ZEL NEDERLAND BINNENKORT DEEL VAN MAMMOETSTAD Zestien mil joen mensen in ons kleine land fr Megalopolis Alkmaar- Duinkerken - Dortmund Een man met visie OVER TWINTIG JAAR: Ec PORTRET VAN EEN PLANOLOOG Met zijn allen Woonkamer Reserveren 14 lit stukje is m.i. goeü gang van zaken, in an de betrokken pol- ïij alleen maar deze ndeld heeft, naar voren brengen last reeds drie keer leze winter, dus echt al en dooi daarna kan Ook vorige jaren is ilen gebeurd.. j mening eens horen Is het water van de hun land moest lo ei protestnota's ver ier nu het water uit /oners hun eigendom gestroomd, nu durven elanden te beweren: t van. t. Wat wordt er ver* onder ingelanden", og tijd nu er in vele ;n verrijzen ook met ewoners daarvan re- Velen betalen polder- daarom ook polder- hten over dingen die g zijn. SEN GEDUPEERDE ES ZIEK SD en wij een schrijve# vader wiens zoontje e is aan de zeer ge- e. overal geprobeerd té dicijnen te bemachti- le raad bij ons komen hulp, hopende dat hij sultaat zou hebben, taat hoog aangeschre- lat door de giften vam olk al heel wat zieken dPen- dat zijn nood niet uit i is heeft hij bij zijn n van de behandelen- plaatselijke geestelij k- vraagd naar een Ame- en in Nederland te m de kosten van een ragen. Een tweede en jrde zending zal wel om indien mogelijk de ngen. Onze stichting dus, want het leven hiervan afhangen, een beroep op de le id om ons door hun te steunen zodat wij aar waar de nood zo mummer is: 984631. hulpverlening aan Polen ZAK SMEPPER m was er sprake van r in uw veel gelezen u tot mijn spijt mede- hondenmepper aan het Het is hier in Neder- Donte om eigen rechter men op de een of an- de ondervindt van een r. is het de weg, om laken aan de eigenaar, maangenaams voorko- tar gedenk dit spreek- id wreekt zichzelf, uus kan de dader veel Vant een hond oprui- l begraven in een per- n iemand die van het eet, dat is niet flink, urd in het oosten van EEN DIERENVRIEND TE HUUR m 2-l-'65 onder boven- :ft het wel heel slecht rlijk is het wel zo dat dat er dan ook profi- niet alleen op het ge- s zo, dat is overal in t kan dan ook niemand de andere kant doet allen zo zijn en hier- als pension en kamer- irotesteren en ook de de medaille eens laten verhuurder geef je de huis uit handen. Het de meubels en derge vel, het is toch van een die mijn huurders ge- e nooit schoon. Bij ons •t met of zonder lucht- I dan ook mee profite- door kunnen gaan om dat verhuren ook niet iet wat verdraagzaam- zijden zal het heus wel PENSION EN ERVERHUURBEDRIJF bek. 10 Het nare er vai en meisje ging. 12 Heefl maken, met het bedde ngen is dol op koek. 14 in de ren en vond een adion. 17 Kun je er ook j kwam tot me met zijn zwom graag in dat wa- een tel om zijn lijst in zou dit woord maar ge- het niet fraai is. IZONTAAL )rgnet, 11 ra, 12 dover, ;8 kei, 19 citer. 21 el 22 27 kor, 28 rot, 29 age 30 14 da, 35 potlood, 38 an g, 42 a.g., 43 ei, 45 san- preuts, 51 zorg, 53 olm, r se, 59 boa. 61 mug. 63 68 linge, 70 ed, 71 pekel, 75 beroemd. RTICAAL a, 3 aard, 4 e.d., 5 rok 9 net, 10 tarten, 13 vel. citadel. 