IfOLDESKUNDIGE JAN VAN GERWEN (65): k I IK NEEM AFSCHEID, MAAR GA TOCH NOG NIET WEG W9b MET ARRESLEE El KOETS HET BOS I WEG WEZEN Een goede wens komt graag op tijd LENING - 1976 STAAT DER NEDERLANDEN binnenland buitenland Lijsten Internationaal Ondergang Somber Afgrond Nc Caravan Caravan Baby Anak I VAN VRIJDAG 17 DECEMBER 1976 Jan A M. van Gerwen, de secretaris van de Federatie Nederlandse Wolindustrie, is r dagen met pensioen gegaan. Met hem verlaat een markante figuur deze bedrijfstak rt a het de afgelopen jaren zo zwaar te verduren heeft gehad. Van Gerwen is Nederlands nldeskundige bij uitstek. Hij heeft een zeer omvangrijke kennis van de textielbranche in hst algemeen en een grote internationale ervaring. Hij blijft actief, onder andere als net-secretaris van Wolcon, de stichting die de herstructurering begeleidt van de wollenstoffen industrie. Onze redacteur Jacques Levij praatte met hem over zijn vijftigja- loopbaan en over de industriële toekomst van ons land en West-Europa, waarover Van Gerwen heel somber is gestemd. TILBURG - „Ik ben op m'n vijftiende jaar gaan werken. Als jongste bediende. Dat was I jn 1926. In een fabriek. Veel keus had je niet in die tijd. Vader was schoenmaker. We I hadden een gezin met acht kinderen en breed hadden we het niet. Ik mocht de mulo I bezoeken en dat was voor thuis al een hele opoffering. Ik had m'n schriftelijk eindexamen en kon toen, dankzij m'n grootvader, een baantje krijgen. Dat was heel wat! Ik moest vrij vragen om het mondeling eindexamen te kunnen doen". Jan van Gerwen vertelt het precies. Hij herinnert het zich, bij wijze van spreken, nog als de dag van gisteren, liet naam en datum en alle bijzonderheden. Dat typeert hem, de tengere man die in de loop van een arbeidzaam leven van een halve eeuw werd tot Nederlands woldeskundige-bij-uitstek. „Toen ik, onlangs, jarig was werd ik weer aan die eer ste baan bij Janssens de Ho- non herinnert. Emille Jans sens deed mij namelijk een cahier cadeau waarin de salans-betalingen van het personeel in die tijd werden opgeschreven. Ik stond daar ook in. Voor de halve maand juli 1927 had ik f 12,50 ont vangen. Ik verdiende dus f25 in de maand. En dat was in die tijd voor een jongeman een flink bedrag"! Er zat „wat" in Jan. Met z'n mulo-diploma stak hij al knap wat uit boven vele van zijn leeftijdgenoten. Maar Jan wilde verder. „Ik deed theoretische kennis op in avondstudie. Heb daarbij veel hulp gehad van de Fra ters in Tilburg. Enfin, 1 au gustus 1938 kwam ik in dienst bij het bureau Van Spaendonck. Ik werd assis tentvan mr. Peters, de direc teur van de Nederlandse Wollenstoffen-Conventie en de Algemene Schoenconven tie. We moesten ervoor zor gen dat er in die bedrijfstak ken uniforme leverings- en betalingscondities zouden komen. De gezamenlijke be drijven hadden die conven ties ingesteld. Om in ieder geval enige ordening door te voeren". Jan moest tijdens de mobi- «tie, in 1939, in dienst. Na «vijf oorlogsdagen kwam b'l weer in Tilburg terug. Met e c®venties was het afge lopen. „Er waren in de schoenindustrie geen wanbe talers meer. Voor de oorlog hadden we lijsten vol gehad met hun namen. Nu hadden ze ineens allemaal geld om aan hun verplichtingen te voldoen. Van Gerwen stapte over, ook bij Van Spaen donck, naar het pas opgerichte Rijksbureau voor Wol en Lompen. Hij eindigde er als directeur en moest in 1951 de instelling zelf liqui deren. Het lag helemaal in de lijn dat hij toen voor Het bu reau mee ging helpen met de opbouw van de „vrije organi saties" in de wolindustrie. In datzelfde jaar werd de Fede ratie Nederlandse Wolindus trie opgericht. Hij werd er (1956) adjunct-secretaris en in 1962, opvolger van de nu legendarische Barend Jan van