IfOLDESKUNDIGE JAN VAN GERWEN (65):
k I
IK NEEM AFSCHEID,
MAAR GA
TOCH NOG NIET WEG
W9b
MET ARRESLEE El
KOETS HET BOS I
WEG
WEZEN
Een goede wens
komt graag op tijd
LENING - 1976
STAAT DER NEDERLANDEN
binnenland
buitenland
Lijsten
Internationaal
Ondergang
Somber
Afgrond
Nc
Caravan
Caravan
Baby Anak
I VAN VRIJDAG 17 DECEMBER 1976
Jan A M. van Gerwen, de secretaris van de Federatie Nederlandse Wolindustrie, is
r dagen met pensioen gegaan. Met hem verlaat een markante figuur deze bedrijfstak
rt a het de afgelopen jaren zo zwaar te verduren heeft gehad. Van Gerwen is Nederlands
nldeskundige bij uitstek. Hij heeft een zeer omvangrijke kennis van de textielbranche in
hst algemeen en een grote internationale ervaring. Hij blijft actief, onder andere als
net-secretaris van Wolcon, de stichting die de herstructurering begeleidt van de
wollenstoffen industrie. Onze redacteur Jacques Levij praatte met hem over zijn vijftigja-
loopbaan en over de industriële toekomst van ons land en West-Europa, waarover
Van Gerwen heel somber is gestemd.
TILBURG - „Ik ben op m'n vijftiende jaar gaan werken. Als jongste bediende. Dat was
I jn 1926. In een fabriek. Veel keus had je niet in die tijd. Vader was schoenmaker. We
I hadden een gezin met acht kinderen en breed hadden we het niet. Ik mocht de mulo
I bezoeken en dat was voor thuis al een hele opoffering. Ik had m'n schriftelijk eindexamen
en kon toen, dankzij m'n grootvader, een baantje krijgen. Dat was heel wat! Ik
moest vrij vragen om het mondeling eindexamen te kunnen doen".
Jan van Gerwen vertelt het
precies. Hij herinnert het
zich, bij wijze van spreken,
nog als de dag van gisteren,
liet naam en datum en alle
bijzonderheden. Dat typeert
hem, de tengere man die in de
loop van een arbeidzaam
leven van een halve eeuw
werd tot Nederlands
woldeskundige-bij-uitstek.
„Toen ik, onlangs, jarig
was werd ik weer aan die eer
ste baan bij Janssens de Ho-
non herinnert. Emille Jans
sens deed mij namelijk een
cahier cadeau waarin de
salans-betalingen van het
personeel in die tijd werden
opgeschreven. Ik stond daar
ook in. Voor de halve maand
juli 1927 had ik f 12,50 ont
vangen. Ik verdiende dus f25
in de maand. En dat was in
die tijd voor een jongeman
een flink bedrag"!
Er zat „wat" in Jan. Met
z'n mulo-diploma stak hij al
knap wat uit boven vele van
zijn leeftijdgenoten. Maar
Jan wilde verder. „Ik deed
theoretische kennis op in
avondstudie. Heb daarbij
veel hulp gehad van de Fra
ters in Tilburg. Enfin, 1 au
gustus 1938 kwam ik in
dienst bij het bureau Van
Spaendonck. Ik werd assis
tentvan mr. Peters, de direc
teur van de Nederlandse
Wollenstoffen-Conventie en
de Algemene Schoenconven
tie. We moesten ervoor zor
gen dat er in die bedrijfstak
ken uniforme leverings- en
betalingscondities zouden
komen. De gezamenlijke be
drijven hadden die conven
ties ingesteld. Om in ieder
geval enige ordening door te
voeren".
