heeft niet
veel geld
meer over
ALLES VAN GERO
Skister Rosi glijdt goed
James Addison Reavis,
baron van Arizona (1)
de grote bedriegers
tm mm
KANTTEKENI
PUBUKATIE!
m* J
r
Samenstelling: Eugèné Loom ant en Dirk Vellenga
Genre
Gelukkig
Brieven
E,
DE STEM VAN MAANDAG 10 JANUARI 1977
De film „Jaws" is in 1976
in de Verenigde Staten én
Canada hét grote kassucces
geweest. De film heeft de
producers tegen de 120 mil
joen dollar opgebracht.
Films die het in 1976 ook
meer dan voortreffelijk
deden ware. (nog steeds)
„De Peetvader" (85miljoen
dollar), „The Exorcist" (82
miljoen dollar) en de oudjes
„Sound of Music" (78 mil
joen dollar) en „Gejaagd
door de wind" ($76 miljoen).
„Jaws"-regisseur Steven
Spielberg (29) heeft trou
wens weer een nieuwe film
op stapel staan. Een van de
medewerkers daaraan is de
Franse regisseur Francois
Truffaut.
„Ik heb het een tijdje kalm aan gedaan, maar
vond het op een zeker moment weer nodig wat te
gaan zingen. Ik koos bewust voor het zogeheten
disco-werk. Dat laatste plaatje, „Who is that
lady with my man" is een lekker tragisch ver
haaltje-met-een-snik, weet je wel. Ik koos voor
het disco—werk, omdat ik een voortdurend con
tact met mijn publiek noodzakelijk acht. Optre
den met een groep is nauwelijk een haalbare
kaart, omdat zo'n concert eisen stelt aan zalen en
ongelooflijk kostbare apparatuur. De meeste
discotheken hebben tegenwoordig een redelijke
geluidsinstallatie. Ik treed daar op met een ge
luidsband, die ik „live" inzing. Discotheken zijn
momenteel erg marktbepalend voor een groep,
zanger of zangeres.
Patricia Paay
3lllllllllllllllll!llll!IIIMIIIIIIllllllllllllllWlllllill1llllllll!lll!lllllllllllllllllllllllllllllimillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli
Rosi Mittermaier in actie
H Ook in West-Duitsland komt het steeds
meer voor dat (ex-)topsporters gaan optreden
E als tv-commentatoren. Fred de Bruyne, Roger
E Moens, Ard Schenk en Joan Haanappel zijn
enkele Belgische en Nederlandse voorbeelden.
Rosi Mittermaier (26), winnares van twee gou-
E den medailles tijdens de Olympische Winter-
E spelen van vorig jaar en Duits sportvrouw van
het jaar, is een contract aangegaan met het
eerste Duitse net om als commentator bij ski-
Ei wedstrijden op te treden.
S Oorspronkelijk had Rosi haar medewerking
toegezegd aan de ZDF, en dat is een concur-
H rent van het eerste Duitse net. Vooreen flinke
buidel geld (8.000 DM BRW per keer dat ze
commentaar geeft) veranderde ze even ra- z
zendsnel als ze vroeger de paaltjes in de 1
sneeuw ontweek, van werkgever. Bij de ZDF
had men trouwens gewaarschuwd kunnen
zijn: nog geen twee weken geleden zond juist z
de ZDF een documentaire uit Uit het nieuwe
leven van een Olympische winnares"), waarin
omstandig werd getoond hoe Rosi Mittermaier
haar gouden medailles én populariteit in klin- z
kende munt omzet, door b.v. alleen maar aan-
wezig te zijn bij de opening van een nieuwe
winkel en andere reclame-uitingen.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiisiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiminiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHi
Aan het woord is Patricia
Paay, een jaar of negen geleden
begonnen als tienerzangeresje
(„Jij bent niet hip") later lid
van de roek-groep „Hearts" en
sinds enige tijd goed in de
markt met disco-hits.
De nu 26-jarige zangeres
heeft een solo-album gemaakt
in de Londense Abbey Road
studio, gestimuleerd door
Steve Harley, de vriend van
haar zus Yvonne. Verder is
haar stem vaak te horen in re
clame-spots en in de achter
grondkoren op platen van o.a.
de Cats, George Baker Selec
tion, Golden Earring en Focus.
