H, Frankrijk op dramatische tweesprong Netwerk van vreemd e bond genoten et de sterft oo mens eer Sef van vrij,, Navolging UK" Vijandig aantrekkelijk Woelig Rampzalig Assad DOOR CORN.\ VERHOEVEN Sontiwr Werkloosheid HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN "PEILINGEN INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGENPEILINGEN S PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEfs Let politieke leven in Frankrijk, en ook in verre gaande mate „het leven" al zodanig, staat nu sterk in het teken van de aan staande verkiezingen (12 en 19 maart) en de aanzien lijke veranderingen die daarvan verwacht worden. Ondanks een uitzonderlijk doeltreffende redevoering die president Giscard enkele dagen geleden in verband met de keuze die de Fransen te maken hebben, uitsprak, heeft deze de kansen voor zijn rechtse meerderheid niet ver anderd. En een aantal onhan digheden en erger aan linkse zijde (met name bij de commu nisten) heeft ook daar weinig wijzigingen veroorzaakt. Men heeft de overtuiging dat de Fransen op de eerste plaats willen „dat de zaken verande ren", en dat is volgens hen al leen mogelijk door nu de oppo sitie de gelegenheid te geven aan het bewind te komen. De jongste opinieonderzoeken wijzen uit dat, als de verkie zingen nu plaats hadden (de eerste ronde dus), de linkse op positie 51% van de stemmen zou behalen (zij heeft 1% ver loren sedert de vorige peiling, maar niet aan de regerings meerderheid doch aan de eco- logisten). De regeringsmeer derheid, dus de rechtse liberale partijen zouden 45% van de stemmen behalen. Voor de uit slag is veel afhankelijk van te sluiten kiesverbintenissen voor de laatste stembeurt van 19 maart, maar zoals de zaken nu staan, lijkt een overwinning van links met een 20 kamerze tels meerderheid, waarschijn lijk. De muren van deze Parijse straat zijn volgeplakt met het portret van de communisten- leider Georges Marchais. Als gevolg daarvan zal pre sident Giscard over enkele weken vermoedelijk een kabi netsraad voorzitten, die ten doel heeft een regeringspro gramma uit te voeren, dat de president steeds als rampzalig van de hand gewezen heeft. En het staatshoofd zou dan voor het eerst sedert twintig jaren een vijandige kamermeerder heid, een vijandige eerste mi nister en een vijandig kabinet tegenover zich vinden, en vol gens de leider van de neo- Gaullisten, Chirac" zou Gi scard „een gevangene zijn in zijn eigen paleis" tot zijn ambtsperiode in 1981 ten einde gaat. Ook de socialistenleider Mitterrand heeft toespelingen gemaakt op het onvermijde lijke conflict tussen staats hoofd en regering dat ver wacht kan worden. Premier Barre heeft daaraan een wat haastige en summiere uitleg gegeven door te verklaren dat Mitterrand wil proberen de grondwet te veranderen en eventueel een gewelddadig af zetten van de president beoogt teneinde het gemeenschappe lijke linkse hervormingspro gramma erdoor te drukken. Deze mening wordt door een aantal politici gedeeld: Zij zijn van oordeel dat de Socialisten en Communisten de positie van President Giscard onhoudbaar zullen willen maken door hem te dwingen de nationale ver gadering (die dan immers pas opnieuw gekozen is) te ontbin den, nieuwe verkiezingen uit te schrijven en af te treden. De socialisten verklaren dat zij geenszins een dergelijke Machiavellistisch plan bera men en dat dit uitsluitend door rechts verkondigd is om de kiezers de schrik op het lijf te jagen. Eveneens zoals, zeggen zij, de verzwakking van de Franse frank, die door de rege ring in de hand gewerkt wordt om de indruk te geven dat de financiële wereld van een linkse verkiezingszege een economische ramp verwacht en nu al „uit de frank vlucht". Intussen hebben de rechtse partijen een blijkbaar doel treffende alliantie voor de ver kiezingen