Spaendonck, secretaris. Tegelijkertijd, in 1951 werd er een organisatie gesticht voor de research van de Ver enigde Nederlandse Wolin dustrie, alsmede een Alge mene vereniging voor de Wolhandel. De nu 65-jarige Van Ger wen vertelt over die tijd van opbouw en groei met verve. Het zijn kennelijk zijn mooiste jaren geweest. Hij zegt dat niet met zoveel woorden. Men kan dat wel uit zijn verhaal „proeven". „We hadden niets meer toen op 27 oktober 1944 het Zuiden van ons land werd bevrijd. In de oorlog hadden we zolang mogelijk gewerkt. Zelfs met melkvezels en turf- vezels. Maar toen de Duitsers door kregen dat ze gingen verliezen, hadden ze al onze voorraden - veel was het toch al niet - weggehaald. Ook maakten ze bepaalde machi nes kapot". Hij vertelt, met zichtbare voldoening, van de 3000 ton wol die de Nederlandse rege ring tijdens de oorlog al ge kocht had. „Die kwam in april 1945 al in Tilburg aan. We hebben dat eerlijk ver deeld, na het in een mengbe- drijf te hebben laten mengen. Iedereen kreeg dus dezelfde kwaliteit. We vonden ook nog een trein met grondstof fen ergens in Limburg en lie ten die, met hulp van het Mi litair gezag, door een expedi teur, naar Tilburg brengen". Reeds vrij snel na de oorlog, toen men nog mondjesmaat kon produceren en de bin nenlandse vraag naar textiel enorm was, is toch al voor zichtig en gebrekkig begon nen met het opnieuw leggen van internationale contac ten. „Voor de textiel industrie - evenals natuur lijk oor alle andere bedrijfs takken - wat dat een goede tijd. Moeilijkheden waren er genoeg. Maar er was in het eigen land geen buitenlandse concurrentie". Die opbouw van de binne- landse produktie en afzet en de export duurde voor de wo lindustrie tot ongeveer 1956. „Maar wij van de Fenewol hadden in 1952 de bui al langzaam maar zeker zien opkomen. Toen immers begon de invoer van de strijkgaren-wollenstoffen uit het Italiaanse Prato. Wij hebben de regering herhaal delijk gewaarschuwd. Die had toen nog best wat kun nen doen, want er was nog geen EEG. Maar het was een tijd van volledige werkgele genheid en hoogconjunctuur. Men zag dat in Den Haag niet zo zitten. Ook trouwens niet in grote delen van de eigen bedrijfstak. De Italiaanse concurrentie gold toen nog maar alleen de goedkope stoffen in de strijkgarensec- tor. We hebben zelf nog een commissie gehad om 'ns te bekijken, of we in Nederland ook niet zo goedkoop zouden kunnen produceren. rente aflossing schuldbewijzen inschrijving storting toewijzing open bedrag de koers wordt na de inschrijving vastgesteld aan de hand van de koersen en bedragen waarvoor is ingeschreven (tendersysteem) jaarlijks op 15 januari in 20 jaarlijkse termijnen van 15 januari 1978 af vervroegde aflossing is van 15 januari 1987 af mogelijk tot 15 januari 1992 tegen de koers van 103%, daarna tegen 102% nominaal f 1.000 (CF of K) schuldregisterinschrijvingen van tenminste f 100.000 22 december 1976 van 9 tot 15 uur door tussenkomst van bank of commissionair in effecten, onder opgave van het bedrag en van de koers waartegen men wil deelnemen op 18 januari 1977 met bijbetaling van 3 dagen lopende rente uitsluitend aan inschrijvers die hebben ingeschreven tegen de vastgestelde koers (gereduceerde toewijzing mogelijk) of tegen een hogere koers (toewijzing ten volle) afrekening vindt plaats tegen de vastgestelde koers P'ospectus kosteloos bij banken en commissionairs Maar dat ging niet. Sociaal niet, omdat wij in ons land begonnen waren aan de op bouw van de sociale zeker heid. Technisch niet, omdat wij met de modernste machi nes werkten en de Italianen veelal nog in huisindustrie. En dan had je ook te maken, zoals gezegd, met de kort zichtigheid in de industrie tak zelf, voorzover het fabri kanten