Hermens verrassende le Ronde Sint-Willebrord V uurtorenwachters leven met Leo in gezin alleen Nederlandse amateurs kunnen niet imponeren BOEKENPLANK Huisvrouw koopt voor negentig maaltijden ineens Fa. D. F. v 1 Heijden J. v. Sabben jr. GEEN GRIJS HAAR „U ZOEKT GELD" Café „Sportvrienden" DAGBLAD DE STEM Franse Chèvre kaas NU 1.98 Uitblinkers Ko Tolhoek en Henk Cornelisse ma* m IKl 1 Jonge kinderen ongeschikt voor de eenzaamheid Vuurtorenlaal Forse schildwacht Eens per maand De oorlog van een arts Buiten de rooilijn Karl May-reeks bijna compleet Gods erbarmen 4 DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 1 APRIL 1963 4 DANKBETUIGING Hierdoor betuigen wij onze hartelijke dank aan familie leden, vrienden, wijkzusters mi buurtbewoners voor hun belangstelling en deelne- ning betoond bij het over- ijden van onze lieve en orgzame moeder, groot- en overgrootmoeder, de wed. G. PISTORIUS DE JONG Hare kinderen, klein- en overkleinkind Breda, Dijklaan 113. DANKBETUIGING Wij danken hierbij de H.H. Geestelijken, Zusters en dokter van Koewacht, als mede familie, buren en alle belangstellenden voor de vele blijken van deelneming ondervonden bij het overlij den van onze geliefde moe der LOUISE ANARD Fam. Verstraetcn-Anard Koewacht, april 1963. R.-K. Instuif Kanaalzone TREKKING VAN DE LOTERIJ gehouden ten overstaan van Notaris w. j. j. m. Vroome te Hulst. 10230 10922 12118 12354 13624 14124 14331 14410 14427 15012 15082 15401 16132 16351 17107 17131 17187 17280 18551 18857 19027 19122 20505 23494 23618 24823 25602 26055 27380 28101 28400 28655 28886 29876 29932 Prijswinnaars melden bii F C. Mechelink, Frans Hals laan 6 Terneuzcn, tel. 01150- 2553. Voor f. 3,40 per half jaar heeft u de natuurlijke kleur terug door uw haar te bor stelen met crème Marchal. Bij Drog. Het Gouden Kruis, Tolbrugstraat 1, Breda. op hypotheken van 4.5 pet. of op andere objecten. Wij hebben altijd een aantrek kelijke aanbieding voor U. L. A. VAN OPSTAL Zn. Jacoba van Beierenstraal 1 GOES Tel. 5405 Bezoekt op woensdag 3 april a.s. tijdens DE JAARMARKTv bij Jozef de Guchtenelre, Koewacht (België) waar U vanaf 10 uur 's morgens kunt luisteren naar de be kende ACCORDEONNIST VERBIEST daar hébt U wat aan Heden overleed tot onze diepe droefheid in het r.-k. ziekenhuis te Hulst, voorzien van de H.H. sacramenten der Stervenden, zacht en kalm, in de ouderdom van 80 jaar, onze inniggeliefde Broer, Schoonbroer en Oom, de Heer ALFONS DE COCK. Wij bevelen de ziel van de dierbare overledene in uwe gebeden aan. St. Jansteen: Mej. Irma de Cock Terhole Mevr. de Wed. Th. Baeckede Cock en kinderen Westdorpe De kinderen van wijlen Aug. Baecke de Cock van Dorselaer en kinderen Heikant Mevr. de Wed. Th. de CockMartens en kinderen St. Jansteen De kinderen van wijlen J. I. de Cock- Cornelissens Stoppeldijk Mevr. de Wed. Cam. dc Cock v. d. Hauwe en kinderen Heikant De kinderen van wijlen B. Hesters de Cock Overslag Mevr. de Wed. Jos. de Cock-Apers en kinderen Kalloo Juffrouwen Valerie en Josefine de Nijs. Familie de Cock Familie Pieters. St. Jansteen, 29 maart 1963. De plechtige uitvaartdienst gevolgd door de be grafenis, tot dewelke wij UEd. beleefd uitnodi gen, zal plaats hebben op dinsdag 2 april a.s. in de parochiekerk van de H. Joannes de Doper te St.