WAAROM MAG DE POLITIE WAPENS GEBRUIKEN...? Gulden middenweg de beste voor Union Fond Zuid-West Ondanks duizenden Chinese taal is ook door Europeaan aan te leren Beroepsethiek primair: behoorlijk zedelijk handelen t.o.v. de naaste „Halt of ik schiet...." Rechtvaardiging door private of publieke noodweer 21 Commissaris Pijls „Laten we niets opblazen..." Redelijkheid en gematigdheid ri optreden Nazi-propagandist Cineast Koelinga in proces tegen filmcriticus Werkgelegenheid voor gehuwde dames bij Philips Strafuitsluitingsgrond Twee beginselen Uiterste noodzaak Moordenaar loopt rond Verwarrend Beeldtaal BILJARTEN Twee Nederlanders naar EK. 47/2 21 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 9 JANUARI 1965 (Van een onzer verslaggevers) BREDA. Opnieuw is kort geleden een Nederlandse burger door een politieman be schoten. Zal met dit laatste slachtoffer dat te Boxtel is gevallen de trieste rij gesloten zijn? Schiet de politie niet wal al te licht vaardig En moet de politie eigenlijk wel echt van een vuurwapen voorzien zijn en er gebruik van maken? Na een geval te Soest, waar een kruimel tjesdief in 'n achtervolging werd neergescho ten, na Valkenswaard, waar een douane ambtenaar zijn vuurwapen hanteerde, en na Boxtel, waar een burger in het open veld werd neergeschoten, zijn er vele klemmende vragen over het wapengebruik door de po litie. COMMISSARIS H. L. FIJLS alleen in uiterste noodzaak De heer H. L. Pijls, commissaris van gemeentepolitie te Breda, heeft een uitvoerige beschouwing gewijd aan het gebruik van een vuurwapen door de politie en de rechtvaardigingsgronden daar voor. Die beschouwing vindt men hiernaast. De slotconclusie is ei genlijk een typering van de heer Pijls persoonlijk: „Vastbesloten heid en durf om van haar vuur wapenen gebruik te maken moet de politie aan de dag leggen bij woelingen en andere soortgelijke ernstige inbreuk op de rechtsorde. Mildheid en humor moet de poli tie kunnen en durven opbrengen voor vele toch in wezen vaak niet zo ernstige misdragingen van on ze medemensen. Laten ive niets opblazen, vooral ons zelf niet. Sommigen willen de wapens taboe laten zijn voor de Nederlandse politie. Daarbij verwijzen zij dan naar het voorbeeld van de Britse bobby. Gemakshalve vergeet men echter, dat de Britse bobby, in spe ciale gevallen, waarbij kans is dat van wapengeweld gebruik moet worden gemaakt, wel degelijk van wapens voorzien wordt. De Neder landse politieman heeft echter bijna altijd een vuurwapen bij zich in diensttijd. En het wordt gebruikt. Soms voor een waarschuwingsschot. Soms voor een schot op (de benen van) een tegenstander. Soms voor lijfsbehoud van de politieman zelf. Welke normen worden nu door de politie gehanteerd, of liever: welke normen dient de politie te hanteren. 55 (Van onze correspondent) AMSTERDAM Waneer de president van de Amsterdamse rechtbank er mee instemt, zal de nazi-propagandafilm van Goebbels „Der ewige Jude" uit de archieven van het filmmuseum worden opgediept en gedraaid in de rechtszaal. De Amsterdamse advocaat mr. B. Stok vis heeft hierom gevraagd, omdat hij de vertoning van wezenlijk belang acht bij de verdediging van de publicist-criti cus H. Wilek, die zijn cliënt is. Tegen Wilek (schuilnaam voor W. Kwek- silber) is een civiele procedure aange spannen door de cineast Jan Koelinga. Deze acht zich beledigd door de opmer king van Wilek in zijn tijdschrift .Film forum" onder de kop „Nieuwsj aars wen sen voor een nazi-propagandist" wees de criticus erop, dat Koelinga in de oor log op de Amsterdamse filmbeurs op namen heeft gemaakt van Joden, die later een onderdeel hebben gevormd van de anti-semitische film „Der ewige Jude". Wilek vroeg zich daarbij af: ..Waarom moet juist deze man c-n nieuwe kans krijgen in het vak, dat hij voor het maken van een dergelijke smerige film