Ro. 444 Zondag 17 Juni 1917 Orgaan ¥o@r Leger en Vloot. BEHOUDEN. Taminiau's JAM DERDE JAARGANG. SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIUSSTR. 109, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. .LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BT.J VOORUIT BETALING VOOR. MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P.K WARTAAL Voor Advertent Rn wonde men zich tot onze Administratie, Yaleriusslraat 109 Amsterdam. Pry's der Advertentie» por regel 80 cent. Voor Ingezonden Mede. deel'ngcn op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. By abonnement reductie. In een kantonnement, achter de vuurlinie, ergens in Frankrijk. De manuen, die ■we hier zien, hebben een vrijen dag, zé hooren wel 'fc kanongebulder, het geknetter van mitrailleurs, maar ze hebben er zich niet om te bekom neren. Onverschillig zijn ze daarom echter niet omtrent hetgeen aan het i'ront 'gebeurt, eu onze plaat laat zien, hoe ze zich verdringen voor een communiqué van de laatste gebeurtenissen op het oorlogsveld, 't zij dichtbij of ver weg Het communiqué schijnt geen slechte tijdingen te brengen, we zien opgewekte lachende gezichten. Ds Minister van Oorlog. Naar wij thans'nadèr kunnen mede deel en heeft II. M. de Koningin niet ingang van 15 dezer benoemd tot Minister van Oorlog jhr. mr. B. C. de Jonge, administrateur aan het Departement van Oorlog. Vrijdag werd de nieuwe minister heëedigd en nam Z., Esc. het beheer van het departement van oorlog over van den minister van oor log ad interim, kapitein ter zee Rambon- net. De nieuwe minister van oorlog werd 22 Janu ari 1875 te 's-Gravenhage geboren. Hij studeer de te Utrecht waar hij, na van 1885 tot .1897 rector te zijn geweest van het studentencorps, op 12 Juni 1900 cum iaude promoveerde op een proefschrift over de Kinderwetten. Op 2 No vember 19C0 werd hij te 's-Gravenhage beëedigd als advocaat bij den Hoogen Raad. Op 16 Au gustus 1901 trad hij in ambtelijken dienst als 'adjunct-commies bj.j "het- Departement van Kolo niën aan de afdeeling justitie, onderwijs, eore- diensb en nijverheid. Op 3 Februari 1908 werd hij, na de tuesehen- liggen.de rangen te hebben doorloopen, bevor derd tot referendaris en ging kort daarna over naar de nieuwe afdeeling gouvernementsbedrij- ven, naar welke afdeeling tevens werden over gebracht de werkzaamheden de nijverheid be treffende. Op 15 November 1910 ging de heer De Jonge in den rang van referendaris over naar de afdeeling secretariaat van het departe ment yan oorlog. Door minister Colijn werd deze afdeeling omgezet in de afdeeling Kabinet dis Ministers, en op 5 Maart 1913 werd de heer Do Jonge chef van die afdeeling met den rang van administrateur. In 1912 was hij belast met het secretariaat van de Staatscommissie voor de Indische defen sie en na beëindiging van de werkzaamheden dier commissie werd hij benoemd tot ridder van den Nederlandschen Leeuw. Gelijk reeds gemold, is de heer De Jonge de eerste burger-minister van oorlog in ons land. Hij is bij geen enkele politieke partij aange sloten. De Staatscourant van Donderdag bevat een Koninklijk besluit, meldende, dat met ingang van 15 Juni de minister van Marine kapitein ter zeo J. J. Rambonnet, eervol is ontheven van het beheer ad interim van het departement van oorlog, met dankbetui ging voor do door hem in deze den lande bewezen diensten. (Naar, het Duitsch.) Den volgenden morgen waren zij, zonder het te kobben afgesproken, beiden zoo vroeg in den tuin, dat ze nog langs een omweg naar het station konden gaan. in den loop van het gesprek vertelde Hildegard ook van haar be zigheden, eu hij toonde een levendige belang stelling voor haar school, voor de vruchten- en groenteteelt, voor de hoenderfokkerij, en liet zich door haar ervaringen op