WAAROM MAG DE POLITIE
WAPENS GEBRUIKEN...?
Gulden middenweg de beste
voor Union Fond Zuid-West
Ondanks duizenden
Chinese taal is ook door
Europeaan aan te leren
Beroepsethiek primair: behoorlijk
zedelijk handelen t.o.v. de naaste
„Halt of ik schiet...."
Rechtvaardiging door private
of publieke noodweer
21
Commissaris Pijls
„Laten we niets
opblazen..."
Redelijkheid en
gematigdheid
ri optreden
Nazi-propagandist
Cineast Koelinga
in proces tegen
filmcriticus
Werkgelegenheid
voor gehuwde
dames bij Philips
Strafuitsluitingsgrond
Twee beginselen
Uiterste noodzaak
Moordenaar loopt rond
Verwarrend
Beeldtaal
BILJARTEN
Twee Nederlanders
naar EK. 47/2
21
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 9 JANUARI 1965
(Van een onzer verslaggevers)
BREDA. Opnieuw is kort geleden een
Nederlandse burger door een politieman be
schoten.
Zal met dit laatste slachtoffer dat te
Boxtel is gevallen de trieste rij gesloten
zijn?
Schiet de politie niet wal al te licht
vaardig
En moet de politie eigenlijk wel echt van
een vuurwapen voorzien zijn en er gebruik
van maken?
Na een geval te Soest, waar een kruimel
tjesdief in 'n achtervolging werd neergescho
ten, na Valkenswaard, waar een douane
ambtenaar zijn vuurwapen hanteerde, en na
Boxtel, waar een burger in het open veld
werd neergeschoten, zijn er vele klemmende
vragen over het wapengebruik door de po
litie.
COMMISSARIS H. L. FIJLS
alleen in uiterste noodzaak
De heer H. L. Pijls, commissaris
van gemeentepolitie te Breda,
heeft een uitvoerige beschouwing
gewijd aan het gebruik van een
vuurwapen door de politie en de
rechtvaardigingsgronden daar
voor.
Die beschouwing vindt men
hiernaast. De slotconclusie is ei
genlijk een typering van de heer
Pijls persoonlijk: „Vastbesloten
heid en durf om van haar vuur
wapenen gebruik te maken moet
de politie aan de dag leggen bij
woelingen en andere soortgelijke
ernstige inbreuk op de rechtsorde.
Mildheid en humor moet de poli
tie kunnen en durven opbrengen
voor vele toch in wezen vaak niet
zo ernstige misdragingen van on
ze medemensen.
Laten ive niets opblazen, vooral
ons zelf niet.
Sommigen willen de wapens taboe laten zijn voor de Nederlandse
politie. Daarbij verwijzen zij dan naar het voorbeeld van de Britse
bobby. Gemakshalve vergeet men echter, dat de Britse bobby, in spe
ciale gevallen, waarbij kans is dat van wapengeweld gebruik moet
worden gemaakt, wel degelijk van wapens voorzien wordt. De Neder
landse politieman heeft echter bijna altijd een vuurwapen bij zich in
diensttijd. En het wordt gebruikt. Soms voor een waarschuwingsschot.
Soms voor een schot op (de benen van) een tegenstander. Soms voor
lijfsbehoud van de politieman zelf. Welke normen worden nu door de
politie gehanteerd, of liever: welke normen dient de politie te hanteren.
55
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM Waneer de president
van de Amsterdamse rechtbank er mee
instemt, zal de nazi-propagandafilm van
Goebbels „Der ewige Jude" uit de
archieven van het filmmuseum worden
opgediept en gedraaid in de rechtszaal.
De Amsterdamse advocaat mr. B. Stok
vis heeft hierom gevraagd, omdat hij de
vertoning van wezenlijk belang acht bij
de verdediging van de publicist-criti
cus H. Wilek, die zijn cliënt is.
Tegen Wilek (schuilnaam voor W. Kwek-
silber) is een civiele procedure aange
spannen door de cineast Jan Koelinga.
