H,
Frankrijk op
dramatische
tweesprong
Netwerk van vreemd
e
bond
genoten
et de
sterft oo
mens eer
Sef van
vrij,,
Navolging
UK"
Vijandig
aantrekkelijk
Woelig
Rampzalig
Assad
DOOR
CORN.\
VERHOEVEN
Sontiwr
Werkloosheid
HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN "PEILINGEN
INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGENPEILINGENPEILINGEN S PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEfs
Let politieke leven in
Frankrijk, en ook in verre
gaande mate „het leven" al
zodanig, staat nu sterk in
het teken van de aan
staande verkiezingen (12 en
19 maart) en de aanzien
lijke veranderingen die
daarvan verwacht worden.
Ondanks een uitzonderlijk
doeltreffende redevoering die
president Giscard enkele
dagen geleden in verband met
de keuze die de Fransen te
maken hebben, uitsprak, heeft
deze de kansen voor zijn
rechtse meerderheid niet ver
anderd. En een aantal onhan
digheden en erger aan linkse
zijde (met name bij de commu
nisten) heeft ook daar weinig
wijzigingen veroorzaakt. Men
heeft de overtuiging dat de
Fransen op de eerste plaats
willen „dat de zaken verande
ren", en dat is volgens hen al
leen mogelijk door nu de oppo
sitie de gelegenheid te geven
aan het bewind te komen. De
jongste opinieonderzoeken
wijzen uit dat, als de verkie
zingen nu plaats hadden (de
eerste ronde dus), de linkse op
positie 51% van de stemmen
zou behalen (zij heeft 1% ver
loren sedert de vorige peiling,
maar niet aan de regerings
meerderheid doch aan de eco-
logisten). De regeringsmeer
derheid, dus de rechtse liberale
partijen zouden 45% van de
stemmen behalen. Voor de uit
slag is veel afhankelijk van te
sluiten kiesverbintenissen
voor de laatste stembeurt van
19 maart, maar zoals de zaken
nu staan, lijkt een overwinning
van links met een 20 kamerze
tels meerderheid, waarschijn
lijk.
De muren van deze Parijse straat zijn volgeplakt met het portret van de communisten-
leider Georges Marchais.
Als gevolg daarvan zal pre
sident Giscard over enkele
weken vermoedelijk een kabi
netsraad voorzitten, die ten
doel heeft een regeringspro
gramma uit te voeren, dat de
president steeds als rampzalig
van de hand gewezen heeft. En
het staatshoofd zou dan voor
het eerst sedert twintig jaren
een vijandige kamermeerder
heid, een vijandige eerste mi
nister en een vijandig kabinet
tegenover zich vinden, en vol
gens de leider van de neo-
Gaullisten, Chirac" zou Gi
scard „een gevangene zijn in
zijn eigen paleis" tot zijn
ambtsperiode in 1981 ten einde
gaat. Ook de socialistenleider
Mitterrand heeft toespelingen
gemaakt op het onvermijde
lijke conflict tussen staats
hoofd en regering dat ver
wacht kan worden. Premier
Barre heeft daaraan een wat
haastige en summiere uitleg
gegeven door te verklaren dat
Mitterrand wil proberen de
grondwet te veranderen en
eventueel een gewelddadig af
zetten van de president beoogt
teneinde het gemeenschappe
lijke linkse hervormingspro
gramma erdoor te drukken.
Deze mening wordt door een
aantal politici gedeeld: Zij zijn
van oordeel dat de Socialisten
en Communisten de positie van
President Giscard onhoudbaar
zullen willen maken door hem
te dwingen de nationale ver
gadering (die dan immers pas
opnieuw gekozen is) te ontbin
den, nieuwe verkiezingen uit te
schrijven en af te treden.