20 eigenaardig J6 vla, 29 ada, 31 adJ^r 36 tin. 37 ora. 44 ier, 46 om. 49 toe, 50 piston, 52 er. 59 bede, 60 nok, 62 g, 67 leb, 69 ne», 71 pi, DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 9 JANUARI 1965 Op de negende etage van het nieuwe provinciehuis van Zuid- Holland in Den Haag zetelt ir. G. C. Lange, adjunct-direc teur van de Provinciale Planologische Dienst. Door de grote ramen van de hoekkamer, waarin hij'werkt, kijkt hij uit over de Randstad Holland. Zijn blik reikt tot aan de kranen van de Rotterdamse havens, de stompe toren van Brielle en in zee over Zwolsmans „Empire" in Scheveningen tot het REM- eiland van Vcrolme. Bijna zelfs tot aan Amsterdam in het noor den van de Randstad. Ir. Lange is dus wel een man met visie. Zijn vak is: planologie. Hij denkt vooruit, probeert de lijnen te vinden waarlangs de toekomst zich zal ont wikkelen. Zijn probleem is de we reld van morgen, waarin rond het jaar 2000 ongeveer 20 mil joen mensen in Nederland moeten kunnen werken en... kunnen leven. Ir. Lange is rijzig van gestalte, grijs van haar. Hij maakt de indruk een realist te zijn. Hy kijkt niet in glazen bollen om de toekomst te verkennen. Zijn uitgangspunt is de werkelijkheid van gisteren en van daag. Daarop rust zijn visie op de toekomst. Niet iedereen deelt die visie. Sommigen beschouwen hem als een fantast. Het gebeurt ook zo zelden nog in het kleine Nederlandse bin nenhuisje, dat er gedacht wordt naar de maat van morgen. „Ik heb er toevallig de tijd voor", zegt ir. Lange hoog boven de nijvere wrie melende Randstad. Waarschijnlijk hebben zijn critici geen kans gezien om over liet gewriemel heen te kij ken en dat is de reden van hun scepsis. Ir. Lange, trekt er zich overigens niet veel van aan. Hij gaat rustig zyn weg, wetend dat men een con frontatie met de problematiek van morgen niet blijvend uit de weg kan gaan. Sensatie is hem vreemd. Hij poseert niet met de profetenmantel van de Grote Ziener. De man Die De Toekomst Voorspelt. Net als alle andere ambtenaren op het Provin ciehuis eet hij in de middagpauze zyn boterhammen op in de kantine. Lang niet iedereen vindt hem overigens een fantast. Lang niet. Ook in het buitenland heeft zijn naam een bekende klank. In vele steden van Europa heeft hij spreek beurten gehouden. Ook in Neder land spreekt hij dikwijls. Na afloop van zo'n vergadering kwam er laatst een oud heertje naar hem toe. „U praat als Jules Verne", zegt hij, „maar wat die zei is ook uitgeko men." Het verdere dichtgroeien van Nederland en West-Europa roept het schrikbeeld op van ein deloze huizenwoestijnen, ver keerschaos, gebrek aan recreatie mogelijkheden en vervuiling van lucht en water. De wolk van rook en vuile lucht, die nu al perma nent boven het gebied van de Waterweg en de IJmond hangt, is een waarschuwing voor wat er straks komen kan: de jungle van de grootstad, waarin op de duur elke levensvreugde verstikken moet. Is dat schrikbeeld onafwendbaar? Zullen de jongeren onder ons, zullen onze kinderen gedoemd zijn te leven in monsterachtige mammoetsteden zon der groen en blauwe lucht? „Neen" is het zeer besliste antwoord van ir. G. C. Lange, adjunct-directeur van de Pro vinciale Planologische dienst van Zuid- Holland. „Neen", herhaalt hij, „Nederland en heel West-Europa kunnen leefbaar blij ven mits wij nu reeds met z'n allen rekening houden met de ontwikkelin gen, die komen gaan." Dat met-z'n-al- len krijgt bij ir. Lange bijzondere na druk. „We komen er alleen", betoogt hij, „als de toekomstplanning gezien wordt als een nationale zaak. Zou die planning gebeuren vanuit locaal pa triottisme en streekchauvinisme dan komt er niets van terecht. Dan lopen we onherroepelijk vast". Ir. Lange heeft een ontwerp gemaakt voor de wegen, bruggen en tunnels, die in de komende jaren aangelegd moeten worden, wil Nederland, wil West-Eu ropa zich verder harmonisch ontwik kelen. Deze blauwdruk kan de kana