Westduitse toerist fel op de prijzen Een bezoek aan Brussel Oostenrijk is daarom populair Mijn lassiehond: metaalbewerkers, tandartsen, tuinders, spaarbank met volledige bankservice ESKIMO'S De wonderlijke beer Schermbeeldfoto bij opkomst van dienstplichtige Trawler vergaan Een man vermist; rest bemanning aan land gezet Onrustige Zenuwen? De muis IJspret Sneeuw De wolven BRONWATER gezond DOOR Walter Breedveld DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 27 JANUARI 1965 (Advertentie) Zij sparen, 6amen met ruim 1.800.000 andere Nederlanders, bij de Raiffeisenbank. Omdat zij er de keus hebben uit vele spaarvormen en in een strikt persoonlijke sfeer worden geadviseerd. Zij weten, dat zij bij meer dan 1000 banken en bijkantoren óók terecht kunnen voor alle andere bankzaken. Hun spaargeld (samen miljard gulden) wordt, door de plaatselijke Raiffeisenbanken, aangewend in de lokale sfeer om de leefbaarheid van het land te vergroten. bekendste plekje en ook wel één van de mooiste plekjes is de Grote Markt. De Grote Markt, waar ook het mooie stadhuis staat, is in de geschiedenis nog al 'ns naar voren gekomen, zoals b.v, in 1568, begin van de 80-jarige oorlog, toen Egmond en Hoorn er wer den onthoofd. Hiet stadhuis, dat in 1402 bouwd werd, is na 1695, toen het be schoten was, weer in z'n zelfde stijl opgebouwd. Ook staan er verschillende mooie huizen. Al deze huizen hebben een naam, zoals b.v. De Zwaan, de Roos, de Vos, de Ezel, enz. Maar al deze huisjes hebben het zwaar te ver duren gehad, want in 1695, tijdens een oorlog, zijn er vele verbrand, maar de Brusselaars bouwden ze weer op en 1700 was heel de Markt weer als nieuw. Elke zaterdag is er nog een grote verkoop van bloemen. Ook is Brussel bekend om z'n prachtige kant. Oude vrouwtjes beoefenen nog het kantklossen. Tevens worden er rond Brussel druiven geteeld. Dus, :oals men ziet, is een bezoek aan deze stad, die in twee delen is verdeeld, het Neder landse en het Franse gedeelte, een zeer mooie tocht en van hieruit niet zo ver. Ook het Atomium van'de wereldten toonstelling van '58 is zeer aantrek kelijk. Hannie Blaakman, Dorpsstraat 18, Hoofdplaat (Zld.), 14 jaar. Kark en Boel zijn tweelingen. Ze zijn dertien jaar. Toch zijn ze nooit hetzelfde aangekleed. Kark is een meis je en Boel is een jongen. Kark helpt veel bij moeder, Boel gaat wel eens met vader vissen. En als hij niet mee gaat, helpt hij Knut, zijn grote vriend. Kark hielp weer moeder. Het eten was klaar. „Kark, ga eens tegen Boelje zeg gen, dat hij moet komen eten." „Goed, moeder." Dus ging Kark Boel zoeken. „Boel, kom je eten?' „Ja, ik kom!" Nu gingen ze eten. „Boel," vraagt vader, „ga je met Kark vissen?" „Goed, va der." „Maar pas op!" „Ja, vader. Mag de hond ook mee?" vraagt Kark. „Goed, gauw terug, hoor." „Ja, vader." Toen ze een uur gevist hadden gingen ze naar huis. „Tóch fijn geweest," zei Kark nog, toen ze gingen slapen. Jeanneke Claeys, 9 jaar, Marktstraat 22, Aardenburg (Z.). Kijk, daar loopt een beer op straat, een, twee, een, twee, aldoor in de maat Hij doet z'n ochtendgymnastiek, anders wordt hij aanstonds ziek. Alle mensen kijken er naar, want hij doet toch zó erg raar. Alle kinderen hebben plezier, om dat wonderlijke dier. Maar wat kan de beer dat schelen. Hij loopt zich tenminste niet te [vervelen. Nu wordt hij toch een beetje moe en gaat hij gauw naar z'n holletje toe. Marion van Hoove, Kerkhofpad 1, Boschkapelle (11 jaar). (Van onze correspondent in Bonn) FRANKFURT Zonder dat hij nu direct spaarzaam is, kijkt de Westduit se vakantieganger blijkbaar toch uit, en