De socialisten verklaren dat
zij geenszins een dergelijke
Machiavellistisch plan bera
men en dat dit uitsluitend door
rechts verkondigd is om de
kiezers de schrik op het lijf te
jagen. Eveneens zoals, zeggen
zij, de verzwakking van de
Franse frank, die door de rege
ring in de hand gewerkt wordt
om de indruk te geven dat de
financiële wereld van een
linkse verkiezingszege een
economische ramp verwacht
en nu al „uit de frank vlucht".
Intussen hebben de rechtse
partijen een blijkbaar doel
treffende alliantie voor de ver
kiezingen gesloten, terwijl
links de zaken na de grote
breuk van september nog niet
al te duidelijk zijn. De commu
nistenleider Maarchais had
enige weken gelden beweerd
dat als zijn partij niet méér dan
21 van de stemmen in de eer
ste ronde behaalde, de com
munisten in de tweede ronde
niet de socialisten zouden
steunen, geen links bewind
zouden helpen zegevieren
omdat hun rol daarin te gering
zou zijn. En de zege zou dan
„voor een andere keer" zijn.
Nu eist Maarchais evenwel
zonder zich over de technische
modaliteiten van een verbin
tenis voor de tweede ronde uit
te laten, „zes of zeven belang
rijke ministerportefeuilles"
voor zijn partij. Het is bij dit
alles waarschijnlijk dat de
communisten uiteindelijk de
socialisten in de tweede ronde
zullen steunen, maar welk loon
zij daarvoor ontvangen, is nog
niet duidelijk. Zes of zeven be
langrijke ministeries lijken in
dat geval nogal utopistisch.
Inmiddels heeft President Gi
scard gezegd dat hij in geval
van een linkse zegen zal aan
blijven en dat hij niets zal kun
nen ondernemen om het uit
voeren van het gezamelijke
linkse regeringsprogramma
tegen te houden. Maar door
zich openlijk voor de rechtse
coalitie uit te spreken, heeft
Giscard zichzelf ook in een
merkwaardige en vooral moei
lijke positie geplaatst, nl. de
eerder beschrevene, waarin hij
zich aan hehoofd zal bevinden
van een staat, waarvan parle
ment en regering een diame
traal tegengestelde politiek
nastreven. Hij heeft duidelijk
gemaakt dat het gezamenlijke
linkse programma rampzalig
zal zijn voor het land, de eco
nomie zou uithollen en het
land in ellende zou storten.
De communisten blijven hun
interpretatie van dat pro
gramma luidkeels progageren:
Minimumloon van 2400 frs
(1200 gulden) per maand, aan
zienlijke verhoging van alle
andere lonen, van de gezinstoe
lagen, de ouderdomsuitkerin-
gen, het onmiddellijk schep
pen van een half miljoen
nieuwe werkgelegenheden,
drastische verlaging van de
pensioengerechtigde leeftijd,
verkorting van de arbeidstijd,
verlenging van vacanties enz.
Een uiterst aantrekkelijk pro
gramma. Alleen blijven de
communisten vaag over de fi
nanciering daarvan en hun
voornaamste argument is, dat
de rijken nu eens een keer zul
len moeten betalen. Vrijwel ie
dereen is ervan overtuigd dat
er werkelijk geen enkele moge
lijkheid is dat een dergelijk
wonderbaarlijk programma
inderdaad ten uitvoer gelegd
kan worden. Alleen al de ver
hoging van het minimumloon
zou 37% betekenen, en de ver
hoging van alle lonen die niet
minstens vier maal dit mini
mumloon bedragen zou erop
neerkomen dat 97% van alle
lonen en salarissen verhoogd
zouden moeten worden en dit
zou binnen een jaar een verho
ging van liefst 20% van de
loonmassa' in het land beteke
nen. Om daaraan het hoofd te
bieden zullen dus „de rijken
moeten betalen", hetgeen be
tekent dat de bedrijven en on
dernemingen en uiteraard een
aantal particulieren onder on
gekend zware belastingdruk
en sociale lasten gesteld zullen
worden.