Jan moest tijdens de mobi-
«tie, in 1939, in dienst. Na
«vijf oorlogsdagen kwam
b'l weer in Tilburg terug. Met
e c®venties was het afge
lopen. „Er waren in de
schoenindustrie geen wanbe
talers meer. Voor de oorlog
hadden we lijsten vol gehad
met hun namen. Nu hadden
ze ineens allemaal geld om
aan hun verplichtingen te
voldoen. Van Gerwen stapte
over, ook bij Van Spaen
donck, naar het pas
opgerichte Rijksbureau voor
Wol en Lompen. Hij eindigde
er als directeur en moest in
1951 de instelling zelf liqui
deren. Het lag helemaal in de
lijn dat hij toen voor Het bu
reau mee ging helpen met de
opbouw van de „vrije organi
saties" in de wolindustrie. In
datzelfde jaar werd de Fede
ratie Nederlandse Wolindus
trie opgericht. Hij werd er
(1956) adjunct-secretaris en
in 1962, opvolger van de nu
legendarische Barend Jan
van Spaendonck, secretaris.
Tegelijkertijd, in 1951 werd
er een organisatie gesticht
voor de research van de Ver
enigde Nederlandse Wolin
dustrie, alsmede een Alge
mene vereniging voor de
Wolhandel.
De nu 65-jarige Van Ger
wen vertelt over die tijd van
opbouw en groei met verve.
Het zijn kennelijk zijn
mooiste jaren geweest. Hij
zegt dat niet met zoveel
woorden. Men kan dat wel
uit zijn verhaal „proeven".
„We hadden niets meer
toen op 27 oktober 1944 het
Zuiden van ons land werd
bevrijd. In de oorlog hadden
we zolang mogelijk gewerkt.
Zelfs met melkvezels en turf-
vezels. Maar toen de Duitsers
door kregen dat ze gingen
verliezen, hadden ze al onze
voorraden - veel was het toch
al niet - weggehaald. Ook
maakten ze bepaalde machi
nes kapot".
Hij vertelt, met zichtbare
voldoening, van de 3000 ton
wol die de Nederlandse rege
ring tijdens de oorlog al ge
kocht had. „Die kwam in
april 1945 al in Tilburg aan.
We hebben dat eerlijk ver
deeld, na het in een mengbe-
drijf te hebben laten mengen.
Iedereen kreeg dus dezelfde
kwaliteit. We vonden ook
nog een trein met grondstof
fen ergens in Limburg en lie
ten die, met hulp van het Mi
litair gezag, door een expedi
teur, naar Tilburg brengen".
Reeds vrij snel na de oorlog,
toen men nog mondjesmaat
kon produceren en de bin
nenlandse vraag naar textiel
enorm was, is toch al voor
zichtig en gebrekkig begon
nen met het opnieuw leggen
van internationale contac
ten. „Voor de textiel
industrie - evenals natuur
lijk oor alle andere bedrijfs
takken - wat dat een goede
tijd. Moeilijkheden waren er
genoeg. Maar er was in het
eigen land geen buitenlandse
concurrentie".
Die opbouw van de binne-
landse produktie en afzet en
de export duurde voor de wo
lindustrie tot ongeveer 1956.
„Maar wij van de Fenewol
hadden in 1952 de bui al
langzaam maar zeker zien
opkomen. Toen immers
begon de invoer van de
strijkgaren-wollenstoffen
uit het Italiaanse Prato. Wij
hebben de regering herhaal
delijk gewaarschuwd. Die
had toen nog best wat kun
nen doen, want er was nog
geen EEG. Maar het was een
tijd van volledige werkgele
genheid en hoogconjunctuur.