waren die niet met de wollenstrijkgarens bezig wa ren". Jan van Gerwen is er vast van overtuigd dat in die vijftiger jaren de Neder landse wolindustrie zichzelf nog had kunnen redden. „Als men maar één lijn had ge trokken en vanuit een sterke positie van eensgezindheid de regering onder druk had gezet". Toen dat niet gebeurde, werd de ineenstorting - on dergang mag men wel zeggen van de wollenstoffen- industrie in ons land onont koombaar. „De Fenewol is begonnen met 150 leden die samen 18.000 mensen werk gaven. Nu hebben we nog 40 leden en verdienen nog zo'n 6000 mensen in „de wol" hun brood. Weet u, toen de EEG er eenmaal was en Italië zo'n zeventig procent van de Ne derlandse markt met de wol lenstoffen had veroverd, zag men in Den Haag eindelijk wat er aan de hand was. Toen was het te laat. Om kracht bij te zetten aan het Nederlands verzoek tot beperking van de Italiaanse importen werd een structuuronderzoek inge steld. Dat beperkte zich tot de strijkgaren- wollenstoffenindustrie. Het had de hele wollenstoffen- industrie moeten doorlich ten. En het onderzoek was een eis van de regering. Niet van de industrie. Die had al van 1952 af herhaaldelijk gewaarschuwd. 'Uit de stu die kwamen conxlusies te voorschijn. Voor de industrie (concentratie, onderzoek, enz.) en voor de regering (verschrottingspremies). Maar de overheid deed niets. Er was immers volop werk. Dus waarom je druk ma ken"? Jan van Gerwen consta teert dat zonder stemverhef fing, of bitterheid. Hij legt nu, na zoveel jaren, de feiten op tafel. In het besef dat ge dane zaken, of nagelaten za ken, geen keer meer nemen. Het structuur-rapport heeft wel gevolgen gehad, meent hij. Want heel wat bedrijven zijn er door gedrukt op de eigen situatie en gingen zich zelf eens doorlichten. De laatste jaren is er, meent Jan van Gerwen dui delijk sprake van een stabili sering in de strijk- en kamgaren-wollenstoffenindu „In 1974 stond het restant van die industrie op instor ten. Er weren 220.000 werk lozen in ons land. De over heid hielp toen wel om een stuk werkgelegenheid te redden. Er waren onderhan delingen en in december 1974 werd de Wolcon opgericht, de stichting die de herstruc- tuering moet begeleiden van de wollenstoffen-industrie. Daaruit is, als eerste vrucht, de Sigmacon geboren, een concentratie op vrijwillige basis van bedrijven in de branche". rijk, Groot-Brittannië, Oost-Europa, Azië en Zuid-Amerika. „In de tex tiel, dus niet alleen de wol, is Nederland wat de lonen be treft een heel duur land ge worden. Als de lonen in deze bedrijfstak in ons land op 100 worden gesteld, zijn ze in Duitsland 95, België 98, Frankrijk 70, Italië 70, Groot-Brittannië 66. Dat liegt er niet om. Daar komt nog bij dat de EEG amper nog maar een vrij ver keer van goederen kent, mo netair een janboel is en dat Italië en Frankrijk in feite de vrije markt weg- administeren. Bovendien is de internationale handel, buiten de EEG, steeds vrijer. Ook al, omdat de EEG steeds meer concessies heeft gedaan aan ontwikkelingslanden. Maar ey is meer. Landen als de Verenigde Staten en Japan profiteren volop van de goedkope arbeidskrach ten in andere landen: Thai land, Taiwan, HongKong, Zuid-Korea, Zuid-Amerika. Se hebben naar die landen, er zijn er veel meer, kennis en industrieën overgebracht. De arbeidskosten zijn er vaak niet hoger dan tien procent van de Europese. Dat speelt nog niet in de wollen stoffen-industrie. Maar wel in de kleding. Dat is de oor zaak van de ellende in de Ne derlandse confectie- industrie. En dat treft ook deze industrie in andere Eu ropese landen. Wat zich heeft afgespeeld in de wolsector in ons land, treft nu ook de kantoen-rayon- en linnenin dustrie. Dat is de crisis in de kunstvezelindustrie