Ro. 444
Zondag 17 Juni 1917
Orgaan ¥o@r Leger en Vloot.
BEHOUDEN.
Taminiau's JAM
DERDE JAARGANG.
SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIUSSTR. 109, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. .LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BT.J VOORUIT
BETALING VOOR. MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P.K WARTAAL
Voor Advertent Rn wonde men zich tot onze Administratie, Yaleriusslraat 109
Amsterdam. Pry's der Advertentie» por regel 80 cent. Voor Ingezonden Mede.
deel'ngcn op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. By abonnement
reductie.
In een kantonnement, achter de vuurlinie, ergens in Frankrijk. De manuen, die
■we hier zien, hebben een vrijen dag, zé hooren wel 'fc kanongebulder, het geknetter
van mitrailleurs, maar ze hebben er zich niet om te bekom neren. Onverschillig zijn
ze daarom echter niet omtrent hetgeen aan het i'ront 'gebeurt, eu onze plaat laat
zien, hoe ze zich verdringen voor een communiqué van de laatste gebeurtenissen
op het oorlogsveld, 't zij dichtbij of ver weg Het communiqué schijnt geen slechte
tijdingen te brengen, we zien opgewekte lachende gezichten.
Ds Minister van Oorlog.
Naar wij thans'nadèr kunnen mede deel en
heeft II. M. de Koningin niet ingang van
15 dezer benoemd tot Minister van Oorlog
jhr. mr. B. C. de Jonge, administrateur
aan het Departement van Oorlog. Vrijdag
werd de nieuwe minister heëedigd en nam
Z., Esc. het beheer van het departement
van oorlog over van den minister van oor
log ad interim, kapitein ter zee Rambon-
net.
De nieuwe minister van oorlog werd 22 Janu
ari 1875 te 's-Gravenhage geboren. Hij studeer
de te Utrecht waar hij, na van 1885 tot .1897
rector te zijn geweest van het studentencorps,
op 12 Juni 1900 cum iaude promoveerde op een
proefschrift over de Kinderwetten. Op 2 No
vember 19C0 werd hij te 's-Gravenhage beëedigd
als advocaat bij den Hoogen Raad. Op 16 Au
gustus 1901 trad hij in ambtelijken dienst als
'adjunct-commies bj.j "het- Departement van Kolo
niën aan de afdeeling justitie, onderwijs, eore-
diensb en nijverheid.
Op 3 Februari 1908 werd hij, na de tuesehen-
liggen.de rangen te hebben doorloopen, bevor
derd tot referendaris en ging kort daarna over
naar de nieuwe afdeeling gouvernementsbedrij-
ven, naar welke afdeeling tevens werden over
gebracht de werkzaamheden de nijverheid be
treffende. Op 15 November 1910 ging de heer
De Jonge in den rang van referendaris over
naar de afdeeling secretariaat van het departe
ment yan oorlog. Door minister Colijn werd
deze afdeeling omgezet in de afdeeling Kabinet
dis Ministers, en op 5 Maart 1913 werd de heer
Do Jonge chef van die afdeeling met den rang
van administrateur.
In 1912 was hij belast met het secretariaat
van de Staatscommissie voor de Indische defen
sie en na beëindiging van de werkzaamheden
dier commissie werd hij benoemd tot ridder
van den Nederlandschen Leeuw.
Gelijk reeds gemold, is de heer De Jonge de
eerste burger-minister van oorlog in ons land.
Hij is bij geen enkele politieke partij aange
sloten.
De Staatscourant van Donderdag bevat
een Koninklijk besluit, meldende, dat met
ingang van 15 Juni de minister van Marine
kapitein ter zeo J. J. Rambonnet, eervol is
ontheven van het beheer ad interim van het
departement van oorlog, met dankbetui
ging voor do door hem in deze den lande
bewezen diensten.
(Naar, het Duitsch.)
Den volgenden morgen waren zij, zonder het
te kobben afgesproken, beiden zoo vroeg in
den tuin, dat ze nog langs een omweg naar
het station konden gaan. in den loop van het
gesprek vertelde Hildegard ook van haar be
zigheden, eu hij toonde een levendige belang
stelling voor haar school, voor de vruchten- en
groenteteelt, voor de hoenderfokkerij, en liet
zich door haar ervaringen op dit gebied in
lichten
„Wat een flinke vrouw bent n!" zei hij,
plotseling staan blijvend, op een toon van op
rechte bewondering.