aanwendde?". De datum waarop de rechtbank de klacht van Koelinga behandelt, is nog niet bekend. O O EINDHOVEN In navolging van suc cesvolle experimenten in Veldhoven en Woensel begint Philips Oss maandag 11 januari met een speciale werkgelegenheid voor gehuwde vrouwen. In een voorma- hg kantoorgebouw zullen voorlopig een twintigtal dames zich gedurende enige Uren per dag gaan bezighouden met het monteren van lampvoethouders. Dit werk jverd tot nu toe verricht door meisjes in het montage-atelier te Lithoyen. Het bijzondere ligt, volgens de Philips Koerier, niet alleen in een eigen gebouw, htaar vooral in een aparte benadering zo- Wel bij de werving als tijdens de werk tijd. De gehuwde dames die interesse heb ben, behoeven niet te solliciteren. Het is voldoende de wens te kennen te geven, uat men nadere inlichtingen wenst. Een van de maatschappelijke werksters komt thuis alles eerst rustig bespreken. Moe ders met te jonge kinderen zullen, als er geen bevredigende vervanging aanwezig is .niet worden aangenomen. De vrouwen zelf zullen hun werktijd kunnen bepalen. ■De ervaring op andere plaatsen heeft aan getoond dat de gehiiwde vrouwen over het algemeen een groot verantwoordelijk heidsbesef bezitten. Ze zien zelf in. dat hun prestatie op peil dient te blijven. Voor zover men dat nu kan beoordelen, zijn de bedrijfsresultaten alleszins redelijk te noe- men( aldus de Philips Koerier. Commissaris H. L. Pijls van de ge meentepolitie te Breda, expert op dit ter rein, stelt, dat bij wapengebruik door de politie in diepste wezen de beroepsethiek geldt, de wet van het behoorlijk zedelyk handelen ten opzichte van de naaste. „Ieder politie-optreden moet binnen de perken van redelijkheid en gematigdheid blijven. En zeker geldt dat voor een op treden, waarbij geweld moet worden ge bruikt", zo verduidelijkt de heer Pijls. Waaraan ontleent de politie nu het recht of in sommige gevallen zelfs de plicht om geweld te gebruiken voor het uitoefenen van haar taak? Een ambtsinstructie op grond waar van de politie in sommige gevallen geweld kan aanwenden is op de eerste plaats een ambtelijk bevel. Dat bevel wordt ge geven door het bevoegde gezag, nl. de burgemeester, die de instructie vaststelt op grond van artikel 37 van de Politie wet. En daarmee lijkt de zaak simpel. De strafuitsluitingsgrond voor een agent van politie luidt immers: „Niet strafbaar is hij, die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel .gegeven door het daartoe bevoegd gezag". De ambtsinstruc tie is door het bevoegde gezag vastgesteld en volgt de politie ze op, dan is zij ge dekt volgens artikel 43 van het wetboek van strafrecht. Maar is de zaak zo simpel? Wil nl. een ambtelijk bevel door de ambtsinstructie rechtsgeldig zijn. dan is 't niet voldoende dat de uitvoerende politieman zich be roept op voorschriften. Immers alle tek sten verbleken, wanneer er sprake is van aantasting van de primaire levensrechten van ieder mens. Uit het voorgaande volgt dus evident dat de politie niet mag handelen louter op grond van de wettekst. Als de heer Pijls naar de rechtvaardi gingsgrond zoekt, komt hij allereerst bij de noodweer of oij de overmacht. Een beroep op de zgn. private noodweer geldt ook voor de politie. „Niet strafbaar is hij, die een feit begaat, geboden door de nood zakelijk verdediging van eigen of een anders lijf. eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanran ding", aldus artikel 41 van het wetboek van strafrecht. Twee rechtsbeginselen nu zijn van toepassing als de politieman zich ver dedigt: a. nimmer mag een ernstiger middel tot bereiking van het rechtvaardige doel worden gebruikt als een minder ernstig middel voldoende is; b er moet een zekere evenredigheid zijn tussen het aangewende middel van geweld en het belang van het doel. waartoe dat geweld wordt aan gewend. Dit