dit gebied in lichten „Wat een flinke vrouw bent n!" zei hij, plotseling staan blijvend, op een toon van op rechte bewondering. ,,ïk dpe mijn best, mijn plaatsje in de we reld zoo goed mogelijk te vervullen!" ant woordde zij lachend. „Naar mijn meening be staan er twee soorten van vrouwen: luxeplan- iics, sierplanten, die alleen maar schoon be hoeven te zijn om door hun aan/blik to ver heugen. Tot die soort heb ik helaas nooit be hoord, omdat ik niet zacht en bevallig, niet ■knap genoeg was. Daarom moet ik er naar streven mij tob de andere soort te mogen ro- kepen: tot do nuttige planten, die niet schoon bohoe-ven to zijn, maar praktisch, bruikbaar..." Hij wilde geen vleierij zeggen, die toch slechts banaal geklonken zou hebben. Daarom zweeg hij. Eerst na een poos zei hij: „Ja, ja! Een sierplant, die. eigenlijk in een kas thuis behoort dab past voor Emmy. Zij is zulk eon luxeplantje „Dat zijn de vrouwen, dia bemind worden!" merkte Hildegard met een rustigen, ernsti- gen glimlach op. Omdat wij mannen dortfooren zijn," mom pelde hij tussohen do tanden. De_ dagen werden steeds schooner1 in deze zpnruge zomermaanden, maaf over do met roödo iozea Jbeta-oeids, Ailla jMnn^roertdrmm/l j (ie ieesiasD' in éi reuzenstrijd. Eenigszrins onverwachts kwam de troops afstand van Koning Konstantijn van Grieken land, en toch behoeven wij er ons niet al to zeer over te verbazen. Reeds lang was deze een wolk van verveling en ergernis, die van het bleeke gezichtje der jonge vrouw scheen uit te gaan. Slechts eenmaal toonde Emmy zioh verheugd, toen haar man kaarten voor een theater-voorstelling medegebracht had en het plan opperde, den avond in München te gaan doorbrengen. Het was haar een wel kome verstrooiing, zich er in te verdiepen, welk toilet zij zou aantrekkenhet kleedcn bezorgde haar genoegen en wellioht genoot zij meer van haar eigen versohijning in het prach tige zijden costuum dan van de opera van Wagner. De bewonderende blikken, die zij in dén schouwburg en later in het restaurant, waar zij een klein souper gebruikte, tob zi'ok trok, maakten haar blijkbaar ook opgewekt; voor do eerste maal hoorde haar vriendin weer haar vroolijk lachen. Maar den volgenden dag had zij hoofdpijn en verklaarde zij, niet te kunnen opstaan. Het was Zondag en men had de logee een uit stapje naar het meer beloofd. Het weer was prachtig, maar Emmy wilde rust hebben en dus ging Werdau met Hildegard alleen. Zij brachten den dag in een ware feeststem ming door, die zich ook door een lievig on- weder en sterke plasregen niet liet verdrijven. Integendeel. Bij bljksem en donderslag zaten zij vergenoegd aan hun maaltijd en daarna was do lucht zoo heerlijk koel geworden, dat zij in 't geheel geen zin hadden om te rijden, maar o voet den mooien straatweg liepen, trots de lathoid en den regen. Zij werden door de frissche marsch zoo opgewekt, dat zo wel had den kunnen zingen en er een lach in hun stem weerklonk. Toen zij eens stil stonden en naar den weder licht en blauw geworden hemel opkeken, zag Werdau haar in het frissehe, blozende ge zicht. „Wat een goede, lieve kameraad bent ul Met u zou ik willen wandelen een lieelen zomer' langl" Er was iets in. zijn toen, dat haar het bloed naar do wangen deed stijgen. Jóng voelde zij zichjdotselipgj vorst, een schoonbroer van den Duitsehcn kei zer, en daarom Düitschgezind, meende men in Entente-kringen, een doorn in het oog der ge allieerden. Hij weigerde hardneklcig zijn land in oorlog te brengen aan de zijde van Frank rijk, Engeland en Italië, ©n hoevelo malen hij ook het hoofd boog voor do dwangmaat regelen, die hora werden opgelegd, ofschoon een deel des lands zich van hem afscheidde en zich schaarde bij de geallieerden, hij bleef de neutraliteit des lands handhaven, zoo goed hij