en in de tricot-branche is het net zo. En men vergisse zich niet, het gaat niet alleen slecht in de textiel. Het gaat slecht in een heleboel andere bedrijfs takken. Allemaal door de zelfde oorzaken. Nederland is een van 's werelds duurste produktielanden geworden. Door de lonen en de hoge so ciale lasten. Bovendien is het ondernemersklimaat er al lerbelabberdst. Alle slogans van premier Den Uyl ten spijt". Van Gerwen wil best kwijt dat hij ondanks dat begin van herstructurering somber is over de toekomst van de in dustrie. Hij meent dat men sleutelt aan de symptomen van de achteruitgang en niet aan de werkelijke oorzaken. Dat geldt trouwens, vindt hij, voor vele andere bedrijfstak ken ook. „Kijk, de concurrentie komt niet alleen meer uit Ita lië. Die komt ook uit Frank- Jan van Gerwen is somber over de economische toe komst van Europa in het al gemeen en van Nederland in het bijzonder. „Wij staan aan de rand van de afgrond. Ieder Westeuropees land tracht nu zichzelf te redden. Ik zie voor ons land de oplossing ook niet. Tenzij de mentaliteit plotseling zou veranderen. Gelooft u dat?... Als die over heidssteun aan marginale bedrijven is werken aan de franje. De eigenlijke oorza ken worden niet aangepakt. Nederland zit vast aan de EEG en de Benelux. Het kan geen kant op. Het zou nu nodig zijn dat we de Euro pese verdragen gaan herzien, omdat de EEG in feite niet veel meer is. Alleen dan zou den we eén stuk Nederlandse industrie kunnen redden. We proberen nu met veel ge meenschapsgeld arbeids plaatsen te redden in zwakke industrietakken. In de hoop op een ander Europees industrie- en handelspolitiek beleid. Ik zie dat niet komen. En als dat niet lukt, vrees ik dat Nederland een arm land gaat worden. Men beseft nog niet dat we nu al leven in een soort schijnwelvaart dank zij het aardgas en de gunst van de olielanden. Als West-Europa niet wakker wordt vrees ik het ergste. We zien de laatste tijd ook de opkomst van de Zuid-Amerikaanse landen. Die werken, Brazilië bij voorbeeld, met exportsubsi dies van enorme omvang. En ze heffen invoerrechten tot 150 procent. U ziet, ik ben heel pessimistisch. Ik baseer dat ook op grond van mijn niet geringe internationale ervaring. Ik hoop dat ik onge lijk krijg. Maar ik geloof dat niet. Helaas"... JACQUES LEVIJ OG één weekje en dan staat kerstmis al voor de deur. Op markt en plein zijn er kerstbomen te kust en te keur en door sommige ramen zie je al pinkelende lichtjes die het geurige sparrehout sieren. (Jawel ik weet het zeker, géén denne- maar sparrehout!) Ik zei het verleden week al; naar het kerstgebeuren moet je toe groeien en pinkelende lichtjes in kerstbomen of niet, voor mij heeft het te lang doorgezomerd en nog te kort gewinterd om al helemaal in de stemming te zijn. Laten we eerlijk wezen, met een pak knerpende sneeuw op de stoep glijdt kerstmis toch wat gemakkelijker naar bin nen. Sneeuw of geen sneeuw, we gaan sfeer opbouwen dit weekend en daarvoor tijgen wij bijvoorbeeld naar het Ul- venhoutse bos, dat voor de meesten van ons knusjes dichtbij ligt. Vanaf de Fazante- rie - aan de Sint Annadreef - wordt er zondag door de leden van de Brabantse Aanspan ning een kersttocht gehouden. Dat doen ze voor eigen en an dermans genoegen, want rijden in de met paarden be spannen koetsten is een erva ring op zich en het kijken ern aar is ook niet te versmaden. De hoop is gevestigd op uit zonderlijk goed weer, wat voor de leden aanleiding zal zijn om voltallig aan te treden. Tiental len koetsen; daarbij trappe lend van ongeduld de paarden en uw kinderdtjes die - plaats en ruimte dienende - mee mogen rijden! Ziet u die glun derende snuitjes al voor u? De koetsen escorteren een heuse arrestee, óók getrokken