wat de private noodweer betreft. Maar de politie moet ook het recht heb ben om met geweld te kunnen optreden tegen samenscholingen en volksmenig ten, die op ernstige wijze de openbare orde verstoren. Hier is sprake van publie ke noodweer. Niet alle knappe professoren aan een juridische faculteit erkennen het begrip „publieke noodweer". Er loopt hier een zekere scheiding niet zo vreemd overi gens tussen „Nijmegen" en de overige universiteiten. Prof. Van Eek uit Nijme gen bijv. is van mening, dat de zgn. „pu blieke noodweer" onder artikel 41 van het wetboek van strafrecht valt. Zijn col lega's van elders, prof. Pompe en Lange- meyer, erkennen wel een soort publieke noodweer, maar menen, dat die het best ondergebracht kan worden onder artikel 40 van het wetboek van strafrecht en wel onder het begrip „noodtoestand". Ten aanzien van de publieke noodweer gelden dezelfde grondregels als voor de private noodweer. In het Algemeen Po- iticblad zijn hieraan vele beschouwingen gewijd, vaak met treffende voorbeelden 1 geïllustreerd. Commissaris Pijls haalt terzake een ar tikel aan uit het Politieblad van 27 juni 1953 van de toenmalige hoofdcommissaris van Rotterdam, de heer H. Staal. „Halt of ik schiet", was dat artikel getiteld. Daarin belichtte de heer Staal het geval van een agent van politie uit Rotterdam, die op een jongeman geschoten had, die bij een overplaatsing naar een opvoedings gesticht, poogde te ontvluchten. De jon geman werd verdacht van diefstal met braak. Hij werd bij zijn vluchtpoging in de benen geschoten. Hoofdcommissaris Staal zegt, dat de agent daartoe niet bevoegd was, omdat in de ambtsinstructie alleen sprake is van wapengeweld bij het plegen van een ern stig misdrijf. Ook zou de verhouding zoek zijn, want er bestond, volgens de heer Staal, geen evenredigheid tussen de aan gebrachte verwondingen met zelfs de kans, dat de jongeman doodgeschoten zou worden, en het door hem gepleegde delict. Mr. Prick, hoofdcommissaris van politie te Nijmegen, viel het standpunt van zijn college Staal aan. „Terecht", zegt com missaris Pijls. „Want het beginsel van de proportionaliteit is niet het afwegen van de zwaarte van het gepleegde feit met de gevolgen van het schieten. Als dat waar zou zijn, dan mocht de politie ze ker nooit bij het plegen van vermogens delicten schieten, want altijd is een men senleven meer waard dan privé-eigen- dom. De eis van de proportionaliteit mag geen andere zijn dan het belang van dc rechtsorde aan de ene kant en het geweld aan de andere kant. Bedacht moet worden welke inbreuk gemaakt wordt op de rechtsorde als de politie in bepaalde si tuaties niet zou schieten en niet zou mo gen schieten. Het geval waar het om gaat moet dus. wil de politie het recht hebben om te schieten, een gewichtig geval zijn, niet al leen te beoordelen naar dat concrete geval. Het gaat om het effect van het politie optreden op de ordehandhaving in haar geheel en het is dat belang, dat in over weging dient te worden genomen by de beoordeling van de evenredigheid. rechtelijke aanranding van het hoogste rechtsgoed dus weer publieke nood weer waarbij de politie niet alleen nag, maar móét schieten om de dader te oakken te krijgen". Aldus kan het geen verwondering wek ken, dat de heer Pijls volkomen onder schrijft, hetgeen prof. Van Eek in een voordracht te Nijmegen heeft betoogd: „De eerste taak van de politie is hand having van de orde en van de veilig heid, zo nodig door het uitoefenen van geweld tegen degene, die op dat moment werkelijk de orde verstoort, onverschillig of deze daardoor een "trafbaar feit peegt of niet. Als de arrestant ontvlucht, pleegt hij geen strafbaar feit, maar hij verstoort wel de rechtsorde. De afweer van aanslagen op de rechtsorde, dus publieke noodweer, is een typische politietaak". Geen enkele ambtsinstructie