kon. Nu had men weer een nieuwe maatregel gericht tegen het stukje Griekenland, waarover hij nog regeerde: do gcollieerden wilden den te velde sbaanden oogst opkoopen, juister gezegd misschien er beslag op leggen togen betaling. Daar verzette Koning Konstantijn zich- tegen, dio rfteds gezien had, hoe de honger in zijn land wóedde.doordat Engelsche en Fransche oorlogs schepen de Grieksche havens blokkeerden, en die verlangde, dat zijn eigen volk zon eten van het graan en de andere vruchten, die het ver bouwde. Dit was de aanleiding tot het besluit dor geallieerden, dat de Grieksche koning afstand moest doen van den troon. Fransche troepen zijn ontscheept in den Piraeus, de voorhaven van Athene, andere zijn Thessalië binnenge rukt, Tcaliaanscho troepen hebben Janina in Epirus bezetde Grieksche troepen zelf waren vrijwel machteloos, en zoo moest koning Kon stantijn gehoorzamen. Meer nog, hij mocht zelfs niet eischen, dat zijn ouaste zoon, de kroonprins, hem zou opvolgen, deze had in Duitschland zijn opvoeding genoten en men verwachtte van hem dezelfde denkbeelden als van zijn vader. Een zijner andere zonen, prins Alexander, is koning van Griekenland gewor den, maar, daar valt niet aan te twijfelen, met een schaduw van gezag, onder voogdij als 't ware van den Franschman Jonnart, den hpogen commissaris van Frankrijk en Enge land. Minder rtbg dan koning Konstantijn zal koning Alexander de volstrekte neutraliteit van Griekenland kunnen handhaven, en 't zou geen verrassing baren, indien we zagen, dat weldra Griekenland strijdt aan de zijde der ge allieerden, dat Yenizeïos, als dc almachtige man, terugkeert in Athene en dat de Grioksohe Kamer er geestdriftig in toestemt den oorlog aan den ouden vijand Turkije te verklaren. Of de Entente daarbij veel zal winnen is de quaestie, heb Grieksche leger is, na al do maatregelen der geallieerden, na de afschei ding van een groot deel des lands, van niet veel beteekenis meer. Er is nog een Grieksche afdeeling geweest, onder generaal Bawas, dio "zich heeft verzet tegen den opmarsch der Franschen, er is gevochten, er zijn aan weers kanten. dooden en gewonden gevallen en de generaal is met eenige honderden van zijn verrasingen. Wie weet, welke groote our nog staat te wachten! Of de vredes- verwachting ons misschien niet zal be geven! In de laaiden der geallieerden is de vredesstemming, die naar on derhandelingen drijft, nog steeds niet ont waakt. En Amerika lijkt op het oogenblik wel heb meest oorlogzuchtig land, dat al zijn rijk dom, zijn hulpbronnen, zijn leger ter beschik king der geallieerden stelt. Tegenover dit op treden van Frankrijk, Engeland en Amerika dreigt de vredesconferentie te Stockholm te mislukken. Stauning, de sociaal-democratische Deensche minister, een dersteunpilaren van de conferentie, is nu veel minder hoopvol. Volgens de „Vorwarts" vreest hij, dat de En- gelsohe en Eransche afgevaardigden niet zul len komenook de Duitsclie minderheid der socialisten ie niet verschenen, en dit alles kon wel eens ten gevolge hebben, dat de confe rentie niet doorgaat. De Russische deputa tie, die reeds op weg wa3 naar Stockholm, is daarheen teruggeroepen. Dat zijn alle slechte tcckenen. Men spreekt nu, zegt Stauning. in vollen- ernst van een nieuwen winterveldtócht en men acht het zelfs- niet onmogelijk, dat de oorlog nog twee of drie jaren zal duren. De Deensche minister hoopt, dat de socialisten in alle landen begrijpen, welk een onbeschrijfe lijke ramp dat voor de menschhoid zou zijn. Inderdaad lijkt dit voor Europa onoverkome lijk. Daaruit moeten wel allerlei andere ver wikkelingen voortkomen, en op den duur zal in meuig land de revolutie ontbranden, zocals nu reeds in Rusland en China, zcoals er reeds dreigende conflicten in Spanje, waren. In Rusland