praktijk dan weer niet ver
hoogd zou worden omdat alles
zoveel duurder wordt). Ofwel
de regering staat dit niet toe en
kondigt een prijsstop af en
binnen drie tot zes maanden
sluit de ene onderneming na de
anderen en de werknemers
komen op straat te staan. En
een ernstige verhoging van het
werklozencijfer zou rampzalig
zijn. Volgens koele berekenin
gen zouden de gevolgen van
een dergelijke linkse politiek
tegen het eind van het jaar zijn
Een minimale prijsverhoging
van 20% een begrotingstekort
van 60 miljard franks (30 mil
jard gulden) en een tekort op
de handelsbalans van 55 mil
jard franks. Dientengevolge
een duizelingwekkende val
van de Franse valuta. De com
munisten hebben evenwel een
antwoord op deze bezwaren:
het stopzetten van „de wilde
importen" teneinde volledige
werkgelegenheid te waarbor
gen. In de praktijk gaat dit niet
op omdat de meeste daadwer
kelijke concurrenten van de
Franse industrie onderont
wikkelde landen zijn (met
name op het gebied van
textiel). Verleden jaar heeft
Frankrijk uit deze gebieden
voor 31 miljard geïmporteerd
en er voor 40 miljard naar uit
gevoerd....
Het gevaar is allerminst
denkbeeldig dat de regering
dan de ondernemingen zal
moeten toestaan hun prijzen te
verhogen (waardoor het ver
hoogde minimumloon in de
Zekere socialisten zijn zich wel
bewust van de problemen,
maar zeggen dat er een trans
fer van sociale lasten van de
ondernemingen naar de staat
moet plaatshebben. Hetgeen
betekent dat deze 30 miljard
moet vinden en dat kan alleen
door drastische belastingver
hoging óf het aan de lopende
band drukken van bankbiljet
ten.
Als alle beloften van het
gezamenlijke linkse pro
gramma uitgevoerd worden,
d.w.z. de vruchten van een
maand arbeid van heel het
Franse volk. De verandering
die links in het land teweeg wil
brengen, is voor 51% van kie
zers belangrijk genoeg om
daarvoor te stemmen.
Maar
ook als de rechts liberale
meerderheid de zege in de
wacht zou slepen, zou dat met
een een kleine meerderheid
zijn, dat in elk geval te voor
zien is dat Frankrijk een woe
lige periode tegemoet gaat,
zoals ze het sedert twintig
jaren niet gekend heeft.
JAN DRUMMEN
(Van onze correspondent)
ADDIS ABEBA - Israël heeft zich in het conflict in de Hoorn van Afrika geschaard bij de
Tripoli-groep (de landen, die de vredesinitiatieven van de Egyptische president Sadat afwijzen) en
zich tegen Egypte gekeerd. En zoals bekend zijn de landen die in die Tripoli-groep zitten, juist de
felste tegenstanders van Israël, terwijl zowel Egypte als Israël zich inspannen vrede in het
Midden-Oosten te sluiten. De Tripoli-groep heeft zich evenals Israël achter de Ethiopische vaan
dels in de oorlog tegen de door Somalië gesteunde rebellen in de Ogaden-woestijn geschaard. Israël
levert zelfs volgens minister van buitenlandse zaken, Moshe Dayan, wapens en munitie aan
Ethiopië, iets dat overigens door Ethiopische woordvoerders ontkend wordt. Gematigde Arabische
landen als Egypte en Saoedi-Arabië steunen samen met de westerse mogendheden Somalië en
dreigen zelfs met militaire hulp aan dat land, wanneer het conflict nog verder zou escaleren.
De Arabische rol in de Hoorn
van Afrika vormt een blauwd
ruk van de Arabische wereld
als geheel. De verhoudingen
binnen die Arabische wereld
zijn zó verwarrend, zó met el
kaar in tegenspraak en zo ver
anderlijk, dat weinig Arabi
sche regeringen duidelijk zou
den kunnen maken, wat ze nu
eigenlijk precies willen, zelfs
als ze zouden proberen dat uit
te leggen, wat ze echter niet
doen.