lisatie zijn voor een verdere groei van Binnen deze driehoek ligt de reusachtige stad waarin onze kin deren zullen wonen. De meeste mensen leven binnen de donkerst gearceerde gebieden op de kaart. O 0L AC+TAA^ bevolking, industrie en verkeer die anders als een bandjir over Neder land komen zal. Ir. Lange maakt er geen dogma van. De lijnen, die hij op zijn werktafel ge trokken heeft, ziet hij niet als voor alle tijden. Het gaat hier om een ontwerp waarover gepraat kan worden, waar over gepraat moet worden. Het gaat hier immers en om de welvaart en om het welzijn van onze kinderen. Maar is de toekomst wel zo in de hand te houden, dat er straks in Nederland plaats is voor 20 miljoen mensen? Ir. Lange be antwoordt die vraag bevestigend. Hij vergelijkt ons land met een woonkamer. „Denk eens terug aan de woonkamer van uw grootmoeder. Daarin stonden de tafel en de stoelen in het midden. Het was moeilijk tussen de kast en de theetafel heen te laveren, zonder de kopjes mee te sleuren. Nu hebben we de tafel en de stoelen tegen de muur gezet en een eethoek gemaakt. Dat noemt men ruimtelijke ordening. We hebben onszelf meer ruimte gegeven zonder de kamer te vergroten. Ruim telijke ordening, dat is nodig om een dichtbevolkt land als het onze leefbaar te houden". Moeten wij nu in Nederland meteen beginnen met alle stoelen te verplaat sen? Anders gezegd: moeten wij on middellijk de wegen aanleggen, de bruggen bouwen, de tunnels graven, kortom alle maatregelen nemen, die in het jaar 2000 genomen moeten zijn? De planoloog Lange glimlacht „Stel u voor", zegt hij, „dat u nu alle pakken zou moeten kopen en betalen, die u heel uw verdere le ven nog nodig heeft. U zou er failliet aan gaan. Waar wij voor moeten zorgen is, dat wij reke ning houden met de toekomst, dat we mogelijkheden openhouden, de ruimte nu reeds reserveren voor de wegen, tunnels, bruggen en re- creatiegronden, die de komende generatie nodig zal hebben." Er zijn in Nederland voorbeelden genoeg om duidelijk te maken, dat het geld kost als men geen rekening houdt met de toekomst. Kijk b.v. naar het verkeer, naar de chaos in vele binnen steden, de flatneurose. Neem ook de Willemstunnel in Rotterdam. Het is een tunnel, die er komen moet. Als men gisteren rekening met de toekomst had gehouden, zou men vandaag niet 700 huizen behoeven af te breken om nu de tunnel te kunnen bouwen. En dit is Langley Park op dit ogenblik. In vijftien jaar tijds zijn de bossen verdwenen en is het dorpje uitgegroeid tot een forensenstad. Zo gaat het overal rond de grote Amerikaanse steden. Voor de „vlucht naar buiten" banen bulldozers een weg. Er valt veel land en veel natuurschoon aan ten offer. De Amerikanen hebben echter de ruimte, maar wij in Nederland. In de Verenigde Staten worden kostbare studies ondernomen om te achterhalen waarom grote steden ontstaan en hoe men de ontwikkeling in goede banen kan leiden. Een bekend voorbeeld daarvan is de zeer uitvoerige regionale studie die op het eind van de vijftiger jaren rond New York uitgevoerd is. Hier staan dezelfde problemen voor de deur, maar houden wij er ons wel voldoende mee bezig? TEGEN HET JAAR 2000 zal er in West-Europa binnen de stedendriehoek Alkmaar-Duinkerken-Dortmund een mammoetstad liggen met 40 a 45 miljoen in woners. Deze wereldstad, deze megalopolis zal niet overal even dicht bevolkt zijn. Voor Nederland rijzen echter levensgrote problemen. De bevolkingsgroei van ons land wettigt namelijk de verwachting, dat er in het