wordt de toestand met den dag ernstiger, naar het schijnt. Het leger wordt on williger; steeds meer deserteurs weigeren te vechtengedeelten van' heb groote rijk schei den zich af en willen onafhankelijke staatjes vormen, op die wijze moet Rusland uiteen vallen. Doch vooral neemt de anarchie er toe men verneemt steeds opnieuw van soldaten-on gloeid van een levenslust als was zij nog maar twintig jaar. Emmy wachtte hen aan het spoor op en riep met medelijden uit: „Arme zielen! Wat heb jelui het getroffen met dat slechte weer!" Zij keken elkander verwonderd aan. Het was toch juist zoo heerlijk geweest! Sedert dat eenzame uitstapje had Hilde gard echter haar natuurlijke onbevangenheid tegenover hem verloren. De gedachte, dat zij aantrekkelijk voor een man, dat zij begeerlijk voor een man kon zijn. lag zoo ver buiten haar arbeidssfeer en zij had zoo dapper en volkomen van het begrip Liefde afstand gedaan, dat de spoedig tussohen haar en Werdau aangegroeide vriendsohap haar verscheen in een zeer onschuldig daglicht. En 11 u kwam or op eenmaal een zonderling- pijnlijk gevoel over haar, alsof zij tegenover Emmy een onrechtvaardigheid beging; er drukte haar een bijzondere beangstheid. Werdau was den geheelen dag tehuis er vielen zooveel feestdagen in dezen tjjclzij vermeed met hem alleen te zijn en hield altijd het kind in haar nabijheid en des middags trachtte zij Emmy dringend te overreden, om mee te gaan wandelen: „Kom, grijp je zelf aan! Het zal je goed doen! Geef niet zoo aan je zelf toe. ook al ben je vermoeid! Kom nu, het zal je man ge noegen doen, als je mee gaat!" Emniv liet zich eindelijk overhalen. Maar eerst duurde liefc langen tijd, voordat zij klaar was en toen nam zij een mantel en een sluier mede, die haar man natuurlijk dragen moest, en de eeno weg stond 'haar niet aan, omdat die voohtig was en op de andere soheen te veel zon, en er was op een boerderij een kwade hond, waar zij bang voor was. Nu bleef al leen nog de wandelweg naar Feldafing over, waar men onder talrijke menschen op het terras zat. Op den terugweg hing Emmy nan dön arm van haar man en liet zich "medo. sleepen. Hij za<^ Hrh^ard giet een weemoedigen blik 3ÜR Ru_fflAL% Mfc, die lusten, en groofcer wordt dc wrok tegen den Tsaar. Er werd reeds voorgesteld hem. te dooden of voor zijn leven in de mijnen te laten werken. En de vroegere opperbevclhebbr van Eet Russische leger en de oom van den Tsaar, grootvorst Nikoïaas Nikolajewitoh is gevangen genomen en zal terechtstaan. Dit belooft voor hem niets goeas. Van het ooriogsterreïn komt geen nieuws van belang. In het Westen wordt nog gevoch ten, maar het resultaat is luttel. Alleen heb ben de Engelschem bij Ploegstoert, België, eenigo vorderingen gemaakt. Misschien is het belangrijkste oorlogsfeit der laatste dagen nog wel do luchtaanval van Duitsclie vliegers op Londen. Die schijnt inderdaad geslaagd te mogen heeten, volgens de Engelscheu is er maar één vliegtuig neergeschoten, volgens de Duitschers zijn alle behouden teruggekeerd. Gedood zijn er hij dezen aanval 101 menschen, gewond 184, licht gekwetst 269, in 't geheel dus meer dan vijfhonderd slachtoffers. Dui zenden kilo's ontploffende stoffen werden boven de linie van Londen naar beneden ge worpen. Zoo gaat de oorlog voort, onbarmhartig, niets versehoonend, noch do grooten der aar de, noch de zwakke en onschuldige Hu deren. Men kan zich niet voorstellen, dat dit zoo kan doorgaande volken, do regeeringen in allo landen zullen toch eindelijk moeten ontwaken uit hun oorlogsroes. ENGELAND. Een luchtaanval op Londen. Da luchtaanval, waarvan wij in ons vorig nummer melding maakten, die Woensdag in de ergste middaghitte op Londen plaats had is wel een van de vreeseiijkste dingen die zich in dat opzicht hebben afgespeeld