gesloten, terwijl links de zaken na de grote breuk van september nog niet al te duidelijk zijn. De commu nistenleider Maarchais had enige weken gelden beweerd dat als zijn partij niet méér dan 21 van de stemmen in de eer ste ronde behaalde, de com munisten in de tweede ronde niet de socialisten zouden steunen, geen links bewind zouden helpen zegevieren omdat hun rol daarin te gering zou zijn. En de zege zou dan „voor een andere keer" zijn. Nu eist Maarchais evenwel zonder zich over de technische modaliteiten van een verbin tenis voor de tweede ronde uit te laten, „zes of zeven belang rijke ministerportefeuilles" voor zijn partij. Het is bij dit alles waarschijnlijk dat de communisten uiteindelijk de socialisten in de tweede ronde zullen steunen, maar welk loon zij daarvoor ontvangen, is nog niet duidelijk. Zes of zeven be langrijke ministeries lijken in dat geval nogal utopistisch. Inmiddels heeft President Gi scard gezegd dat hij in geval van een linkse zegen zal aan blijven en dat hij niets zal kun nen ondernemen om het uit voeren van het gezamelijke linkse regeringsprogramma tegen te houden. Maar door zich openlijk voor de rechtse coalitie uit te spreken, heeft Giscard zichzelf ook in een merkwaardige en vooral moei lijke positie geplaatst, nl. de eerder beschrevene, waarin hij zich aan hehoofd zal bevinden van een staat, waarvan parle ment en regering een diame traal tegengestelde politiek nastreven. Hij heeft duidelijk gemaakt dat het gezamenlijke linkse programma rampzalig zal zijn voor het land, de eco nomie zou uithollen en het land in ellende zou storten. De communisten blijven hun interpretatie van dat pro gramma luidkeels progageren: Minimumloon van 2400 frs (1200 gulden) per maand, aan zienlijke verhoging van alle andere lonen, van de gezinstoe lagen, de ouderdomsuitkerin- gen, het onmiddellijk schep pen van een half miljoen nieuwe werkgelegenheden, drastische verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd, verkorting van de arbeidstijd, verlenging van vacanties enz. Een uiterst aantrekkelijk pro gramma. Alleen blijven de communisten vaag over de fi nanciering daarvan en hun voornaamste argument is, dat de rijken nu eens een keer zul len moeten betalen. Vrijwel ie dereen is ervan overtuigd dat er werkelijk geen enkele moge lijkheid is dat een dergelijk wonderbaarlijk programma inderdaad ten uitvoer gelegd kan worden. Alleen al de ver hoging van het minimumloon zou 37% betekenen, en de ver hoging van alle lonen die niet minstens vier maal dit mini mumloon bedragen zou erop neerkomen dat 97% van alle lonen en salarissen verhoogd zouden moeten worden en dit zou binnen een jaar een verho ging van liefst 20% van de loonmassa' in het land beteke nen. Om daaraan het hoofd te bieden zullen dus „de rijken moeten betalen", hetgeen be tekent dat de bedrijven en on dernemingen en uiteraard een aantal particulieren onder on gekend zware belastingdruk en sociale lasten gesteld zullen worden. praktijk dan weer niet ver hoogd zou worden omdat alles zoveel duurder wordt). Ofwel de regering staat dit niet toe en kondigt een prijsstop af en binnen drie tot zes maanden sluit de ene onderneming na de anderen en de werknemers komen op straat te staan. En een ernstige verhoging van het werklozencijfer zou rampzalig zijn. Volgens koele berekenin gen zouden de gevolgen van een dergelijke linkse politiek tegen het eind van het jaar zijn Een minimale prijsverhoging van 20% een begrotingstekort van 60 miljard franks (30 mil jard gulden) en een tekort op de handelsbalans van 55 mil jard franks. Dientengevolge een duizelingwekkende val van de Franse valuta. De com munisten hebben evenwel een antwoord op deze bezwaren: het stopzetten van „de wilde importen" teneinde volledige werkgelegenheid te waarbor gen. In de