kan voor ieder concreet geval voorschrijven hoe gehandeld moet worden. De politieman ter plaatse zal de keus moeten maken of hij geweld zal dienen te gebruiken of niet, en tevens welk wapen hij bij dat geweld zal gebruiken. Vast staat daarbij dat hij nooit een vuurwapen mag gebrui ken, als hij het ook met een gummistok af kan. Een schot uit een pistool op een verdachte moet steeds gelost zijn in een situatie van private of publieke noodweer. Groot gevaar brengt wapengebruik met zich als anderen onschuldigen door het schot van de politieman kunnen wor den getroffen. In die gevallen is schieten absoluut misplaatst en ongeoorloofd. Voor ieder gebruik van wapengeweld geldt dat uiterste noodzaak aanwezig moet zijn. Op .1 januari a.s. wordt in Bergen op Zoom voor de zesde maal de kampioenen show Union Fond gehouden. Dat getal zes is het symbool van de hechte stabili teit van het gebouw van de Union Fond zuidwest-hoek. Van meet af aan heeft het fondspel bij onze leden een belangrijke plaats inge nomen, maar het bijzonder verheugende in deze is de actieve en enthousiaste me dewerking, die allerwegen wordt gebo den. Uit de blijken van waardering die onze comités ontvangen, scheppen deze werkers telkenjare nieuwe moed voor een zo mogelijk nog betere organisatie van onze hoogtijdagen in het stille sei zoen; o«nze eigen kampioenendagen. Zij prijzen zich gelukkig te weten dat zij de harten van onze leden hebben ge wonnen. Deze sterke band zal ook in de toe komst behouden, ja onverbrekelijk blij ven, mits de tekenen van vernieuwing in de jaren die voor ons liggen, worden verstaan en wij onze geest er op instellen naar die vernieuwing te leven en te streven. Het proces van vernieuwing in onze samenleving is naar de mens gesproken iets als een eeuwigdurende beweging, an- ders gezegd: stilstand is achteruitgang Na de oorlog hebben zich ook in de meeste takken van sport grondige wijzi gingen voltrokken; zij zijn goeddeels juist en nodig gebleken. Men kan slechts van mening verschillen over het tempo waar in zekere ingrijpende vernieuwingen zich hebben baangebroken. Er zijn onder de mensen altijd geweest conservatieven en progressieven. De ken merkende karaktertrek van de enen is dat zij zoveel mogelijk willen vasthouden aan het oude en vertrouwde, die van de anderen is dat zij misschien beter m staat zijn vooruit te zien en ongeduldig naar het nieuwe streven, daarbij conflicten niet schuwend. Ik geloof dat de gulden middenweg van de vooruitgang voor ons, van Union Fond Zuid-Westhoek, de beste is. Waarbij ik er echter met nadruk op moge wijzen dat grote veranderingen op til zijn, die fei telijk alreeds te lang op zich hebben la ten wachten, veranderingen die maatre gelen nodig maken, waardoor eventuele moeilijkheden kunnen worden uit de weg geruimd. Kivaliteitsshoiv Wat nu onze kampiocnendag van 17 ja nuari a.s. te Bergen op Zoom betreft, meen ik te mogen zeggen, dat deze een kwaliteitsshow is, die op één lijn gesteld mag worden met het beste dat de wereld van de fond te bieden heeft, ook over de grenzen. Velen menen dat onze Union de edel ste fondduiven herbergt, die er heden ten dage onder de blauwe hemel vliegen en ik heb geen reden om aan te nemen dat zij er naast zitten. Van heinde en verre zullen de liefheb bers van de fond naar het „mekka" Ber gen komen en vooral de bons voor jonge duiven en eieren, geschonken door onze beroemde lange-afstandspelers zullen van hun gading zijn. De verkoping van deze bons zal aanvangen te 14 uur pre cies. Bijzondere waardering wil ik uit spreken voor de geste van het comité dat het batig saldo van deze expositie in zijn geheel heeft bestemd voor de zieken in onze Westhoek, die ter verpleging in het ziekenhuis te Bergen* op Zoom moes ten worden opgenomen. Wij vertrouwen dat én de kampioenen, die men zal willen