omdat er de dood van zoovele onschuldige vrouwen en kinderen door werd veroor zaakt. Het vreeseiijkste van den geheelen aanval was we!, dat er een bom viel op een groote volksschool in het East End. Tal van eenvoudige lieden zijn daardoor in rouw gedompeld. Will Crooks, een van de arbei dersafgevaardigden in het parlement, die in de buurt woont en zich in de nabijheid van de school bevond toen de bommen vielen, zeH, dat het vreeselijke tooneel van dood, vernieling en brutaal verminken hetwelk zich daar afspeelde, zelfs de meest ver stokte geesten in het op militaire wijze ge drilde Duitschland zou hebben ontroerd. Doctoren, verpleegsters, politieagenten en brandweerlieden hebben zich. bij het red dingswerk heldhaftig gedragen. Hun arbeid was afgrijselijk, omdat zij telkens weer ge schonden kinderlijkjes onder het puin op haalden en voortdurend kwamen radelooss moeders smeeken haar toch toe te staan om zelf naar dë vermiste kleinen te zoeken. Toch hoorde men nergens het denkbeeld uiten dat door het sluiten van den vrede een dergelijke verwoesting in het vervolg zou kunnen worden voorkomen. Integen deel, overal bleek men ook hier algemeen de opvatting te deelen die het geheele volk bezielt, dat al deze- dingen alleen langs de eenig veilige manier uit den weg geruimd kunnen worden, die daarin bestaat dat de genen die voor een dergelijke moorddadige slachting onder de kinderen aansprakelijk zijn, onschadelijk gemaakt moetan worden. Arbeidersvrouwendie zich nooit te voren in wijsgeerige beschouwingen over de be stemming en de moraal der volkeren ver diept hadden, verklaarden onder den in druk van deze ramp tot de overtui ging te zijn gekomen, dat voor een vcik hetwelk in staat is zulke bloe dige ?noorden op zich te laden, geen goede toekomst is weggelegd.- De gedachte, dat hun eigen land, hun eigen bloedver wanten tot Gods onverbiddelijk werktuig gekozen werden om het ten hemel schreiend onrecht te wreken en den moordenaars hun gerechte straf te bezorgen, sterkt hen om de ellende en de zorgen thuis te dragen. Tal van heldhaftige tooneelen dio zich in de verschillende scholen voordeden, wij zen er op, dat zelfs de kinderen in de uren gevaars hun kalmte wisten te bewa ren. in één school zongen de kinderen, ter spanningsuren Begrijp je nu, dat ik liever een flinker kameraad wilde hebben! Zij bad bet goed gemeend en nu scheen het bijna als berekening, alsof zij hem het contrast scherp voor oogen bad willen stellen. Ondanks het lichte schuldgevoel tegenover Emmy, was zij nog steeds vroeg op, schonk zij thee voor Werdau en vergezelde zij hem naar den trein. Als zij nu door de bloemrijke velden gingen, sprak hij niet meer van haar beroep; hij vorschto naar haar persoonlijk leven. Zij was niet alleen de flinke mcnsch voor hem. Hij zag nu do vrouw in haar, wier gevoelsleven hij doorgronden, in wier innerlijk wezen hij een blik hebben wilde. „Waarom u toch niet getrouwd bent, juf frouw Hildegard „Omdat niemand mij wilde hebben!" lachte zij. „Dat geloof ik niet „Nu ja ten slotte kan iedereen trouwen, als men alles maar vcior lief neemt. Deze of gene zou misschien ook wel voor mij te'vinden geweest zijn. Maar om nu alleen te trouwen, om getrouwd te zijn, onverschillig met wien neen, daarom was het mij nooit te doen. Daar voor heb ik mijn'vrijheid te lief!" „Maar verlangt u dan nooit naar liefde? Voelt u zich nooit eens eenszaam?"' Ze bezon zich een oogenblik. „Neen! Eigenlijk niet. Nu niet meer. Ik heb te weinig tijd 1" zei ze met eerlijke overtuiging. Maar zij had toch het gevoel, dat hij in het diepst van haar wezen doordrong, met zijn vra gen een snaar in haar hart aanroerde, die niet mocht klinken. Er kwamen nu heete, zonnige dagen en Emmy werd steeds loomer on apathischer; zij lag in de hangmat in den tuin en toonde alleen een-mat glimlachje, als haar man thuiskwam. Zij zuchtte over de hitte op een toon van ver wijt, alsof George, voor deze hooge tempera tuur verantwoordelijk was. Hildegard ging soms des avonds nag met hem swrwl-.