-Jansteen om 10 uur. Rozenkransgebed, hedenavond om 7 uur in de kerk. Zij, die bij vergetelheid geen uitnodiging heb ben ontvangen, gelieven dit als zodanig te be schouwen. de bekende geiten kaas per heel kaasje ZELFBEDIENING HULST HET JUISTE ADRES Telefoon 6671 en 5269 Frans den Hollanderlaan 9 GOES Algemene kennisgeving. •j- Tot onze diepe droef heid overleed plotse ling. nog voorzien van de H.H. Sacramenten der Zieken, onze dierbare zoon, broer, zwager en oom PETRUS BAURENTIUS DE JONGE op de leeftijd van 39 jaar. Boekei, 29 maart 1963. Uit naam van alle familie, De Jonge-Stoks. Ovezande. De plechtige H. Mis van Requiem zal worden op gedragen a.s. dinsdag 2 april om 10.30 uur in de kerk van de H. Willi- bordus te 's-Heerenhoek, waarna de uitvaart zal geschieden op het R.-K. kerkhof aldaar. En dan maar weer naar boven om de lampen aan te steken voor de passerende schepen. Joseph Mitchell, vuurtorenwachter op St.-Paul's Island in de Fundy- baai, gebruikt een kabelbaan om zijn kinderen naar het vasteland te brengen. aardige zoon van een der vuurtoren wachters, had als enige makker een Duitse herdershond, met wie hij alle mo gelijke spelletjes speelde. Vriendjes waren op dat plekske grond voor Archie niet te vinden. Archie's va der. Charles Macdonald, vond, dat die eenzaamheid op den duur wel meeviel, maar ,,ik ben ook veel ouder dan Archie en bovendien gewend aan het alleen zijn" voegde hij er aap toe. In ieder geval is het een troost (vond vader Macdonald), dat er langs de Baai van Fundy (waaraan de vuurtoren der Macdonalds ligt) een dichter vuurto- rennet is dan waar ook elders langs de Canadese kust. Er zijn langs onze baai (vertelde hij) ruim 700 mannen, vrouwen en kinderen, die het gehele jaar door Inderdaad de vuurtorenwachters en zo'n eenzaam vuurtorenleven moeten lei den. hun gezinnen vormen een apart ras' Zij wonen op verlaten, kale plekken en waken over de veiligheid der schepen Zelden slechts krijgen zij bezoek. Zelden ook verlaten zij hun post en hun toren. Zij en hun gezinnen moeten zich wel schikken in de eenzaamheid, in een een zaamheid die niemand kent behalve an dere vuurtorenbewoners in sommige de len der wereld. En slechts weinigen onder de Canade se vuurtorenwachters zijn zo fortuinlijk als Joseph Mitchell die ook een toren langs de Baai van Fundy .heeft" want Joseph Mitchell kan zijn kinderen met een primitief kabelbaantje van zijn toren naar ,,het eiland" brengen, zodat zij de schooi kunnen bezoeken, als de zee tenminste niet al te woest is. (Van onze sportredacteur) Leo Hermens, een twintigjarige Nij meegse jongen, heeft zondagmiddag in Sint-Willebrord voor een grote verras sing gezorgd. Want terwijl iedereen dacht dat Henk Cornelisse of Kees Snep vangers, Leo van Dongen of Ko Tol hoek, Walter Heeren of Jos Linders deze wedstrijd zou winnen, was hij het die zegevierde. Toen er nog twee kilometer waren te r|jden, liet de slanke Nymegenaar het peloton, dat nog meer dan vijftig koppen telde, in de steek. In een machtig tempo ging Leo een stukje voor de meute rijden. Meer dan veertig meter voorsprong kreeg hij niet. Hij had er op de finish nog vijftien meter van over. Voldoende voor de bloemen, het applaus en de eerste prijs. Omdat er op deze laatste zondag van maart in Nederland maar één wieier- criterium was, kreeg Sint-Willebrord praktisch alle groten aan de startlijn. Met opzet schreven de organisatoren een korte wedstrijd (80 kilometer) uit. Een felle strijd moest het