„Ik ben inderdaad vaker van
genre verwisseld. Dat is trou
wens mijn aard. Ik doe, waar ik
op een zeker moment zin in
heb. Waarom niet, het gekke is,
dat ik daardoor geen fans ver
lies. Ik heb een tijd gedacht,
dat ik met ander werk ook een
ander publiek zou gaan berei
ken.
„Sterk had ik die gedachte in
de Heart-periode. Het
vreemde is, dat ik toch een
vaste kern Patricia Paay-fans
ho.ud. Publiek en fans zijn
overigens totaal onbereken
bare factoren. Hoe vaak heb ik
niet meegemaakt, dat mensen
zich stijf klapten voor mij en
even later in een café bijvoor
beeld - je vraagt het je af hoe
het mogelijk is - stonden te
swingen op muziek van Vader
Abraham, om maar een
zijstraat te noemen. Dat is even
wennen. Maar wat doet het er
eigenlijk toe. Zolang mensen
vriendelijk blijven, vind ik
alles best. Wat ik ook consta
teer is, dat een hoop artiesten
hun werk zelf overschatten.
Het publiek wenst in de eerste
plaats geamuseerd te worden.
Muziekmaken is een stuk en
tertainment."
„Ik de naam een keihard za-
kenvrouwtje te zijn? Hoe is het
mogelijk! Misschien ligt dat
aan mijn gezicht. Ik ben echt
helemaal niet zakelijk. Ik be
moei me nooit met geldkwes
ties.
Als ik elke dag twee of drie
keer moet optreden, is dat na
tuurlijk volledig onmogelijk.
Ik wil ook tijd overhouden
voor andere dingen als zingen.
Ik knutsel graag, werk graag
met kraaltjes, rommel met lap
jes stof, teken en schilder
graag, maak graag kleren, kor
tom ik ben echte freubelaar-
ster. Wat ik ook graag doe is
kijken naar mensen als ik door
de stad slenter. Geld, je hebt
het nodig, maar staat bij mij
verre van nummer één. Ik
woon ook nog steeds op een fla
tje, hier vierhoog aan de
Schiedamseweg in Rotterdam
(bijna Schiedam)."
„Ik heb mensen nodig om me
gelukkig te kunnen voelen.
Toch merk je steeds weer, dat
je, of je wil of niet, bij enige
bekendheid in een soort ivoren
torentje wordt geplaatst. Men
gedraagt zich anders tegen je.
Heh lijkt wel als dat je be
kend bent, geen normaal con
tact meer mogelijk is. Je wordt
aangegaapt als een soort half
god. Het is bij mij soms zo erg,
dat ik schuw wordt als ik er
gens binnenkom. Een gewone,
menselijke babbel, daar zit ik
soms hard om verlegen. Ge
lukkig heb ik Gerard, mijn
man, die mij geweldigd op
vangt en me steeds weer de
push geeft om in mijn werk
door te gaan. Als men stelt, dat
ik zangtalent heb, dan is hij
mijn helft met doorzettings
vermogen".
„Ja ik heb het popgebeuren
in Engeland voor een stukje
mee kunnen beleven. Het is
werkelijk fantastisch wat daar
gebeurt. Ik zou het popgebeu
ren daar best mee willen bele
ven, maar ik weet niet of ik het
aan zou kunnen of de moed zou
kunnen opbrengen me er in te
storten. Steve Harley is een
fantastische vent, waar ik veel
bewondering voor heb. In En
geland gaat er veel geld om in
de popbusiness. Steve werkt
dag en nacht en is een onge
looflijke perfectionist. Voor
een belangrijk concert zit hij
de nacht ervoor rechtop in zijn
bed. Hij werkt onder een onge
looflijke stress. Van hem wordt
elke keer weer een topprestatie
verwacht. Ik ben een echte
„ram", gevoelig en bang voor
druk die op me uitgeoefend
kan worden. Of ik zo'n top-
spanning zou willen meema
ken? Je zal het maar mee ma
ken! Ach, ik laat alles maar op
me af komen..."
