhuizen be vestigde Erik Lolcama's ver haal: „Vanaf eind september komen de koperwieken en kramsvogels al uit hun broedgebieden in het hoge noorden naar Nederland om pas tegen eind april daarnaar weer terug te keren". Hoewel zeker geen voge lkenner, was ook ik nogal verbaasd over de plotselinge berichten over koperwieken en kramsvogels. Ik vermaak me namelijk al jaren met die vogels. Als er sneeuw ligt in de polder of de akkers hard bevroren zijn, komen ze in groepen de woonwijken in. Bij ons in de straat vormen de bessen van vuurdoorns hun belangrijkste voedsel bron. Opmerkelijk is de systema tiek waarmee ze te werk gaan en die vooral goed te volgen is omdat elk huis tegen woordig zijn vuurdoorn heeft. De vlucht vogels plukt steeds een struik helemaal leeg om daarna pas te ver kassen naar het volgende huis-met-struik. Zo werken ze één voor één, alle vuurdoornstruiken af. Regelmatig rusten ze uit in' de kale boompjes langs het trottoir, een soort Hitchcock-effect opleverend (The Birds). Het is een nogal opvallend gebeuren dat mensen met ogen in het hoofd niet kan ontgaan. i We waren pas getrouwd en woonden op kamers. Dat deed je toen nog - inwonen heette dat - omdat het sloopwezen nog niet zover was ontwikkeld dat er wat te kraken viel. Het kraken was daarom ook nog niet uitge vonden. Toen mijn vrouw om half elf 's morgens opstond en het kleine zitkamertje binnentrad, trof ze mij en mijn bevriende collega Kees aan, gewikkeld in over jassen en temidden van lege bierflessen. Ook de jeneverfles was leeg maar op een tafeltje stonden nog twee, al uren niet meer aangeroerde borrelgla zen, tot de rand toe vol. Voor de kachel, van het type dat ze „duveltje" noemden, op een krant, een hoop sintels. Uitge gaan, leeggehaald en niet meer aangestoken. Op straat kraakte de hard bevroren sneeuw onder de autowielen. Een onmiskenbaar winters tafereeltje: twee nachtbrakers die het over de erfelijkheid hadden gehad, uren lang, nuchter gebleven door de kou. Met roodomrande ogen keken we toe hoe mijn vrouw koffie zette en het duveltje weer aanmaakte. „Mijn vrouw zal niet weten waar ik ben", zei Kees plotse ling ongerust. Telefoon hadden we niet. Mijn vrouw bood aan naar de - naar later bleek in derdaad hoogst verontruste - echtgenote van Kees te fietsen om het terrein te verkennen, de stemming te peilen en alvast het pad voor de schuldige Kees een beetje te effenen. Weg glibberde ze, met haar fiets over de gladde straten. Het was 1963 en volgens briefschrijver J.A. Moshoevel in „Papier voor Uw Pen" van gis teren, hadden we toen de strengste winter sinds 1829. Niet niks dus. Toch was het boven beschreven, twaalf uur durende, bezoek van vriend Kees de enige gebeurtenis van dat jaar, die mijn vrouwen ik, na enige moeite, nog in verband konden brengen met de winter. In datzelfde 1963 werd John F. Kennedy vermoord en we weten nog precies, mijn vrouw en ik, wat we aan het doen waren toen die onheilstijding ons bereikte en dat geldt ook voor de vrienden die toen bij ons op bezoek waren. Bij nader inziens ontbreekt het ons trouwens toch niet aan allerlei referentiepunten die achteraf op de een of andere wijze het beeld van die winter zouden moeten oproepen. Be halve dat duveltje en het bed hadden we geen andere bron nen van warmte. Geen c.v. Ik herinner me dat de kolen in kleine papieren zakken moes ten worden aangevoerd maar ik zie me er niet mee door sneeuwen ijs sjouwen. We be leefden het avontuur van pas getrouwd zijn en het moet in het hartje van die winter zijn ge weest dat we bij de bank aan- klopen voor een persoonlijke lening omdat we nog niet had den geleerd de tering naar