Alleen wonder en dat wonder kan wel verricht worden kan Brazilië redden" 'ASPRO' PETROLEUM FAAM NOODKREET VAN NEDERLANDSE MISSIEBISSCHOP Grondbezitters oppermachtig BEHAAGLIJKE WARMTE Bouwvak-CAO nog steeds niet bindend Loonstelsel SER kan met regeringsbeleid botsen Woestijn-montagewagen Bekrompenheid Grole groep uitgesloten Beroep op Nederland Expositie in Bouwcentrum bij miljoenste na-oorlogse woning 55 MINISTER VELDKAMP: voor moderne mensen Voorkom Rillerig? Onprettig? Vlug: Nasser nationaliseert scheepvaart maatschappijen UNO evacueert twaalf Amerikanen natuurlijk een oliehaard gestookt met A.N.VV opent kantoor in Zurich Premie AOW in 963: 6,75 pet Sluiting Sint Pieter overwogen V olksgezondheid nog in de kinderschoenen 17 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1962 17 „Ik stond om zes uur op. Ik was doedend, dat ik zo'n leven moest leiden. Ik had zin om te huilen, want ik had geen geld om brood te kopen. Ik ging er alleen op uit. Ik liet mijn dochtertje Vera thuis, omdat het ging regenen. Ik raapte vodden en karton en verdiende der tig cent. Toen ik na enkele uren terug kwam, stond Vera te kijken naar de toestellen van een filmonderneming. Ik ging er ook heen. Wij hadden allemaal honger. Toen de spelers gingen eten, zouden de men sen uit deze favela wel op hen af willen stormen om dat eten af te pakken, want wij hebben honger en honger is het ergste wat een mens kan overkomen." Dit zijn woorden van de Braziliaanse neger-schrijfster Carolina Maria de Je sus uit haar opzienbarende boek „Barak negen", dat de ellende van een krotten- buurt in Sao Paulo beschrijft. „Om half negen 's avonds was ik na een lange wandeling weer terug in de favela en rook er de stank van de uit werpselen, die zieh mengde met die van bedorven modder. Als ik in de stad ben, heb ik de indruk, dat ik in een salon loop met kristallen kroon luchters, dikke tapijten en satijnen kus sens, maar als ik in de favela ben, dan voel ik mij alleen maar een waardeloos voorwerp, goed om op de vuilnisbelt gegooid te worden." Ook dit zijn woorden van Maria de Je sus. „Verder merkt u", zo schrijft een pa ter over een klein vergeten dorpje aan de Amazonerivier, „dat in praktisch alle huizen duidelijk wordt gedemonstreerd, dat de bewoners katholiek zijn. Aan de wanden hangen in de regel enkele af beeldingen van neiligen, broederlijk naast de balletdanseressen en de bokskam pioen. Er bestaan enkele cijfers, van dit kastjanjezoekersdorp aan de Amazone. Het levensgemiddelde is vijfendertig jaar. Negenendertig procent van de kinderen sterft vijf jaar na de geboorte. Dit zijn de resultaten van het tekort aan medi sche assistentie, van ziekten als malaria, tuberculose en ondervoeding, wat de schuilnaam is voor honger. Met een loon van vijf gulden in de week durven zij de verantwoordelijkheid van een gezins leven niet op zich te nemen. De helft is nooit getrouwd. Tweeëndertig procent trouwt aleen voor de burgerlijke stand, veertien procent alleen voor de kerk en niet voor de wet. En slechts vier procent verbindt zich definitief." Dit zijn slechts twee noodkreten uit Zuid-Amerika. Twee van de vele. En het is bedroevend te moeten zeggen, dat on danks alle initiatieven de kerk zich nog niet duidelijk en reëel heeft uitgespro ken tegen deze wantoestanden, omdat zij nog teveel achter het grootgrondbezit staat. Maar hoe kan het ook anders. In geheel Latijns-Amerika is op het ogen blik gemiddeld één priester voor zeven en vijftig honderd gelovigen. Ondanks de grote inspanningen om het aantal priesters te vermeerderen moet men re