,,ïk dpe mijn best, mijn plaatsje in de we
reld zoo goed mogelijk te vervullen!" ant
woordde zij lachend. „Naar mijn meening be
staan er twee soorten van vrouwen: luxeplan-
iics, sierplanten, die alleen maar schoon be
hoeven te zijn om door hun aan/blik to ver
heugen. Tot die soort heb ik helaas nooit be
hoord, omdat ik niet zacht en bevallig, niet
■knap genoeg was. Daarom moet ik er naar
streven mij tob de andere soort te mogen ro-
kepen: tot do nuttige planten, die niet schoon
bohoe-ven to zijn, maar praktisch, bruikbaar..."
Hij wilde geen vleierij zeggen, die toch
slechts banaal geklonken zou hebben. Daarom
zweeg hij. Eerst na een poos zei hij:
„Ja, ja! Een sierplant, die. eigenlijk in een
kas thuis behoort dab past voor Emmy. Zij
is zulk eon luxeplantje
„Dat zijn de vrouwen, dia bemind worden!"
merkte Hildegard met een rustigen, ernsti-
gen glimlach op.
Omdat wij mannen dortfooren zijn," mom
pelde hij tussohen do tanden.
De_ dagen werden steeds schooner1 in deze
zpnruge zomermaanden, maaf over do met
roödo iozea Jbeta-oeids, Ailla jMnn^roertdrmm/l j
(ie ieesiasD' in éi reuzenstrijd.
Eenigszrins onverwachts kwam de troops
afstand van Koning Konstantijn van Grieken
land, en toch behoeven wij er ons niet al to
zeer over te verbazen. Reeds lang was deze
een wolk van verveling en ergernis, die van
het bleeke gezichtje der jonge vrouw scheen
uit te gaan. Slechts eenmaal toonde Emmy
zioh verheugd, toen haar man kaarten voor
een theater-voorstelling medegebracht had en
het plan opperde, den avond in München te
gaan doorbrengen. Het was haar een wel
kome verstrooiing, zich er in te verdiepen,
welk toilet zij zou aantrekkenhet kleedcn
bezorgde haar genoegen en wellioht genoot zij
meer van haar eigen versohijning in het prach
tige zijden costuum dan van de opera van
Wagner. De bewonderende blikken, die zij in
dén schouwburg en later in het restaurant,
waar zij een klein souper gebruikte, tob zi'ok
trok, maakten haar blijkbaar ook opgewekt;
voor do eerste maal hoorde haar vriendin weer
haar vroolijk lachen.
Maar den volgenden dag had zij hoofdpijn
en verklaarde zij, niet te kunnen opstaan.
Het was Zondag en men had de logee een uit
stapje naar het meer beloofd. Het weer was
prachtig, maar Emmy wilde rust hebben en
dus ging Werdau met Hildegard alleen.
Zij brachten den dag in een ware feeststem
ming door, die zich ook door een lievig on-
weder en sterke plasregen niet liet verdrijven.
Integendeel. Bij bljksem en donderslag zaten
zij vergenoegd aan hun maaltijd en daarna was
do lucht zoo heerlijk koel geworden, dat zij
in 't geheel geen zin hadden om te rijden, maar
o voet den mooien straatweg liepen, trots de
lathoid en den regen. Zij werden door de
frissche marsch zoo opgewekt, dat zo wel had
den kunnen zingen en er een lach in hun stem
weerklonk.
Toen zij eens stil stonden en naar den weder
licht en blauw geworden hemel opkeken, zag
Werdau haar in het frissehe, blozende ge
zicht.
„Wat een goede, lieve kameraad bent ul
Met u zou ik willen wandelen een lieelen
zomer' langl"
Er was iets in. zijn toen, dat haar het bloed
naar do wangen deed stijgen. Jóng voelde zij
zichjdotselipgj
vorst, een schoonbroer van den Duitsehcn kei
zer, en daarom Düitschgezind, meende men in
Entente-kringen, een doorn in het oog der ge
allieerden. Hij weigerde hardneklcig zijn land
in oorlog te brengen aan de zijde van Frank
rijk, Engeland en Italië, ©n hoevelo malen
hij ook het hoofd boog voor do dwangmaat
regelen, die hora werden opgelegd, ofschoon een
deel des lands zich van hem afscheidde en
zich schaarde bij de geallieerden, hij bleef de
neutraliteit des lands handhaven, zoo goed hij
kon. Nu had men weer een nieuwe maatregel
gericht tegen het stukje Griekenland, waarover
hij nog regeerde: do gcollieerden wilden den te
velde sbaanden oogst opkoopen, juister gezegd
misschien er beslag op leggen togen betaling.