de nering te zetten. In februari al kondigde onze eerste zoon zijn komst aan en dat herinneren we ons nog opperbest! Maar er zit geen winterse franje aan die herinnering. Gek eigenlijk. Hoe komt het toch dat zoveel oudere mensen zich strenge winters van lang geleden her inneren, terwijl ik met de beste wil van de wereld geen beelden meer weet op te roepen van mijn eigen recordwinter? Zelfs niet wanneer de heer Mosheu vel zo vriendelijk is geweest die winter nauwkeurig te dateren en te wijzen op de uitzonder lijke strengheid ervan. De winter van 1944/45, DE VERSCHRIKKELIJKSTE WINTER UIT DE JONGERE Nederlandse geschiedenis ..herinner" ik me wel. Maar het is achteraf ingevulde herinne ring. Je hebt erover gelezen: de honger, de terreur, de doden, de voedseldroppings. Echte herinnering bestaat uit flarden: Voedselinzamelingen. Een kudde koeien die door vrijwilligers richting Moerdijk wordt gedreven. Het laatste bombardement van de Duitse luchtmacht op de besneeuwde Nieuwjaarsmorgen van 1945. En het is niet eens helemaal zeker of ook deze flarden niet achteraf in het geheugen zijn ingevoerd door ouderen die erover vertelden. Behalve dat bombardement. Dat zie ik nog voor me als een film omdat ik teen met andere kinderen te cfJst was bij de Engelsen op het vliegveld en bang was. Ik denk dat je je winters al leen maar kunt herinneren als je ze op de een of andere ma nier echt beleeft. En dan doet het er waarschijnlijk niet eens zoveel toe hóe streng zo n win ter volgens objectieve maat staven is. Volgens de heer Mosheuvel was de winter van 62/63 strenger dan die van 44/4 Ik geloof dat best. Hoe beleef je nu winters? Door er onder te lijden of door ervan te genieten en dat laatste doe je hoogstens samen met de kinderen. De verhalen van de ouderen over „de strenge winters van vroeger" moeten dus nogal betrekkelijk zijn. Hoewel: het feit dat sinds 1963 geen Elfstedentocht meer is gereden kan niet uitsluitend worden toegeschreven aan de thermische verontreiniging van het oppervlaktewater. ■fev Twee Zwitserse beeldhouwers hakten uit sneeuw en ijs het beeld van Jules Verne, science-fiction-schrijver avant la lettre. Ze deden dat in het kader van een aan Jules Verne gewijd sympo sion. Eric Sloan, een 20-jarige Canadese student, mag zich sinds het weekeinde de Hou- dini van het hoge noorden noemen, dankzij een stunt waarvan ook die legendari sche boeienkoning zou heb ben geijst. Sloan tiet zich zakken in het drie meter diepe water van het dichtgevroren Lac Dow bij Ottawa. Vóór Sloan in de uitgehakte bijt stapte, was hij aan polsen en enkels geboeid, ingesnoerd als een rolmops en verzwaard met een gewicht van tien kilo. Hij had precies 36 seconden nodig om zich van alle kluis ters te ontdoen en uit het ijs koude water op te duiken. Sloan had uitgerekend dat hij 45 seconden had vóór hij door de kou zou zijn bevan gen. De bescheiden student schreeft zijn prestatie toe aan een kerngezond corpus en enkele „trucs". Alsof er niets was gebeurd nam Sloan na het weekeinde weer plaats in de collegebanken. Op 4 april a.s. wordt in Am sterdam de „European Options Exchange" (EOE) geopend. Volgens een brochure, die op roept tot deelname aan een in formatieve bijeenkomst welke tegenwoordig seminar heet, zal dit een belangrijke gebeur tenis zijn. Niet alleen voor Am sterdam als internationaal fi nancieel centrum, maar zelfs voor heel Europa. Dat zullen we dan maar ho pen; niet in de laatste plaats voor de Vereniging voor de Ef fectenhandel, die er tot nog toe een kleine 10 miljoen gulden in heeft geïnvesteerd. Het ligt in de bedoeling dat de EOE een internationale beurs wordt, waar