praktijk gaat dit niet op omdat de meeste daadwer kelijke concurrenten van de Franse industrie onderont wikkelde landen zijn (met name op het gebied van textiel). Verleden jaar heeft Frankrijk uit deze gebieden voor 31 miljard geïmporteerd en er voor 40 miljard naar uit gevoerd.... Het gevaar is allerminst denkbeeldig dat de regering dan de ondernemingen zal moeten toestaan hun prijzen te verhogen (waardoor het ver hoogde minimumloon in de Zekere socialisten zijn zich wel bewust van de problemen, maar zeggen dat er een trans fer van sociale lasten van de ondernemingen naar de staat moet plaatshebben. Hetgeen betekent dat deze 30 miljard moet vinden en dat kan alleen door drastische belastingver hoging óf het aan de lopende band drukken van bankbiljet ten. Als alle beloften van het gezamenlijke linkse pro gramma uitgevoerd worden, d.w.z. de vruchten van een maand arbeid van heel het Franse volk. De verandering die links in het land teweeg wil brengen, is voor 51% van kie zers belangrijk genoeg om daarvoor te stemmen. Maar ook als de rechts liberale meerderheid de zege in de wacht zou slepen, zou dat met een een kleine meerderheid zijn, dat in elk geval te voor zien is dat Frankrijk een woe lige periode tegemoet gaat, zoals ze het sedert twintig jaren niet gekend heeft. JAN DRUMMEN (Van onze correspondent) ADDIS ABEBA - Israël heeft zich in het conflict in de Hoorn van Afrika geschaard bij de Tripoli-groep (de landen, die de vredesinitiatieven van de Egyptische president Sadat afwijzen) en zich tegen Egypte gekeerd. En zoals bekend zijn de landen die in die Tripoli-groep zitten, juist de felste tegenstanders van Israël, terwijl zowel Egypte als Israël zich inspannen vrede in het Midden-Oosten te sluiten. De Tripoli-groep heeft zich evenals Israël achter de Ethiopische vaan dels in de oorlog tegen de door Somalië gesteunde rebellen in de Ogaden-woestijn geschaard. Israël levert zelfs volgens minister van buitenlandse zaken, Moshe Dayan, wapens en munitie aan Ethiopië, iets dat overigens door Ethiopische woordvoerders ontkend wordt. Gematigde Arabische landen als Egypte en Saoedi-Arabië steunen samen met de westerse mogendheden Somalië en dreigen zelfs met militaire hulp aan dat land, wanneer het conflict nog verder zou escaleren. De Arabische rol in de Hoorn van Afrika vormt een blauwd ruk van de Arabische wereld als geheel. De verhoudingen binnen die Arabische wereld zijn zó verwarrend, zó met el kaar in tegenspraak en zo ver anderlijk, dat weinig Arabi sche regeringen duidelijk zou den kunnen maken, wat ze nu eigenlijk precies willen, zelfs als ze zouden proberen dat uit te leggen, wat ze echter niet doen. Die verwarring was er al voordat Sadat zijn historische reis naar Jeruzalem maakte. Maar dat bezoek heeft wel een stroomversnelling te weeg ge bracht. Sadat kan met kolonel Kaddafi, president van Libië, gerekend worden tot de meest impulsieve en de minst bere kenbare Arabische leiders. Hij is president van de grootste en meest strategisch gelegen Ara bische macht. Daarom heeft alles wat hij doet automatisch veel invloed op het gebeuren in de Arabische wereld, in Afrika en op het hele internationale toneel, waarop hij optreedt. Ondanks alle verwarring zijn drie belangrijke feiten toch duidelijk. In de eerste plaats zijn - al is de Arabische wereld paradoxaal genoeg nog nooit zo verdeeld en ontmoe digd geweest als nu - de Arabi sche landen zich er als nooit tevoren van bewust dat ze be horen tot één geheel. Dat bleek ook duidelijk tijdens de jong ste topconferentie van de Tripoli-groep in Algiers, waar gesproken werd over „vastbe radenheid en confrontatie." Terwijl de in december in Tripoli gehouden conferentie een spontane reactie was op de vredesgok van Sadat, was de bespreking van Algiers een meer