past hij op de centen. Dit mag men wel afleiden uit de reis-balans over het afge lopen jaar, die de „Deutsche Bundes bank" heeft opgesteld. De eindconclusie der bank: De Westduitse toerist en va kantieganger betaalt niet zomaar elke prijs, die van hem (haar) in het buiten land wordt verlangd. Het beste bewijs: Italië. Dat heeft aan de Westduitse toeristen en vakantiegan gers kunnen merken,"dat het de prijzen zo enorm had verhoogd. Het Italië-toe- risme is het afgelopen jaar sterk terug gelopen. De Westduitse toerist en va kantieganger had voldoende uitwijk-mo- gelijkheden naar het in ieder geval nog goedkopere Joegoslavië en het niet zo goedkope maar toch ook weer niet zo dure Griekenland. In Italië gaven Westduitsers 170 milj en mark minder, in Joegoslavië en Griekenland elk 35 miljoen meer uit. De prachtige zomer, die we in 1964 hebben gehad en de prijsverhogingen in \ele landen ook en niet in de laatste plaats Nederland hebben hun uitwer kingen op de Westduitse reis- en devie- zenbalans niet gemist. De uitgaven van buitenlandse toeristen en vakantiegan gers in West-Duitsland dat tot dusver re als een bijzonder duur land gold zijn gestegen, die van Westduitse toeris ten in het buitenland zijn gedaald. Con clusie: er zijn meer buitenlanders met vakantie naar West-Duitsland gekomen en minder Westduitsers naar het bui tenland gegaan, waar ze bovendien nog minder hebben uitgegeven als gevolg van de gestegen prijzen. Buitenlanders gaven met 2,1 miljard mark bijna 15 procent meer in West- Duitsland uit dan in de vergelijkbare periode van negen maanden van 1963. De uitgaven van Westduitsers in het buitenland stegen in 1964 nog maar met 7,4 procent (tot rond 4 miljard mark). Dat wil zeggen, dat de Westduitsers in het vakantieseizoen van 1964 rond 100 miljoen minder in het buitenland uit gaven dan in 1963. Tussen 1958 en 1962 was het vakantie-deviezen-deficiet van de Bondsrepubliek nl. met sprongen ge stegen. In 1964 steeg het nog maar met een heel klein sprongetje.. Vanwege de betrekkelijke goedkoopte heeft Oostenrijk zijn positie als het po- DEN HAAG De Kon. Landmacht caat het röntgenologisch borstonderzoek voortaan zo aanpakken, dat van iedere dienstplichtige, op zijn dag van opkomst in werkelijke dienst, een schermbeeldfoto gemaakt kan worden. Met deze werk wijze beoogt men het eventueel aanwezig zijn van tuberculeuze infectiebronnen bij de opkomst in werkelijke dienst onmid dellijk te kunnen nagaan. Bij de nieuwe methode is het nobdza- keüik om de rekruten niet meer op een dag maar gespreid over vier dagen te la ten opkomen. Vier volledig geoutilleerde mobiele teams van de militair geneeskun dige dienst zullen, verdeeld over twaalf opkomstplaatsen, de dienstplichtigen aan net borstonderzoek onderwerpen. Dit zal zich zes maal per aar herhalen want zo als bekend, komen er per jaar zes lich- tingsploegen onder de wapenen. De eerste lichtingsploeg van 1965 zal volgens het nieuwe systeem op 1, 2, 3 en 4 februari in dienst komen. Op die eerste opkomstdatum (1 februari) zullen drie van de vier mobiele teams in de leger plaats Ossendrecht in vol bedrijf zijn. STROMNESS, ORKNEY EILANDEN Negentien overlevenden van de Britse trawler „Kingston Turquoise" (811 ton) zijn gisteren met een reddingboot op het Orkney eiland Stromness aan land ge bracht. Eén lid van de bemanning, een 50-jari- ge zeeman, die de oudste was aan boord, wordt vermist en is vermoedelijk ver dronken. De trawler stootte negen mijl van Ork ney lek en zonk binnen vier minuten. Het schip keerde terug van de visvangst in de IJslandse wateren. De