kening houden met de fundamentele realiteit dat het gemiddeld aantal in woners per priester in de komende ja ren alleen maar zal toenemen. In een land als Brazilië staat de kerk er ook bij zonder slecht voor. Voor vijf en vijftig miljoen katholieken zijn er elfduizend priesters. Deze getallen zijn ontstellend. In plaats van elfduizend priesters zou Brazilië alleen al er 45.000 moe ten hebben. Er zijn natuurlijk te weinig priesterroepingen, maar hoe kan dat an ders in een land, waar meer dan vijf en twintig miljoen mensen lezen noch schrij ven kunnen? Er zijn te weinig semina ries, te veel priesters moeten in het on derwijs werken, maar dit is niet eens de diepste oorzaak. Die ligt in de Brazili aanse samenleving zelf. Het land beroept er zich op, dat het geen rassenonderscheid kent, maar het komt aan de andere kant praktisch niet voor, dat een neger een belangrijke post in de regering krijgt. En zo is het helaas ook vaak met de kerk, ook al is het niet helemaal haar schuld, omdat de kleurling een groot minderwaardigheidsgevoel heeft. Fit blijft echter dat men zelden een kleurling on der de clerus tegenkomt en dat hierdoor zesendertig procent van de gelovigen, waaruit priesters kunnen voortkomen, van het ambt is buitengesloten. Onmid dellijk hierna dient zich het volgende probleem aan, het analfabetisme. Voor Zuid-Amerika zijn de percentages van het Unesco-bulletin vernietigend. Plm. tweeënveertig miljoen van de negenen negentig miljoen mensen boven vijftien jaar kunnen lezen noch schrijven. Ondanks de geweldige rijkdommen van een land als Brazilië en ondanks het gro te aantal arbeidskrachten is de toestand daar bedenkelijker dan ooit, hetgeen wel blijkt uit de laatste berichten in de dag bladen. Het land worstelt met enorme problemen en de regering is niet bij machte er een oplossing voor te vinden. Hoe komt dit? Geweldige stukken vrucht baar land bevinden zich in handen van één man, die over kapitalen beschikt. Door het geld van deze grootgrondbezit ters beschikken zij over een geduchte macht, die echter alleen achter de rege ring staat, als deze naar hun pijpen danst. De regering moet dit wel, want het grootste deel van de belastingop brengst komt uit de zakken van fle grootgrondbezitters. Zij weigeren een landbouwhervorming en een belasting hervorming en daardoor wordt de rege ring tot machteloosheid gedoemd. Dit is de grote tragiek van het ka tholieke Brazilië, ja van heel het ka tholieke Zuid-Amerika, dat in landen, waar de sociale leer van de kerk juist de grootste kansen zou moeten hebben,* die leer in werkelijkheid het minst be leefd blijkt te worden en dat degenen, die door hun intellectuele vorming en hun financiële mogelijkheden tot de ka tholieke voorstryders zouden moeten be horen, juist schitteren door hun be krompen kortzichtigheid, waardoor zy de weg effenen voor het communisme. De toestand, zoals die op het ogenblik is, is niet alleen onhoudbaar, maar houdt de grootste gevaren voor de toekomst in. Want de starie, bekrompen houding van de grootgrondbezitters zou hen wel eens duur te staan kunnen komen. De ge wone Braziliaan, die jarenlang alles zon der meer accepteerde, begint te ontwa ken. Hij is gaan inzien, dat de wereld hem meer heeft te bieden. Zijn zelfbe wustzijn groeit en natuurlijk laat het communisme zijn kans op dit moment niet voorbijgaan. De katholieke kerk van *Zuid-Amerika worstelt op het ogenblik met een immens probleem. Ofschoon Brazilië geen staats godsdienst heeft, is meer dan negentig procent van de mensen katholiek, zij noemen zich althans zo. Door dit