voorzichtige analyse van de diepere betekenis van Sa dat's reis. Er werd niet alleen gepraat over het belang van de „confrontatiestaten'maar ook over het machtsevenwicht in het gehele gebied. Het tweede belangrijke feit is dat de Arabische wereld zich weer begint te scheiden in een pro-Russisch en een pro- Amerikaans kamp. In de ogen van de Tripoli-staten is Egypte het centrum van een opko mende groep in het Midden- Oosten, die zich zo duidelijk inzet voor de behartiging van Amerikaanse belangen, dat die landen, die zich door deze pro-Amerikaanse as bedreigd voelen, geen andere keus heb ben dan zich te weipen in de armen van de Sovjet-Unie. Ooit waren er 20.000 Russische experts in Egypte, dat in die tijd beschouwd werd als het bastion van Russische invloed in het gebied. Maar nu heeft Egypte zich 180 graden ge draaid en in de afgelopen weken is Sadat verder dan ooit gegaan met zijn pogingen om, in de woorden van een hem vijandige commentator in Beiroet, „van Egypte, het Egyptische volk, de Egypti sche hulpbronnen een strijd macht in dienst van de VS te maken, die voor Amerika oor log zal voeren in Afrika." Sadat heeft in Amerika dui delijk gesteld dat de wapens waar hij om gevraagd heeft niet tegen Israël gebruikt zou den worden. Hij wil ze gebrui ken om wat hij noemt zijn anti-communistische verant woordelijkheden in Afrika na te komen. Sadat sprak over „Russische arsenalen in Libië en Ethiopië.,' Volgens de Tripoli-conferentie laat Egypte zich samen met Israël misbruiken voor een klassiek imperialistisch beleid, waar van het doel al lang niet meer is het vinden van een rechtvaar dige oplossing van het Israëlisch-Arabische conflict, maar de overheersing van het Midden-Oosten. De andere belangrijke leden van de opkomende pro- Amerikaanse as zouden Ma rokko en Iran zijn. Beide lan den hebben enthousiast het vredesinitiatief van Sadat ge steund. Beide landen zijn een militaire macht van belang. Beide landen hebben al aange toond niet terug te schrikken voor inmenging in conflicten. Zo zond Marokko troepen naar Zaïre, is gemengd in het con flict over de vroegere Spaanse Sahara en deelde de Sjah zich zelf de rol toe van Westerse politie-agent in de Golf van Perzië. Hij stuurde troepen naar Oman om de Dhofar- opstand de kop te helpen in drukken en hij is waarschijn lijk bereid om, als dat nodig zou blijken, Somalië te hulp te komen. Ook de zuidelijke Egypti sche buurman het Soedan van president Numeiri behoort tot de pro-Amerikaanse groep. Maar als hij door wil gaan met zijn verzoeningspogingen met de rechtse oppositie onder lei ding van Sadiq Al-Mahdi, zal hij zich voorzichtig moeten op stellen ten opzichte van Sadat. De Tripoli-conferentie heeft met gemengde gevoelens steun gezocht bij de Sovjet-Unie. Sprekend over de hele confe rentie heeft de Algerijnse mi nister van buitenlandse zaken gezegd, dat de Arabieren hun betrekkingen met het Westen wensten te „behouden en ver sterken". Maar dan moest dat Westen wel begrip tonen voor „diepgewortelde verlangens" van de Arabieren zich onaf hankelijk op te stellen. Het is vooral angst, die de Tripoli- groep bij elkaar bracht. Arafat was bang zijn bestaansreden te verliezen, Syrië was bang voor Israël, Algerië voor Marokko, Libië voor Egypte en Zuid- Jemen was bang voor zowel Iran als Saoedi-Arabië. Angst heeft president Assad, die mis schien de meeste reden heeft bang te zijn, het verst gedre ven. Het moet hem niet ge makkelijk gevallen zijn voor het eerst de Algerijnse positie in het conflict met Marokko te TW6GSD3lt onderschrijven. grensincidenten in het van oudsher gevoelige gebied tus sen de twee landen wekken toch weinig verbazing. Want in de ogen van Saoedi-Arabië is Zuid-Jemen, met zijn harde pro-Russische politiek, eens te meer een broedplaats van ge