Men zag dat in Den Haag niet
zo zitten. Ook trouwens niet
in grote delen van de eigen
bedrijfstak. De Italiaanse
concurrentie gold toen nog
maar alleen de goedkope
stoffen in de strijkgarensec-
tor. We hebben zelf nog een
commissie gehad om 'ns te
bekijken, of we in Nederland
ook niet zo goedkoop zouden
kunnen produceren.
rente
aflossing
schuldbewijzen
inschrijving
storting
toewijzing
open bedrag
de koers wordt na de inschrijving vastgesteld aan de hand van
de koersen en bedragen waarvoor is ingeschreven
(tendersysteem)
jaarlijks op 15 januari
in 20 jaarlijkse termijnen van 15 januari 1978 af
vervroegde aflossing is van 15 januari 1987 af mogelijk
tot 15 januari 1992 tegen de koers van 103%, daarna
tegen 102%
nominaal f 1.000 (CF of K)
schuldregisterinschrijvingen van tenminste f 100.000
22 december 1976 van 9 tot 15 uur
door tussenkomst van bank of commissionair in effecten, onder
opgave van het bedrag en van de koers waartegen men wil
deelnemen
op 18 januari 1977
met bijbetaling van 3 dagen lopende rente
uitsluitend aan inschrijvers die hebben ingeschreven tegen de
vastgestelde koers (gereduceerde toewijzing mogelijk) of tegen
een hogere koers (toewijzing ten volle)
afrekening vindt plaats tegen de vastgestelde koers
P'ospectus kosteloos bij banken en commissionairs
Maar dat ging niet. Sociaal
niet, omdat wij in ons land
begonnen waren aan de op
bouw van de sociale zeker
heid. Technisch niet, omdat
wij met de modernste machi
nes werkten en de Italianen
veelal nog in huisindustrie.
En dan had je ook te maken,
zoals gezegd, met de kort
zichtigheid in de industrie
tak zelf, voorzover het fabri
kanten waren die niet met de
wollenstrijkgarens bezig wa
ren". Jan van Gerwen is er
vast van overtuigd dat in die
vijftiger jaren de Neder
landse wolindustrie zichzelf
nog had kunnen redden. „Als
men maar één lijn had ge
trokken en vanuit een sterke
positie van eensgezindheid
de regering onder druk had
gezet".
Toen dat niet gebeurde,
werd de ineenstorting - on
dergang mag men wel zeggen
van de wollenstoffen-
industrie in ons land onont
koombaar. „De Fenewol is
begonnen met 150 leden die
samen 18.000 mensen werk
gaven. Nu hebben we nog 40
leden en verdienen nog zo'n
6000 mensen in „de wol" hun
brood.
Weet u, toen de EEG er
eenmaal was en Italië zo'n
zeventig procent van de Ne
derlandse markt met de wol
lenstoffen had veroverd, zag
men in Den Haag eindelijk
wat er aan de hand was. Toen
was het te laat. Om kracht bij
te zetten aan het Nederlands
verzoek tot beperking van de
Italiaanse importen werd een
structuuronderzoek inge
steld. Dat beperkte zich tot
de strijkgaren-
wollenstoffenindustrie. Het
had de hele wollenstoffen-
industrie moeten doorlich
ten. En het onderzoek was
een eis van de regering. Niet
van de industrie. Die had al
van 1952 af herhaaldelijk
gewaarschuwd. 'Uit de stu
die kwamen conxlusies te
voorschijn. Voor de industrie
(concentratie, onderzoek,
enz.) en voor de regering
(verschrottingspremies).
Maar de overheid deed niets.
Er was immers volop werk.
Dus waarom je druk ma
ken"?
Jan van Gerwen consta
teert dat zonder stemverhef
fing, of bitterheid. Hij legt
nu, na zoveel jaren, de feiten
op tafel. In het besef dat ge
dane zaken, of nagelaten za
ken, geen keer meer nemen.
Het structuur-rapport heeft
wel gevolgen gehad, meent
hij. Want heel wat bedrijven
zijn er door gedrukt op de
eigen situatie en gingen zich
zelf eens doorlichten.
De laatste jaren is er,
meent Jan van Gerwen dui
delijk sprake van een stabili
sering in de strijk- en
kamgaren-wollenstoffenindu
„In 1974 stond het restant
van die industrie op instor
ten. Er weren 220.000 werk
lozen in ons land. De over
heid hielp toen wel om een
stuk werkgelegenheid te
redden. Er waren onderhan
delingen en in december 1974
werd de Wolcon opgericht,
de stichting die de herstruc-
tuering moet begeleiden van
de wollenstoffen-industrie.