gewel dige aantal van meer dan vijf en vijftig miljoen zielen is Brazilië de grootste ka tholieke natie ter wereld. Dat lijkt althans zo. Maar de parochies zijn veel te groot. Vaak betekent het priesterschap niets anders dan het ver vullen van allerlei administratief werk, zodat er voor werkelijk apostolaat geen tijd meer is. De hogere clerus helt soms gevaarlijk over naar de kant van de grootgrondbezitters, die ze vaak steunen bij hun politiek, waardoor zij zich in de ogen van het volk compromitteert. Door het gebrek aan priesters heeft het volk geen gelegenheid om zich in het geloof te verdiepen en dit heeft een ontstellende oppervlakkigheid ten gevolge. Tegen de ze onwetendheid is de kerk met haar geringe krachten praktisch machteloos vooral omdat het land bijna geen ka tholieke scholen heeft. Meer dan negen tig procent van de scholen zijn van de staat en het onderwijs is daar vaak in meer of mindere mate anti-godsdienstig. De grote onwetendheid en de oppervlak kige geloofskennis zijn een dankbare voedingsbodem voor allerlei sekten, zo zeer zelfs, dat de kerk er rekening mee houdt, dat in de komende jaren het per centage katholieken van negentig tot zes tig procent zal dalen. Het spiritisme, dat de reïncarnatie pre dikt, heeft vooral op de negerbevolking een bijzonder grote invloed. Wat een spi ritistische bijeenkomst zo aantrekkelijk maakt voor het volk zijn de gezangen, de bezweringen en de extatische dansen. Hierdoor aangetrokken nemen tiendui zenden actief deel aan deze cultus. Het loochent alle christelijke waarden en toch ontziet het zich niet om in de „kapellen" heiligenbeelden, tabernakels en kruis beelden te plaatsen. Terecht wordt het spiritisme dan ook het grootste gevaar voor de kerk in Brazilië genoemd. Brazilië doet al het mogelijke om mis sionarissen naar zich toe te trekken en niet lang geleden is er een nieuw bis dom opgericht in de staat Sao Paulo. dat de naam van Jales kreeg. Als Nederlands bisschop werd daar benoemd mgr. Ar thur Horsthuis. Dit diocees heeft een bevolking van ongeveer driehonderd en vijftig duizend zielen en binnen korte tijd zal dit aantal groeien tot een miljoen. Vijfentwintig jaar geleden was de gehele streek onbewoond. Er zijn in Jales achttien gemeenten en honderd kleinere plaatsen. De helft van deze gemeenten heeft sinds twee jaar elektriciteit. De andere helft moet het maar met een petroleumpitje doen. Slechts één enkele stad heeft enkele ge asfalteerde straten, riolering en stromend water en telefoon. In, de rest van deze stadjes leeft men nog als in oude Wild- West-films. Scholen zijn er vrijwel niet. Ziekenhuizen zijn slechts een wens en natuurlijk staat men voor alle mogelijke problemen. Een van de eerste zorgen van de Ne derlandse missiebisschop was: hoe zijn gelovigen te bereiken. Zij moeten les sen hebben in hygiëne, de eerste begin selen van het onderwijs en contact met hun priesters. Hoe zou men dit tot stand kunnen brengen? De enige manier zou een zender zijn, maar hoe kwam hij aan het geld? Hij deed een beroep op het thuisfront en door middel van grotere en kleinere acties slaagde men er in om geld bij elkaar te krijgen, maar dit is lang niet genoeg. In verschillende ste den van ons land heeft het actie-co mité Radio Jales nu een beroep gedaan op de Nederlandse bevolking. Het comité doet dit beroep niet om zieltjes te winnen, maar om het immen se probleem van het analfabetisme in Bra zilië te lijf te gaan Er staan twee grote krachten tegenover elkaar, het christen dom en het communisme. Nog maar kort geleden schreef een missiebisschop