Deze acht zich beledigd door de opmer
king van Wilek in zijn tijdschrift .Film
forum" onder de kop „Nieuwsj aars wen
sen voor een nazi-propagandist" wees
de criticus erop, dat Koelinga in de oor
log op de Amsterdamse filmbeurs op
namen heeft gemaakt van Joden, die
later een onderdeel hebben gevormd van
de anti-semitische film „Der ewige
Jude". Wilek vroeg zich daarbij af:
..Waarom moet juist deze man c-n
nieuwe kans krijgen in het vak, dat hij
voor het maken van een dergelijke
smerige film aanwendde?". De datum
waarop de rechtbank de klacht van
Koelinga behandelt, is nog niet bekend.
O O
EINDHOVEN In navolging van suc
cesvolle experimenten in Veldhoven en
Woensel begint Philips Oss maandag 11
januari met een speciale werkgelegenheid
voor gehuwde vrouwen. In een voorma-
hg kantoorgebouw zullen voorlopig een
twintigtal dames zich gedurende enige
Uren per dag gaan bezighouden met het
monteren van lampvoethouders. Dit werk
jverd tot nu toe verricht door meisjes in
het montage-atelier te Lithoyen.
Het bijzondere ligt, volgens de Philips
Koerier, niet alleen in een eigen gebouw,
htaar vooral in een aparte benadering zo-
Wel bij de werving als tijdens de werk
tijd. De gehuwde dames die interesse heb
ben, behoeven niet te solliciteren. Het is
voldoende de wens te kennen te geven,
uat men nadere inlichtingen wenst. Een
van de maatschappelijke werksters komt
thuis alles eerst rustig bespreken. Moe
ders met te jonge kinderen zullen, als er
geen bevredigende vervanging aanwezig
is .niet worden aangenomen. De vrouwen
zelf zullen hun werktijd kunnen bepalen.
■De ervaring op andere plaatsen heeft aan
getoond dat de gehiiwde vrouwen over
het algemeen een groot verantwoordelijk
heidsbesef bezitten. Ze zien zelf in. dat
hun prestatie op peil dient te blijven. Voor
zover men dat nu kan beoordelen, zijn de
bedrijfsresultaten alleszins redelijk te noe-
men( aldus de Philips Koerier.
Commissaris H. L. Pijls van de ge
meentepolitie te Breda, expert op dit ter
rein, stelt, dat bij wapengebruik door de
politie in diepste wezen de beroepsethiek
geldt, de wet van het behoorlijk zedelyk
handelen ten opzichte van de naaste.
„Ieder politie-optreden moet binnen de
perken van redelijkheid en gematigdheid
blijven. En zeker geldt dat voor een op
treden, waarbij geweld moet worden ge
bruikt", zo verduidelijkt de heer Pijls.
Waaraan ontleent de politie nu het
recht of in sommige gevallen zelfs de
plicht om geweld te gebruiken voor
het uitoefenen van haar taak?
Een ambtsinstructie op grond waar
van de politie in sommige gevallen geweld
kan aanwenden is op de eerste plaats
een ambtelijk bevel. Dat bevel wordt ge
geven door het bevoegde gezag, nl. de
burgemeester, die de instructie vaststelt
op grond van artikel 37 van de Politie
wet.
En daarmee lijkt de zaak simpel. De
strafuitsluitingsgrond voor een agent van
politie luidt immers: „Niet strafbaar is
hij, die een feit begaat ter uitvoering van
een ambtelijk bevel .gegeven door het
daartoe bevoegd gezag". De ambtsinstruc
tie is door het bevoegde gezag vastgesteld
en volgt de politie ze op, dan is zij ge
dekt volgens artikel 43 van het wetboek
van strafrecht.
Maar is de zaak zo simpel? Wil nl. een
ambtelijk bevel door de ambtsinstructie
rechtsgeldig zijn. dan is 't niet voldoende
dat de uitvoerende politieman zich be
roept op voorschriften. Immers alle tek
sten verbleken, wanneer er sprake is van
aantasting van de primaire levensrechten
van ieder mens.