gevolg zijn, maar in dit opzicht kwamen de heren van Willebrord Wil Vooruit bedrogen uit. Er gebeurde natuurlijk wel het een en an der in deze vluchtkoers, maar het was nooit veel zaaks. Nimmer iets beslis sends. Reeds in de eerste ronde werd het duidelijk, dat Henk Cornelisse de geblokte Amsterdammer, een ernstige gooi zou doen naar de zege. Met op merkelijk gemak greep hij de premies mee, die kwistig werden uitgestrooid. Ook Rinus Paul liet zich zien. alsmede Ko Tolhoek uit Yerseke, die het alleen wilde proberen. Onder impuls van Cees Haast werd de Zeeuw tot de orde ge roepen. Tolhoek het was typisch moest plaats maken voor een streek genoot. Dies Kosten, die op zijn beurt een kleine voorsprong nam, die hij echter ook moest prijsgeven. De kleine aanvallen leidden allemaal tot niets. Met nog twaalf kilometer te r|jden zal alles broederlijk bijeen. Ko Een finishfoto van het spectacu laire slot van de Ronde van Sint- Willebrord. Geheel links: winnaar Leo Hermens, die nog enkele me ters van zijn voorsprong heeft overgehouden. Rechts Walter Hee ren, de plaatselijke favoriet die vierde werd. Tolhoek, opmerkelijk bedrijvig, vond het nu welletjes en demarreerde. Hij kreeg spoedig Gerard Deijkers en Martien van der Lee in zijn wiel. Het trio beloofde wat, maar op dat moment wilde Kees Snepvangers een greep naar de zege doen. Hij kwam in gezelschap van Piet Verweij uit Gouda bij de vluchters aan. Het had er alles van weg. dat de wedstrijd was beslist, maar An- dré van Aert, Walter Heeren, Henk Peeters en Jacques van der Kloot reden ook naar het leidende kwintet. De kop- groot was nu te groot, te onhandelbaar geworden. Het peloton kreeg de vluch ters terug in zijn midden. Op dat ogen blik snelde de Nijmegenaar Leo Her mens weg. Nadat hij in België reeds tweemaal zegevierend over de finish was gegaan, deed hij dat ook in de Bra bantse wielerhoek. 1 Leo Hermens, Nijmegen, de 80 km in 2.02.18. 2 Jan van Bladel, Haarsteeg. 3 Coen Visser. Santpoort. 4 Walter Hee ren, Sint-Willebrord. 5 Jos. Linders, Roosendaal. 6 Rudi Liebrechts, Vlaar- dingen. 7 Frans Ouwerkerk. Rotterdam. 8 Bart Solaro, Den Bosch. 9 Rien Paul, Den Haag. 10 Dies Kosten, Kapelle. Alle andere renners werden ex aequo geplaatst. I Nieuwelingen. 1 E. Beugels. Sittard, de 45 km in 1.11.36. 2 E. Dolman Rot- terdam. 3 W. Paul. Den Haag. Aspiranten, l F. Otten, Eindhoven, 20 km in 33.46. 2 J. Buis, Zwanenburg, 3 J. Roosendaal, Steenbergen. Wij zullen het linksbinnen De Bruyn van het Nederlandse amateurelftal niet kwalijk nemen, als hij zich tijdens de wedstrijd tegen Frankrijk een superieur wezen heeft gevoeld, vergeleken bij zijn medevoorwaartsen. De reeds kalende Limburger was namelijk op het CVV- terrein te Rotterdam de enige Oranje aanvaller die toonde de bedoelingen van het edele voetbalspel te begrijpen. Keer op keer betrok hij de vier overi gen in zijn combinaties en schiep hij kansen met knappe dieptepasses of ge raffineerde boogballen. Het was alles vergeefse moeite. Rechtbsuiten Petterson kon slechts bij vlagen duidelijk maken, waarom hij in het eerste elftal van Xer xes speelt, middenvoor Strating toonde zich weliswaar een onvermoeibaarzwoe ger maar was gespeend van elke tech niek en hetzelfde gold in iets mindere mate voor linksbinnen De Nooyer (Vlis- singen). Voegt men dit bij het feit dat rechtsbinnen De Vries een volkomen on opvallende