vaarlijk radicalisme. Hoewel de Saoedi's bereid zijn samen met Iran te strijden tegen de Russische invloed in hun deel van de wereld, blijven ze zich zorgen maken over de aspiraties die Iran heeft in het Golf-gebied en in de Arabische invloedssfeer als gèheél. Daarom baart een opkomende, door Amerika gesteunde Egyptisch-Iraanse as hun extra zorgen. Ook zal Assad zich danig zorgen maken over de reacties van Saoedi-Arabië en zijn an dere Arabische betaalmeesters op zijn nieuwe houding jegens de Sovjet-Unie. Hoe verder hij gaat, hoe meer tegenstand zal komen van Saoedi-gezinden die zich op hoge kosten in zijn regering bevinden. Het derde belangrijke feit is dat, wanneer we door alle on duidelijkheden heen kijken, de Arabische wereld in vier kam pen te verdelen valt. Naast het pro-Russische en het pro- Amerikaanse kamp wordt het derde kamp gevormd door Arabieren die zich niet gebon den hebben. Als de Russisch- gezinde Arabieren zich al niet helemaal gelukkig voelen, zin ken hun moeilijkheden in "het niet vergeleken bij de verplet terende keuze waarvoor de zo genaamde „stille" Arabieren staan: voornamelijk de rijke Golf-staten, plus het speciale geval van koning Hoessein. In de zich polariserende Arabische wereld heeft Zuid- Jemen, na een korte verleiding, de Saoedi-Arabische vrijge vigheid blijkbaar afgewezen. De door Saoedi-Arabië welis waar ontkende berichten over Het vierde kamp is op de meest vreemde wijze schizof reen. Irak is een geval op zich, „het volk van tweespalt en huichelarij", zoals Kaddafi de Iraakse bevolking in Tripoli noemde. Hij citeerde met die uitspraak het oordeel van een vroegere Mohammedaanse le gerleider. De Iraakse leiders zitten hopeloos klem tussen hun verplichtingen jegens hun pan-Arabische Ba'ahth- ideologie en de met vallen en opstaan geleerde lessen van machtsbehoud in een woelig, gespleten land dat zo'n grote niet-Arabisch invloed kent, zoals de onverslaanbare Koer den in het noorden en het machtige Iraanse buurland. In een gespleten Arabische wereld zal Irak nooit van in vloed kunnen zijn. Dat is in feite een van de belangrijkste sleutels tot het machtseven wicht in het gebied. Maar het is altijd mogelijk dat op zekere dag de Iraakse leiders het tijd zullen vinden om uit hun ver lammende positie te breken en zich bij het anti-Sadat-kamp te voegen. Daarom is de Tripoli-groep,' ondanks alle verbittering, hard aan het werk om die uiterst belang rijke verschuiving te weeg te brengen. DAVID HIRST (Copyright De Stem/The Guardian) D(Van onze redactie buitenland) e oorlog in de Hoorn van Afrika - zoals het gebied waarin Ethiopië en Somalië liggen wordt genoemd - woedt met onver minderde hevigheid voort. Was het aanvankelijk alleen de strijd tussen geregelde Ethiopische troepen en Eritrese opstandelin gen, daar kwam later de opstand van de Somatisch sprekende inwoners van de Ogaden-woestijn bij. Inmiddels is met name dit laatste conflict uitgegroeid tot een grootscheepse oorlog, waarin sprake is van een vreemde menge ling van bondgenootschappen. Zo worden de Ethiopiërs op dit moment militair gesteund door onder andere Russen en Cuba nen. Met name de Russische belangen in dit gebied zijn interessant genoeg om nog eens nader onder de loep te nemen. Zoals bekend hebben de Russen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Cyrus Vance, laten weten, dat zij in geen geval zullen toestaan, dat Ethiopische troepen, die thans na aanvakelijke nederlagen in opmars zijn, de Somalische grenzen zullen over schrijden. Een grensoverschrijding en verovering van de belangrijke So malische plaatsen Hargeisa en Berbera (haven!) zouden voor Ethiopië in militair opzicht belangrijk kunnen zijn. Bij eventuele onderhandelingen zouden deze steden geruild kunnen worden tegen volledige terugtrekking van