Daaruit is, als eerste vrucht,
de Sigmacon geboren, een
concentratie op vrijwillige
basis van bedrijven in de
branche".
rijk, Groot-Brittannië,
Oost-Europa, Azië en
Zuid-Amerika. „In de tex
tiel, dus niet alleen de wol, is
Nederland wat de lonen be
treft een heel duur land ge
worden. Als de lonen in deze
bedrijfstak in ons land op 100
worden gesteld, zijn ze in
Duitsland 95, België 98,
Frankrijk 70, Italië 70,
Groot-Brittannië 66.
Dat liegt er niet om. Daar
komt nog bij dat de EEG
amper nog maar een vrij ver
keer van goederen kent, mo
netair een janboel is en dat
Italië en Frankrijk in feite de
vrije markt weg-
administeren. Bovendien is
de internationale handel,
buiten de EEG, steeds vrijer.
Ook al, omdat de EEG steeds
meer concessies heeft gedaan
aan ontwikkelingslanden.
Maar ey is meer. Landen
als de Verenigde Staten en
Japan profiteren volop van
de goedkope arbeidskrach
ten in andere landen: Thai
land, Taiwan, HongKong,
Zuid-Korea, Zuid-Amerika.
Se hebben naar die landen, er
zijn er veel meer, kennis en
industrieën overgebracht. De
arbeidskosten zijn er vaak
niet hoger dan tien procent
van de Europese. Dat speelt
nog niet in de wollen
stoffen-industrie. Maar wel
in de kleding. Dat is de oor
zaak van de ellende in de Ne
derlandse confectie-
industrie. En dat treft ook
deze industrie in andere Eu
ropese landen. Wat zich heeft
afgespeeld in de wolsector in
ons land, treft nu ook de
kantoen-rayon- en linnenin
dustrie. Dat is de crisis in de
kunstvezelindustrie en in de
tricot-branche is het net zo.
En men vergisse zich niet,
het gaat niet alleen slecht in
de textiel. Het gaat slecht in
een heleboel andere bedrijfs
takken. Allemaal door de
zelfde oorzaken. Nederland
is een van 's werelds duurste
produktielanden geworden.
Door de lonen en de hoge so
ciale lasten. Bovendien is het
ondernemersklimaat er al
lerbelabberdst. Alle slogans
van premier Den Uyl ten
spijt".
Van Gerwen wil best kwijt
dat hij ondanks dat begin van
herstructurering somber is
over de toekomst van de in
dustrie. Hij meent dat men
sleutelt aan de symptomen
van de achteruitgang en niet
aan de werkelijke oorzaken.
Dat geldt trouwens, vindt hij,
voor vele andere bedrijfstak
ken ook.
„Kijk, de concurrentie
komt niet alleen meer uit Ita
lië. Die komt ook uit Frank-
Jan van Gerwen is somber
over de economische toe
komst van Europa in het al
gemeen en van Nederland in
het bijzonder. „Wij staan aan
de rand van de afgrond. Ieder
Westeuropees land tracht nu
zichzelf te redden. Ik zie voor
ons land de oplossing ook
niet. Tenzij de mentaliteit
plotseling zou veranderen.
Gelooft u dat?... Als die over
heidssteun aan marginale
bedrijven is werken aan de
franje. De eigenlijke oorza
ken worden niet aangepakt.
Nederland zit vast aan de
EEG en de Benelux. Het kan
geen kant op. Het zou nu
nodig zijn dat we de Euro
pese verdragen gaan herzien,
omdat de EEG in feite niet
veel meer is. Alleen dan zou
den we eén stuk Nederlandse
industrie kunnen redden. We
proberen nu met veel ge
meenschapsgeld arbeids
plaatsen te redden in zwakke
industrietakken. In de hoop
op een ander Europees
industrie- en handelspolitiek
beleid. Ik zie dat niet komen.