Die verwarring was er al
voordat Sadat zijn historische
reis naar Jeruzalem maakte.
Maar dat bezoek heeft wel een
stroomversnelling te weeg ge
bracht. Sadat kan met kolonel
Kaddafi, president van Libië,
gerekend worden tot de meest
impulsieve en de minst bere
kenbare Arabische leiders. Hij
is president van de grootste en
meest strategisch gelegen Ara
bische macht. Daarom heeft
alles wat hij doet automatisch
veel invloed op het gebeuren in
de Arabische wereld, in Afrika
en op het hele internationale
toneel, waarop hij optreedt.
Ondanks alle verwarring
zijn drie belangrijke feiten
toch duidelijk. In de eerste
plaats zijn - al is de Arabische
wereld paradoxaal genoeg nog
nooit zo verdeeld en ontmoe
digd geweest als nu - de Arabi
sche landen zich er als nooit
tevoren van bewust dat ze be
horen tot één geheel. Dat bleek
ook duidelijk tijdens de jong
ste topconferentie van de
Tripoli-groep in Algiers, waar
gesproken werd over „vastbe
radenheid en confrontatie."
Terwijl de in december in
Tripoli gehouden conferentie
een spontane reactie was op de
vredesgok van Sadat, was de
bespreking van Algiers een
meer voorzichtige analyse van
de diepere betekenis van Sa
dat's reis. Er werd niet alleen
gepraat over het belang van de
„confrontatiestaten'maar ook
over het machtsevenwicht in
het gehele gebied.
Het tweede belangrijke feit
is dat de Arabische wereld zich
weer begint te scheiden in een
pro-Russisch en een pro-
Amerikaans kamp. In de ogen
van de Tripoli-staten is Egypte
het centrum van een opko
mende groep in het Midden-
Oosten, die zich zo duidelijk
inzet voor de behartiging van
Amerikaanse belangen, dat die
landen, die zich door deze
pro-Amerikaanse as bedreigd
voelen, geen andere keus heb
ben dan zich te weipen in de
armen van de Sovjet-Unie.
Ooit waren er 20.000 Russische
experts in Egypte, dat in die
tijd beschouwd werd als het
bastion van Russische invloed
in het gebied. Maar nu heeft
Egypte zich 180 graden ge
draaid en in de afgelopen
weken is Sadat verder dan ooit
gegaan met zijn pogingen om,
in de woorden van een hem
vijandige commentator in
Beiroet, „van Egypte, het
Egyptische volk, de Egypti
sche hulpbronnen een strijd
macht in dienst van de VS te
maken, die voor Amerika oor
log zal voeren in Afrika."
Sadat heeft in Amerika dui
delijk gesteld dat de wapens
waar hij om gevraagd heeft
niet tegen Israël gebruikt zou
den worden. Hij wil ze gebrui
ken om wat hij noemt zijn
anti-communistische verant
woordelijkheden in Afrika na
te komen. Sadat sprak over
„Russische arsenalen in Libië
en Ethiopië.,' Volgens de
Tripoli-conferentie laat
Egypte zich samen met Israël
misbruiken voor een klassiek
imperialistisch beleid, waar
van het doel al lang niet meer is
het vinden van een rechtvaar
dige oplossing van het
Israëlisch-Arabische conflict,
maar de overheersing van het
Midden-Oosten.
De andere belangrijke leden
van de opkomende pro-
Amerikaanse as zouden Ma
rokko en Iran zijn. Beide lan
den hebben enthousiast het
vredesinitiatief van Sadat ge
steund. Beide landen zijn een
militaire macht van belang.
Beide landen hebben al aange
toond niet terug te schrikken
voor inmenging in conflicten.