Somalische troepen en guerril la's uit de Ogaden. Immers, anders is Ethiopië genoodzaakt in een slepende guerrilla-oorlog dorpje voor dorpje in de Ogaden te heroveren. De Russen hebben echter veel meer belangstelling voor de provincie Eritrea en de daarin liggende havens Massawa en Assab, die de toegangsweg tot de Rode Zee beheersen. Daarom is er de Russen veel aan gelegen, dat de rust in de Ogaden terug keert en Ethiopië al zijn militaire kracht kan concentreren op het verslaan van de Eritrese opstandelingen. In die strategie past geen Somalisch avontuur van Ethiopië. Bovendien zou een Et hiopische inval in Somalië met behulp van de Russen en Cubanen in de ogen van de overige Afrikaanse naties een zeer slechte indruk wekken. Hulp van de westerse mogendheden aan Somalië zou volgens president Carter het Westen zijn populariteit in Afrika kosten. Daarnaast voelen de Amerikanen wel iets voor het Israëlische argument, dat wanneer zij een keuze moeten maken tussen een Russische aanwezigheid in Massawa en Assab en het bezit van deze havens door een onafhankelijk, Arabisch-georiënteerd Eri trea, zij voor de eerste mogelijkheid kiezen. In de tweede plaats hebben de Amerikanen de hoop, dat op de langere duur de Ethio piërs zich los zullen maken van het Russische patronaat, juist zoals voor hen dat al Egypte, Soedan en Somalië hebben gedaan. Ik zit met een vraag die oj een antwoord lijkt en een constatering waarbij ik eej vraagteken plaats. De whj| is of Idi Amin, de bloeddor- stige dictator van Oegandc ook zo sprekend op teuei| Nero en andere blanke rannen zou lijken, als hijnii\ zwart was. Ik denk dat I antwoord ontkennend is «i| dat hij niet alleen zijn gelij. kenis met Nero te dankt heeft aan zijn andere huii: kleur, maar ook de betrekki t lijke tolerantie waarmee hij in tegenstelling tot blankeIj. rannen, door de westerse wi l reld wordt bejegend, ftl campagnes tegen b.v. PinoJ chet, Vorster en Smith ziji I heel wat grimmiger dan dli| tegen Amin. Is hier van een omgekeerde discril minatie en kan Amin ziel I meer permitteren en onjt-f straf ter Nero navolgen, omdat hij behoort toteenri dat pas begonnen is met zijn emancipatie"! Nu de constatering: niets I ter wereld lijkt meer op en ouderwetse man dan ml geëmancipeerde vrouw. He: I vraagteken dat ik hierb I plaats, heeft niets te matei meteen poging mij nog gam I aan deze boude uitspraak ti I onttrekken of ze af te zwak ken: constateringen zijn etetl onschuldig als dwingend. Ut I vraag heeft betrekking op de I mate van emancipatie, iiil voor de treffende gelijker,:. I verantwoordelijk is. Ik denk dat het hier gaat om een zet nadrukkelijke, overbewwlt.l voortdurend met zich zelfbt zige vorm van emancipatie Die leidt vrijwel automatism tot het navolgen van bef keerde voorbeeld, in dit ge vil de ouderwetse, energieku autoritaire man, die »t!f'l krachtig kijkt, bewust kies'. zich stevig laat gelden enti den thuis is. StrijdlustigI emancipatie leidt tot nawll ging van het verworpi'l voorbeeld, omdat het eenpA ging is zich de zogenaamii rechten en privileges vaiti< vroegere heerser eigen te I maken. Er is maar één moil van zelfontplooiing ttow-1 handen. Daar komt, denk ft I die gelijkenis vandaan: imj f gelaten slaven imiteren it gebreken van hun meester Het is begrijpelijk dat e« zekere schroom ons erw| weerhoudt dit ergerlijke fit te constateren. Onwillekw\ rig brengen wij emanciptt«l in verband met positieve jiA dachten aan vooruitgang ei recht op een eigen ontwikbI ling. Het is dan moeilijkst verwerken en dus hackeltj om te constateren, dat t ontwikkeling pure navolgttij is. En als wij het al constatt- ren, voelen we ons I de vroegere onderdrukten et I tegenover het ons voorgt' schreven optimisme tiet plicht die ellendige r, ging te beschouwen als et' I