„Vroeger had ik wel zin om
dingen te doen, na te doen, die
ik ergens gehoord had en
prima vond. Ik vindt dat ik zelf
ook wel prima dingen doen
kan, van mezelf uit. Vroeger
was ik eem echte jazz-freak.
Amerikaanse ballads waren
het einde. Misschien ga ik dat
werk later ook wel meer doen.
Ik schrijf ook wel eigen num
mers. Die komen meestal op de
b-kant van mijn singles te
recht. Ze zijn misschien niet
commercieel genoeg. Of ik ben
misschien niet van mezelf
overtuigd. Ik weet echt ook
wel, dat mijn eigen nummers
niet commercieel genoeg zijn
voor een a-kant en om in de
race te blijven moeten platen
nu eenmaal verkocht worden.
Je kan anders wel optreden,
bijvoorbeeld met een a-com
mercieel repertoire, maar het
gaat natuurlijk wel frustre
rend werken als je geen reac
ties van het publiek krijgt. Dan
maar een paar stappen naar
het publiek toe en blije gezich
ten zien."
„Brieven. Ik krijg erg veel
fanmail. Erg veel leuke reac
ties, maar ook post waar ik be
slist geen raad mee weet. Op
een of andere manier schijn ik
opgescheept te moeten worden
met seksuele problemen van
fans.
Knapen die per se met me
naar bed willen, seksuele
problemen hebben met
vriend of vriendin en of ik
daar dan maar wat aan wil
doen. Ik heb wel eens ge
probeerd die brieven se
rieus te beantwoorden, wat
echter geen effect heeft. Nu
stuur ik maar een foto met
handtekening."
JOEPS VAN HEES
Svetlana Allïloejeva
Stalins dochter Svet
lana Alliloejeva heeft
onthuld dat ze aan haar
twee boeken een miljoen
dollar heeft verdiend,
maar dat ze er nog maar
200.000 dollar van over
heeft. In de Londense
Daily Telegraph stond een
interview met mevrouw
Alliloejeva. Zij is nu 50
jaar en woont in een bun
galow in Califormië. Het
interview werd afgeno
men ter gelegenheid van
de tiende verjaardag van
haar vlucht naar de Ver
enigde Staten.
Svetlana heeft haar fi
nanciële verlies geweten
aan een rampzalig land
bouwproject tijdens haar
korte huwelijk met een
Amerikaanse architect.
Volgens Ian Brodie, cor
respondent van het En
gelse blad, was het vraag
gesprek het eerste dat
Svetlana sinds lange tijd
toestond, en dan nog
onder voorwaarde dat
haar adres geheim gehou
den zou worden. „Ik houd
van Californië, van mijn
leven hier. Ik heb hele
maal geen spijt van mijn
vertrek uit Rusland", zo
zei Svetlana.
JR vielen in januari 1895 in
Buckingham Palace boze
woorden, toen koningin Victo
ria hoorde, dat Don Jayme de
Peralta-y-Cordoba, Baron de
Arizonac en Caballero de los
Colorados tot zes jaar was ver
oordeeld en als een gewone op
lichter naar de strafgevangenis
in Santa Fé gestuurd. Een paar
jaar voordien hadden Harer
Majesteits raadslieden haar
namelijk overreed, deze heer
en zijn knappe echtgenote
Carmelita een audiëntie te ver
lenen. Niet alleen koningin
Victoria's adviseurs sloegen
daarmee een flater, maar ook
die van de Duitse keizer, de
koning van Spanje, de paus, de
hertog van Orleans en van nog
een dozijn andere Europese
potentaten en hoogwaardig
heidsbekleders. Ze hadden in
hun ijver, de gunst van een van
Amerika's machtigste mannen
te winnen, allemaal dezelfde
fout begaan. En machtig leek
Don Jayme zeker, dat wil zeg
gen: zolang iedereen zich ten
minste nog door zijn fantasti-
(ADVERTENTIE)
sche oplichterijen zand in de
ogen liet strooien.
Van geboorte was Don
Jayme bepaald géén Spaanse
grande. Hij heette James Addi
son Reavis en kwam uit een
boerengezin, dat een kleine
stad diep in het zuiden van de
Verenigde Staten bewoonde.