figuur was, dan wekt het geen verwondering dat deze aanvalslinie niet tot scoren kwam. Slechts op het middenveld vond De Bruyn steun van betekenis door het in telligente spel van de kanthalfs Hofstee en Froelich. Deze drie kwam, mèt de uit stekende doelman Van Zanten, als eni- "-n van de Nederlanders tot een aan- are prestatie. weinig overtuigend leidende Belgi- scne arbiter Hannet trad veel te lank moedig op tegen het harde spel en toen in de slotfase bij de Fransen achtereen volgens rechtsback Duffez en midden voor Bourgeois geblesseerd raakten, werd de sfeer bepaald onprettig. Overigens bezat het Franse team aan- JAN DE NOOYER (Vlissingen) had z'n dag niet zienlijk meer kwaliteit. De linkervleugel gevormd door Sudr en Planchat, beteken de een voortdurende bedreiging en het wekte dan ook geen verwondering dat juist deze spelers voor de beide doelpun ten zorgden. Sudre scoorde na 22 minu ten weliswaar in duidelijke buitenspel positie, doch de treffer die Planchat in de 77e minuut liet aantekenen was van uitstekend gehalte. Het bleef bij 02. Aan dit Nederlands elftal zal nog heel wat gedokterd moeten worden om met enige kans op succes te kunnen beginnen aan het voor-Olympisch toernooi. (Van een medewerker) De vuurtoren is beslist geen moderne uitvinding. Reeds eeuwen vóór het begin onzer jaartelling bouwde men in sommige plaatsen langs de kusten der toen bevaren zeeën „verkeerstorens", die de zee lieden moesten helpen om bij nacht en ontij een veilige weg langs de kusten te vinden. Eén dier oude vuurtorens bracht het zelfs zó ver, dat hij nog heden ten dage geldt als een der Zeven Wereldwon deren, ook al is er dan van dat bouwwerk niets meer over. Dat „wonder" was de beroemde vuurtoren, de „pharos", van Alexandrië. Naar onze begrippen was de lichtinstallatie in die vroegere vuur torens zeer gebrekkig. Geen wonder, want elektrische verlichting' was toen nog niet bekend. Aanvankelijk werkte men met hout vuren. Later kwamen kolenvuren in gebruik. Nog later kaarsen en nadien petroleum en gas. De kroon op het „lichtwerk" kon worden gezet, toen de mens de toepassing van elektrische stroom voor ver lichtingsdoeleinden ontdekte. Ongeveer gelijktijdig met die ontdekking nam het verkeer op de zeeën der aarde sterk toe. Dit vereiste een steeds groeiend aantal vuurtorens of „schildwachten" langs de kusten- Tegenwoordig vindt men ze zij het in verschillende graad van dichtheid langs de kusten van alle vastelanden en vele eilanden In de oudheid was het voldoende om een „vuur'' te branden. Daar er weinig van die „vuurbakens" bestonden, wist een zeeman vrijwel precies, waar hij zich be vond, als hij zo'n ,,vvur" gewaar werd. Tegenwoordig echter is het nodig, dat de varensgasten aan de aard van het licht de toren en dus de plaats waar zij zijn .herkennen". Vandaar, dat men een gro te afwisseling heeft bedacht, vooral in streken, waar de vuurtorens betrekkelijk dicht bij elkaar staan. Een tijdlang meende men in verschil lend gekleurde lichtseinen de oplossing te hebben gevonden. Al spoedig bleek, dat kleuren van het licht ten koste ging van de sterkte van het licht. Toen ging men de oplossing zoeken in verschillen van draaiing en frequentie-snelheid der lichtflitsen. Op de zeekaarten staan vuurtorens met hun ,,licht-kenmerken" ingetekend. De zeeman heeft het dus betrekkelijk ge makkelijk, als hij lichtflitsen