-lj44i.tot wijl de bommen vielen Elgar's „Land of bope and glory", in een audero school schaarden de kinderen zich in rijen om weg te gaan en trachtten onderwijl met gejuich en geschreeuw het geluid van de kanonn-en en de bommen te overtreffen. In een andere school zeiden de onderwijzers den jongens van ti'en tot 34 jaar. dat het hun plicht was de meisjes le beschermen indien er iets mocht gebeuren. Een Austra lisch soldaat, die in deze buurt vrienden bezocht, had verteld nooit te voren zooveel zell'beheersehing te hebben aanschouwd. Hij kwam een school binnen waar de kin deren doorgingen met hun lessen. „Zijn wij bang?" vroeg de onderwijzer. Luid weer klonk toen van alle kantenneen, 't is „all right" en onmiddellijk daarop werd oen driewerf hoera voor den bezoeker aange heven. Het is wel heel duidelijk. zeide de soldaat', dab alle bommSi dio ooit in Duitschland vervaardigd worden, het jongo volkje in Engeland geen angst zullen in boezemen, laat staan dus den volwaseenen. Een ander telegram meldt nog Tusschen 11.30 uur en 11.45 uur werden de Duitsche vliegtuigen aan den strakken hemel opgemerkt. Zij schitterden in het zonlicht en daar zij naar Bchatting 18000 voet hoog waren, geleken heb niet veel meer dan zilveren sterretjes. Onmid dellijk ontbrandde het afweergeschut van licht en zwaar kaliber, maar de vliegtuigen bleven ongedeerd en vervolgden hun weg naar Oost-Londen. Daar schijnen zij toen uiteen te zijn gegaan, want duizenden men schen die op het geronk der motoren naar buiten kwamen kouden slechts hier en daar een enkel vliegtuig ontdekken. Aan den noordelijken.oever van de rivier kwamen zij weer te samen. Lager dan 17000 voet hebben zij zich niet gewaagdj voortdu rend werden er bommen geworpen die kleine wolkjes veroorzaakten. De ramen rinkelden en voortdurend hoorde men het knetteren van 't geschut. Hoewel duizenden oogen.hen volgden weken de vliegers niet van hun doel af. De tocht naar het oosten der stad werd voortgezet en daar vernam de bevolking uit het donderend geraas der neerstortende bommen al spoedig wat was geschied. Dikke rookwolken stegen naar de blauwe lucht om boog; overal vielen de scherven der projec tielen. Maar in de straten van Londen viel niets te bespeuren dat aan een paniek kon doen denken. De meerderheid der bevolking achtte het niet noodig om te gaan schuilen. Men bleef naar boven -taren en trachtte in de wolken een glimpje van den vijand te ontdekken. In de parken bleven de men schen kalm op het gras zitten er was zelfs een meisje dat rustig doorging met breien. De eerste bommen vielen op de buitenste wij-ken van oostelijk Londen omstreeks half twaalf 's vcormiddags. Een groot aantal bommen vielen snel na elkander op verschillende districten van het East-End. Eén viel er op een spoorwegstation en trof een binnenkomenden trein, zoodat zeven personen gedood en zestien gewond werden. Een andere bom viel op een school, doodde tien en wondde ongeveer vijftig kin deren. Verschillende magazijnen werden bescha digd, terwijl er tevens branden ontstonden, ^Koning George begaf zich Woensdag middag naar de City en het- East-End vau Londen, om daar de,vernieling gade te slaan, welke door Duitsche vliegmachines is aange richt. Onder de gewonden in een der volks hospitalen bevinden zich 19 leerlingen van één school. De klasse-onderwijzeres was er op een bepaald oogenblik alleen, wat natuurlijk uiterst moeilijk was, maar zij wist op schit terende wijzehaar tegenwoordigheid van geest te bewaren en slaagde er in de onge deerd