Zo zond Marokko troepen naar
Zaïre, is gemengd in het con
flict over de vroegere Spaanse
Sahara en deelde de Sjah zich
zelf de rol toe van Westerse
politie-agent in de Golf van
Perzië. Hij stuurde troepen
naar Oman om de Dhofar-
opstand de kop te helpen in
drukken en hij is waarschijn
lijk bereid om, als dat nodig
zou blijken, Somalië te hulp te
komen.
Ook de zuidelijke Egypti
sche buurman het Soedan van
president Numeiri behoort tot
de pro-Amerikaanse groep.
Maar als hij door wil gaan met
zijn verzoeningspogingen met
de rechtse oppositie onder lei
ding van Sadiq Al-Mahdi, zal
hij zich voorzichtig moeten op
stellen ten opzichte van Sadat.
De Tripoli-conferentie heeft
met gemengde gevoelens steun
gezocht bij de Sovjet-Unie.
Sprekend over de hele confe
rentie heeft de Algerijnse mi
nister van buitenlandse zaken
gezegd, dat de Arabieren hun
betrekkingen met het Westen
wensten te „behouden en ver
sterken". Maar dan moest dat
Westen wel begrip tonen voor
„diepgewortelde verlangens"
van de Arabieren zich onaf
hankelijk op te stellen. Het is
vooral angst, die de Tripoli-
groep bij elkaar bracht. Arafat
was bang zijn bestaansreden te
verliezen, Syrië was bang voor
Israël, Algerië voor Marokko,
Libië voor Egypte en Zuid-
Jemen was bang voor zowel
Iran als Saoedi-Arabië. Angst
heeft president Assad, die mis
schien de meeste reden heeft
bang te zijn, het verst gedre
ven. Het moet hem niet ge
makkelijk gevallen zijn voor
het eerst de Algerijnse positie
in het conflict met Marokko te TW6GSD3lt
onderschrijven.
grensincidenten in het van
oudsher gevoelige gebied tus
sen de twee landen wekken
toch weinig verbazing. Want in
de ogen van Saoedi-Arabië is
Zuid-Jemen, met zijn harde
pro-Russische politiek, eens te
meer een broedplaats van ge
vaarlijk radicalisme.
Hoewel de Saoedi's bereid
zijn samen met Iran te strijden
tegen de Russische invloed in
hun deel van de wereld, blijven
ze zich zorgen maken over de
aspiraties die Iran heeft in het
Golf-gebied en in de Arabische
invloedssfeer als gèheél.
Daarom baart een opkomende,
door Amerika gesteunde
Egyptisch-Iraanse as hun
extra zorgen.
Ook zal Assad zich danig
zorgen maken over de reacties
van Saoedi-Arabië en zijn an
dere Arabische betaalmeesters
op zijn nieuwe houding jegens
de Sovjet-Unie. Hoe verder hij
gaat, hoe meer tegenstand zal
komen van Saoedi-gezinden
die zich op hoge kosten in zijn
regering bevinden.
Het derde belangrijke feit is
dat, wanneer we door alle on
duidelijkheden heen kijken, de
Arabische wereld in vier kam
pen te verdelen valt. Naast het
pro-Russische en het pro-
Amerikaanse kamp wordt het
derde kamp gevormd door
Arabieren die zich niet gebon
den hebben. Als de Russisch-
gezinde Arabieren zich al niet
helemaal gelukkig voelen, zin
ken hun moeilijkheden in "het
niet vergeleken bij de verplet
terende keuze waarvoor de zo
genaamde „stille" Arabieren
staan: voornamelijk de rijke
Golf-staten, plus het speciale
geval van koning Hoessein.
In de zich polariserende
Arabische wereld heeft Zuid-
Jemen, na een korte verleiding,
de Saoedi-Arabische vrijge
vigheid blijkbaar afgewezen.