bemanning had maar juist voldoen de tijd om van boord te gaan. Zij dreven drie uur rond op twee aan elkaar gebon den reddingsvlotten, voor dat een vlieg tuig, die na het s.o.s. was uitgevlogen, hen opmerkte. Een reddingboot uit Stromness heeft de 19 mannen opgehaald en naar Stromness gebracht pulairste reisland voor Westduitsers in 1964 nog verder kunnen versterken. Westduitsers gaven er nog eens 80 mil joen mark meer uit dan in het jaar tevoren. Totale Oostenrijkse inkomsten aan Westduitse reisdeviezen: meer dan 1 miljard mark, een-kwart van de to tale reisdeviezen die West-Duitsland zijn vakantiegangers en toeristen meegaf. Op de tweede plaats stond Italië, op de derde Zwitserland, respectievelijk met D-mark inkomsten van 535 en 498 mil joen mark. Dicht daarop volgt, ondanks een teruggang vari 20 miljoen mark, Ne derland met 466 miljoen D-mark en pas daarna, ver achter, Frankrijk (311 mil joen, maar 35 miljoen meer) en Spanje (249 miljoen, 50 miljoen meer). En dan volgt met 227 miljoen mark (vergeleken met 185 miljoen in 1963) reeds Ameri ka. Het reisland der toekomst. (Advertentie) Mijnhardt's Zenuwtabletten Sjonnie van Kruysbergen, Oranjestr. 12. Gilze (8 jaar). Ga je met me mee naar het ijs? Gaan we wedstrijd rijden! Zwierig in een lange rij Ton naast Toos en jij naast mij, Héél de middag glijden. Bij een wak, voorzichtig hoor. Anders gaat de pret niet door! Kou zal ons niet hinderen! Dikke trui en wanten aan Das en muts, zo zal 't wel gaan. Heerlijk feest voor kinderen! Wees voor één keer, „ijselijk" wijs, Sluit dat boek, ga mee naar 't ijs! Annie v. Kruysbergen, Oranjestraat 12, Gilze (N.B.) Anca de Vet (9 jaar), Burg. Van MM Poppelstraat 13, Gilze. Op woensdagmiddag werd mijn droom vervuld. Het was 30 december 1964 toen 's middags 'n vriend van me scooter de dam op kwam rij den. Hij had voor op z'n scooter een kistje waar een konijn in had gezeten. Hu riep mij en ik ging zo vlug moge lijk naar buiten. Ik zag dat hij iets onder zijn jack verborg. Hiij vroeg me oi ik net kistje naar binnen wilde wSi?en' Ik deed het en intussen was "^rde, keuken gegaan. Toen ik een ogenblik later ook naar de keuken ging wist ik niet wat ik zag. 'n Lassiehond"! Ik had al meer dan 2 jaar om 'n Las siehond gezeurd, maar nog nooit een tje gehad. Maar nu was m'n dxoom toch werkelijkheid geworden. Hij zat daar zo rustig voor de grote stoel te kijken. Hij is al 'n heel eind gegroeid. Ik hoop voor Ronnie en voor mijzelf dat hij groot, sterk, en gezond mag worden. Henk Hamers, Hoofdstraat 179, Kaatsheuvel (N.B.) Witte vlokjes vallen op de aarde neer. Die vlokjes komen van onze fLieve Heer. Ze zijn niet van wol en niet van zijde. Maar je kunt £r heerlijk op glijden. Het zijn ook geen haren van een leeuw. Ik zal het je vertellen, het is [sneeuw. Als sneeuw smelt wordt het nat. Dan is heel ons land een modderbad. Sneeuw is leuk voor kinderen. Maar het kan oude mensen hinderen. Daarom mopperen de mensen er tegen. Ze zeggen: „We willen liever regen." En ze kunnen sneeuw niet gebruiken. Dat doe je niet in kannen en kruiken. Ze vinden sneeuw erg naar. Wist je 't niet, 't is echt waar. Toos Vervaart, Speelhuislaan 92, Breda. Er liep eens in ons grote huis Een hele kleine muis Hij kwam binnen door een kleine buis En dat vonden wij heus niet pluis Hij at van onze heerlijke kaas De stouterd, 't is net een dwaas Wij haalden bij de buren de grote kat Eén muis is weinig, maar is toch wat Wij hielden nog even de kat van de buren Zij lag eens in een schuur naar muizen te gluren Maar wat heb je aan sommige katten Ze zijn soms zo stijf als latten We brachten de dike kat terug naar de buren Want ze zat te veel met gekke kuren Mariëtte Elegeert (11 jaar) Schoolstraat 12 Koewacht (Z.