zien en spreken én de liefhebbers die de fond een warm hart toedragen, zowel door deelneming als bezoek van de kampioenendag het voor treffelijke initiatief van het comité zullen steunen. Geacht comité en alle medewerkers zonder uitzondering, van harte succes! Voorzitter Hopstaken, lid van het hoofdbestuur van de ZNB, maakt onder zijn geesteskinderen natuurlijk geen on derscheid, wel zal hij het met ons eens zijn dat de beroemde maatschappij ,,De Vliegsport" te Steenbergen een der al lersterkste is van de hele Westhoek, mis schien wel dé sterkste. We treden er niet over in discussie doch brengen gaarne onder aller aandacht dat deze vereniging morgen zondag 10 januari haar vijfde show houdt in haar clublokaal. Voorzitter M. van Geel zal dit evene ment openen om 11 uur voormiddag. Al gemeen leider van deze gedenkwaardige dag is P. Sebrechts. Namen Teneinde u een voorproefje te geven van de kwaliteit, die uw ogen hier zal strelen, volsta ik met de onderstaande namen: M. Brocatus, outo-winnaar op Angouleme 1963, met eerste ereprijs na tionaal, kampioen Westhoek, kampioen- generaal Vliegsport enz. enz. Een hok vol verrassingen, duiven als paarden, wat zeg ik als leeuwen zo sterk, Adr. van der Wegen, de kampioen der kampioenen op de grote fond, maakt uitslagen die niet onderdoen voor die van een man als Del- bar in zijn allergrootste tijd, won dit jaar op Dax: 1, 11 en 19 nationaal, heeft er 'n klepper bij zitten die vier maal in de eerste tien nationaal vloog van Dax en St. Vincent, d.w.z. de beste fondduif van Nederland en daarbuiten. Michiel de Baat, de man die geduld heeft en voor zichtig zei: mijn tijd komt nog wel, ik heb de soort dat weet ik. Winner van 3e prijs nationaal St. Vincent 1964, had hij moeder de vrouw haar zin gegeven er de duif gezet voor de auto, dan had zij nu kunnen chaufferen. Volgende keer dat kleine tikje geluk erbij en het is ge bakken. P. L. Mangnus, de man die serie II won op St. Vincent 1964, tevens ver woed Barcelona-vlieger. Dat de rook eraf vliegt, mogen wij gerust zeggen. Gebr. Gorissen, die al jaren tot de fine fleur behoren in de gehele Westhoek, altijd bij de kampioenen. Jan van de Par, Jan de Pee zogezeed, een van mijn oudste vrienden in Steenbergen, een waarzegster heeft hem eens gezegd: hoedt u voor schoppenvrouw! doch Jan had er geen schrik van, of ze nu rood zijn of zwart, ze schuppen mij niet onder het gat, zei Jan, daar zijn ik zelf bij, doch met de duiven speelt hij het liefst troef aas. Niet aan te kluiven. Theo de Groot, de man die te Etten op de nationale kampioenendag van West-Brabant en Zeeland de hoofdvogel afschoot, geweldige duiven en plaatjes om te zien, Gina en Sophia zijn er niks bij. Ant. Ligtenberg, de leverancier niet alleen van de fijnste primeurs in de groenten- en fruitsector maar ook van het edelste kampioenenbloed. Vraag het aan zijn grote vriend Janus van der Wegen die zijn fondcracks kweekte van een dof fer van Ligtenberg. Ter gelegenheid van deze kampioenendag verkoopt hij, we gens drukke zaken, een groot deel van zijn oude kweekvogels, ras in hoofdzaak wijlen Jan Aarden, met andere woorden de beste die ooit bestaan hebben om mee te kruisen voor Dax, St. Vincent en Barcelona. Antoon Ligtenberg ziet voor de fond een grote toekomst weggelegd, vooral nu België aan organisator Jacobs te Breda heeft aangeboden van de Dax van 23 juli a.s. een groot internationaal concours te maken met middaglossing. Dat wordt een krachtmeting van vele duizenden duiven met mogelijkheid tot poulen tegen de Belgen en te onderzoe ken wie er heden ten dage de bl.b. heeft. M. van Meer dient ook niet uitgevlakt te worden. Ook van hem zit er een stamduif bij Van der Wegen. Vader en zoon Stoffelen behoren in hun speciali teit reeds jaren tot de besten van het land, hoe verder en zwaarder des te be ter. Ik