De door Saoedi-Arabië welis
waar ontkende berichten over
Het vierde kamp is op de
meest vreemde wijze schizof
reen. Irak is een geval op zich,
„het volk van tweespalt en
huichelarij", zoals Kaddafi de
Iraakse bevolking in Tripoli
noemde. Hij citeerde met die
uitspraak het oordeel van een
vroegere Mohammedaanse le
gerleider. De Iraakse leiders
zitten hopeloos klem tussen
hun verplichtingen jegens hun
pan-Arabische Ba'ahth-
ideologie en de met vallen en
opstaan geleerde lessen van
machtsbehoud in een woelig,
gespleten land dat zo'n grote
niet-Arabisch invloed kent,
zoals de onverslaanbare Koer
den in het noorden en het
machtige Iraanse buurland.
In een gespleten Arabische
wereld zal Irak nooit van in
vloed kunnen zijn. Dat is in
feite een van de belangrijkste
sleutels tot het machtseven
wicht in het gebied. Maar het is
altijd mogelijk dat op zekere
dag de Iraakse leiders het tijd
zullen vinden om uit hun ver
lammende positie te breken en
zich bij het anti-Sadat-kamp
te voegen. Daarom is de
Tripoli-groep,' ondanks alle
verbittering, hard aan het
werk om die uiterst belang
rijke verschuiving te weeg te
brengen.
DAVID HIRST
(Copyright De Stem/The
Guardian)
D(Van onze redactie buitenland)
e oorlog in de Hoorn van Afrika - zoals het gebied waarin
Ethiopië en Somalië liggen wordt genoemd - woedt met onver
minderde hevigheid voort. Was het aanvankelijk alleen de strijd
tussen geregelde Ethiopische troepen en Eritrese opstandelin
gen, daar kwam later de opstand van de Somatisch sprekende
inwoners van de Ogaden-woestijn bij.
Inmiddels is met name dit laatste conflict uitgegroeid tot een
grootscheepse oorlog, waarin sprake is van een vreemde menge
ling van bondgenootschappen. Zo worden de Ethiopiërs op dit
moment militair gesteund door onder andere Russen en Cuba
nen.
Met name de Russische belangen in dit gebied zijn interessant
genoeg om nog eens nader onder de loep te nemen. Zoals bekend
hebben de Russen de Amerikaanse minister van Buitenlandse
Zaken, Cyrus Vance, laten weten, dat zij in geen geval zullen
toestaan, dat Ethiopische troepen, die thans na aanvakelijke
nederlagen in opmars zijn, de Somalische grenzen zullen over
schrijden.
Een grensoverschrijding en verovering van de belangrijke So
malische plaatsen Hargeisa en Berbera (haven!) zouden voor
Ethiopië in militair opzicht belangrijk kunnen zijn. Bij eventuele
onderhandelingen zouden deze steden geruild kunnen worden
tegen volledige terugtrekking van Somalische troepen en guerril
la's uit de Ogaden. Immers, anders is Ethiopië genoodzaakt in een
slepende guerrilla-oorlog dorpje voor dorpje in de Ogaden te
heroveren. De Russen hebben echter veel meer belangstelling
voor de provincie Eritrea en de daarin liggende havens Massawa
en Assab, die de toegangsweg tot de Rode Zee beheersen. Daarom
is er de Russen veel aan gelegen, dat de rust in de Ogaden terug
keert en Ethiopië al zijn militaire kracht kan concentreren op het
verslaan van de Eritrese opstandelingen. In die strategie past
geen Somalisch avontuur van Ethiopië. Bovendien zou een Et
hiopische inval in Somalië met behulp van de Russen en Cubanen
in de ogen van de overige Afrikaanse naties een zeer slechte
indruk wekken.
Hulp van de westerse mogendheden aan Somalië zou volgens
president Carter het Westen zijn populariteit in Afrika kosten.
Daarnaast voelen de Amerikanen wel iets voor het Israëlische
argument, dat wanneer zij een keuze moeten maken tussen een
Russische aanwezigheid in Massawa en Assab en het bezit van
deze havens door een onafhankelijk, Arabisch-georiënteerd Eri
trea, zij voor de eerste mogelijkheid kiezen. In de tweede plaats
hebben de Amerikanen de hoop, dat op de langere duur de Ethio
piërs zich los zullen maken van het Russische patronaat, juist
zoals voor hen dat al Egypte, Soedan en Somalië hebben gedaan.