-Vl.) Zeeland Er woonde in een bos eens een vrouw ;n een meisje. Het meisje heette Nancy. Het was héél lief. Haar vader was bos wachter. Op een dag vroeg in de mor. ?en, toen vader en moeder nog sliepen, ?ing het kind het bos in. Ze wou wat in het bos zien toen ze erg schrok, want wat zag ze een grote wolf. Ze zag de scherpe tanden van de wolf en ze werd bang. Toen ze weg wou lopen, was het te laat, want er kwamen meer wolven aan. Ze omsingelden Nan cy. Nancy gaf een gil. Toen kwam va der er aan. Hij zag de wolven en hij zag middenin zijn kind. Hij nam Nancy mee naar huis en zij leefden nog lang en gelukkig. (Advertentie) Jfew/fó- verft/ssend Dat hact ze gehoord in de klank van zijn stem. Harrie van Rensene wil de dit blijkbaar uitpraten, vooral wil de hij vermijden achterbaks te lijken. Dat begreep Godefrieda toen hij zei: „Voordat, mijn vader zijn vaste aan stelling kreeg in Nuland Geffen. is hij verscheidene jaren los dienstver- bander geweest bij de rijkspolitie in West-Brabant". Dat was het dus. „Hoe oud is je vader?" vroeg ze. „Eenënzestig. Vader en moeder zijn laat getrouwd. Vader had allang ge pensioneerd moeten zijn. Daar wil hij niet van horen en ze kunnen hem ook niet goed missen". De adjudant was dus maar een jaar jonger dan zijzelf. Het was niet onwaarschijnlijk dat hij in dertijd Vetrokken was geweest in de zaak Jan Griniau en de bietenboer. In snelle beelden gingen de gebeur tenissen uit die dagen aan haar geest voorbij. Het deed nog pijn na al die jaren. Na de dood van Jan Griniau had ze ernstig overwogen of ze de geldelijke steun voor de vrouw en de kinderen, die hij via pastoor liet overmaken, al of niet moest blij" ven geven Ze dacht dat ze in zijn geest 7ou handelen als ze het wel zou doen ^n ze had het ook gedaan. Korte tijd slechts, toen had de pas toor gezegd dat het niet meer no dig was. De vrouw kon zich voortaan zelf redden. Nadien had ze nooit meer iets over die geschiedenis gehoord. Nu kwam alles weer terug. Het was duidelijk dat toen Harrie thuis had verteld dat Friedjes grootmoeder Gri niau heette, het hele geval de ad judant weer in herinnering was ge komen. En hij had er over gepraat met zijn vrouw en zijn zoon Opeens begon Friedje over Jan Griniau te praten, op de manier zo als alle kinderen het deden Over de ruiterheid, de jagerheld, de vrijheids held. Zo was ze het zelf ook bijna gaan zien na al die jaren. Er was iets van 'aar en veel was geroman tiseerd, geïdealiseerd. Het boek van Jan G2 .niau had ook donkere blad zijden, maar die kende Friedje niet. Het meisje vertelde vrolijk uitbundig, telkens betrok ze haar grootmoeder er bij om haar verhaal te bevesti gen. Harrie luisterde met een glim lach om de mond; niet een keer keek hij Godefrieda aan als deze de ge vraagde bevestiging gaf. Het was fijn gevoelig bedoeld en toch kwetste hij haar er nog meer mee. Ze schaam de zich om de onwaarheden en de verdraaiing van de feiten. In ieder geval bleek er uit, en dat luchtte haar geweldig op, dat Harrie nooit met Friedje over Jan Griniau had gesproken in de zin zoals hij het van zijn vader had gehoord. Ze vroeg zich af of ze er op terug moest ko men als ze een keer met Harrie al leen was. Daar moest ze nog eens over nadenken. „Mag ik hem nu de hoeve laten zien?" vroeg Godefriedus. Dat kon nog net voor de boterham. Nu was alleen Godefriedus aan het woord. De hoeve was kaduuk toen hij trouwde. Hij had ze helemaal nieuw