Daar verzette Koning Konstantijn zich- tegen,
dio rfteds gezien had, hoe de honger in zijn land
wóedde.doordat Engelsche en Fransche oorlogs
schepen de Grieksche havens blokkeerden, en
die verlangde, dat zijn eigen volk zon eten van
het graan en de andere vruchten, die het ver
bouwde.
Dit was de aanleiding tot het besluit dor
geallieerden, dat de Grieksche koning afstand
moest doen van den troon. Fransche troepen
zijn ontscheept in den Piraeus, de voorhaven
van Athene, andere zijn Thessalië binnenge
rukt, Tcaliaanscho troepen hebben Janina in
Epirus bezetde Grieksche troepen zelf waren
vrijwel machteloos, en zoo moest koning Kon
stantijn gehoorzamen. Meer nog, hij mocht
zelfs niet eischen, dat zijn ouaste zoon, de
kroonprins, hem zou opvolgen, deze had in
Duitschland zijn opvoeding genoten en men
verwachtte van hem dezelfde denkbeelden als
van zijn vader. Een zijner andere zonen, prins
Alexander, is koning van Griekenland gewor
den, maar, daar valt niet aan te twijfelen,
met een schaduw van gezag, onder voogdij als
't ware van den Franschman Jonnart, den
hpogen commissaris van Frankrijk en Enge
land. Minder rtbg dan koning Konstantijn zal
koning Alexander de volstrekte neutraliteit
van Griekenland kunnen handhaven, en 't zou
geen verrassing baren, indien we zagen, dat
weldra Griekenland strijdt aan de zijde der ge
allieerden, dat Yenizeïos, als dc almachtige
man, terugkeert in Athene en dat de Grioksohe
Kamer er geestdriftig in toestemt den oorlog
aan den ouden vijand Turkije te verklaren.
Of de Entente daarbij veel zal winnen is de
quaestie, heb Grieksche leger is, na al do
maatregelen der geallieerden, na de afschei
ding van een groot deel des lands, van niet
veel beteekenis meer. Er is nog een Grieksche
afdeeling geweest, onder generaal Bawas, dio
"zich heeft verzet tegen den opmarsch der
Franschen, er is gevochten, er zijn aan weers
kanten. dooden en gewonden gevallen en de
generaal is met eenige honderden van zijn
verrasingen. Wie weet, welke groote our
nog staat te wachten! Of de vredes-
verwachting ons misschien niet zal be
geven! In de laaiden der geallieerden
is de vredesstemming, die naar on
derhandelingen drijft, nog steeds niet ont
waakt. En Amerika lijkt op het oogenblik wel
heb meest oorlogzuchtig land, dat al zijn rijk
dom, zijn hulpbronnen, zijn leger ter beschik
king der geallieerden stelt. Tegenover dit op
treden van Frankrijk, Engeland en Amerika
dreigt de vredesconferentie te Stockholm te
mislukken. Stauning, de sociaal-democratische
Deensche minister, een dersteunpilaren van
de conferentie, is nu veel minder hoopvol.
Volgens de „Vorwarts" vreest hij, dat de En-
gelsohe en Eransche afgevaardigden niet zul
len komenook de Duitsclie minderheid der
socialisten ie niet verschenen, en dit alles kon
wel eens ten gevolge hebben, dat de confe
rentie niet doorgaat. De Russische deputa
tie, die reeds op weg wa3 naar Stockholm, is
daarheen teruggeroepen. Dat zijn alle slechte
tcckenen. Men spreekt nu, zegt Stauning. in
vollen- ernst van een nieuwen winterveldtócht
en men acht het zelfs- niet onmogelijk, dat de
oorlog nog twee of drie jaren zal duren. De
Deensche minister hoopt, dat de socialisten in
alle landen begrijpen, welk een onbeschrijfe
lijke ramp dat voor de menschhoid zou zijn.
Inderdaad lijkt dit voor Europa onoverkome
lijk. Daaruit moeten wel allerlei andere ver
wikkelingen voortkomen, en op den duur zal
in meuig land de revolutie ontbranden, zocals
nu reeds in Rusland en China, zcoals er reeds
dreigende conflicten in Spanje, waren.