dat Brazilië niet meer te redden zou zijn van eenzelfde situatie als in Cuba, wan neer er geen wonder zou gebeuren. Nu kan men wonderen op vcrschilleiKje ma nieren interpreteren. Er kan een wonder tot stand gebracht worden door de daad kracht van een volk dat eindelijk leert begrijpen hoe gevaarlijk de situatie in Brazilië ligt. Er kan een wonder tot stand gebracht worden door het mededogen van een beschaafd volk, met dat van een onderontwikkeld gebied. Maar tot nu toe moet gezegd worden dat men te gemakkelijk en te oppervlakkig voorbij ging aan de noden van het Latijns-Ame rikaanse continent. Mgr. Horsthuis wil een zender. Hij wil die om grotere beschaving te bren gen in een gebied, dat hem als bisschop is toegewezen. Hij wil die omdat zijn stem en die van zijn medewerkers al leen in de hutten kan doordringen door middel van het moderne medium van de radio. Hij kan er duizenden mensen levens mee redden, duizenden afhouden van het communisme, dat in Brazilië de naam van Castroïsme draagt. Want als een land, dat twee honderd zestijf maal groter is dan Nederland, even groot als de Ver enigde Staten van Noord-Amerika, in handen zou vallen van het com munisme, dan zijn de gevolgen voor de vrije wereld nog niet te overzien. Dat hij onze hulp vraagt is logisch. Dat wij die hulp geven is het ook. Zo leven honderdduizenden mensen in de onderontwikkel de en onvoorstelbaar arme gebieden van Noord-Brazilie. (Van onze parlementaire redactie) Het is de vraag of een opzet van een loonstelsel, zoals de S.E.R. die aanbe veelt, verenigbaar is met liet verwezen lijken van de sociaal-economische doel stellingen van het regeringsbeleid. De S.E.R. meent dat bij het verle nen van vrijheid in de loonvorming die doelstellingen van de regering niet in het gedrang mogen komen. De moei lijkheid is echter dat de opvattingen o- ver de mate van loonontwikkeling, die met die doelstellingen strookt, uiteen kun nen lopen. De regering draagt evenwel de uit eindelijke verantwoordelijkheid voor de verwezenlijking van die doelstellingen. Daarom blijft het overleg tussen rege ring en bedrijfsleven van een bijzondere betekenis Dit schrijft minister Veldkamp (soc. zaken en volksgezondheid) in zijn nieu we begroting over het hem onlangs uit gebrachte S.E.R.-advies inzake de loon vorming. Hij onderzoekt thans hoe de regering met handhaving van eigen verantwoordelijkheid - het goed georga niseerde bedrijfsleven een beter passen de verantwoordelijkheid bij de loon vorming kan geven. Zodra hij over het S.E.R.-advies heeft beslist zal hij verder werken aan een ontwerparbeidsvoor- waardenwet. Inzake de loonvorming wordt voorts opgemerkt dat in de toekomst een deel van de voor primaire loonsverhogingen beschikbare ruimte nodig zal zijn voor projecten als de totstandkoming van ge lijke beloning voor mannen en vrouwen en de geleidelijke verhoging van het huurpeil. De minister toont zich voorts bezorgd over een voor de periode 1958- 1963 geraamde achteruigang van de Ne derlandse concurrentiepositie met 11 pro cent tengevolge van de sterke stijging van de industriële arbeidskosten. Omdat de vraag naar arbeidskrachten in 1963 het aanbod nog belangrijk zal (Advertentie) (Advertentie) President Nasser van de Verenigde Ara bische Republiek heeft de gedeeltelijke nationalisatie aangekondigd van 110 scheepvaartinstellingen in Alexandrië en langs het Suezkanaal. Het betreft 37 scheepvaartagentschappen, 70 laad- en losmaatschappijen en drie herstelwerk- plaatsen. Vijftig procent van de aandelen dezer instellingen zal worden overgenomen door de