gemaakt. Alles zelf getimmerd en geverfd. Hij wees naar een deurstijl waar de verf was gebladderd. „We loeten opnieuw verven Dat doen we als Friedje trouwt. Heel de hoeve maken we blinkend. Ten minste als ik dan nog leef", lachte hij. OP de akker was niet veel te zien in de herfst, lp de wei evenmin. In het voorjaar zou hij het weer zien als ze volop groente en bessen wonnen van de akker Dan stonden de kersebomen en de ooft- bomen in bloei, de wei was dan veel groener dan nu. Dat was mooi om te zien. In de stal wees hij met weids gebaar naar de twee rijen koeien en kalveren. „Toen ik trouwde had ik één koe en kijk nu eens. Best ge zond vee". Hij wees naar de half onder paardedekens verborgen brik. „In die boerenkoets heeft mijn doch ter de kinderen heel Brabant doorge reden. Allemaal ritten van Jan Ple zier Ze hebben er misschien een beet je wijshied, maar zeker veel fanta sie bij opgestoken". „Dat kon wel eens meevallen", meende Harrie. Dan waren ze bij de kruisen. Gode friedus wees er naar met gestrekte arm „Dit kruisje heb ik gesneden toen mijn zoon is gestorven. Dat is al heel lang geleden. Dit kruisje is voor Jan Griniau. Dit voor Dien Baks een goede vrouw, die lang bij ons heeft ingewoond. Dit hart is voor mijn eigen vrouw". Harrie keek er f naar en dan gleed zijn blik naar de kruisen links en rechts op de uit- i einden van de balk. „Dat zijn mis- J kruisen uit vroeger dagen", verklaar, J de Godefriedus. „Tijdens de plakka- J tentijd is op de Dommelhoeve in het f geheim mis gelezen." Harrie keek ver- 4 baasd naar Friedje. „Daai heb je 4 nooit iets over verteld". „Ach, dat 4 vind ik allemaal zo'n poppenkast", a zei Friedje. Harrie vond het mach- a tig interessant. „Deze stal is dus een J schuilkerk geweest. Dat was een nare J tijd voor het Brabantse volk". „De f protestanten waren rare mensen", f vond Godefriedus. „Dat zijn ze nog". 4 „Raar?" vroeg Harrie. „Ik weet niet 4 wat er raar aan is" „Vroeger ont- A moette ik de protestantse boeren uit het Gelderse op de Bossche markt", 4 zei Godefriedus „Uitgestreken ge- zichten, stijve klepbroeken en zilve- i ren gespen op hun schoenen". „Dat J is lang geleden", glimlachte Harrie. J „Behalve dan toch de uitgestreken gezichten". „Ziet u dat niet een beet- f je bevooroordeeld, meneer Van Sta- f pelen?" vroeg Harrie. „Fysionomisch 4 is er weinig verschil tussen katho- lieken en protestanten uit het over- 4 maase land. Het is daar een heel andere streek, er woont een heel ander volk. Het verschil in godsdienst is maar een bijkomstige factor bij hun leefwijze" Dat was Godefriedus te geleerd en dus gingen ze aan ta fel. Ze lepelden een bord soep en 4 dan kwam Frieda aandragen met 4 schalen brood en gebraden varkens- a vlees of ze een sectie uitgehongerde J soldaten moest spijzigen. Karei was J er alleen maar om met Harrie ken- J nis te maken. Toontje, die zich pas f 's avonds tegelijk met zijn broers f wilde laten zien, had boterhammen meegenomen naar het weiland. 4 ]Ya de broodmaaltijd gingen l t™ Friedje en Harrie wandelen. Hij 4 bond zijn wandelstok van de A fiets af en dan liepen ze gearmd a de beemd in. Het was een mooie, lichtgele stok. Je kunt er gewoon mee wandelen en je kon hem onder je linkerarm steken met de knop naar voren, wat de griffiers en de hoge klerken van het Paleis van Justitie in de stad ook deden als ze van hun bureel naar hun woning schreden. „Waar gaan we heen?" vroeg Har rie. „Eerst maar naar het dorp, jon gen Dat zal een keer moeten ge- beuren en dan zijn we er van af. f

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 7