jaar 2000 over 35 jaar dus rond 20 miljoen men- een in Nederland zullen zijn. Anna 2050 zal dit inwo nertal rond 30 miljoen bedragen. Waar moeten al die mensen wonen? Werken? Leven? Deze luchtfoto van het plaatsje Langley Park, een voorstadje van Washington, is in 1949 ge nomen. Langley Park was toen een vriendelijk rustig plaatsje temidden van uitgestrekte bossen. parkeerproblemen len Nederlander poseert graag als een „nuchter mens". Een visionaire blik is ons volk vreemd. (1QQX Wie over de toekomst praat, krijgt dikwijls het \lüö4 spreekwoord voorgehouden: „Iedere dag heeft ge noeg aan zijn eigen zorgen". Velen hebben er grote moeite mee, zich voor te stellen hoe b.v. de wereld er in het jaar 2000 zal uitzien, onze wereld, Neder land en West-Europa. Laten we daarom eens wat dichter bij deze tijd blijven. De gezag hebbende planoloog prof. ir. Jac. Thijssen heeft een verkenning ge maakt van het jaar 1984. In zijn prognose komt de Big Brother uit „1984" niet voor maar voor het overige treedt er toch wel een Orwel liaans schrikbeeld uit naar voren. Dit voorziet prof. Thijssen voor 1984, over nog slechts 20 jaren dus. In 1984 zullen er in Nederland 16 miljoen mensen wonen, ruim 4 miljoen Op de wegen zal er dan een enorm meer dan nu. gedrang zijn want er rijden tegen die tijd 4 a 5 miljoen auto's rond. (Nu 1 miljoen). Er zullen 2V2 maal zoveel weg- stroken nodig zijn om dat verkeer te kunnen verwerken. Per jaar moet gere kend worden op 125.000 autowrakken. Waar laten we ze? Een suggestie van prof. Thijssen: laten we ze opstapelen en wat aarde over gooien om het landschap wat heuvelachtig te maken. De Delta-werken zijn voltooid. Waar schijnlijk wordt begonnen aan de in poldering van de Waddenzee. Misschien moeten we al ontzilt zeewater gaan drinken. Landbouw en industrie zullen tegen die tijd verder geautomatiseerd zijn. Waarschijnlijk heeft de vierdaagse werk week zijn intrede gedaan. Het onderwijs zal er ook op gericht zijn de vrije tijd nuttig te besteden. Om het verkeer niet al te zeer op het driedaagse weekeinde te concentr ien zal de vrije tijd gespreid moeten worden in die zin, dat voor bepaalde groepen de vrije tijd midden in de week komt te vallen. Per werkdag zullen er 6000 doden begraven moeten worden. Als niet op grote schaal wordt overgestapt naar crematie zal daarvoor geen ruimte be schikbaar zijn. De wooneisen zullen hoger worden. Iedereen zal de waarde van ons in komen wordt tweemaal zo groot als nu een weekendhuisje willen rebben. De ruimte ervoor is er niet. Zelfs nu zou heel de Veluwe nodig zijn om ieder gezin zo'n huisje te geven. Ze zouden 12 m van elkaar staan. De werkgelegenheid gajit van struc tuur veranderen. De agrarische beroeps bevolking neemt verder af en door de voortschrijdende automatisering zal ook de industrie minder werkgelegenheid bieden. Meer mensen zullen te werkge- steld moeten worden in de sector van de vrije beroepen, de ambtenaren, onder wijzers. wetenschapsmensen, winkelper soneel e.d. Allemaal fantasie? „Hoe ons land er werkelijk uit zal zien in 1984 weet nie mand, maar," waarschuwt prof. Thijssen. het is goed ons te beraden op wat komen kan. Vrijwel steeds gaan de ontwikke lingslijnen steiler dan werd verwacht. Het risico dat we achter de feiten aan zullen lopen is groot". Het komt hard aan als men achter de feiten aankomt. Dat er vaart iedereen op de dag van vandaag met de woningbouw en de verkeerschaos.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 9