En als dat niet lukt, vrees ik
dat Nederland een arm land
gaat worden. Men beseft nog
niet dat we nu al leven in een
soort schijnwelvaart dank zij
het aardgas en de gunst van
de olielanden.
Als West-Europa niet
wakker wordt vrees ik het
ergste. We zien de laatste tijd
ook de opkomst van de
Zuid-Amerikaanse landen.
Die werken, Brazilië bij
voorbeeld, met exportsubsi
dies van enorme omvang. En
ze heffen invoerrechten tot
150 procent. U ziet, ik ben
heel pessimistisch. Ik baseer
dat ook op grond van mijn
niet geringe internationale
ervaring. Ik hoop dat ik onge
lijk krijg. Maar ik geloof dat
niet. Helaas"...
JACQUES LEVIJ
OG één weekje en dan
staat kerstmis al voor de deur.
Op markt en plein zijn er
kerstbomen te kust en te keur
en door sommige ramen zie je
al pinkelende lichtjes die het
geurige sparrehout sieren.
(Jawel ik weet het zeker, géén
denne- maar sparrehout!) Ik
zei het verleden week al; naar
het kerstgebeuren moet je toe
groeien en pinkelende lichtjes
in kerstbomen of niet, voor mij
heeft het te lang doorgezomerd
en nog te kort gewinterd om al
helemaal in de stemming te
zijn. Laten we eerlijk wezen,
met een pak knerpende sneeuw
op de stoep glijdt kerstmis toch
wat gemakkelijker naar bin
nen. Sneeuw of geen sneeuw,
we gaan sfeer opbouwen dit
weekend en daarvoor tijgen
wij bijvoorbeeld naar het Ul-
venhoutse bos, dat voor de
meesten van ons knusjes
dichtbij ligt. Vanaf de Fazante-
rie - aan de Sint Annadreef -
wordt er zondag door de leden
van de Brabantse Aanspan
ning een kersttocht gehouden.
Dat doen ze voor eigen en an
dermans genoegen, want
rijden in de met paarden be
spannen koetsten is een erva
ring op zich en het kijken ern
aar is ook niet te versmaden.
De hoop is gevestigd op uit
zonderlijk goed weer, wat voor
de leden aanleiding zal zijn om
voltallig aan te treden. Tiental
len koetsen; daarbij trappe
lend van ongeduld de paarden
en uw kinderdtjes die - plaats
en ruimte dienende - mee
mogen rijden! Ziet u die glun
derende snuitjes al voor u?
De koetsen escorteren een
heuse arrestee, óók getrokken
door paarden. Op sneeuw durft
men niet al te vast te rekenen,
vandaar dat de slee zich op
wieltjes voortbeweegt, maar
dat zal de pret niet drukken.
Nu we het toch over pret heb
ben: de kerstman heeft zich
verstopt in of rondom de Pek-
hoeve en als de stoet daar is
aangekomen zullen rappe rak
kers de Koude Koning wel uit
zijn schuilplaats weten te
krijgen. Eenmaal „gearres
teerd", op de arrestee ermee en
dan in vliegende galop naar
Ulvenhouts gemeentehuis aan
de rand van het bos. De burge
meester voegt zich daarna - na
onvermijdelijk woord en we
derwoord - bij de schare en
terug gaat het naar de Fazan-
terie, waar de kinders een trac-
tatie te wachten staat. Een
eindeloos gebeuren lijkt mij,
dat om elf uur begint en einde
loos of niet, zijn beslag vindt
rond een uur of vijf.
Kerstmis wordt door ieder
een op zijn eigen manier erva
ren. De één vindt het kerstge
beuren in de beslotenheid van
huisgezin en flakkerend kaars-
licht.Lucullus viert het zo'n
beetje op maaghoogte, maar
voor velen is het eigenlijke
Kerstfeest een meditatief be
zinnen in een sfeer van verstil
ling.