aandelenopties verhan deld gaan worden. Opties met name op toonaangevende fondsen die al veel belangstel ling uit Europa ondervinden. Op deze laatste worden in Amerika reeds opties afgege ven en verhandeld. Men wil starten met de handel in opties op 10 tot 15 daarvoor nog uit te kiezen Belgische, Franse, Duitse, Nederlandse, Engelse en Amerikaanse fondsen. Begin volgend jaar moet het aantal verhandelbare opties volgens de plannen uitgebreid zijn tot 60. Het grote voorbeeld dat de initiatiefnemers tot oprichting van de EOE voor ogen heeft ge staan is de zeer succesvol ope rerende „Chicago Board Op tions Exchange" (CBOE), die in 1973 gestart is. Niet alleen hier, maar ook in Amerika doet goed voorbeeld doorgaans goed volgen, zodat daar in middels ook in aandelenopties gehandeld wordt op de „Ame rican Stock Exchange", de „Midwest Stock Exchange", de Pacific Stock Exchange" en de Philadelphia Stock Ex change". Zonder overdrijven kan gesteld worden dat deze vrij nieuwe beleggingsvorm in het land van Uncle Sam zeker is aangeslagen bij het grote pu bliek. Gegeven de toch wel be staande markt- en mentali- teitsverschillen tussen de U.S.A. en Europa, betwijfel ik vooralsnog of dat succes door de EOE geëvenaard kan wor den. Ondanks het feit dat de aan- delenoptie een relatief jong be leggingsmedium voor ons is, is het toch nauw verwant aan iets dat wij al veel langer kennen: de premie-affaire. Bij een premie-affaire koopt de beleg ger (in dit geval kunnen we overingens meestal, maar niet altijd, beter van speculant spreken) voor een overeen te komen termijn het recht om bepaalde aandelen te kopen of te verkopen tegen een ge fixeerde prijs. Voor het koop recht betaalt hij een „hausse premie", voor het verkoop recht een „baissepremie". De koper van een haussepremie hoopt er natuurlijk op dat de koers van het betreffende aan deel gedurende de overeenge komen periode stijgt. Stijgt die koers met een absoluut groter bedrag dan de prijs die hij voor de haussepremie heeft betaald, dan maakt hij uiteraard ge bruik van zijn kooprecht en kan gelijktijdig met winst tegen de dan hogere marktprijs verkopen. Een 3 maands haus sepremie in aandelen Konink lijke Olie van 125 gulden,zal zo om en nabij de zes gulden kos ten. zodat de hel affaire pas winst oplevert als de koers van het aandeel binnen die 3 maanden boven de 131 gulden komt. Bovendien moeten bij de afwikkeling nog aan- en ver koopkosten worden betaald, zodat in werkelijkheid de be nodigde koersstijging van het aandeel nog iets groter dient te zijn. Een koper van een baisse-premie heeft volgens ditzelfde voorbeeldje het recht om de aandelen Koninklijke Olie gedurende 3 maanden te verkopen tegen de vaste koers van 125 gulden. Hij heeft er dus pas baat bij als de koers van het aandeel tot beneden de 119 gulden daalt, omdat hij het aandeel dan goedkoper op de beurs kan terugkopen voor ge lijktijdige levering tegen 125 gulden. Bij hausse-affaires zijn de winstmogelijkheden theore tisch ongelimiteerd, terwijl het maximale verliesrisico (de be taalde premie) bij voorbaat vaststaat. Rechtstreekse aan koop van het aandeel behoeft echter ten eerste een veel gro tere investering en levert ook een veel groter maximaal ver liesrisico op. De particuliere belegger die eens een gokje wil wagen speculeert meestal a la hausse. Misschien heeft dat wel met de menselijke natuur te maken: we zijn „van huis uit" meestal optimisten. Het meest aantrekkelijke van premie-affaires voor de parti culier is natuurlijk dat met een relatief klein bedreig grote winsten te behalen zijn. Bovendien ïs zoals gezegd het risico vooraf exact te bere kenen. Het „hefboomeffect" (leverage) is de voornaamste en ook de meest tot de verbeelding sprekende eigenschap van premie-affaires. Een belang rijk nadeel is, dat een eenmaal verrichte affaire uitsluitend tot een eind kan worden gebracht door gebruik te maken van het aankoop- of verkooprecht ge durende de looptijd ofwel door het verstrijken van de looptijd zelf zonder van dat recht i. bruik te maken. In het laat;, geval betekent dit, dat nen van het recht zinloos n omdat het geen winst brac,1 De premie is dan volk, waardeloos geworden en dek, taalde prijs is in zn geheeli» loren. Dit nadeel zou kum: worden opgeheven door de i zitter van het aan- ofverkx recht toe te staan dit recht durende de looptijd op beurt weer te verkopen. De EOE stelt zich dan ten doel om dagelijks ham premies te verhandelen daardoor tot een koersvormt van de premies zelf te gerake. De premies heten dan opiu wat ook een veel betere beij ming is, en hebben nog eenui tal extra kenmerken boven i; van de premie. De grondprn cipes zijn echter identiek. Door het hefboomeffect a fenen opties een grote trekkingskracht uit opjuistl kleinere belegger. Aankx; van 100 aandelen XYZ ti een koers van 50 gulden v een investering van 5000 j den. Stijgt de koers vanl tot 60 gulden, dan wordt n belastingvrije winst gema«' van 1001} gulden. Dit even li van transactiekosten. Dielk gulden winst betekent 20 pi cent van de aanvankelijk i: vestering. Aankoop van j opties XYZ tegen een opis koers van bijvoorbeeld 5 j den, vergt slechts een incest: ring van 500 gulden. Bij kon stijging van het aandeel totlf zal de op de EOE genoten- optie theoretisch stijgen tot', gulden en kan eveneens eents lastingvrije winst van W, gulden gemaakt worden. Int geval betekent dat echter ji 20 procent, maar 2Ó0 pm: van de aanvankelijke imus ring. Nog afgezien van den (gecompliceerde) beleg gin; combinaties die in opties» gelijk zijn, is het hoge prow, tuele winstpotentieel vat of ties voor velen al fascmem genoeg. Sprekend over proceotn moet wel één ding gezegd den: Het is juist dat de optiek legger zijn risico tot op de» nauwkeurig kent en daarfc in het voordeel lijkt. Niet vb geten mag echter worden, it dat risico precies gelijk is ai de door hem betaalde oplii prijs. En dat is en blijft aili;: 100 procent van zijn ring. Bij het artikel over suike ziekte („Diabeet leeft metkld en weegschaal") in onzekiat van gisteren is een adres van de vereniging suikerzieken vermeld. Hf juiste adres is: Diabetes Vei- eniging Nederland, postbffi 9210 Utrecht. (van onze kunstredactie) Je kunt het Kanaal tussen Engeland en het Europese vasteland natuurlijk overzwemmen. In 1875 werd dat voor de eerste keer geprobeerd. Dat is nadien door verschillende mensen gelukt. In 1971 zelfs door een bloedeigen Nederlandse, Corrie Ebbelaar. Aangezien de meeste mensen daartoe niet in staat zijn en het waarschijnlijk wat omslachtig vinden maken zij gebruik van één van de ruim honderd mogelijkheden om met een boot of vliegtuig aan de overkant te komen. Het makkelijkste zou natuurlijk een tunnel zijn. Maar na 175 jaar proberen om zo'n ding aan te leggen, moeten we nog steeds zeggen: „Als dat zou kunnen". Het schijnt niet te kunnen, want in 1974 stak Engeland weer een stokje voor de laatste poging. De tentoonstelling, die een 175 jaar vernuft en drama rond een overstapje tussen Frankrijk en Engeland illus treert heet dan ook „Droom van een tunnel". Tot en met 4 maart is deze te zien in het Bouwcentrum in Rotterdam (tegenover het Centraal Sta tion). Dat gedonder moet nu maar eens afgelopen zijn, zei - uiter aard op een wat beschaafde manier - dr. Cornelis Berk houwer (drinkt u ook melk?) vice-voorzitter van het Euro pese Parlement bij de opening van de expositie. Zo'n tunnel is geen zaakje meer tussen Frankrijk en Engeland. Die komen er toch niet uit. Het is een Europese zaak en de reali satie ervan vraagt om een Eu ropese aanpak. Dat is natuur lijk een pleidooi voor zijn „ei gen" Europese toko, maar je krijgt inderdaad het gevoel dat die twee landen er niet uitko- Nu mag een droom een com plex psychologische gegeven zijn (droom van een tunnel), de tentoonstelling zelf houdt zich aan de feiten; dus aan de zicht bare (on)resultaten. Maar je voelt met je klompen aan, dat er noch technische, zoch finan ciële problemen meer zijn om die tunnel er te laten komen. Wat is er dan echt aan de hand? Een klein beetje daarvan proef je bijvoorbeeld bij de diapre sentatie op de expositie als je hoort hoe militaire chefs in Engeland en Frankrijk opza gen tegen de timnel; dat de En gelsen ervan gruwden om met de Fransen in één trein te zit ten en dat de vader van Wiston Churchill zei, dat doorde tun nel Engelands positie als „in tacte maagd" aangetast zou worden. En als Engeland in 1974 onderzoek vraagt - ter wijl men al aan het boren is - naar goedkopere oplossingen, denk je: „Wat zit daaronder, of daarachter?". De Engelsen hebben zich- nog steeds niet losgemaakt van hun meerwaarde - gevoel ten aanzien van „the continent!ze kunnen het nog steeds niet verkroppen geen wereldmacht meer te zijn. Waar ze dwars kunnen gaan liggen uit geldingsdrang, zullen ze het niet laten. De EEG kan ervan meespreken. Een timnel on dergraaft nog verder Enge lands uitzonderingspositie. Het zal bijvoorbeeld een moei lijk te verdedigen zaak- zijn, dat straks een van de tunnels - er moeten er een aantal komen gereserveerd moet worden voor de Engelsen. Kortom: die Een model van het tunnelplan, dat in 1975 werd stopgezet. Links en rechts de spoortunnels met treinen voor auto- en perso nenvervoer; in 't midden de reservetunnel met dwarsverbindin gen naar de spoortunnels. tunnel is voor Engeland vooral een droomverstoorder. De eerste, die een tunnelplan ontwierp was de Franse inge nieur Albert Mathieu in 1802. Bij flakkerend licht van olie lampjes maakt men volgens zijn plan, onder alle weersom standigheden in een paar uur de overtocht via een houten constructie over de bodem van de zee. Maar technisch was het plan nog niet rijp genoeg en in Engeland was men allang blij dat Napoleon niet per tunnel kon komen. In 1851 ontwierp Horeau een stalen buis met twee spoorbanen op de bodem van de zee. Wie tijdschriften als Punch uit die tijd bekijkt, ziet dat er danig op los gefan taseerd is over tunnels. Een belangrijke stap in de ontwikkeling zette Thomé de Gamond, die op wetenschap pelijke manier bodemmosters nam en diepteduiken deed. Het kostte hem bijna zijn leven, toen hij daarbij eens door vraatzuchtige zee-alen werd aangevallen. Door zijn geolo gischs onderzoekingen kwam hij met het plan om een tunnel onder de zeebodem te graven. Zoals bekend, is het laatste tunnelontwerp op ongeveer honderd meter onder het zee niveau geprojecteerd in de tien tot vijftig meter dikke water dichte kalklaag, waarboven zich een even dikke poreuze kalklaag en 25 tot 60 meter water bevinden. Rond 1875 gaan de grote fi nanciers, waaronder de Roth schilds, zich ermee bemoeien. Dat leidt tot de oprichting van Franse en Engelse Kanaal maatschappijen, die nu nog bestaan. In 1878 boren de Fransen al twee schachten bij Sangatte en vervolgens ander halve kilometer tunnel. In 1880 doen de Engelsen bij Abbots Cliff hetzelfde en maken met de zojuist uitgevonden pneu matische boor 800 meter gang, die