gebleven kinderen veilig uit de klas selokalen in de gang te krijgen. Al heel spoedig daagde toen een schitterende hulp op in den persoon van den soldaat H. W. Flowers die met verlof was en in do buurt logeerde. Hij verklaarde, dat hij uitgegaan was om zich een beetje lichaamsbeweging te verschaffen. Hij vertelde verder zich trok, dat de oppervlakte helder en'blin kend bleef, totdat de sterren kwamen. Des morgens zweefde er een heerlijke hooi lucht over de weiden, en dikwijls zaten zij nog een tijdlang aan den boschrand op een bank en genoten van den frisschen adem van den oosten wind en van de köele schaduw. Al zijn plannen besprak hij met haar, zij kende zijn beroepszorgen, zij troostte hem over kleine ergernissen, en toen zij eens toevallig over heengaan sprak, zag hij haar verschrikt aan, als kon hij zich niet indenken,, dat hij haar weder in zijn leven zou moeten ontberen. Hartstochtelijk drukte hij haar de hand „Ik laat u niet gaanl L" ziet toch, hoe alleen ik ben!" „Maar mijnheer Werdau!" zeide zij slechts met- een afwerend hoofdschudden. Haar stond liet altijd door duidelijk voor oogen,-hoe spoedig het afscheid komen moest, hoe spoedig zij zou moeten t-erugkeeren tot haar ernstigen arbeid, in haar kille eenzaam heid. Waarom zou zij die bijzondere gemoeds- bewe'ging van deze weinige dagen niet blijven genieten ,de verrukking niet smaken, waarmee zij met jeugdige spanning 's mo'rgens ontwaakte en waarbij zij met ongeduld dez© heerlijke, vreugdevolle gevoelens tegemoet zag? Somtijds schaamde zij zich wel is waar voor haar eigen gedachten tegenover Eramy. Een ander maal voelde zij echter ook een hevigen toom in zich opkomen jegens de vriendin, 3ie door niets uit haar slapheid werd wakker geschud, die het- schoone, rijke leven zoo apathisch langs zich liet heenglijden Hildegard was zich het- gevaar bewust, dat steeds nader kwam, steeds drei gender opdook in deze lange, gloeiende zomer dagen. Zij zag het in Werdau's blikken, die met een dringende vraag op haar rustten, zij hoorde het uit- den toon van zijn stem, wanneer hij tot haar sprak, en vóór alles voelde zij het in zichzelve, in haar eigen hart, in de onrust, die in haar ontwaakt was. Maar cok in deze beangstheid lag een zekere bekoring. ,-étïiist ta. ariC üHKla. Au. btosua. mj' Eist bij Arnhem. Op een gegeven oogenblik hoorde ik een geluid, dat ik voor kanongebulder hield. Ik bleef staan om er een agent over aan te spreken en juist op dat zalfde oogenblik ontstond er eon geweldige ontploffing. De agent wees naar boven en zei: „De „raiders" zijn bezig. De school moet ontruimd wor den. Help zooveel go kunt, ik zal de politie waarschuwen," lk lioldo naar' do school. Do aanblik daar was vreoselijk. Tal van kin deren lagen dwars over do banken, schijn baar dood met vreeselijke hoofdwonden eu afgeschoten ledematen. Anderen jammer den van pijn. Tal van lichamen waren go- schonden, maar de eerste gedachte was de gewonde kinderen naar buiten te krijgen. Wij namen ze op deu arm, spraken even vriendelijk met hen en legden ze dan tegon een beschutten muur. Ik heb ze niet geteld, maar ik denk, dat het er wel 20 of 30 ge weest zijn. Juist bedacht ik wat we nu ver der heb eerst moest doen. toen nieuwe hulp kwam opdagen. Soldaten, marine cadetten en politieagenten .stonden ons kranig ter zijde. Wo hadden groote behoef te aan ziekenwagens. Op een gegeven oogen blik kwamen twee limonadekarren voorbij. De koetsiers vroegen of zo helpen konden. Zoo goed het ging legden wij de kinderen op de karren en toen gingen rij naar het hos pitaal. Sommige moeders waren waanzin nig van verdriet, vooral wanneer ze hun eigen kind niet terug konden vinden. Toen de school een beetje ontruimd was, hoorden wij dat het zoontje van den concierge ook tot- de dooden