Op twintigjarige leeftijd
meldde hij zich bij het leger
van de zuidelijke staten; net op
tijd om de Burgeroorlog mee te
maken. Het is niet bekend, of
Reavis zich in die strijd onder
scheidde - wel deed hij in zijn
legertijd de grote ontdekking,
die het uitgangspunt van zijn
opzienbarende loopbaan zou
worden: hij kon voortreffelijk
handtekeningen vervalsen. Hij
begon heel bescheiden met het
uitschrijven van verlofpasjes,
ondertekend door zijn com->
mandant, om voor een nacht of
paar dagen uit het kamp weg te
komen. Vervolgens verkocht
hij handtekeningen van de ka
pitein aan zijn wapenbroeders,
waardoor ze meer tijd bij hun
meisje konden doorbrengen.
Na zijn ontslag uit de dienst
vergat hij zijn hele talent in die
richting, tenminste voor een
tijdje. Hij ging naar St.-Louis,
op zoek naar een baan. Eerst
werd hij tramconducteur, toen
werkte hij als winkelbediende
en ten slotte belandde hij in de
makelaardij. Een van zijn
cliënten was een man met een
ietwat dubieuze aanspraak op
een bepaald stuk grond. Reavis
hielp hem tegen een kleine ver
goeding een „quitclaim" te
vervalsen, een akte waarbij
iemand formeel van zijn rech
ten afziet. Het document had
de gewenste uitwerking en er
werd nooit aan de echtheid
ervan getwijfeld. Maar het
makelaarschap verveelde Rea
vis intussen al lang en hij trok
naar het westen, het land van
de pioniers, op zoek naar
nieuw terrein voor zijn activi
teiten. Of hij die vond of niet, is
onbekend, in elk geval zat hij
omstreeks 1870 in Santa Fé, de
hoofdstad van Nieuw Mexico,
en stond op het punt het grote
avontuur van zijn leven te be
ginnen.
Terwijl hij zich nog afvroeg,
Achttiend e-eeuwse
kwakzalvers,
negentiende-eeuwse
politieke oplichters,
twintigste-eeuwse
financiële frauders -
toonden ze niet haarscherp
de voosheid van de
maatschappij, zowel als de
lichtgelovigheid van hun
tijdgenoten aan?
wat hij zou aanpakken en of hij
soms beter tot de makelaardij
kon terugkeren, kreeg hij te
maken met het rijksbureau
voor het onderzoek naar
Spaanse rechten op grondbezit
onder de zogenaamde „Gads
den Purchase". Dit was een
overeenkomst tussen de Ver
enigde Staten en Mexico, ge
sloten aan het eind van de
Mexicaanse oorlog in 1846.
Het verdrag dankte zijn naam
aan James Gadsden, Ameri
kaans diplomaat en militair.
Deze was benoemd tot gezant
in Mexico en bracht in die
functie de overeenkomst tot
stand, waarbij heel zuidelijk
Arizona en een deel van Nieuw
Mexico Amerikaans grondge
bied werden. De Verenigde
Staten zouden de oude grond
rechten, door de Spaanse ko
ningen in hun Mexicaanse ko
lonie aan hun onderdanen ver
leend, erkennen en bescher
men. In het regeringsbureau in
Santa Fé lagen honderden van
dergelijke akten opgestapeld
en het kostte Reavis met zijn
makelaarservaring helemaal
geen moeite, als klerk bij de
registratie-afdeling te worden
aangesteld. Daar, tussen ber
gen oude paperassen, rijpte bij
John Reavis het plan tot de
vermetelste grondzwendel^
aller tijden, en hij bereidde
zich met eindeloos geduld op
zijn groots opgezet bedrog
voor. Van zijn vervalsingsta
lent was hij zeker, maar het
zaakje moest in het Spaans
worden opgezet, in
zeventiende- of achttiende-
eeuws juridisch Spaans nog
wel! Hij wijdde dan ook al zijn
vrije tijd aan de bestudering
van die taal, smokkelde na
kantoortijd documenten mee
naar huis en raadpleegde oude
Spaanse woordenboeken; hij
leerde met een ganzeveer te
schrijven, verschafte zich per
kament en mengde inkt. Met
hodisch bekwaamde hij zich in
het kopiëren van de akten,
waarmee de Spaanse kroon
haar trouwe dienaren had be
loond. Bij zijn nauwgezet on
derzoek kwam hij tot de con
clusie, dat vele ervan in geo
grafisch opzicht tamelijk vaag
bleven, vooral wanneer het
Arizona betrof. Ze waren gete
kend door klerken en advoca
ten, die kennelijk nooit een
voet in de Nieuwe Wereld had
den gezet. Maar de concessie
die hij voor zichzelf wilde op
stellen, moest duidelijk om
schreven en onaanvechtbaar
zijn. Hij koos „zijn" grondge
bied dan ook met grote zorg;
ging zelfs naar Arizona om
„oude" inscripties op grens
stenen aan te brengen.