door paarden. Op sneeuw durft men niet al te vast te rekenen, vandaar dat de slee zich op wieltjes voortbeweegt, maar dat zal de pret niet drukken. Nu we het toch over pret heb ben: de kerstman heeft zich verstopt in of rondom de Pek- hoeve en als de stoet daar is aangekomen zullen rappe rak kers de Koude Koning wel uit zijn schuilplaats weten te krijgen. Eenmaal „gearres teerd", op de arrestee ermee en dan in vliegende galop naar Ulvenhouts gemeentehuis aan de rand van het bos. De burge meester voegt zich daarna - na onvermijdelijk woord en we derwoord - bij de schare en terug gaat het naar de Fazan- terie, waar de kinders een trac- tatie te wachten staat. Een eindeloos gebeuren lijkt mij, dat om elf uur begint en einde loos of niet, zijn beslag vindt rond een uur of vijf. Kerstmis wordt door ieder een op zijn eigen manier erva ren. De één vindt het kerstge beuren in de beslotenheid van huisgezin en flakkerend kaars- licht.Lucullus viert het zo'n beetje op maaghoogte, maar voor velen is het eigenlijke Kerstfeest een meditatief be zinnen in een sfeer van verstil ling. En daarbij sluit wonderwel het kerstlied aan; in concert- vorm of in samenzang. Ooit wel eens in de Bossche Sint Jans kathedraal geweestIn deze immense ruimte komt men zondagmiddag tesamen om kerstmis '76 zingend bin nen te halen. Tien koren leve ren de basis waarop de vele duizenden kunnen steunen, die om vier uur 's middags een plaatsje in de kathedraal weten te vinden. Bent er één van7 Een nevenverschijnsel van kerstmis is: „De kinderen thuis". Géén makkie als het buiten kwakkelt! Per slot van rekening kun je geen veertien dagen vullen met het zingen van kerstliedjes en het zitten rond de kerstboom. WEGWE ZEN dus. Zin in een circus aangevuld met een „luna park"?, of zoals we dat in huis elijker termen uitdrukken: „kermis"?Kermis en kerstmis, die woordjes lijken verbazend veel op elkaar en hebben zo op het oog niets met elkaar te ma ken. Toch wel hoor, zoals een forse duik in het verleden ons leert! Ik voer u even terug naar de prille middeleeuwen, waarin afwisseling van spijs ook al deed eten. Deze stelling bracht de volkse kunstenma kers en uitbaters van attracties er toe op zondag, ter hoogte van het kerkplein positie te kiezen. Uiteraard op zondag, want als de gelovigen na de „KERKMIS" uitkwamen vie len ze rap met de neus in de boter. Van kerkmisviel de tweede k, die beroerd in de mond lag, al spoedig weg, en ziedaar de geboorte van het woord „kermis"! goed kermis dus, in de Ahoyhallen ditmaal. Maar de hoofdschotel is en blijft toch het (Althoff) circus gebeuren. Het leidt te ver om alle acts met name te noemen, maar ik wil u wel verklappen dat er zo'n 60 dieren aan het programma meewerken. Ruim 40 paarden, 18 ijsberen, 6 tijge rs, een groep chimpansees en maar liefst 10 dikhuiden zullen rond de kerstdagen 18 maal voor het voetlicht treden. U kunt terecht vanaf 21 de cember toten met30 december, dagelijks om half drie 's mid dags en half negen in de avon duren. Twee voorstellingen vallen uit, namelijk de mid dagvoorstelling van de 21 ste en de avondvoorstelling van de 24ste. Naast het beestenspul ook de nodige griezelacts boven in de nok en als klap op de vuurpijl staan er op een gegeven ogen blik 18 zegge en schrijve: acht tien clowns tegelijk in de piste. Neem dus maar voor de zeker heid wat reserve onderdelen mee voor warmgelopen lach spieren. Wat de prijzen betreft, u zult er in Rotterdam achter komen, dat u niet voor een dubbeltje op de eerste rang kunt zitten. Daarvoor mijn heer, moet u f 18,-- (even om rekenen: één piek per clown) neerleggen. Per persoon na tuurlijk. Goedkoper kan het ook hoor, al vanaf f 6,-- bent u binnen. Junioren en senioren met een 65 plus