Uit het voorgaande volgt dus evident
dat de politie niet mag handelen louter
op grond van de wettekst.
Als de heer Pijls naar de rechtvaardi
gingsgrond zoekt, komt hij allereerst bij
de noodweer of oij de overmacht. Een
beroep op de zgn. private noodweer geldt
ook voor de politie. „Niet strafbaar is hij,
die een feit begaat, geboden door de nood
zakelijk verdediging van eigen of een
anders lijf. eerbaarheid of goed tegen een
ogenblikkelijke wederrechtelijke aanran
ding", aldus artikel 41 van het wetboek
van strafrecht.
Twee rechtsbeginselen nu zijn van
toepassing als de politieman zich ver
dedigt:
a. nimmer mag een ernstiger middel
tot bereiking van het rechtvaardige
doel worden gebruikt als een minder
ernstig middel voldoende is;
b er moet een zekere evenredigheid
zijn tussen het aangewende middel
van geweld en het belang van het
doel. waartoe dat geweld wordt aan
gewend.
Dit wat de private noodweer betreft.
Maar de politie moet ook het recht heb
ben om met geweld te kunnen optreden
tegen samenscholingen en volksmenig
ten, die op ernstige wijze de openbare
orde verstoren. Hier is sprake van publie
ke noodweer.
Niet alle knappe professoren aan een
juridische faculteit erkennen het begrip
„publieke noodweer". Er loopt hier een
zekere scheiding niet zo vreemd overi
gens tussen „Nijmegen" en de overige
universiteiten. Prof. Van Eek uit Nijme
gen bijv. is van mening, dat de zgn. „pu
blieke noodweer" onder artikel 41 van
het wetboek van strafrecht valt. Zijn col
lega's van elders, prof. Pompe en Lange-
meyer, erkennen wel een soort publieke
noodweer, maar menen, dat die het best
ondergebracht kan worden onder artikel
40 van het wetboek van strafrecht en wel
onder het begrip „noodtoestand".
Ten aanzien van de publieke noodweer
gelden dezelfde grondregels als voor de
private noodweer. In het Algemeen Po-
iticblad zijn hieraan vele beschouwingen
gewijd, vaak met treffende voorbeelden
1 geïllustreerd.
Commissaris Pijls haalt terzake een ar
tikel aan uit het Politieblad van 27 juni
1953 van de toenmalige hoofdcommissaris
van Rotterdam, de heer H. Staal. „Halt
of ik schiet", was dat artikel getiteld.
Daarin belichtte de heer Staal het geval
van een agent van politie uit Rotterdam,
die op een jongeman geschoten had, die
bij een overplaatsing naar een opvoedings
gesticht, poogde te ontvluchten. De jon
geman werd verdacht van diefstal met
braak. Hij werd bij zijn vluchtpoging in
de benen geschoten.
Hoofdcommissaris Staal zegt, dat de
agent daartoe niet bevoegd was, omdat in
de ambtsinstructie alleen sprake is van
wapengeweld bij het plegen van een ern
stig misdrijf. Ook zou de verhouding zoek
zijn, want er bestond, volgens de heer
Staal, geen evenredigheid tussen de aan
gebrachte verwondingen met zelfs de
kans, dat de jongeman doodgeschoten
zou worden, en het door hem gepleegde
delict.
Mr. Prick, hoofdcommissaris van politie
te Nijmegen, viel het standpunt van zijn
college Staal aan. „Terecht", zegt com
missaris Pijls. „Want het beginsel van de
proportionaliteit is niet het afwegen van
de zwaarte van het gepleegde feit met
de gevolgen van het schieten. Als dat
waar zou zijn, dan mocht de politie ze
ker nooit bij het plegen van vermogens
delicten schieten, want altijd is een men
senleven meer waard dan privé-eigen-
dom. De eis van de proportionaliteit mag
geen andere zijn dan het belang van dc
rechtsorde aan de ene kant en het geweld
aan de andere kant. Bedacht moet worden
welke inbreuk gemaakt wordt op de
rechtsorde als de politie in bepaalde si
tuaties niet zou schieten en niet zou mo
gen schieten.