In Rusland wordt de toestand met den dag
ernstiger, naar het schijnt. Het leger wordt on
williger; steeds meer deserteurs weigeren te
vechtengedeelten van' heb groote rijk schei
den zich af en willen onafhankelijke staatjes
vormen, op die wijze moet Rusland uiteen
vallen. Doch vooral neemt de anarchie er toe
men verneemt steeds opnieuw van soldaten-on
gloeid van een levenslust als was zij nog maar
twintig jaar.
Emmy wachtte hen aan het spoor op en riep
met medelijden uit: „Arme zielen! Wat heb
jelui het getroffen met dat slechte weer!"
Zij keken elkander verwonderd aan. Het
was toch juist zoo heerlijk geweest!
Sedert dat eenzame uitstapje had Hilde
gard echter haar natuurlijke onbevangenheid
tegenover hem verloren.
De gedachte, dat zij aantrekkelijk voor een
man, dat zij begeerlijk voor een man kon zijn.
lag zoo ver buiten haar arbeidssfeer en zij had
zoo dapper en volkomen van het begrip Liefde
afstand gedaan, dat de spoedig tussohen haar
en Werdau aangegroeide vriendsohap haar
verscheen in een zeer onschuldig daglicht. En
11 u kwam or op eenmaal een zonderling-
pijnlijk gevoel over haar, alsof zij tegenover
Emmy een onrechtvaardigheid beging; er
drukte haar een bijzondere beangstheid.
Werdau was den geheelen dag tehuis er
vielen zooveel feestdagen in dezen tjjclzij
vermeed met hem alleen te zijn en hield altijd
het kind in haar nabijheid en des middags
trachtte zij Emmy dringend te overreden, om
mee te gaan wandelen:
„Kom, grijp je zelf aan! Het zal je goed
doen! Geef niet zoo aan je zelf toe. ook al
ben je vermoeid! Kom nu, het zal je man ge
noegen doen, als je mee gaat!"
Emniv liet zich eindelijk overhalen. Maar
eerst duurde liefc langen tijd, voordat zij klaar
was en toen nam zij een mantel en een sluier
mede, die haar man natuurlijk dragen moest,
en de eeno weg stond 'haar niet aan, omdat
die voohtig was en op de andere soheen te
veel zon, en er was op een boerderij een kwade
hond, waar zij bang voor was. Nu bleef al
leen nog de wandelweg naar Feldafing over,
waar men onder talrijke menschen op het
terras zat. Op den terugweg hing Emmy nan
dön arm van haar man en liet zich "medo.
sleepen.
Hij za<^ Hrh^ard giet een weemoedigen blik
3ÜR Ru_fflAL% Mfc,
die
lusten, en groofcer wordt dc wrok tegen
den Tsaar. Er werd reeds voorgesteld hem. te
dooden of voor zijn leven in de mijnen te laten
werken. En de vroegere opperbevclhebbr van
Eet Russische leger en de oom van den Tsaar,
grootvorst Nikoïaas Nikolajewitoh is gevangen
genomen en zal terechtstaan. Dit belooft voor
hem niets goeas.
Van het ooriogsterreïn komt geen nieuws
van belang. In het Westen wordt nog gevoch
ten, maar het resultaat is luttel. Alleen heb
ben de Engelschem bij Ploegstoert, België,
eenigo vorderingen gemaakt. Misschien is het
belangrijkste oorlogsfeit der laatste dagen nog
wel do luchtaanval van Duitsclie vliegers op
Londen. Die schijnt inderdaad geslaagd te
mogen heeten, volgens de Engelscheu is er
maar één vliegtuig neergeschoten, volgens de
Duitschers zijn alle behouden teruggekeerd.
Gedood zijn er hij dezen aanval 101 menschen,
gewond 184, licht gekwetst 269, in 't geheel
dus meer dan vijfhonderd slachtoffers. Dui
zenden kilo's ontploffende stoffen werden
boven de linie van Londen naar beneden ge
worpen.
Zoo gaat de oorlog voort, onbarmhartig,
niets versehoonend, noch do grooten der aar
de, noch de zwakke en onschuldige Hu deren.
Men kan zich niet voorstellen, dat dit zoo kan
doorgaande volken, do regeeringen in allo
landen zullen toch eindelijk moeten ontwaken
uit hun oorlogsroes.
ENGELAND.
Een luchtaanval op Londen.