noodzakelijke fase in een of I zich zelf positieve ontwikb' r ling. Het geloof in zo'n wet tige gang van zaken lijkte een dwaasheid. Het sluit M' melijk in dat er van de schiedenis niets te leren M» en dat een eventuele voortui gang niets met redelijkheit te maken heeft. Alleen b slechte voorbeeld wordt tö' gevolgd. Die walgelip Amin, met zijn domme pett* onnozele onderscheiding'tn die Nero die zijn vijandl aan krokodillen opvoeder!' geen fase in de vooruitga en wel allerminst een belop van een mooie toekorbj maar een herhaling van diep tepunten uit de westerse g< schiedenis, geen woruitgaW maar een terugval. Als W Westen een taak heeft W Derde Wereld, zou een iel langrijk onderdeel dafln', I zijn, de betekenis van M eigen voorbeeld drastisch relativeren. En voor emancipatie van de vrouV het beter het oude beeld" de man af te breken dan i ter navolging aan te beveli' WAGENINGEN - Als mert >n de laatste vierk ook de mens een stapje i Drs. H. Rijksen, die sam gedragingen van een groe studeerd, ziet het somber miljoenen jaren oud natuu genwoud, kapot gemaakt, van dit geweldige systeen werkzaam aan de Rijksu veerde onlangs tot doctor i de Landbouwhogeschool t de neerslag van drie jaar hectaren regenwoud op Si er 22 mensapen die zich da schattingen zijn er van dez< nog ruim tienduizend over duizend. Rijksen is met fraaie foto somber verslag uit de reg< voor de orang oetan en so mensapen dreigt uit te roeit zijn techniek evenmin afw Ook de mens is aan natui „Voor het bakken van bri techniek", Illustreert de h stand, hoewel grenzeloos k niet in staat om de mens natuur vereist. De mens lij (Van onze or „Ik maak me zorgen. De 45-jarige Sef van studiereis naar Columbia zegt het zonder veel nac vier voorzitter van Neder korganisatie - de Kathol» zo'n 45.000 leden - heeft zien en ze te wikken en te toekomst van ons ondert in het algemeen. En de b< lijkt als bisschop Gijser aangekondigd - met een zijn bisdom gaat komen. Van Wegberg, een geborei Limburger, wil over die naa zijn mening dreigende ont wikkeling in „zijn" Limbur niet veel kwijt. „Wij.deKOV krijgen wel van leden uit dn provincie steeds meer signa len dat zulk een Gijsen cursus, die ongetwijfeld al lerlei uitert conservatievi elementen zal bevatten, to grote narigheden kan leiden Wij beraden ons daarover m al. Hebben er tot op het hoog ste niveau al over van ge dachten gewisseld. Ik wil ei geen spoor van twijfel ove: laten bestaan dat de KOV pa zal staan achter zijn leden Limburg- en achter de Lim-. burgse schoolbesturen- di< door zo'n cursus in gewe tensnood zouden komen. Ei bereiken ons daarover nu a heel verontrustende berich ten. Ik hoop vurig dat een ge vecht niet nodig zal zijn. Maar als het moetMeer zeg ik er nu nog niet over. Zijn andere zorg ligt op heel ander niveau. Heeft reet te maken met groeiende werkloosheid Nederland en in het on wijs. „Kijk, ik ben een der wijsman in hart en ni Ik gaf les aan een mulo - aan een havo en een gy: sium. Ik werkte bijna laar als onderwijzer op ba. Ik zeg dat om duidelijk maken dat ik me als der van een om vakorganisatie nog onderwijskracht voel. Ik zie de werkgeleger 'n het onderwijs, zeker i kleuter- en lager teruglopen, uaari heb je als vakorganisatie vect te maken. Ik voel er i voor via een wettelijke Perking de toestroom na: pedagogische academies Perken. Nu reeds aanmelding van y°or die p.a.'s sterk r, Met zo'n tien procent, jongelui zijn door vele blucaties op de hoogte het feit dat ze grote •open in het onderwijs ir al een di- de in onder- oen on hart en nieren. later gymna- tien Aru- te bestuur- onderwijs- steeds werkgelegenheid :eker in het onderwijs, Daarmee di- niets be naar de in te loopt de studenten terug. De pu- van kans niet

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1978 | | pagina 26