Het geval waar het om gaat moet dus.
wil de politie het recht hebben om te
schieten, een gewichtig geval zijn, niet al
leen te beoordelen naar dat concrete geval.
Het gaat om het effect van het politie
optreden op de ordehandhaving in haar
geheel en het is dat belang, dat in over
weging dient te worden genomen by de
beoordeling van de evenredigheid.
rechtelijke aanranding van het hoogste
rechtsgoed dus weer publieke nood
weer waarbij de politie niet alleen
nag, maar móét schieten om de dader te
oakken te krijgen".
Aldus kan het geen verwondering wek
ken, dat de heer Pijls volkomen onder
schrijft, hetgeen prof. Van Eek in een
voordracht te Nijmegen heeft betoogd:
„De eerste taak van de politie is hand
having van de orde en van de veilig
heid, zo nodig door het uitoefenen van
geweld tegen degene, die op dat moment
werkelijk de orde verstoort, onverschillig
of deze daardoor een "trafbaar feit peegt
of niet.
Als de arrestant ontvlucht, pleegt hij
geen strafbaar feit, maar hij verstoort wel
de rechtsorde. De afweer van aanslagen
op de rechtsorde, dus publieke noodweer,
is een typische politietaak".
Geen enkele ambtsinstructie kan voor
ieder concreet geval voorschrijven hoe
gehandeld moet worden. De politieman
ter plaatse zal de keus moeten maken of
hij geweld zal dienen te gebruiken of
niet, en tevens welk wapen hij bij dat
geweld zal gebruiken. Vast staat daarbij
dat hij nooit een vuurwapen mag gebrui
ken, als hij het ook met een gummistok
af kan. Een schot uit een pistool op een
verdachte moet steeds gelost zijn in een
situatie van private of publieke noodweer.
Groot gevaar brengt wapengebruik met
zich als anderen onschuldigen door
het schot van de politieman kunnen wor
den getroffen. In die gevallen is schieten
absoluut misplaatst en ongeoorloofd. Voor
ieder gebruik van wapengeweld geldt dat
uiterste noodzaak aanwezig moet zijn.
Op .1 januari a.s. wordt in Bergen op
Zoom voor de zesde maal de kampioenen
show Union Fond gehouden. Dat getal
zes is het symbool van de hechte stabili
teit van het gebouw van de Union Fond
zuidwest-hoek.
Van meet af aan heeft het fondspel bij
onze leden een belangrijke plaats inge
nomen, maar het bijzonder verheugende
in deze is de actieve en enthousiaste me
dewerking, die allerwegen wordt gebo
den. Uit de blijken van waardering die
onze comités ontvangen, scheppen deze
werkers telkenjare nieuwe moed voor
een zo mogelijk nog betere organisatie
van onze hoogtijdagen in het stille sei
zoen; o«nze eigen kampioenendagen.
Zij prijzen zich gelukkig te weten dat
zij de harten van onze leden hebben ge
wonnen.
Deze sterke band zal ook in de toe
komst behouden, ja onverbrekelijk blij
ven, mits de tekenen van vernieuwing in
de jaren die voor ons liggen, worden
verstaan en wij onze geest er op instellen
naar die vernieuwing te leven en te
streven.
Het proces van vernieuwing in onze
samenleving is naar de mens gesproken
iets als een eeuwigdurende beweging, an-
ders gezegd: stilstand is achteruitgang
Na de oorlog hebben zich ook in de
meeste takken van sport grondige wijzi
gingen voltrokken; zij zijn goeddeels juist
en nodig gebleken. Men kan slechts van
mening verschillen over het tempo waar
in zekere ingrijpende vernieuwingen zich
hebben baangebroken.