Da luchtaanval, waarvan wij in ons vorig
nummer melding maakten, die Woensdag in
de ergste middaghitte op Londen plaats
had is wel een van de vreeseiijkste dingen
die zich in dat opzicht hebben afgespeeld
omdat er de dood van zoovele onschuldige
vrouwen en kinderen door werd veroor
zaakt. Het vreeseiijkste van den geheelen
aanval was we!, dat er een bom viel op een
groote volksschool in het East End. Tal van
eenvoudige lieden zijn daardoor in rouw
gedompeld. Will Crooks, een van de arbei
dersafgevaardigden in het parlement, die in
de buurt woont en zich in de nabijheid van
de school bevond toen de bommen vielen,
zeH, dat het vreeselijke tooneel van dood,
vernieling en brutaal verminken hetwelk
zich daar afspeelde, zelfs de meest ver
stokte geesten in het op militaire wijze ge
drilde Duitschland zou hebben ontroerd.
Doctoren, verpleegsters, politieagenten en
brandweerlieden hebben zich. bij het red
dingswerk heldhaftig gedragen. Hun arbeid
was afgrijselijk, omdat zij telkens weer ge
schonden kinderlijkjes onder het puin op
haalden en voortdurend kwamen radelooss
moeders smeeken haar toch toe te staan om
zelf naar dë vermiste kleinen te zoeken.
Toch hoorde men nergens het denkbeeld
uiten dat door het sluiten van den vrede
een dergelijke verwoesting in het vervolg
zou kunnen worden voorkomen. Integen
deel, overal bleek men ook hier algemeen
de opvatting te deelen die het geheele volk
bezielt, dat al deze- dingen alleen langs de
eenig veilige manier uit den weg geruimd
kunnen worden, die daarin bestaat dat de
genen die voor een dergelijke moorddadige
slachting onder de kinderen aansprakelijk
zijn, onschadelijk gemaakt moetan worden.
Arbeidersvrouwendie zich nooit te voren
in wijsgeerige beschouwingen over de be
stemming en de moraal der volkeren ver
diept hadden, verklaarden onder den in
druk van deze ramp tot de overtui
ging te zijn gekomen, dat voor een
vcik hetwelk in staat is zulke bloe
dige ?noorden op zich te laden, geen
goede toekomst is weggelegd.- De gedachte,
dat hun eigen land, hun eigen bloedver
wanten tot Gods onverbiddelijk werktuig
gekozen werden om het ten hemel schreiend
onrecht te wreken en den moordenaars hun
gerechte straf te bezorgen, sterkt hen om de
ellende en de zorgen thuis te dragen.
Tal van heldhaftige tooneelen dio zich
in de verschillende scholen voordeden, wij
zen er op, dat zelfs de kinderen in de uren
gevaars hun kalmte wisten te bewa
ren.
in één school zongen de kinderen, ter
spanningsuren Begrijp je nu, dat ik liever een
flinker kameraad wilde hebben!
Zij bad bet goed gemeend en nu scheen het
bijna als berekening, alsof zij hem het contrast
scherp voor oogen bad willen stellen.
Ondanks het lichte schuldgevoel tegenover
Emmy, was zij nog steeds vroeg op, schonk zij
thee voor Werdau en vergezelde zij hem naar
den trein.
Als zij nu door de bloemrijke velden gingen,
sprak hij niet meer van haar beroep; hij
vorschto naar haar persoonlijk leven. Zij was
niet alleen de flinke mcnsch voor hem. Hij zag
nu do vrouw in haar, wier gevoelsleven hij
doorgronden, in wier innerlijk wezen hij een
blik hebben wilde.
„Waarom u toch niet getrouwd bent, juf
frouw Hildegard
„Omdat niemand mij wilde hebben!"
lachte zij.
„Dat geloof ik niet
„Nu ja ten slotte kan iedereen trouwen,
als men alles maar vcior lief neemt. Deze of
gene zou misschien ook wel voor mij te'vinden
geweest zijn. Maar om nu alleen te trouwen,
om getrouwd te zijn, onverschillig met wien
neen, daarom was het mij nooit te doen. Daar
voor heb ik mijn'vrijheid te lief!"
„Maar verlangt u dan nooit naar liefde?
Voelt u zich nooit eens eenszaam?"'
Ze bezon zich een oogenblik.
„Neen! Eigenlijk niet. Nu niet meer. Ik heb
te weinig tijd 1" zei ze met eerlijke overtuiging.
Maar zij had toch het gevoel, dat hij in het
diepst van haar wezen doordrong, met zijn vra
gen een snaar in haar hart aanroerde, die niet
mocht klinken.