En daarbij sluit wonderwel
het kerstlied aan; in concert-
vorm of in samenzang. Ooit
wel eens in de Bossche Sint
Jans kathedraal geweestIn
deze immense ruimte komt
men zondagmiddag tesamen
om kerstmis '76 zingend bin
nen te halen. Tien koren leve
ren de basis waarop de vele
duizenden kunnen steunen, die
om vier uur 's middags een
plaatsje in de kathedraal
weten te vinden. Bent er één
van7
Een nevenverschijnsel van
kerstmis is: „De kinderen
thuis". Géén makkie als het
buiten kwakkelt! Per slot van
rekening kun je geen veertien
dagen vullen met het zingen
van kerstliedjes en het zitten
rond de kerstboom. WEGWE
ZEN dus. Zin in een circus
aangevuld met een „luna
park"?, of zoals we dat in huis
elijker termen uitdrukken:
„kermis"?Kermis en kerstmis,
die woordjes lijken verbazend
veel op elkaar en hebben zo op
het oog niets met elkaar te ma
ken. Toch wel hoor, zoals een
forse duik in het verleden ons
leert! Ik voer u even terug naar
de prille middeleeuwen,
waarin afwisseling van spijs
ook al deed eten. Deze stelling
bracht de volkse kunstenma
kers en uitbaters van attracties
er toe op zondag, ter hoogte
van het kerkplein positie te
kiezen. Uiteraard op zondag,
want als de gelovigen na de
„KERKMIS" uitkwamen vie
len ze rap met de neus in de
boter. Van kerkmisviel de
tweede k, die beroerd in de
mond lag, al spoedig weg, en
ziedaar de geboorte van het
woord „kermis"! goed kermis
dus, in de Ahoyhallen ditmaal.
Maar de hoofdschotel is en
blijft toch het (Althoff) circus
gebeuren. Het leidt te ver om
alle acts met name te noemen,
maar ik wil u wel verklappen
dat er zo'n 60 dieren aan het
programma meewerken. Ruim
40 paarden, 18 ijsberen, 6 tijge
rs, een groep chimpansees en
maar liefst 10 dikhuiden zullen
rond de kerstdagen 18 maal
voor het voetlicht treden.
U kunt terecht vanaf 21 de
cember toten met30 december,
dagelijks om half drie 's mid
dags en half negen in de avon
duren. Twee voorstellingen
vallen uit, namelijk de mid
dagvoorstelling van de 21 ste
en de avondvoorstelling van de
24ste.
Naast het beestenspul ook de
nodige griezelacts boven in de
nok en als klap op de vuurpijl
staan er op een gegeven ogen
blik 18 zegge en schrijve: acht
tien clowns tegelijk in de piste.
Neem dus maar voor de zeker
heid wat reserve onderdelen
mee voor warmgelopen lach
spieren. Wat de prijzen betreft,
u zult er in Rotterdam achter
komen, dat u niet voor een
dubbeltje op de eerste rang
kunt zitten. Daarvoor mijn
heer, moet u f 18,-- (even om
rekenen: één piek per clown)
neerleggen. Per persoon na
tuurlijk. Goedkoper kan het
ook hoor, al vanaf f 6,-- bent u
binnen. Junioren en senioren
met een 65 plus paspoort: voor
half geld.
EMMA SCHUT
Bij deze vraag ik even de
aandacht van (toekomstige)
caravanbezitters. U zult wel
denken: „nauwelijks hebben
we onze twee of vierwielers er
gens veilig onder de pannen, of
we moeten ons al weer gaan
bezinnen op nieuwe plannen".
Klopt helemaal, want de RAI
staat tot en met 19 december
bol van de (sta)caravans.
Bij deze vraag ik even de
aandacht van (toekomstige)
caravanbezitters. U zult wel
denken: „nauwelijks hebben
we onze twee of vierwielers er
gens veilig onder de pannen, of
we moeten ons al weer gaan
bezinnen op nieuwe plannen".