Er zijn onder de mensen altijd geweest
conservatieven en progressieven. De ken
merkende karaktertrek van de enen is
dat zij zoveel mogelijk willen vasthouden
aan het oude en vertrouwde, die van de
anderen is dat zij misschien beter m staat
zijn vooruit te zien en ongeduldig naar
het nieuwe streven, daarbij conflicten
niet schuwend.
Ik geloof dat de gulden middenweg van
de vooruitgang voor ons, van Union Fond
Zuid-Westhoek, de beste is. Waarbij ik
er echter met nadruk op moge wijzen dat
grote veranderingen op til zijn, die fei
telijk alreeds te lang op zich hebben la
ten wachten, veranderingen die maatre
gelen nodig maken, waardoor eventuele
moeilijkheden kunnen worden uit de weg
geruimd.
Kivaliteitsshoiv
Wat nu onze kampiocnendag van 17 ja
nuari a.s. te Bergen op Zoom betreft,
meen ik te mogen zeggen, dat deze een
kwaliteitsshow is, die op één lijn gesteld
mag worden met het beste dat de wereld
van de fond te bieden heeft, ook over de
grenzen.
Velen menen dat onze Union de edel
ste fondduiven herbergt, die er heden
ten dage onder de blauwe hemel vliegen
en ik heb geen reden om aan te nemen
dat zij er naast zitten.
Van heinde en verre zullen de liefheb
bers van de fond naar het „mekka" Ber
gen komen en vooral de bons voor jonge
duiven en eieren, geschonken door onze
beroemde lange-afstandspelers zullen
van hun gading zijn. De verkoping van
deze bons zal aanvangen te 14 uur pre
cies. Bijzondere waardering wil ik uit
spreken voor de geste van het comité
dat het batig saldo van deze expositie in
zijn geheel heeft bestemd voor de zieken
in onze Westhoek, die ter verpleging in
het ziekenhuis te Bergen* op Zoom moes
ten worden opgenomen.
Wij vertrouwen dat én de kampioenen,
die men zal willen zien en spreken én de
liefhebbers die de fond een warm hart
toedragen, zowel door deelneming als
bezoek van de kampioenendag het voor
treffelijke initiatief van het comité zullen
steunen.
Geacht comité en alle medewerkers
zonder uitzondering, van harte succes!
Voorzitter Hopstaken, lid van het
hoofdbestuur van de ZNB, maakt onder
zijn geesteskinderen natuurlijk geen on
derscheid, wel zal hij het met ons eens
zijn dat de beroemde maatschappij ,,De
Vliegsport" te Steenbergen een der al
lersterkste is van de hele Westhoek, mis
schien wel dé sterkste.
We treden er niet over in discussie
doch brengen gaarne onder aller aandacht
dat deze vereniging morgen zondag 10
januari haar vijfde show houdt in haar
clublokaal.
Voorzitter M. van Geel zal dit evene
ment openen om 11 uur voormiddag. Al
gemeen leider van deze gedenkwaardige
dag is P. Sebrechts.
Namen
Teneinde u een voorproefje te geven
van de kwaliteit, die uw ogen hier zal
strelen, volsta ik met de onderstaande
namen: M. Brocatus, outo-winnaar op
Angouleme 1963, met eerste ereprijs na
tionaal, kampioen Westhoek, kampioen-
generaal Vliegsport enz. enz. Een hok vol
verrassingen, duiven als paarden, wat zeg
ik als leeuwen zo sterk, Adr. van der
Wegen, de kampioen der kampioenen op
de grote fond, maakt uitslagen die niet
onderdoen voor die van een man als Del-
bar in zijn allergrootste tijd, won dit jaar
op Dax: 1, 11 en 19 nationaal, heeft er 'n
klepper bij zitten die vier maal in de
eerste tien nationaal vloog van Dax en
St. Vincent, d.w.z. de beste fondduif van
Nederland en daarbuiten. Michiel de
Baat, de man die geduld heeft en voor
zichtig zei: mijn tijd komt nog wel, ik
heb de soort dat weet ik. Winner van
3e prijs nationaal St. Vincent 1964, had
hij moeder de vrouw haar zin gegeven
er de duif gezet voor de auto, dan had
zij nu kunnen chaufferen. Volgende keer
dat kleine tikje geluk erbij en het is ge
bakken. P. L. Mangnus, de man die serie
II won op St. Vincent 1964, tevens ver
woed Barcelona-vlieger. Dat de rook
eraf vliegt, mogen wij gerust zeggen.