Toen het zover was dat hij al
zijn documenten op tafel kon
leggen, fantaseerde hij eerst de
figuur, aan wie de Spaanse ko
ning het land in kwestie zou
hebben geschonken. Het werd
de edelman Don Miguel de Pe-
ralta, kamerheer des konings,
Spaanse grande, ridder in ver
scheidene orden, zoon van Don
José Gaston Gomez de Sylva y
Montux deOcadela Cerda y de
Caullo de Peralta de los Falces
de la Vega - in 't kort Peralta
geheten. Koning Ferdinand VI
had hem uitgestrekte landeri
jen in Arizona toevertrouwd,
als beloning voor zijn diensten.
Niemand zou immers twijfelen
aan het bestaan van een man
met zo'n indrukwekkende
reeks namen? Reavis verzon er
meteen levensgeschiedenissen
voor de hele familie Peralta bij
en de wijze, waarop hij dit alles
te boek stelde, was een perfect
staaltje van vervalsings- en
schoonschrijfkunst. Had ooit
een fraudeur of bedrieger zijn
zetten met zoveel peuterige
zorgvuldigheid voorbereid?
Het kostte Reavis meer dan
zeven jaar en zelfs toen kon hij
zijn aanspraken nog lang niet
met voldoende bewijsmidde
len doen gelden. Omstreeks
1870 gaf hij zijn baan in Santa
Fé op en maakte een grote reis
door Mexico, Spanje en Portu
gal, waarschijnlijk van het
geld dat hij met kleine verval
singen voor enkele privé-
cliënten had verdiend. Op zijn
rondreis, waar weer zeven
jaren mee gemoeid waren, be
zocht hij archieven, kloosters,
kerken en rijksbureaus in alle
drie die landen. Hij gaf zich
voor geleerde uit en kreeg
daardoor inzage in de akten,
die hij wilde lezen, omruilen,
stelen, of vervalsen. Hij was nu
een knappe, goedgeklede man
van middelbare leeftijd. Met
zijn intelligent gezicht,
scherpe ogen, scherp gepunt
snorretje en donkere bakke-
JUWELIER-HORLOGER
Halstraat 14 - Breda
bij de Grote Markt
baarden kon hij best voor een
schrijver of historicus door
gaan. Hij was lang, beminne-
lijk en bijzonder welgema
nierd. Tijdens die fase van de
intrige die hij bezig was uit te
werken, zag Reavis kans, een
aantal documenten te depone
ren op plaatsen waar hij ze
wilde hebben. Soms ruilde hij
er een uit een archief voor een
ander, dat hij had meege
bracht; vaak lukte het hem -
soms vrijwel onder de ogen van
waakzame monniken of
beambten - echte akten te ver
valsen. Dat was een hele pres
tatie en Reavis gaf de handig
heidjes, die hij daarbij ge
bruikte nooit prijs. Hij werkte
met evenveel sluwheid als ge
duld; geen wonder dan ook dat
hij er jaren over deed.
Toen alles klaar was, lagen
de documenten over de fictieve
Peralta's daar, waar ze te zij
ner tijd nodig zouden zijn om
James Addison Reavis, alias
Don Jaymes aanspraken op
een gebied van niet minder dan
driehonderd zestig bij honderd
twintig kilometer in het vier
kant waar te maken.
Een laatste, maar heel be
langrijke schakel tussen Rea
vis en de Peralta's moest nu
nog worden gesmeed. Voor dat
doel had hij een handlanger'
nodig. Die vond hij in de - ver
lopen - persoon van een gewe
zen dokter, George Willing ge
heten, met wie hij ergens in het
Wilden Westen had kennis ge
maakt.