algemene (regerings) organisatie voor vervoer over water. overtreffen zal worden doorgegaan met het aantrekken van buitenlandse arbeids krachten uit Italië, Spanje, Griekenland en Portugal. Een wijziging op de wachtgeld- en werkloosheidsverzekering zal minister Veldkamp in het nieuwe parlementaire jaar bij de Tweede Kamer indienen. Hij bereidt ook een wijziging van de arbeids wet voor teneinde een voorwaardelijk arbeidsverbod voor 14-jarige jongens te kunnen invoeren. Volgens zijn ontwerp zullen dez.e jongens niet mogen arbeiden tenzij zij geneeskundig geschikt zijn be vonden, hun werktijd wordt verkort en zij een dag of twee halve dagen per week voortgezet onderwijs of een vak opleiding kunnen volgen. Voor het verschaffen van aanvullende werkgelegenheid is voor 1963 25 miljoen uitgetrokken. De UNO heeft twaalf Amerikanen zendelingen, artsen en hun gezinsleden en twee verpleegsters uit de Kongo lese diamantstad Tsjikapa geëvacueerd in verband met een stammenkrijg. De Amerikanen werden verleden week per vliegtuig geëvacueerd nadat leden van de Tsjokwe-stam het plaatselijke ziekenhuis hadden aangevallen en er zes Loeloea-stamleden die er werden ver pleegd, gedood. Dit incident is er een uit een reeks in de provincie Kasai naar aanleiding varu de verdeling van de provincie in vijf nieuwe provincies. Elke stam tracht thans minderheden uit zijn gebied te verdrijven met alle beschikbare midde len, van machinepistolen tot giftige pijlen. In het ziekenhuis van Tsjikapa brak paniek uit toen de Tsjokwe-mannen er binnendrongen, die ook Europese win kels en woningen plunderden. Een Nigeriaanse UNO-eenheid werd ontboden om de orde te herstellen daar de plaatselijke gendarmerie van Kongo lezen dit niet wilde doen aangezien „het een stammen-affaire was". SCHOON ZUINIG WARM (Van onze Haagse redactie) De algemene Nederlandse vereniging voor vreemdelingenverkeer (ANVV) wil volgend jaar uitbreiding geven aan haar wervingsactiviteiten in Zwitserland en Noord-Italië. Zij zal daartoe begin 1963 te Zurich een kantoor openen. Het bezoek van Zwitsers en Italianen aan ons land beweegt zich de laatste ja ren in stijgende lijn. Het aantal gere gistreerde overnachtingen van deze na tionaliteiten steeg van 1955 op 1961 met respectievelijk 2V.2 en 79',2 procent. De ANVV verwacht dit bezoek met behulp van een eigen kantoor in Zürich verder te kunnen doen toenemen. Het nieuwe kantoor van de ANVV is de zevende buitenlandse vestiging. (Van onze parlementaire redactie) De premie voor de algemene ouder domswet (a.o.w.), die in 1961 en 1962 resp. 5,5 en 5,75 procent was, zal in 1963 vermoedelijk 6,75 procent gaan be dragen. De premie voor de algemene kinderbijslagwet kan geraamd worden op 1.9 a 2 procent. De premie voor de kinderbijslagwet voor loontrekkend en zal terugvallen op circa 3,3 procent. De premie voor de algemene weduwen- en wezenwet blijft waarschijnlijk 1,25 pro cent. Dit schrijft minister Veldkamp (soc. zaken en volksgezondheid) in de toe lichting op zijn begroting voor 1963. Gezeten op een kameel inspecteert een Engelse militair van de technische dienst de telefoonlijnen van de Royal Air Force in Aden. Naast schip van de woestijn is dus voor de kameel ook een taak als montagewagenweg gelegd. (Van onze Haagse redactie) Het college van ryksbemiddelaars heeft nog1 steeds niet de in juni jl. afgesloten CAO voor het bouwbedrijf verbindend willen verklaren. De acht werkgevers organisaties, die de CAO hebben onder tekend, worden nl. door het college niet voldoende representatief geacht. Twee belangrijke ondernemersorganisaties