paspoort: voor half geld. EMMA SCHUT Bij deze vraag ik even de aandacht van (toekomstige) caravanbezitters. U zult wel denken: „nauwelijks hebben we onze twee of vierwielers er gens veilig onder de pannen, of we moeten ons al weer gaan bezinnen op nieuwe plannen". Klopt helemaal, want de RAI staat tot en met 19 december bol van de (sta)caravans. Bij deze vraag ik even de aandacht van (toekomstige) caravanbezitters. U zult wel denken: „nauwelijks hebben we onze twee of vierwielers er gens veilig onder de pannen, of we moeten ons al weer gaan bezinnen op nieuwe plannen". Klopt helemaal, want de RAI staat tot en met 19 december bol van de (sta)caravans. Hoeveel het er precies zijn, kon men mij niet zeggen, maar wél, dat u er zo'n 600 verschillende modellen kunt vinden verspreid over vijf hectare halruimte. Trek dus maar stevige schoenen aan, want dat wordt een dagje stappen geblazen. Voor de ze kerheid meld ik even dat u nog geen trekhaak voor uw tocht naar Amsterdam hoeft te laten monteren. Zo'n vakantiehuis op wielen kun u er wel bestel len, maar aankoppelen en wegwezen is er in de RAI niet bij. Naast caravans kunt u in die uitgestrektheid ook alles wat er op, om, of erbij komt, in een veelvoud vinden. De caravans ondervinden de laatste jaren een geduchte con currentie van de kampeer auto, met een royaal gebaar te genwoordig „motorcaravans" genoemd. Zo blijven ze ten minste lid van de familie. Van dit type vakantiewoning op wielen zijn maar liefst 60 mo dellen te bewonderen. Van in- bouwpakketten voor op de kop getikte bestelbusjes tot super de luxe Amerikaanse toerwa- gens toe. De duurste kunt u zich eigen maken voor drie a vier ton. Een koopje als u gaat berekenen wat zo'n verblijfje had moeten kosten als de dol lar op volle sterkte was geble ven! Al met al dus meer dan genoeg om je aan te vergapen, dat kan voor f 6 p.p. junioren en 65 f 4. De RAI is geopend zaterdag en zondags van 10 tot 18 uur Bent u ook zo benieuwd hoe •het Ouwehands orang baby „Anak" na de dood van haar moeder is vergaan? Ik was het wel en ben aan het informeren geslagen. Anak maakt het meer dan goed. Zij kreeg een prima pleegmoeder in de fir guur van mevrouw Verkadë; de aanwezigheid van de ver stoten orangbaby „Nadientje" intensiveerde de familiale zonneschijn en in den beginne was alles koek en ei. De laatste tijd werd moeder Verkade door de apekoppen echter duidelijk onder de voet gelopen. Pleegpa Rein kon het niet verkroppen dat stofzuigers, boeken - in grote oplagen en kasten wer den gemold. Maar toen de beide apinnetjes - na welbe stede dagen - er een gewoonte van gingen maken om zich 's avonds aan weerszijden van zijn vrouw knusjes voor de nacht in te nestelen, raakte Rein Verkade pas grondig ge frustreerd. Het eind van het liedje is een onverbiddelijk terug naar de dierentuin, in een apart en aangepast verblijf de apen natuurlijk hè). Zullen die twee straks op hun neus kijken! Geen gordijnen en hanglampen waarmee je je zo gemakkelijk door de kamers kan bewegen. Geen teevee, radio en platenspeler die na luidruchtig gebruik zo een voudig demontabel blijken te zijn en geen kamerplanten, waarmee je onderlinge geschil len op verhelderende wijze uit de weg kan ruimen. Weer he lemaal content met uw eigen kroost beste ouders? Ik wél! (ADVERTENTIES) Het was stil. Aan de einder blafte 'n hond.'n Verre sirene verried de aanwezigheid van mensen.Vast ergens brand,zei de een. Ol 'n ongeluk, zei de ander. Zal je maar gebeuren. Dan moet je wèl weten wie je waarschuwt Heb jij die nummers bij de hand, vroeg de een. Bij m'n telefoon, zei de ander. Posttarief wenskaart f 0,40, wenskaart in open envelop f 0,45 "b

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1976 | | pagina 7