(Wordt vervolgd)
Wat is de meest effektiev<
polder X. naar industrieterre
we de autoriteiten ervan doo
het open landbouwgebied nie
ding van vliegveld s. ook vol
ling Jan en dorpeling Piet dui
met maximaal twee kinderei
brengen we minister W. aan z:
lijk de auto eens moet aanpal
baar vervoer te halveren?
Wife
HÉ
Jarenlang al zijn tal van milieu
een eigen tactiek en met wisselc
op groter gebied aan te pakken,
heeft gezegd dat dit of dat de jui
omdat ze daarmee de „tegenp:
projektontwikkelaars, vul maai
afdoende tegentactiek te ontwei
elk probleem, gerekend naar aa
handeling vraagt, die hooguit in
een ander probleem van toepas:
Er vallen natuurlijk nog
meer redenen te bedenken,
maar dit zijn de twee voor
naamste. Het is daarom des te
opvallender, dat nu plotseling
PROF. DR. D.J. KUENEN alle
milieu-activisten het Ei van
Columbus aan de hand doet:
introduceer een nieuwe term
(orthobionomie); schrijf, res
pectievelijk lees er een dikke
pil vol moeilijke woorden over
en niets staat de Grote Menta
liteitsverandering nog in de
weg. Van de Universiteiten (en
dan nog van de Bèta's!) de vic
torie!
Het is misschien een beetje
kinderachtig om in een boek
van 335 bladzijden over één zin
te vallen, maar wanneer die zin
uitgerekend van prof. dr. Kue-
nen afkomstig is, en het boek
bovendien als „INLEIDING
IN DE MILIEUKUNDE"
wordt aanbevolen (uitg. Van
Gorcum Comp. BV - Assen,
1976/ 39,-), dan zijn een paar
kanttekeningen wel op zijn
plaats.
Kuenen heeft geen enkele
reden om met grote stelligheid
te beweren, dat de milieucrisis
niet veroorzaakt is door - en
dit citaat is dan letterlijk -
„onrustzaaiers, die de journa
listen voor hun karretje heb
ben gespannen". Waar die mi
lieucrisis dan wel een gevolg
van is, geeft Kuenen ook nog
aan: van onze weigering in te
zien, dat de aarde beperkt is.
Even doorgeredeneerd (maar
Kuenen heeft dat niet gedaan)
ga je je afvragen hoe het dan
komt, dat we die beperktheid
van de aarde nu wel inzien en
vroeger niet. En dan kom je
vanzelf terecht bij dat groepje
„onrustzaaiers", dat zeer te
recht een gelukkig steeds gro
ter aantal journalisten voor
zijn karretje heeft gespannen.
Het is belangrijk hier even
op in te gaan, omdat het de
laatste tijd mode dreigt te
worden de milieukunde als een
puur-wetenschappelijke aan
gelegenheid te beschouwen.
Voorzover het de paringsdrift
van de geelbuikkikker in het
late najaar betreft is dat na
tuurlijk ook zo, maar als het
erom gaat een natuurweten
schappelijk waardevol of ge
woon mooi stuk dijk te be
schermen, is het ieders zaak
daarvoor op te komen. Dat op
die dijk een zeldzame kevers
oort voorkomt is een argument
te meer, maar er zijn andere
dingen die tellen. En op dat ge-
hieke de jong:
dwaaltuin (uitg. Agathon
-ƒ 14,50).
Een verademende roman
temidden van de vele ellende.
Ik had juist boeken gelezen
over respectievelijk botkan-
ker, hartinfarcten en misgroei
van onze hersens. En geeft dit
boek van Hieke de Jong je weer
wat lucht! Toch is het geen
boek van goedkope rozegeur
en maneschijn. Hieke de Jong
blijkt in staat op een zeer oor
spronkelijke manier „wel en
Wee" lichtvoetig te benaderen.
Het onderhuidse van haar
fantastische vertelling is een
kritische worsteling met de
dingen van alledag; haar fan
tasie blijft verbonden met de
werkelijkheid. „Er was eens"
een vrouw, die Rindertje
heette. Ze had vier kinderen,
twee katers en twee konijnen,
«Bemaal tegen en do or pH