er nu nog prima uitziet. Gekibbel tussen voor- en te genstanders, de uitvinding van het vliegtuig (kanaalvlucht van Bleriot) en twee werel doorlogen doen de illusie van de tunnelherleven. in 1964 begint het schrijven van de recente tunnelhistorie. Eén van de schilderachtigste tunnelplannen stamt uit 1851 van de hand van de Fransman Hector Horeau. Hij dacht zich een stalen buis met twee spoorbanen op de zeebodem. De ventilatie geschiedde door middel van neo-gotische paviljoens op zee, van waar de wandelaars een riant uitzicht zouden hebben. De Britse en Franse regering zullen nu het project tot een goed einde brengen. In 1974 beginnen de proefboringen. Met het moderne materiaal komt men zes meter per uur vooruit. In 1978 zullen er twaalf treinen per uur, met elk 700 passagiers en 300 auto's, door de tunnel gaan. De reis Parijs - Londen zal dan twee en en half uur duren. Het is nu 1978 enweer is er niets ge beurd. In 1974, toen de Britse economie er ook al niet zo best uitzag, vond de regering ter elfde ure, dat er eerst nog een een jaartje gestudeerd zou moeten worden op goedkopere oplossingen. Maar de Ka naalmaatschappijen waren het zat en gooiden de boel erbij neer. geen wonder dat dr. Cornelis Berkhouwer bij de opening van de tentoonstelling, die een beeld geeft van genoemde - en andere feiten, weer eens een lans brak voor een Europese aanpak van de tunnelbouw. „In feite is het stagneren van het Kanaaltunnelproject het zoveelste voorbeeld van kort sluiting tussen politieke en technische vooruitgang, het onvermogen om wat techni sche mogelijkheden ons bieden ten goede te laten komen aan de Europese burgerij", aldus Berkhouwer. In 1976 heeft hij deze zaak al aangeslingerd in het Europese parlement en een half jaar geleden zijn er in het Engelse parlement vragen ge steld over een eventuele EEG-aanpak. De minister heeft de bereidheid uitgespro ken concrete voorstellen in overweging te zullen nemen! Berkhouwer speelt daarbij op het „Volksempfinden'. Het feit dat de gewone man met zijn autootje en zijn gezin voor minder geld aan de andere kant kan komen spreekt tot de verbeelding, zegt hij. Welnu: „Met Europees geld hebben we Europa met Azië verbonden via de brug over de Bosporus. Ook in de financiering van de Kanaaltunnel zou de Europf* Investeringsbank een rol li nen spelen", aldus Berkhc- wer. Het zou een noviteit:,' als de bank op haar beurt v;. deze onderneming gelden i" aantrekken, door het plan® van kleine volksaandelen bijvoorbeeld vijftig Euroj® rekeneenheden per aanof Zo zou de Europese burge:'- deze zaak betrokken rate Onze voorouders hebben n» saai geld gestoken m RussiscW spoorwegen. Ze hebben 1917 nooit meer een cent -' ruggezien. Deze calamiteit bij de Kanaaltunnel wel uit sloten". De Europese pa® mentariër vertelde tevens I» de tunnel in een paar jaar"]* van een milieu-vijandig'"1^ milieu-vriendelijk object F worden is. Wie op de tento-- stelling de meer dan bon® lijnen getekend ziet overwj en door de lucht van de to en luchtvaartmaatschapp1)- tegenover die ene lijn va" - tunnel zou het gaan ge»01 Alleen is niet aan te nemen al dat vervoer door de biet over de zee zal afnemen a» lijn onder de zee erbij g zal zijn. Dat die tunnel er lijkt wel voor de Als je op de tentoonstel" „Droom van een tunnel wat er allemaal al gepaf is, kun je het gewoon maken om de tunnel te- ten. In 1978 wordt de f meerderjarig (21 Jaar' Berkhouwer zou het cr° vinden als het verjaard'!? deau een tunnel zou zijn; ja, er mag wel een EG z>Ja' j geland en Frankrijk zijn nog. Echte dromenlande HENK V

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1978 | | pagina 4