Gebr. Gorissen, die al jaren tot de fine
fleur behoren in de gehele Westhoek,
altijd bij de kampioenen. Jan van de Par,
Jan de Pee zogezeed, een van mijn
oudste vrienden in Steenbergen, een
waarzegster heeft hem eens gezegd: hoedt
u voor schoppenvrouw! doch Jan had
er geen schrik van, of ze nu rood zijn
of zwart, ze schuppen mij niet onder het
gat, zei Jan, daar zijn ik zelf bij, doch
met de duiven speelt hij het liefst troef
aas. Niet aan te kluiven.
Theo de Groot, de man die te Etten
op de nationale kampioenendag van
West-Brabant en Zeeland de hoofdvogel
afschoot, geweldige duiven en plaatjes
om te zien, Gina en Sophia zijn er niks
bij. Ant. Ligtenberg, de leverancier niet
alleen van de fijnste primeurs in de
groenten- en fruitsector maar ook van het
edelste kampioenenbloed. Vraag het aan
zijn grote vriend Janus van der Wegen
die zijn fondcracks kweekte van een dof
fer van Ligtenberg. Ter gelegenheid van
deze kampioenendag verkoopt hij, we
gens drukke zaken, een groot deel van
zijn oude kweekvogels, ras in hoofdzaak
wijlen Jan Aarden, met andere woorden
de beste die ooit bestaan hebben om
mee te kruisen voor Dax, St. Vincent en
Barcelona. Antoon Ligtenberg ziet voor
de fond een grote toekomst weggelegd,
vooral nu België aan organisator Jacobs
te Breda heeft aangeboden van de Dax
van 23 juli a.s. een groot internationaal
concours te maken met middaglossing.
Dat wordt een krachtmeting van vele
duizenden duiven met mogelijkheid tot
poulen tegen de Belgen en te onderzoe
ken wie er heden ten dage de bl.b.
heeft.
M. van Meer dient ook niet uitgevlakt
te worden. Ook van hem zit er een
stamduif bij Van der Wegen. Vader en
zoon Stoffelen behoren in hun speciali
teit reeds jaren tot de besten van het
land, hoe verder en zwaarder des te be
ter. Ik meen dat Stoffelen junior reeds
tweemaal de Lichtstad-poule heeft ge
wonnen op St. Vincent, gekruist ras Aar
den o.a. met Antens uit Kruisland, wiens
duiven beslist niet minder waren.
M. Slokkers is de oudste liefhebber van
de hele Vliegsport, maar hij moet nog
voor niemand opzij gaan. Hetzelfde geldt
voor de fondmannen Van Agtmaal, Van
Bergen, Meesters, Luyckx (de kuip zoge
zeed) Delhez, Van Overveldt enz. enz.
Ook den Bruinen zal met zijn presen
tatie aanwezig zijn.
Allemaal goeie.
DEN BRUINEN
De haven van Formosa, waar de
Chinezen zich tegenover elkaar ver
staanbaar maken
toonhoogten.
verschillende
Als bijv. een smokkelaar of een krui
meldief niet voldoet aan een bevel om
stil te houden en de politie zou zich moe
ten gaan afvragen of de zwaarte van het
smokkeldelict opweegt tegen de risico's
van het schieten, dan zou zij het pro
bleem verkeerd stellen. Men zou de vraag
aldus moeten formulieren: „Gesteld, dat
men de politie de bevoegheid ontzegt om
te schieten, wat zal daarvan de betekenis
zijn voor het toekomstige gedrag van
hen, die de rechtsorde niet wensen na te
leven?