Ik zit met een vraag die oj
een antwoord lijkt en een
constatering waarbij ik eej
vraagteken plaats. De whj|
is of Idi Amin, de bloeddor-
stige dictator van Oegandc
ook zo sprekend op teuei|
Nero en andere blanke
rannen zou lijken, als hijnii\
zwart was. Ik denk dat I
antwoord ontkennend is «i|
dat hij niet alleen zijn gelij.
kenis met Nero te dankt
heeft aan zijn andere huii:
kleur, maar ook de betrekki t
lijke tolerantie waarmee hij
in tegenstelling tot blankeIj.
rannen, door de westerse wi l
reld wordt bejegend, ftl
campagnes tegen b.v. PinoJ
chet, Vorster en Smith ziji I
heel wat grimmiger dan dli|
tegen Amin. Is hier
van een omgekeerde discril
minatie en kan Amin ziel I
meer permitteren en onjt-f
straf ter Nero navolgen,
omdat hij behoort toteenri
dat pas begonnen is met zijn
emancipatie"!
Nu de constatering: niets I
ter wereld lijkt meer op en
ouderwetse man dan ml
geëmancipeerde vrouw. He: I
vraagteken dat ik hierb I
plaats, heeft niets te matei
meteen poging mij nog gam I
aan deze boude uitspraak ti I
onttrekken of ze af te zwak
ken: constateringen zijn etetl
onschuldig als dwingend. Ut I
vraag heeft betrekking op de I
mate van emancipatie, iiil
voor de treffende gelijker,:. I
verantwoordelijk is. Ik denk
dat het hier gaat om een zet
nadrukkelijke, overbewwlt.l
voortdurend met zich zelfbt
zige vorm van emancipatie
Die leidt vrijwel automatism
tot het navolgen van bef
keerde voorbeeld, in dit ge vil
de ouderwetse, energieku
autoritaire man, die »t!f'l
krachtig kijkt, bewust kies'.
zich stevig laat gelden enti
den thuis is. StrijdlustigI
emancipatie leidt tot nawll
ging van het verworpi'l
voorbeeld, omdat het eenpA
ging is zich de zogenaamii
rechten en privileges vaiti<
vroegere heerser eigen te I
maken. Er is maar één moil
van zelfontplooiing ttow-1
handen. Daar komt, denk ft I
die gelijkenis vandaan: imj f
gelaten slaven imiteren it
gebreken van hun meester
Het is begrijpelijk dat e«
zekere schroom ons erw|
weerhoudt dit ergerlijke fit
te constateren. Onwillekw\
rig brengen wij emanciptt«l
in verband met positieve jiA
dachten aan vooruitgang ei
recht op een eigen ontwikbI
ling. Het is dan moeilijkst
verwerken en dus hackeltj
om te constateren, dat t
ontwikkeling pure navolgttij
is. En als wij het al constatt-
ren, voelen we ons I
de vroegere onderdrukten et I
tegenover het ons voorgt'
schreven optimisme tiet
plicht die ellendige r,
ging te beschouwen als et' I
noodzakelijke fase in een of I
zich zelf positieve ontwikb' r
ling.
Het geloof in zo'n wet
tige gang van zaken lijkte
een dwaasheid. Het sluit M'
melijk in dat er van de
schiedenis niets te leren M»
en dat een eventuele voortui
gang niets met redelijkheit
te maken heeft. Alleen b
slechte voorbeeld wordt tö'
gevolgd. Die walgelip
Amin, met zijn domme pett*
onnozele onderscheiding'tn
die Nero die zijn vijandl
aan krokodillen opvoeder!'
geen fase in de vooruitga
en wel allerminst een belop
van een mooie toekorbj
maar een herhaling van diep
tepunten uit de westerse g<
schiedenis, geen woruitgaW
maar een terugval. Als W
Westen een taak heeft W
Derde Wereld, zou een
iel
langrijk onderdeel dafln', I
zijn, de betekenis van M
eigen voorbeeld drastisch
relativeren.