meen dat Stoffelen junior reeds tweemaal de Lichtstad-poule heeft ge wonnen op St. Vincent, gekruist ras Aar den o.a. met Antens uit Kruisland, wiens duiven beslist niet minder waren. M. Slokkers is de oudste liefhebber van de hele Vliegsport, maar hij moet nog voor niemand opzij gaan. Hetzelfde geldt voor de fondmannen Van Agtmaal, Van Bergen, Meesters, Luyckx (de kuip zoge zeed) Delhez, Van Overveldt enz. enz. Ook den Bruinen zal met zijn presen tatie aanwezig zijn. Allemaal goeie. DEN BRUINEN De haven van Formosa, waar de Chinezen zich tegenover elkaar ver staanbaar maken toonhoogten. verschillende Als bijv. een smokkelaar of een krui meldief niet voldoet aan een bevel om stil te houden en de politie zou zich moe ten gaan afvragen of de zwaarte van het smokkeldelict opweegt tegen de risico's van het schieten, dan zou zij het pro bleem verkeerd stellen. Men zou de vraag aldus moeten formulieren: „Gesteld, dat men de politie de bevoegheid ontzegt om te schieten, wat zal daarvan de betekenis zijn voor het toekomstige gedrag van hen, die de rechtsorde niet wensen na te leven? Veel beschouwingen zijn gewijd aan het probleem van het schieten op een vluchtende verdachte. Is dat geoorloofd? Mr. Dunnewijk, hoofdinspecteur van po litie te 's-ITertogenbosch, maakt bezwaar tegen het schieten op een vluchtende ver dachte (Tijdschrift voor de politie van maart 1963). „Al zou men de grenzen van het begrip noodweer nog zo ver uit breiden, dan nog zou het schieten op een vluchtende verdachte in strijd zijn met de heersende opvattingen omtrent het be grip noodweer", aldus mr. Dunnewijk. Commissaris Pijls is het met die con clusie vierkant oneens. En hij zegt: „Stel u voor. dat er een moordenaar rond loopt, die al drie kleine meisjes heeft vermoord, nadat hij daarmee ontucht heeft gepleegd. Nu ziet een politieman, dat deze verdachte bezig is met een kind ontucht te plegen. Het is zelfs mogelijk, dat de man wegloopt, nadat hij het kind ge wurgd heeft. De moordenaar bekommert zich niet om het bevel van de politie: „Halt of ik schiet". Vluchten is niet straf baar, denkt hij. Wat doet de politieman?" De heer Pijls geeft zonder dralen het antwoord. „Hij MOET in dit ge val van zijn vuurwapen gebruik ma ken. Hier is immers sprake van een zeer ernstige verstoring van de rechts orde, hier is sprake van publieke noodweer, nl. een ógenblikkelijke we derrechtelijke aanranding van een be langrijk rechtsgoed, waar wapenge weld van de politie niet alleen ge oorloofd, doch verplicht is." Met nog een ander voorbeeld illustreert hij zijn betoog. „Een politieman loopt met zijn collega tegen een inbreker aan, die, om zich in veiligheid te stellen, een van de politiemannen doodschiet en op de vlucht slaat. Wat doet de politieman nummer twee? Privé behoeft hij zich niet meer te beschermen, want dc dader vlucht. Zijn collega behoeft hij niet meer te bes- hermen, want die is dood. Hier is echter sprake van een ernstige weder- (Van een onzer medewerkers) Het Chinees is de meest ver spreide taal ter wereld. Meer dan 750 miljoen Chinezen, die in Rood- en Nationaal- China of in het buitenland leven, spreken een of meer der vele Chinese dialecten. In tegenstelling tot de algeme ne mening is het aanleren van de Chinese taal voor een Westeuropeaan geenszins on mogelijk. Het schrijven ervan eist natuurlijk wel veel oefe ning en veel van buiten leren, maar met de spraakleer heeft men nauwelijks moeilijkhe den. De gesproken taal is ech ter door de vele plaatselijke dialecten en de gebruikswijze van woordklanken wezenlijk gecompliceerder. In totaal be staan er enige honderden dialecten, maar toch slechts weinige zo verscheiden, dat personen uit de nabuurschap van een andere dialecten kring ze niet zouden kunnen verstaan. De zeer uiteenlopende variaties wor den slechts langs de kust van