Klopt helemaal, want de RAI
staat tot en met
19 december bol van de
(sta)caravans. Hoeveel het er
precies zijn, kon men mij niet
zeggen, maar wél, dat u er zo'n
600 verschillende modellen
kunt vinden verspreid over vijf
hectare halruimte. Trek dus
maar stevige schoenen aan,
want dat wordt een dagje
stappen geblazen. Voor de ze
kerheid meld ik even dat u nog
geen trekhaak voor uw tocht
naar Amsterdam hoeft te laten
monteren. Zo'n vakantiehuis
op wielen kun u er wel bestel
len, maar aankoppelen en
wegwezen is er in de RAI niet
bij. Naast caravans kunt u in
die uitgestrektheid ook alles
wat er op, om, of erbij komt, in
een veelvoud vinden.
De caravans ondervinden de
laatste jaren een geduchte con
currentie van de kampeer
auto, met een royaal gebaar te
genwoordig „motorcaravans"
genoemd. Zo blijven ze ten
minste lid van de familie. Van
dit type vakantiewoning op
wielen zijn maar liefst 60 mo
dellen te bewonderen. Van in-
bouwpakketten voor op de kop
getikte bestelbusjes tot super
de luxe Amerikaanse toerwa-
gens toe. De duurste kunt u
zich eigen maken voor drie a
vier ton. Een koopje als u gaat
berekenen wat zo'n verblijfje
had moeten kosten als de dol
lar op volle sterkte was geble
ven! Al met al dus meer dan
genoeg om je aan te vergapen,
dat kan voor f 6 p.p. junioren
en 65 f 4. De RAI is geopend
zaterdag en zondags van 10 tot
18 uur
Bent u ook zo benieuwd hoe
•het Ouwehands orang baby
„Anak" na de dood van haar
moeder is vergaan? Ik was het
wel en ben aan het informeren
geslagen. Anak maakt het
meer dan goed. Zij kreeg een
prima pleegmoeder in de fir
guur van mevrouw Verkadë;
de aanwezigheid van de ver
stoten orangbaby „Nadientje"
intensiveerde de familiale
zonneschijn en in den beginne
was alles koek en ei. De laatste
tijd werd moeder Verkade door
de apekoppen echter duidelijk
onder de voet gelopen. Pleegpa
Rein kon het niet verkroppen
dat stofzuigers, boeken - in
grote oplagen en kasten wer
den gemold. Maar toen de
beide apinnetjes - na welbe
stede dagen - er een gewoonte
van gingen maken om zich
's avonds aan weerszijden van
zijn vrouw knusjes voor de
nacht in te nestelen, raakte
Rein Verkade pas grondig ge
frustreerd. Het eind van het
liedje is een onverbiddelijk
terug naar de dierentuin, in
een apart en aangepast verblijf
de apen natuurlijk hè). Zullen
die twee straks op hun neus
kijken! Geen gordijnen en
hanglampen waarmee je je zo
gemakkelijk door de kamers
kan bewegen. Geen teevee,
radio en platenspeler die na
luidruchtig gebruik zo een
voudig demontabel blijken te
zijn en geen kamerplanten,
waarmee je onderlinge geschil
len op verhelderende wijze uit
de weg kan ruimen. Weer he
lemaal content met uw eigen
kroost beste ouders? Ik wél!
(ADVERTENTIES)
Het was stil. Aan de einder
blafte 'n hond.'n Verre sirene
verried de aanwezigheid van
mensen.Vast ergens brand,zei de
een. Ol 'n ongeluk, zei de ander.
Zal je maar gebeuren. Dan moet
je wèl weten wie je waarschuwt
Heb jij die nummers bij de hand,
vroeg de een. Bij m'n telefoon,
zei de ander.
Posttarief wenskaart f 0,40, wenskaart in open envelop f 0,45
"b