En voor
emancipatie van de vrouV
het beter het oude beeld"
de man af te breken dan i
ter navolging aan te beveli'
WAGENINGEN - Als
mert >n de laatste vierk
ook de mens een stapje i
Drs. H. Rijksen, die sam
gedragingen van een groe
studeerd, ziet het somber
miljoenen jaren oud natuu
genwoud, kapot gemaakt,
van dit geweldige systeen
werkzaam aan de Rijksu
veerde onlangs tot doctor i
de Landbouwhogeschool t
de neerslag van drie jaar
hectaren regenwoud op Si
er 22 mensapen die zich da
schattingen zijn er van dez<
nog ruim tienduizend over
duizend.
Rijksen is met fraaie foto
somber verslag uit de reg<
voor de orang oetan en so
mensapen dreigt uit te roeit
zijn techniek evenmin afw
Ook de mens is aan natui
„Voor het bakken van bri
techniek", Illustreert de h
stand, hoewel grenzeloos k
niet in staat om de mens
natuur vereist. De mens lij
(Van onze or
„Ik maak me zorgen.
De 45-jarige Sef van
studiereis naar Columbia
zegt het zonder veel nac
vier voorzitter van Neder
korganisatie - de Kathol»
zo'n 45.000 leden - heeft
zien en ze te wikken en te
toekomst van ons ondert
in het algemeen. En de b<
lijkt als bisschop Gijser
aangekondigd - met een
zijn bisdom gaat komen.
Van Wegberg, een geborei
Limburger, wil over die naa
zijn mening dreigende ont
wikkeling in „zijn" Limbur
niet veel kwijt. „Wij.deKOV
krijgen wel van leden uit dn
provincie steeds meer signa
len dat zulk een Gijsen
cursus, die ongetwijfeld al
lerlei uitert conservatievi
elementen zal bevatten, to
grote narigheden kan leiden
Wij beraden ons daarover m
al. Hebben er tot op het hoog
ste niveau al over van ge
dachten gewisseld. Ik wil ei
geen spoor van twijfel ove:
laten bestaan dat de KOV pa
zal staan achter zijn leden
Limburg- en achter de Lim-.
burgse schoolbesturen- di<
door zo'n cursus in gewe
tensnood zouden komen. Ei
bereiken ons daarover nu a
heel verontrustende berich
ten. Ik hoop vurig dat een ge
vecht niet nodig zal zijn.
Maar als het moetMeer
zeg ik er nu nog niet over.
Zijn andere zorg ligt op
heel ander niveau. Heeft
reet te maken met
groeiende werkloosheid
Nederland en in het on
wijs. „Kijk, ik ben een
der wijsman in hart en ni
Ik gaf les aan een mulo -
aan een havo en een gy:
sium. Ik werkte bijna
laar als onderwijzer op
ba. Ik zeg dat om duidelijk
maken dat ik me als
der van een om
vakorganisatie nog
onderwijskracht voel.
Ik zie de werkgeleger
'n het onderwijs, zeker i
kleuter- en lager
teruglopen, uaari
heb je als vakorganisatie
vect te maken. Ik voel er i
voor via een wettelijke
Perking de toestroom na:
pedagogische academies
Perken. Nu reeds
aanmelding van
y°or die p.a.'s sterk r,
Met zo'n tien procent,
jongelui zijn door vele
blucaties op de hoogte
het feit dat ze grote
•open in het onderwijs
ir
al
een
di-
de
in
onder-
oen on
hart en nieren.
later
gymna-
tien
Aru-
te
bestuur-
onderwijs-
steeds
werkgelegenheid
:eker in het
onderwijs,
Daarmee
di-
niets
be
naar de
in te
loopt de
studenten
terug.
De
pu-
van
kans
niet