behoorde. Het ergste dat wij moesten doen was wel het wegruimen van de afgeslagen lichaamsdeel en." De minister van binnenlandse he zaken deelde in het Lagerhuis mede, dat volgens de laatste opgaven in den luchtaanval zijn gedood 104 personen, ernstig gewond 154 en licht 269. Er zijn in het geheel 120 kin deren gedood of gewond. Do onderstaatssecretaris van oorlog ver klaart, dat het juist was, dat één der aan vallers in het oostelijk deel van Eases om laag wa? geschoten. TJit Eerlijn kwam het volgende tele gram omtrent den luchtaanvalOm een uur Js middags Duitsche tijd werd de ves ting Londen bij ze-er helder weer door een aaneengesloten eekader Duitsche vliegma chines, onder persoonlijke leiding van den e&kadercomrnandant, kapitein Branden- burg, aangevallen. D© aanval was gericht op de in het midden van de stad gtriegeu dokken, werven, stations en de rijksmaga zijnen en voorraadschuren op beide oevers van de Theems. Talrijke branden ontstonden, die in do opgestapelde voorraden overvloedig voedsel vonden. Het eskader bleef langer dan een kwartier boven het, deel. Xmfctegenst-ande de Engelsche afweer- maatregelen koorden, alle machines onge deerd naar de basis terug. Een vijandelijke machine v-erd boven de Theems in een lucht gevecht neergeschoten en viel brandend om laag. Een ontploffing. LONDEN. Eij een ontploffing te Ashton onder Lyne werden 50 personen gedood en een groot aantal gewond. LONDEN. (Officieel.) Het aantal ge wonden bedraagt ongeveer honderd. LONDEN. Hit Ashton under Lyne komen thans beschrijvingen van c3o vreeseijke ont ploffing die Woensdagmiddag plaats had. Mijlen ver in den omtrek werden, stukken van stoomketels, blokken en geraamten van gashouders neergekwakt. De straten d;o aan de terreinen grensden stonden in lichte laaie. Steeds grepen de vlammen verder om een zo el en zomernacht. Zwijgend zaten zij aan het ontbijt. In de villa bleef alles nog stil. De menschen versliepen de schoonste uren van den dag- Z'j gingen langzaam door het woud, waar holle lichtplekken over «het mos gleden en waar als droomend van een eerste liefdesgeluk de vogels nog tjilpten. Hildegard had zien gebukt naar een rijpe aardbei, die z:j door het oroen zag schemeren. Haar metgezel knielde naast haar neder en zag haar lachend in het gezicht, dat blozend tcgeh het zachte groen afstak. Dan richtte hij zich op, hield haar de aardbei dio hij gevonden had, voor zij zagen elkaar in de oogen zij voelden, hoe zij alleen waren in de wondervolle stilte van het woud. Onstui mig drukte hij haar tegen zich aan, kuste haar met gloeiende -lippenhij voelde hoe ook haar mond zich op den zijne drukte en sloot liaar nog vaster, nog hartstochtelijker in zijn armen. „Geloof je nu, dat je niet meer weg kunt gaan? Dat je bij mij blijven moet? Dat wij bi elkander belmoren. Hildegard? Geloof je het nu?" zei hij, toen ze arm in arm verder gingen „17 dwaalt!" antwoordde zij treurig. ,,U ver geet iets. Als wij daar buiten zijn, dan zult u zich herinneren, aan wie u behoort! Dat er voor mij geen plaats is in uw leven \"- Waarom niet? Zijn er dan nooit huwelijken ontbonden? Wat verlangt Emniv dan enkel van het leven? Rust gemak, weelde, mooie klee- ren... Zij krijgt het allemaal! Ik zal haar ver wennen als een koningin, al moest ik alles geven v.-.t ik bezit. Ik ben niet bang om t werken. Met een vrouw naast mij. die mij helpt, die deel neemt aan mijn leven, begin ik graag nog eens van voren af aan. Thans weet ik eerst, wat een werkelijk huwelijk zou zijn. Arbeiden zullen wij met elkaar, maar ook genieten van het leren en vroolrjk zijn. als echte, frissehe. levende men schen, niet als poppen, zonder kracht en zon- deryunr.i". jWcx&t^v&voitfd.}

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1917 | | pagina 1