Veel beschouwingen zijn gewijd aan
het probleem van het schieten op een
vluchtende verdachte. Is dat geoorloofd?
Mr. Dunnewijk, hoofdinspecteur van po
litie te 's-ITertogenbosch, maakt bezwaar
tegen het schieten op een vluchtende ver
dachte (Tijdschrift voor de politie van
maart 1963). „Al zou men de grenzen
van het begrip noodweer nog zo ver uit
breiden, dan nog zou het schieten op een
vluchtende verdachte in strijd zijn met de
heersende opvattingen omtrent het be
grip noodweer", aldus mr. Dunnewijk.
Commissaris Pijls is het met die con
clusie vierkant oneens. En hij zegt:
„Stel u voor. dat er een moordenaar rond
loopt, die al drie kleine meisjes heeft
vermoord, nadat hij daarmee ontucht heeft
gepleegd. Nu ziet een politieman, dat deze
verdachte bezig is met een kind ontucht
te plegen. Het is zelfs mogelijk, dat de
man wegloopt, nadat hij het kind ge
wurgd heeft. De moordenaar bekommert
zich niet om het bevel van de politie:
„Halt of ik schiet". Vluchten is niet straf
baar, denkt hij. Wat doet de politieman?"
De heer Pijls geeft zonder dralen
het antwoord. „Hij MOET in dit ge
val van zijn vuurwapen gebruik ma
ken. Hier is immers sprake van een
zeer ernstige verstoring van de rechts
orde, hier is sprake van publieke
noodweer, nl. een ógenblikkelijke we
derrechtelijke aanranding van een be
langrijk rechtsgoed, waar wapenge
weld van de politie niet alleen ge
oorloofd, doch verplicht is."
Met nog een ander voorbeeld illustreert
hij zijn betoog. „Een politieman loopt met
zijn collega tegen een inbreker aan, die,
om zich in veiligheid te stellen, een van
de politiemannen doodschiet en op de
vlucht slaat. Wat doet de politieman
nummer twee? Privé behoeft hij zich niet
meer te beschermen, want dc dader
vlucht. Zijn collega behoeft hij niet meer
te bes- hermen, want die is dood. Hier is
echter sprake van een ernstige weder-
(Van een onzer medewerkers)
Het Chinees is de meest ver
spreide taal ter wereld. Meer
dan 750 miljoen Chinezen,
die in Rood- en Nationaal-
China of in het buitenland
leven, spreken een of meer
der vele Chinese dialecten. In
tegenstelling tot de algeme
ne mening is het aanleren
van de Chinese taal voor een
Westeuropeaan geenszins on
mogelijk. Het schrijven ervan
eist natuurlijk wel veel oefe
ning en veel van buiten leren,
maar met de spraakleer heeft
men nauwelijks moeilijkhe
den. De gesproken taal is ech
ter door de vele plaatselijke
dialecten en de gebruikswijze
van woordklanken wezenlijk
gecompliceerder. In totaal be
staan er enige honderden
dialecten, maar toch slechts
weinige zo verscheiden, dat
personen uit de nabuurschap
van een andere dialecten
kring ze niet zouden kunnen
verstaan.
De zeer uiteenlopende variaties wor
den slechts langs de kust van China
gevonden. Zo spreken de Chinezen van
de zuidelykste provincie van China tot
naar Sjanghai opwaarts achtereenvol
gens de dialecten van Kanton, Hakta,
Amoy, Fuchou, Wenchou, het Sjanhat-
dialect en het hoog-Chinees de eigen
lijke landstaal, die in alle scholen van
Rood- en Nationaal - China onder
wezen en door ambtelijke personen ge
bruikt wordt. Terwyl vele oudere Chi
nezen nog de voorkeur geven aan hun
eigen dialecten, heeft de jongere gene
ratie de officiële taal als gebruikstaal
aangenomen.