ziet, want hij kent de „vuurtorentaal", zodat hij kan vaststellen, waar hij zich ongeveer bevindt en welke gevaren hem dus kun nen bedreigen. De hedendaagse radio techniek maakte het bovendien mogelijk de vuurtorens nóg doeltreffender te doen zijn, daar zij de schepen „draadloos" belangrijke bijzonderheden kunnen me dedelen. Met belangstelling hadden wij geluis terd naar dit inleidend „college"-vuur- toren-theorie. Het ging vooraf aan ons vertrek voor een tocht langs enige Ca nadese vuurtorens. En de praktijk van het vuurtorenbestaan dat wisten wij spoedig kan heel wat korter worden samengevat, namelijk in één woord: EENZAAMHEID. Steeds weer waren het de eenzaamheid en dc verlatenheid van de kloeke, stoere vuurtorenwachters en hun gezinnen, die een overheersende in druk op ons maakten. Neemt u de Race Rocks Vuurtoren aan de kust van de Pacific. Hij is bijna 35 meter hoog. Hij staat op een minuscuul landtongetje. Als een forse schildwacht waakt hij over het heil der schepen, die hun weg zoeken tussen de verraderlijke klippen in de onstuimige wateren van Straat Juan de Fuca. De toren ligt op ruim 15 km afstand van Vaucouver Is land. Zijn waarschuwende lichtflitsen en radio-seinen bewaarden reeds menig schip voor ondergang op de in mist en nevel gehulde rotsen. Menig zeeman dankt zijn leven aan Gordon Odium, de wachter van Race Rocks. Odium woont reeds meer dan 15 jaar op Race Rocks. Zijn vrouw en vier kinderen delen met hem de een zaamheid, de stormachtige een zaamheid van het vuurtorenbestaan. Zijn taak is weinig omvattend hij moet alleen maar zorgen, dat de lichten branden en goed functioneren doch uiterst verantwoordelijk en belangrijk. Eenzaam en eentonig vergaan de dagen, weken, maanden. Eens per maand slechts nee, als de weersomstandigheden het toelaten twee maal in de maand krijgt hij bezoek, Dat is, als het bevoorradingsschip komt, Enige uren kan Odium dan praten met andere mannen. Maar dan licht het schip weer het anker en gaat Odium langzaam voor de zoveelste maal de wenteltrap op, die hem boven in zijn toren brengt. De lichten vragen zijn zorg en aandacht, want de schemering is op komst. Zomin als haar man heeft mevrouw Odium het gemakkelijk. Ook zij moet vechten tegen de eenzaamheid en de verlatenheid. Bovendien moet zij als huisvrouio terdege rekening houden met haar geïsoleerde positie Even naar de kruidenierof „lk zal de slager maar opbellen vandaagzijn onmogelijk op de Race Rocks. Eens per maand komt het bevoorradings schip. Dan moet vievrouw Odium al haar inkopen doen voor ruim vier we ken. Vlees, conserven, melk, aardap pels, ja, zelfs aspirine en neusdrup pels, om dan nog maar te zwijgen van drinkwater, moet zij in die paar uur inslaan. Tevoren moet zij een plan maken voor de ongeveer 90 maaltijden, die zij voor haar gezin moet bereiden alvorens het schip weer voor anker zal gaan. En is het schip vertrokken dan... ja, dan peinst mevrouw Olum een ogenblik je en gaat dan öe vaat doen of de was te drogen hangen aan de voet van „onze" toren. Evenals mevrouw Odium zijn vele andere vuurtorenwachtersvrouwen verplicht om uitstekende huishoudsters en huishoudrekenmeesteressen te zijn. Vraag eens aan vrouw of moeder in Holland, of zij eens het menu voor 90 maaltijden wil samenstellen en de nodi ge dingen daarvoor in een paar uur wil kopen! Tien tegen een, dat zij die vraag niet aardig'' vinden. Maar mevrouw Odium moet iedere maand weer die vraag beantwoorden met „ja" en zegt ze zelf „bijna helderziende zijn". Zijn de kinderen op zo'n vuurtoren nog jong. och, dan hebben zij niet veel last van de eenzaamheid en het isole ment der ouders. Doch worden de kinde ren groter, dan krijgen ook zij te kampen met de eenzaamheid, dan moeten ook zij zich leren schikken in de verlaten heid. Heel duidelijk bleek ons dat, toen wij op St.