Er kwamen nu heete, zonnige dagen en
Emmy werd steeds loomer on apathischer; zij
lag in de hangmat in den tuin en toonde alleen
een-mat glimlachje, als haar man thuiskwam.
Zij zuchtte over de hitte op een toon van ver
wijt, alsof George, voor deze hooge tempera
tuur verantwoordelijk was.
Hildegard ging soms des avonds nag met hem
swrwl-.-lj44i.tot
wijl de bommen vielen Elgar's „Land of
bope and glory", in een audero school
schaarden de kinderen zich in rijen om
weg te gaan en trachtten onderwijl met
gejuich en geschreeuw het geluid van de
kanonn-en en de bommen te overtreffen.
In een andere school zeiden de onderwijzers
den jongens van ti'en tot 34 jaar. dat het
hun plicht was de meisjes le beschermen
indien er iets mocht gebeuren. Een Austra
lisch soldaat, die in deze buurt vrienden
bezocht, had verteld nooit te voren zooveel
zell'beheersehing te hebben aanschouwd.
Hij kwam een school binnen waar de kin
deren doorgingen met hun lessen. „Zijn wij
bang?" vroeg de onderwijzer. Luid weer
klonk toen van alle kantenneen, 't is „all
right" en onmiddellijk daarop werd oen
driewerf hoera voor den bezoeker aange
heven. Het is wel heel duidelijk. zeide de
soldaat', dab alle bommSi dio ooit in
Duitschland vervaardigd worden, het jongo
volkje in Engeland geen angst zullen in
boezemen, laat staan dus den volwaseenen.
Een ander telegram meldt nog
Tusschen 11.30 uur en 11.45 uur
werden de Duitsche vliegtuigen aan den
strakken hemel opgemerkt. Zij schitterden
in het zonlicht en daar zij naar Bchatting
18000 voet hoog waren, geleken heb niet
veel meer dan zilveren sterretjes. Onmid
dellijk ontbrandde het afweergeschut van
licht en zwaar kaliber, maar de vliegtuigen
bleven ongedeerd en vervolgden hun weg
naar Oost-Londen. Daar schijnen zij toen
uiteen te zijn gegaan, want duizenden men
schen die op het geronk der motoren naar
buiten kwamen kouden slechts hier en daar
een enkel vliegtuig ontdekken.
Aan den noordelijken.oever van de rivier
kwamen zij weer te samen. Lager dan 17000
voet hebben zij zich niet gewaagdj voortdu
rend werden er bommen geworpen die kleine
wolkjes veroorzaakten. De ramen rinkelden
en voortdurend hoorde men het knetteren
van 't geschut. Hoewel duizenden oogen.hen
volgden weken de vliegers niet van hun doel
af. De tocht naar het oosten der stad werd
voortgezet en daar vernam de bevolking uit
het donderend geraas der neerstortende
bommen al spoedig wat was geschied. Dikke
rookwolken stegen naar de blauwe lucht om
boog; overal vielen de scherven der projec
tielen. Maar in de straten van Londen viel
niets te bespeuren dat aan een paniek kon
doen denken. De meerderheid der bevolking
achtte het niet noodig om te gaan schuilen.
Men bleef naar boven -taren en trachtte in
de wolken een glimpje van den vijand te
ontdekken. In de parken bleven de men
schen kalm op het gras zitten er was zelfs
een meisje dat rustig doorging met breien.
De eerste bommen vielen op de buitenste
wij-ken van oostelijk Londen omstreeks
half twaalf 's vcormiddags. Een groot
aantal bommen vielen snel na elkander op
verschillende districten van het East-End.
Eén viel er op een spoorwegstation en trof
een binnenkomenden trein, zoodat zeven
personen gedood en zestien gewond werden.
Een andere bom viel op een school,
doodde tien en wondde ongeveer vijftig kin
deren.
Verschillende magazijnen werden bescha
digd, terwijl er tevens branden ontstonden,
^Koning George begaf zich Woensdag
middag naar de City en het- East-End vau
Londen, om daar de,vernieling gade te slaan,
welke door Duitsche vliegmachines is aange
richt.
Onder de gewonden in een der volks
hospitalen bevinden zich 19 leerlingen van
één school.
De klasse-onderwijzeres was er op een
bepaald oogenblik alleen, wat natuurlijk
uiterst moeilijk was, maar zij wist op schit
terende wijzehaar tegenwoordigheid van
geest te bewaren en slaagde er in de onge
deerd gebleven kinderen veilig uit de klas
selokalen in de gang te krijgen. Al heel
spoedig daagde toen een schitterende hulp
op in den persoon van den soldaat H. W.