Verwarrender dan deze verscheidene
dialecten werken op een Westeuropeaan
de klanken, die aan de taal door een
slechts begrensd aantal van toonhoogten
een zekere aanpassing verlenen zou. Het
Kanton-dialect bijvoorbeeld heeft zeven
toonhoogten, die aan dit dialect een
eigenaardig zingend karakter verlenen,
terwijl de landstaal slechts vier loon-
Een oude Chinese urn
met
tekst.
een voor ons
beschilderd
onbegrijpelijke
hoogten onderscheidt. Zo kan het
woord „Schih" volgens de uitspraak en
in samenhang met andere woorden de
betekenissen: „geschiedenis". „stad",
maar ook „onderwijzer", „lijk" „steen"
„kamer" en „tijd" hebben. Het kan
daarnaast ook „erkennen" en „zweren"
heten en eveneens het getal „tien" be
tekenen. Reeds de inheemse Chinezen
bereiden deze toonhoogten en dialecten
grote moeilijkheden. Een persoon met de
naam „Schih" zal zich daarom voorstel
len met de woorden: „Mijn naam is
Schih, zoals geschiedenis", om zich te
onderscheiden van de andere, regelma
tig voorkomende en gelijkgeschreven
familienaam als „steen" of „tijd".
Gelukkig heeft de geschreven taal een
gemeenschappelijke betekenis. Weliswaar
bestaan er geen authentieke bronnen
over de herkomst naar tijd van het Chi
nese schrift, maar schriftelijke tekens
waren minstens 3500 jaar geleden al wijd
verbreid. Ongeveer 2500 tekenen ontdek
te men op schilden en dierlijke gebeen
ten, die bij de orakel, en godsdienstige
riten gedurende de Sjanghai-Yin-dynas-
tie (circa 1500 voor Christus) gebruikt
werden. In het begin was het Chinees
namelijk een zuivere beeldtaal. De maan
werd als maansikkel afgebeeld, de zon
met een krans en bergen als drie hoe
ken op een horizontale lijn. Mettertijd
moesten meer gecompliceerde begrippen
worden uitgebeeld waardoor de afbeel
dingen talrijker werden en gecombi
neerd tot bepaalde begrippen. Een op
gaande zon achter een boom betekende
het woord „oosten". De zon boven een
horizontale lijn getekend betekende het
aanbreken van de dag. Twee bomen
naast elkaar kregen de betekenis „haag".
Een boom meer maakte van die haag
een woud. Om het abstracte begrip van
heiligheid voor te stellen, werden de ge
schreven symbolen voor zon cn maan
aan elkaar gevoegd en in de loop van
eeuwen ontstond het hedendaagse woord
„Ming".
Zeer gemakkelijk is de Chinese spraak
kunst. Ze kent geen enkele naamval,
maar slechts een starre zinsopbouw, die
met het hoofdwoord begint. Ook zijn
de werkwoorden niet te vervoegen. De
verleden tijd wordt eenvoudig met de
voorwoorden voor „gisteren" en „reeds"
uitgedrukt. Zoals in onze taal zegt men
bijvoorbeeld „ik ga" voor de bedrijven
de vorm. terwijl de verleden tijd met
de woorden „ik gisteren ga reeds" uit
gedrukt wordt.
Op de dag van heden hoeft men voor
het dagelijkse leven nog slechts 3000
Chinese tekens te kennen. Om een krant
te kunnen lezen moet de Chinees onge
veer 7000 tekens beheersen. Een modern
Chinees woordenboek bevat echter maar
liefst rond 600.000 schrifttekens
GELDROP Aan het Europees kam.
pioenschap anker kader 47/2, dat van 28
tot en met 31 januari in Heerlen wordt
gehouden, zullen de volgende biljarters
deelnemen: Wijnen en Scholte, belden Ne.
derland, Aguilera en Galvez, beiden Span-
je, Vervest, België, Witte, Duitsland. Gre-
then, Luxemburg en Corti, Zwitserland.