-Paul's Island (Nova Scotia) waren en daar enige vuurtorens bezoch ten. Archie Macdonald, de levendige Er kan, zo is men geneigd te denken, over de tweede wereldoorlog niet veel gezegd of geschreven worden dat nog volkomen nieuw is. De produktie van oorlogsromans is al jarenlang een winst gevende zaak van talrijke uitgeverijen. Het boek van graaf Hans von Lehndorff „De oorlog van een arts", als nr 78 ver schenen in de Fontein-boekerij, voegt aan het thema „oorlog in de literatuur" dan ook weinig nieuws toe. Von Lehn dorff, die als chirurg verbonden was aan een ziekenhuis in oost-Pruisen, en die de verovering van zijn stad door de Rus sen, de evacuatie van de bevolking en later de bezetting van Oost-Duitsland door de Russen meemaakte, beschrijft in dagboekvorm zijn ervaringen. Hij heeft zijn relaas niet gruwelijker willen maken dan het, door de medisch-nuch- tere beschrijvingen van de ellende waar voor hij als arts kwam te staan, al was. Typerend voor de auteur is de objecti viteit. Oorlogsstrategie en politiek inte resseren hem blijkbaar nauwelijks. Slechts twee zaken houden hem intens bezig: de medische zorg voor het enorme aantal gewonden en vluchtenden en zijn diep-christelijk geloof dat God uit de misère het heil zal weten te destilleren. In de voortdurende afwisseling van de zorg voor de duizenden zieken en ge wonden, de hongerlijders en de ontheem den, komt de auteur aan een doorlich ting van de wereldwijde misdadigheid van de oorlog niet toe, maar toch wordt deze op een onthutsende manier aan de lezer duidelijk gemaakt. Von Lehndorff somt details op, die onbetekenend schij nen tegenover het grote epos van de Duitse nederlaag in de laatste oorlogs winter, maar die toch reliëf geven aan het grote drama dat zich als een natuur ramp voltrokken heeft. Het laatste gedeelte van het boek han delt over de manier van leven in Oost- Duitsland in de eerste jaren na de bezet ting ervan door de Russen. Dit gedeelte van het relaas is uiteraard authentiek en daarom buitengewoon verhelderend voor wat betreft onze oordeelvorming over het leven in de zogenaamde „DDR" dat sedert 1946 het ijzeren gordijn werd neergelaten aan onze waarneming onttrokken is. De Westfriese schrijfster, mevr. J. Vis- ser-Roosendaal vond, wederom in eigen gewest, de inspiratie voor een menselijk, levensechte roman, welke zich ondanks eenvoudige gegeven, met spanning laat lezen. Het is de levensgeschiedenis van het pittige weesje, Ansje Veerman en de flierefluiterige charmeur Bram Mastof Het huisje van dit tweetal ligt buiten de rooilijn en dit is ook het geval met het bestaan van dit ongelijke tweetal, dat tenslotte toch nog tot harmonie leidt, omdat de wederzijdse liefde de kloven overspant. Van dit boek gaat iets warms uit en de lokale kleur wordt niet weinig versterkt door het af en toe hanteren van de streektaal, waarmee de schrijf ster vertrouwd is als weinig anderen. n. k. Nog slechts enkele pockets