Flowers die met verlof was en in do buurt
logeerde. Hij verklaarde, dat hij uitgegaan
was om zich een beetje lichaamsbeweging
te verschaffen. Hij vertelde verder
zich trok, dat de oppervlakte helder en'blin
kend bleef, totdat de sterren kwamen.
Des morgens zweefde er een heerlijke hooi
lucht over de weiden, en dikwijls zaten zij nog
een tijdlang aan den boschrand op een bank en
genoten van den frisschen adem van den oosten
wind en van de köele schaduw.
Al zijn plannen besprak hij met haar, zij
kende zijn beroepszorgen, zij troostte hem over
kleine ergernissen, en toen zij eens toevallig
over heengaan sprak, zag hij haar verschrikt
aan, als kon hij zich niet indenken,, dat hij haar
weder in zijn leven zou moeten ontberen.
Hartstochtelijk drukte hij haar de hand
„Ik laat u niet gaanl L" ziet toch, hoe alleen
ik ben!"
„Maar mijnheer Werdau!" zeide zij slechts
met- een afwerend hoofdschudden.
Haar stond liet altijd door duidelijk voor
oogen,-hoe spoedig het afscheid komen moest,
hoe spoedig zij zou moeten t-erugkeeren tot
haar ernstigen arbeid, in haar kille eenzaam
heid. Waarom zou zij die bijzondere gemoeds-
bewe'ging van deze weinige dagen niet blijven
genieten ,de verrukking niet smaken, waarmee
zij met jeugdige spanning 's mo'rgens ontwaakte
en waarbij zij met ongeduld dez© heerlijke,
vreugdevolle gevoelens tegemoet zag? Somtijds
schaamde zij zich wel is waar voor haar eigen
gedachten tegenover Eramy. Een ander maal
voelde zij echter ook een hevigen toom in zich
opkomen jegens de vriendin, 3ie door niets uit
haar slapheid werd wakker geschud, die het-
schoone, rijke leven zoo apathisch langs zich
liet heenglijden Hildegard was zich het- gevaar
bewust, dat steeds nader kwam, steeds drei
gender opdook in deze lange, gloeiende zomer
dagen. Zij zag het in Werdau's blikken, die met
een dringende vraag op haar rustten, zij hoorde
het uit- den toon van zijn stem, wanneer hij tot
haar sprak, en vóór alles voelde zij het in
zichzelve, in haar eigen hart, in de onrust, die
in haar ontwaakt was.
Maar cok in deze beangstheid lag een zekere
bekoring.
,-étïiist ta. ariC üHKla. Au. btosua. mj'
Eist bij Arnhem.
Op een gegeven oogenblik hoorde ik een
geluid, dat ik voor kanongebulder hield. Ik
bleef staan om er een agent over aan te
spreken en juist op dat zalfde oogenblik
ontstond er eon geweldige ontploffing. De
agent wees naar boven en zei: „De „raiders"
zijn bezig. De school moet ontruimd wor
den. Help zooveel go kunt, ik zal de politie
waarschuwen," lk lioldo naar' do school. Do
aanblik daar was vreoselijk. Tal van kin
deren lagen dwars over do banken, schijn
baar dood met vreeselijke hoofdwonden eu
afgeschoten ledematen. Anderen jammer
den van pijn. Tal van lichamen waren go-
schonden, maar de eerste gedachte was de
gewonde kinderen naar buiten te krijgen.
Wij namen ze op deu arm, spraken even
vriendelijk met hen en legden ze dan tegon
een beschutten muur. Ik heb ze niet geteld,
maar ik denk, dat het er wel 20 of 30 ge
weest zijn. Juist bedacht ik wat we nu ver
der heb eerst moest doen. toen nieuwe
hulp kwam opdagen. Soldaten, marine
cadetten en politieagenten .stonden ons
kranig ter zijde. Wo hadden groote behoef
te aan ziekenwagens. Op een gegeven oogen
blik kwamen twee limonadekarren voorbij.
De koetsiers vroegen of zo helpen konden.
Zoo goed het ging legden wij de kinderen op
de karren en toen gingen rij naar het hos
pitaal. Sommige moeders waren waanzin
nig van verdriet, vooral wanneer ze hun
eigen kind niet terug konden vinden. Toen
de school een beetje ontruimd was, hoorden
wij dat het zoontje van den concierge ook
tot- de dooden behoorde. Het ergste dat
wij moesten doen was wel het wegruimen
van de afgeslagen lichaamsdeel en."