de Nederlandse aannemers- en patroons bond en de bond van aannemers in de bouwnijverheid hebben namelijk niet getekend. Zij weigerden omdat een voorgesteld systeem van prestatiebeloning door de rijksbemiddelaars werd verworpen. De vakbonden waren van mening dat de overige acht werkgeversorganisaties wel representatief waren. Zij gaven de ar beiders de instructie alleen te werken onder de nieuwe CAO. De Stichting van de Arbeid wordt thans door het college van rijksbemiddelaars in deze kwestie geraadpleegd. Ook alle betrokken organisaties zullen nogmaals door het college worden gehoord. Daar na zullen de rijksbemiddelaars definitief een beslissing nemen. (Advertentie) (Van onze Haagse redactie) Van 19 oktober tot 31 december a.s. zal in het bouwcentrum te Rotterdam een tentoonstelling worden gehouden, die is gewyd aan de ontwikkeling van de wo ningvoorziening in de laatste decennia. Aanleiding tot deze tentoonstelling is het feit, dat in de komende maanden de miljoenste naoorlogse woning gereed zal komen. De tentoonstelling heet daar om „Een miljoen woningen". Zij is sa mengesteld door het Bouwcentrum te Rotterdam, in samenwerking met het ministerie van volkshuisvesting eji bouw nijverheid. Volgens het Italiaanse persbureau ANSA overweegt men in het Vaticaan de Sint Pieter voor het publiek te slui ten ter voorkoming van nieuwe bom aanslagen. Men zou de basiliek heden willen sluiten tot enkele dagen vóór de opening van het concilie op 11 oktober. Een definitief besluit zou echter nog niet gevallen zijn. Zoals bekend werden zaterdag twee primitieve brandbommen in de kerk ge vonden. De tentoonstelling geeft een beid van de naoorlogse woningbouw en van de ontwikkeling van het woonpeil. De oor- kort worden belicht en er wordt aandacht zaken van het nog bestaande woningte- gogeven aan vele factoren, die bij de woningvoorziening van actueel belang zijn, De officiële opening van de tentoon stelling zal op 18 oktober a.s. plaats hebben. Daarbij zal de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid mr. J. van Aartsen, het woord voeren. Het is de bedoeling, dat de tentoonstelling in 1963 een tournee door het land zal maken. fijn fantastisch (Van onze parlementaire redactie) De planning op het terrein van de volksgezondheid staat in vergelijking met die op sociaal gebied nog in de kinderschoenen, meent minister Veld kamp (soc. zaken en volksgezondheid). Hij is daarom bezig een volksgezond- heidbeieid op lange termijn te plan nen waarin hij een eerste plaats toe kent aan de vraagstukken van langdu rig zieken en geestelijk en lichamelijk gehandicapten. De minister schrijft in zijn begroting voor 1963 een tweede plaats in zijn plan ning te verlenen aan de gezondheids zorg voor jeugdigen, volwassenen en be jaarden. In de derde plaats zegt hij te denken aan de verhouding van preven tieve zorg, curatieve zorg en revalida tie en vervolgens aan de betekenis van het medisch-wetenschappeliik speurwerk De bewindsman meent dat bij deze plan ning het afwegen van de prioriteiten steeds moet geschieden binnen het ka der van een complete programmering. Onder het hoofdstuk geestelijke volks gezondheid zegt minister Veldkamp dat er nog een grote nood bestaat op het gebied van de verpleging van zwakzin nige kinderen en geestelijk gestoorde be jaarden. In beide sectoren breiden de voorzieningen zich evenwel uit. In de jaren wordt een aanwas van 8000 geestelijk gestoorde bejaarden ver wacht tegen een uitbreiding van de ver- pleegcapaciteit met circa 3000.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 21