en de Prisma Karl May-reeks is compleet. Met „Door het land der Skiëtaren", „Winne- (tou bij de Bedoeïenen", „De bandiet der Albaanse bergen" en „De oliekoning" is de serie intussen aangevuld. De eerste drie^ spelen nog in het Midden-Oosten en in één ervan „Winnetou bij de Bedoe ïenen", gebeurt het wonderbaarlijke: het grote Indianenopperhoofd gaat, gekleed in een broek en een colbertje, naar Europa en Arabië. Wie intussen de smaak van Karl May (weer) te pakken gekre gen heeft, zal van deze nieuwe avon turen genieten, ondanks het feit dat de vaart in deze verhalen wat achter blijft bij die welke we van de moderne ontspanningslectuur gewend zijn. Men zou zich zelfs kunnen afvragen hoe het mogelijk is dat Karl May er in deze tijd, honderd jaar na de geboorte van zijn verhalen, toch nog zo gretig ingaat. Strikt genomen kan men Old Shatter- hand, ondanks al zijn grote gaven, geen bijzonder sympathieke figuur noemen. En Winnetou is een indrukwekkende verschijning en moreel een hoogstaand mens, maar zowel hij als zijn blanke broeder blijven hun overigens wel aanwezige gevoel voor humor streng beheersen. En van Old Shatterhand zou men zelfs kunnen zeggen dat hij zijn persoonlijke vroomheid nogal wat stevig aandikt. Van zijn geestelijke vader, Karl May, zou men kunnen beweren dat hij de zaken erg zwart-wit afschildert. Uit drukkingen als „de guit" en „schelm" doen de lezer van nu wellicht wat antiek aan. Kortom, Karl May moet toch wel bijzondere kwaliteiten bezitten om nu, na een eeuw, nog furore te maken. Die heeft hij dan ook. Zijn verhalen zijn bijna het prototype voor „het" avonturenverhaal. De wildwest-romans, die sindsdien in tienduizendtallen ge schreven en gelezen zijn, werden als het ware op de Karl May-boeken geënt. Ze hebben het verlies van een deel hunner populariteit ongetwijfeld te wij ten aan onzorgvuldige of zelfs onwel willende vertalingen en „bewerkingen". Met name de Engelse bewerkingen (die in ons land weer werden vertaald) heb ben Karl May veel kwaad gedaan. Dat is te begrijpen, want de oorspronkelijke teksten bevatten nogal wat zure en nijdige opmerkingen aan het adres van Engelsen en Engeland! In de nieuwe reeks staan ze weer. Wanneer straks de gehele serie com pleet zal zijn, kan ieder die ze zich aangeschaft heeft, zich in een beslist waardevol bezit verheugen. In 1961 kreeg deze roman van Jean Cau de Prix Goncourt. Het ligt wel in de lijn van deze tijd literatuur van deze stijl te bekronen. Doch we kunnen dit ongetwijfeld knap geschreven werk niet anders dan als ongezond betitelen. Het gaat hier om vier gevangenen, die samen in een cel opgesloten elkaar voortdurend bezig hou den met de moorden waarvan ze be ticht worden, de omstandigheden, waar onder de verdenking tegen hen rees, in het midden latend of ze al dan niet schuldig zijn. En daar doorheen dwalen dan bizarre dagdromen, verwarde filo sofieën, bittere humor. En de vier cre- eren zich een god in e.en van de mede gevangenen. Als er een vijfde in de cel wordt binnengebracht besluit men hem krankzinnig te maken door hem heel en al te negeren. Het lukt. De elfde dag beet hij met zijn tanden zich de ade ren open. Het is een en al radeloosheid en nihilisme in dit boek. Van Gods erbarmen bespeurt men behalve in de titel niets. We moeten dit boek afwijzen

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1963 | | pagina 4