De minister van binnenlandse he zaken
deelde in het Lagerhuis mede, dat volgens
de laatste opgaven in den luchtaanval zijn
gedood 104 personen, ernstig gewond 154 en
licht 269. Er zijn in het geheel 120 kin
deren gedood of gewond.
Do onderstaatssecretaris van oorlog ver
klaart, dat het juist was, dat één der aan
vallers in het oostelijk deel van Eases om
laag wa? geschoten.
TJit Eerlijn kwam het volgende tele
gram omtrent den luchtaanvalOm een
uur Js middags Duitsche tijd werd de ves
ting Londen bij ze-er helder weer door een
aaneengesloten eekader Duitsche vliegma
chines, onder persoonlijke leiding van den
e&kadercomrnandant, kapitein Branden-
burg, aangevallen. D© aanval was gericht
op de in het midden van de stad gtriegeu
dokken, werven, stations en de rijksmaga
zijnen en voorraadschuren op beide oevers
van de Theems.
Talrijke branden ontstonden, die in do
opgestapelde voorraden overvloedig voedsel
vonden. Het eskader bleef langer dan een
kwartier boven het, deel.
Xmfctegenst-ande de Engelsche afweer-
maatregelen koorden, alle machines onge
deerd naar de basis terug. Een vijandelijke
machine v-erd boven de Theems in een lucht
gevecht neergeschoten en viel brandend om
laag.
Een ontploffing.
LONDEN. Eij een ontploffing te Ashton
onder Lyne werden 50 personen gedood en
een groot aantal gewond.
LONDEN. (Officieel.) Het aantal ge
wonden bedraagt ongeveer honderd.
LONDEN. Hit Ashton under Lyne komen
thans beschrijvingen van c3o vreeseijke ont
ploffing die Woensdagmiddag plaats had.
Mijlen ver in den omtrek werden, stukken
van stoomketels, blokken en geraamten van
gashouders neergekwakt. De straten d;o
aan de terreinen grensden stonden in lichte
laaie. Steeds grepen de vlammen verder om
een zo el en zomernacht. Zwijgend zaten zij aan
het ontbijt. In de villa bleef alles nog stil. De
menschen versliepen de schoonste uren van den
dag- Z'j gingen langzaam door het woud, waar
holle lichtplekken over «het mos gleden en waar
als droomend van een eerste liefdesgeluk de
vogels nog tjilpten. Hildegard had zien gebukt
naar een rijpe aardbei, die z:j door het oroen
zag schemeren. Haar metgezel knielde naast
haar neder en zag haar lachend in het gezicht,
dat blozend tcgeh het zachte groen afstak.
Dan richtte hij zich op, hield haar de aardbei
dio hij gevonden had, voor zij zagen elkaar
in de oogen zij voelden, hoe zij alleen waren
in de wondervolle stilte van het woud. Onstui
mig drukte hij haar tegen zich aan, kuste haar
met gloeiende -lippenhij voelde hoe ook haar
mond zich op den zijne drukte en sloot liaar
nog vaster, nog hartstochtelijker in zijn armen.
„Geloof je nu, dat je niet meer weg kunt
gaan? Dat je bij mij blijven moet? Dat wij bi
elkander belmoren. Hildegard? Geloof je het
nu?" zei hij, toen ze arm in arm verder gingen
„17 dwaalt!" antwoordde zij treurig. ,,U ver
geet iets. Als wij daar buiten zijn, dan zult u
zich herinneren, aan wie u behoort! Dat er
voor mij geen plaats is in uw leven \"-
Waarom niet? Zijn er dan nooit huwelijken
ontbonden? Wat verlangt Emniv dan enkel van
het leven? Rust gemak, weelde, mooie klee-
ren... Zij krijgt het allemaal! Ik zal haar ver
wennen als een koningin, al moest ik alles
geven v.-.t ik bezit. Ik ben niet bang om
t werken. Met een vrouw naast mij. die
mij helpt, die deel neemt aan mijn leven,
begin ik graag nog eens van voren af aan.
Thans weet ik eerst, wat een werkelijk
huwelijk zou zijn. Arbeiden zullen wij met
elkaar, maar ook genieten van het leren en
vroolrjk zijn. als echte, frissehe. levende men
schen, niet als poppen, zonder kracht en zon-
deryunr.i".
jWcx&t^v&voitfd.}