China gevonden. Zo spreken de Chinezen van de zuidelykste provincie van China tot naar Sjanghai opwaarts achtereenvol gens de dialecten van Kanton, Hakta, Amoy, Fuchou, Wenchou, het Sjanhat- dialect en het hoog-Chinees de eigen lijke landstaal, die in alle scholen van Rood- en Nationaal - China onder wezen en door ambtelijke personen ge bruikt wordt. Terwyl vele oudere Chi nezen nog de voorkeur geven aan hun eigen dialecten, heeft de jongere gene ratie de officiële taal als gebruikstaal aangenomen. Verwarrender dan deze verscheidene dialecten werken op een Westeuropeaan de klanken, die aan de taal door een slechts begrensd aantal van toonhoogten een zekere aanpassing verlenen zou. Het Kanton-dialect bijvoorbeeld heeft zeven toonhoogten, die aan dit dialect een eigenaardig zingend karakter verlenen, terwijl de landstaal slechts vier loon- Een oude Chinese urn met tekst. een voor ons beschilderd onbegrijpelijke hoogten onderscheidt. Zo kan het woord „Schih" volgens de uitspraak en in samenhang met andere woorden de betekenissen: „geschiedenis". „stad", maar ook „onderwijzer", „lijk" „steen" „kamer" en „tijd" hebben. Het kan daarnaast ook „erkennen" en „zweren" heten en eveneens het getal „tien" be tekenen. Reeds de inheemse Chinezen bereiden deze toonhoogten en dialecten grote moeilijkheden. Een persoon met de naam „Schih" zal zich daarom voorstel len met de woorden: „Mijn naam is Schih, zoals geschiedenis", om zich te onderscheiden van de andere, regelma tig voorkomende en gelijkgeschreven familienaam als „steen" of „tijd". Gelukkig heeft de geschreven taal een gemeenschappelijke betekenis. Weliswaar bestaan er geen authentieke bronnen over de herkomst naar tijd van het Chi nese schrift, maar schriftelijke tekens waren minstens 3500 jaar geleden al wijd verbreid. Ongeveer 2500 tekenen ontdek te men op schilden en dierlijke gebeen ten, die bij de orakel, en godsdienstige riten gedurende de Sjanghai-Yin-dynas- tie (circa 1500 voor Christus) gebruikt werden. In het begin was het Chinees namelijk een zuivere beeldtaal. De maan werd als maansikkel afgebeeld, de zon met een krans en bergen als drie hoe ken op een horizontale lijn. Mettertijd moesten meer gecompliceerde begrippen worden uitgebeeld waardoor de afbeel dingen talrijker werden en gecombi neerd tot bepaalde begrippen. Een op gaande zon achter een boom betekende het woord „oosten". De zon boven een horizontale lijn getekend betekende het aanbreken van de dag. Twee bomen naast elkaar kregen de betekenis „haag". Een boom meer maakte van die haag een woud. Om het abstracte begrip van heiligheid voor te stellen, werden de ge schreven symbolen voor zon cn maan aan elkaar gevoegd en in de loop van eeuwen ontstond het hedendaagse woord „Ming". Zeer gemakkelijk is de Chinese spraak kunst. Ze kent geen enkele naamval, maar slechts een starre zinsopbouw, die met het hoofdwoord begint. Ook zijn de werkwoorden niet te vervoegen. De verleden tijd wordt eenvoudig met de voorwoorden voor „gisteren" en „reeds" uitgedrukt. Zoals in onze taal zegt men bijvoorbeeld „ik ga" voor de bedrijven de vorm. terwijl de verleden tijd met de woorden „ik gisteren ga reeds" uit gedrukt wordt. Op de dag van heden hoeft men voor het dagelijkse leven nog slechts 3000 Chinese tekens te kennen. Om een krant te kunnen lezen moet de Chinees onge veer 7000 tekens beheersen. Een modern Chinees woordenboek bevat echter maar liefst rond 600.000 schrifttekens GELDROP Aan het Europees kam. pioenschap anker kader 47/2, dat van 28 tot en met 31 januari in Heerlen wordt gehouden, zullen de volgende biljarters deelnemen: Wijnen en Scholte, belden Ne. derland, Aguilera en Galvez, beiden Span- je, Vervest, België, Witte, Duitsland. Gre- then, Luxemburg en Corti, Zwitserland.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 13